ON TVANG EN 11 SEP. 2017
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Avans Hogeschool
T.a.v. College van Bestuur Postbus 90116
4800 RA BREDA
Datum 2 6 SEP. 2017
Betreft Besluit macrodoelmatigheid nevenvestiging Ad Small Business and Retail Management
Geacht College,
Met de brief van 6 juli 2017, door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (hierna: CDHO) ontvangen op 18 juli 2017, hebt u mij het voornemen voorgelegd om het Associate degree-programma Small Business and Retail Management tevens als bekostigd programma (voltijd) te verzorgen in Roosendaal. De
opleiding is voorgesteld in het Croho onderdeel Economie en de studielast is door u bepaald op 120 studiepunten.
Advies CDHO
De CDHO heeft mij bij brief van 14 september 2017, kenmerk 2 0 17/7 3, negatief geadviseerd over uw aanvraag. Dit advies, dat integraal deel uitmaakt van dit besluit, treft u hierbij aan.
Besluit
Gelet op het bovengenoemd advies van de CDHO, het bepaalde in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHWj en in de
Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs 2014 (hierna: Beleidsregel), heb ik besloten niet in te stemmen met uw voornemen om het Associate degree- programma Small Business and Retail Management tevens als bekostigd programma (voltijd) te verzorgen in Roosendaal.
Beoordelingskader
De wettelijke grondslag voor mijn besluitvorming is gelegen in artikel 7.17 van de WHW. Voorts is de Beleidsregel leidraad geweest voor mijn afwegingen.
Motivering
Overeenkomstig het advies van de CDHO concludeer ik dat uw aanvraag niet voldoet aan het vereiste van artikel 15, eerste lid, onder a en b, van de Beleidsregel. Voor de nadere motivering verwijs ik u naar het advies van de CDHO.
H o g e r O n d e rw ijs en S tu d ie fin a n c ie rin g Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl C on tactperso on S.F. Roos
T +31 6 15 03 82 70 s.f.roos@minocw.nl
O n ze re fe re n tie 1257431 U w b r ie f van 06 september 2017 U w re fe re n tie 17B001107 B ijla g en
1
Een belanghebbende kan tegen d it besluit binnen zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden schriftelijk bezwaar maken. De
belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in b ij de m inister van OCW, onder vermelding van "Bezwaar", ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op
www. bezwaarschriftenocw. nl
Pagina 1 van 2
Een afschrift van deze brief is verzonden aan de CDHO, de NVAO, DUO- Groningen, de Inspectie van het Onderwijs en de VH.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Namens,
de jirecteur Hoger Onderwijs en Studiefinanciering,
O n ze re fe re n tie 1257431
Pagina 2 van 2
> M O . .jssie v v « » n a fig h e id Hoger O nderw ijs
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v de Minister
mw dr M Bussemaker Postbus 16375
2500 8J DEN HAAG
Geachte mevrouw Bussemaker.
datum 14 september 2017
onderwerp Nevenvestiging voltijd hbo Ad Smal! Business and Retail
Management Avans Hogeschool
Roosendaal
o n s kenm erk 2017/73
Op 18 juli 2017 heeft de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) het voornemen ontvangen van Avans Hogeschool om de hbo Ad Small Business and Retail Management tevens als bekostigde opleiding te verzorgen te Roosendaal (brief van 11 juli 2017 met kenmerk 17B001107), De aanvraag was voorzien van alle voor de beoordeling van de aanvraag benodigde gegevens en is door de commissie in behandeling genomen. Op 17 augustus heeft de CDHO omwille van de zorgvuldige besluitvorming een nieuwe beslistermijn gesteld.
Advies Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs
Gelet op het hierna volgende adviseert de commissie u om negatief te besluiten op het verzoek van Avans Hogeschool om de hbo Ad Small Business and Retail Management tevens als bekostigde opleiding te Roosendaal te verzorgen.
Beoordelingskader
De wettelijke grondslag voor dit advies is gelegen in artikel 7.17 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Voorts heeft de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs van 3 juli 2014, verder te noemen de Beleidsregel, voor de commissie als leidraad gediend. Het beoordelingskader treft u in de bijlage bij dit advies aan.
bijlage Q jy jg c f- jj- jjv jn g van de aanvraag
beoordelingskader £ a n v ra g e r w j| de hbo Ad Small Business and Retail Management (SBRM) ook in Roosendaal aanbieden Het gaat om een Nederlandstalige hbo Ad in het Croho onderdeel Economie. De opleiding omvat 120 EC en wordt in voltijdvorm
aangeboden. De opleiding is toegankelijk voor studenten met een mbo-4, havo of vwo diploma, zonder specifieke inhoudelijke eisen. Aanvrager wil deze studenten opieiden tot startende zelfstandige ondernemers in het MKB in een dynamische marktomgeving, o ff- en Online.
Aanvrager doet een beroep op criteria a en b in art. 15 lid 1 van de Beleidsregel Motivering
De aanvraag voldoet naar mening van de commissie niet aan criteria a en b in art.
15 lid 1 van de Beleidsregel
Pa rkstra a t 23 25 H JK Oen Heaq Postbus 35498 - 2508 CO Den Haaq f +3 i (0)70 850 5300
Info'Scdho.ni - w w w .c d h o n
Ccinimissie
M O
Doeimatigheid Hoger O nderw ijs
pagina 2 van 6 Beoordeling criterium art. 15 lid 1 sub a Beleidsregel (behoefte)
Aanvrager stelt dat de Ad SBRM aansluit op een arbeidsmarktbehoefte in combinatie met een maatschaopelijke behoefte
Ter onderbouwing van de maatschappelijke behoefte verwijst aanvrager naar Het rapport Differentiëren in drievoud van de Commissie Veerman uit 2010. de Strategische Agenda 2015-2025 van het departement van OCW de strategische visie 2025 van de Vereniging Hogescholen ‘Wendbaar en weerbaar’ en het rapport
‘Klaar voor de groei? Monitor uitrol Asscciate degrees’ van SEO uit 2015. Het belang van verzelfstandiging van de Ad werd al door de Commissie Veerman benadrukt. Dit rapport is inmiddels gedateerd, maar de aanbevelingen zijn overgenomen in de Strategische Agenda van OCW. De voorgenomen Ad SBRM draagt bij aan het verwezenlijken van het beleid met betrekking tot opscholing van mbo'ers en de vormgeving van flexibel en vraaggericht onderwijs De commissie concludeert op grond van de Strategische Agenda van OCW dat de Ad SBRM aansluit op een maatschappelijke behoefte.
Ter onderbouwing van de arbeidsmarktbehoefte verwijst aanvrager naar ROA’s Haalbaarheidsstudie Regionale Ad-colleges (RAC’s) Oost-Brabant en Zuidwest uit 2016, ROA’s rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020’, de Monitor uitrol Associate degree van SEO, het ECABO onderzoek De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein’ uit 2014, ECABO’s ‘Perspectief op werken en leren in de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen 2014- 2018' uit 2014, ECABO Regiosheets en een aantal adhesiebetuigingen van werkveldpartijen. De commissie heeft daarnaast ROA’s
arbeidsmarktinformatiesysteem AIS geraadpleegd.
Aanvrager heeft aangegeven dat afgestudeerden van de Ad SBRM als zelfstandig ondernemer in het MKB, online en offline, aan het werk gaan. In ROA's database AIS zijn de opleidingen tot zelfstandig ondernemer, filiaalhouder en manager MKB geclassificeerd als 'mbo 4 detailhandel’ en 'hbo marketing en commerciële economie’. De arbeidsmarktperspectieven voor beide categorieën worden door ROA getypeerd als ‘slecht’. Er is volgens ROA sprake van een gemiddelde uitbreidingsvraag, een lage tot zeer lage vervangingsvraag en een gemiddelde instroom van schoolverlaters. Dat leidt tot de conclusie dat er de komende jaren weinig tot zeer weinig baanopeningen zullen zijn voor deze mensen.
O p te id m g s ty p o A jb s i< h m a rk t p r o £ n a s a v a ria b s ü e in d ic a to r A a n ta l T o ta a l fS G jr. G e ril. jM f U ik s % T y p e rin g
m b o 4 . je u d h a n d e f v o iw a d u e a r t b r m d i n m , t o t 2020 1SCO 5 O .s jg e rm d d e id
m b o i i j a u ilh a m io i v e r w a c h te v e rv a n ^ in g /A -n a g t o t 2020 7300 1-4 laa g
m b o 4 d e ta ilh a n d e l v e r w a d u e b a a rro c e m n c e n t o t 2020 12100 L3 2Maa^
m b o 1 d e u n i u m k i v a rv y .ic h te in it r o o m van t c r m o iv e ito tiü co l 2020 254CO 2S 4. l U e m id b e ld
m b o -4 ■ je ta H h jn ris f ITXP ï n a ip im t e n o e r to n e e d s v a o n m jn ir m 'o : o 1,2
m b u 4 d -H a iih -in d m !F A ’ ^ k o i r n a C e irt W itm '.t m : 2070 1.2 ■ le e n
h b o m a r k e tin g en c o io iir - 1 - M - T t *>U-t d _ : » ‘ _0 ICO 5 o.-:, n iid d e lii
h b o m a r t i n < a n -..omm?? 0 , 4 *c= . t - ’ \ ' ,1 > (■> ' t 0 o
h b o m m k e r tm ? m m o m r r ■ - 1 r -n . - . 1070-0 12 i.8 e r g ia a g
h b o n i . iik c t in g d n c o > m r < CJi'b’ .44- i i * J i! e m s tr c a m v * n o n o w ito • • . c j0 ? 0 25 IOC 27 4.1 g e m id d e ld
h b o m a r k e tin g e n c o im r * o t - J c o n n n e lp u r it e n i^ m - c f m a CO !. ia 8 * o n
i'.ho n iif k c r t in g ■:» C i.nn ’ ; lA ■.cekc.T,iti?to ,?rbe;o r • . t ' m b i j • - O — ‘ i s i i l e f h l
Bron: ROA. AIS
Aanvrager poogt dit negatieve beêid te nuanceren door te beargumenteren dat sprake is van een upgradingstendens. Uit de Haalbaarheidsstudie van ROA (p. 15) en de Monitor Associate degree van SEO (p 77) blijkt dat functies die voorheen door mbo'ers werden vervuld complexer worden en hogere eisen stellen aan de
P arkstra at 28 • 2514 JK Oen Ha.ig Postbus 85498 - 2503 CD Den
r 1-31(0)70 850 5200 in fa S ’r d h o .n l • w vw /.cd h o ni
o H O
^ “ J m a tig h e id Hoger O nderw ijs
paqma :i van 6 competenties van medewerkers, maar dat een hbo bacheloropieiding vaak niet nodig is. Een Ad kan daar een oplossing voor bieden doordat mbo'ers in een relatief kort traject een hoger werk- denkniveau kunnen ven,verven Hetzelfde beeld komt naar voren in ECABO’s ‘Perspectief op werken en leren in de
economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen 2014-2018' uit 2014. In dit rapport wordt de upgradingstendens die ROA en SEO signaleren bevestigd en wordt beschreven dat de arbeidsmarktperspectieven gunstiger worden naarmate het opleidingsniveau hoger is (p 17), Uit deze bronnen komt echter geen specifieke behoefte aan zelfstandig ondernemers op Ad niveau naar voren.
Aanvrager stelt dat uit de Regiosheets van ECABO blijkt dat het
arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerden van de Ad SBRM zowel in de regio Zeeland als de regio West-Brabant goed tot ruim voldoende is. In deze sheets is echter geen informatie opgenomen over de arbeidsmarktperspectieven voor Ad’ers, de informatie is beperkt tot functies in het mbo. Zelfstandig ondernemers, filiaalhouders, managers detailhandel e.d komen in de sheets niet voor De commissie heeft deze bron dan ook niet betrokken bij de weging.
Tenslotte wordt een beroep gedaan op een overzicht van adhesiebetuigingen ter ondersteuning van het initiatief van Avans. Uit het overzicht blijkt dat slechts 3 verklaringen specifiek betrekking hebben op een commerciële Ad. De overige verklaringen hebben betrekking op andere Ad’s of zijn generiek van aard.
Bovendien blijkt uit de verklaringen met dat bedrijven daadwerkelijk voornemens zijn een bepaald aantal afgestudeerden van deze opleiding in loondienst te willen nemen. Op grond van het bovenstaande constateert de commissie dat aanvrager niet heeft aangetoond dat er vanuit de arbeidsmarkt bezien behoefte is aan Ad’ers SBRM.
De commissie concludeert dat de aanvraag aansluit op een maatschappelijke behoefte. Aanvrager heeft het bestaan van een arbeidsmarktbehoefte niet aangetoond. De aanvraag voldoet niet aan criterium a in art. 15 van de Beleidsregel.
Beoordeling criterium art. 15 lid 1 sub ‘o Beleidsregel (ruimte)
Aanvrager stelt dat de aanvraag voldoet aan het zwaartepunt ‘Associate Degrees' Zij verwijst hiervoor naar de brief van het CvB d.d. 15-6-2012 (kenmerk (CvB-12- 5331) aan de Staatssecretaris van OCW. In deze brief worden echter door Avans de volgende zwaartepunten genoemd: “Gezondheid en Welzijn, Kunst en
vormgeving, Ondernemen, Duurzame Innovatie en Veiligheid." De Ad SBRM sluit aan op het zwaartepunt Ondernemen. Aangezien de opleiding aansluit op een zwaartepunt in de prestatieafspraken wordt aangenomen dat de aanvraag voldoet aan criterium c. tenzij naar het oordeel van de Minister reeds voldoende
opleidingen in de vraag kunnen voorzien
. Vanaf 18 juli 2017 is op de site van de CDHO kennis gegeven van het voornemen van Avans Hogeschool om de hbo Ad SBRM in Roosendaal aan te bieden.
Hiermee is aan de instellingen voor hoger onderwijs de mogelijkheid gegeven om hun zienswijzen op dit voornemen kenbaar te maken. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Aanvrager heeft een overzicht geleverd van de instroom in verwante bekostigde opleidingen, De instroom in verwante onbekostigde opleidingen is niet bekend. De
P a r W r a a ' 23 ■ 2514 IK Oen Haag Postbus 35498 ■ 2508 CD Den Haag t +3!(0)70 850 5100
infoKïcciho.nl - www.edho.nl
m o
„«flirtttssia Doelmatigheid Hoger O nderw ijspagina 4 van 6 commissie heeft bij de beoordeling van de aanvraag dan ook geen rekening kunnen houden met de belangen van deze opleidingen. De instroom in het
verwante bekostigde onderwijsaanbod schommelde de afgelopen jaren tussen 425 en 565 studenten. De Ad SBRM van Saxton heeft overigens een doorstart
gemaakt
o ö leid ing in stelling 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/2016 2016/2017
AdSBRM Avans Hogeschool 75 Tl 103 51 74 86 92
Ad SBRM Fontvs Hogescholen 0 51 53 76 62 48 69
Ad SBRM Saxion Hogeschool 58 78 81 101 17 4 6
Ad SBRM Stenden Hogeschool 151 155 147 145 122 112 101
Ad SBRM C hristelijke Hogeschool W indesheim 0 0 0 0 Q 11 58
Ad Ondernemen Hogeschool Rotterdam 0 59 U 8 192 .180 169 193
eerstejaars in stroom totaal 234 425 517 565 455 446 519
Aanvrager heeft een prognose gemaakt van de instroom op de locatie van de nevenvestiging op grond van de uitstroom van mbo-4 afgestudeerden in de regio Roosendaal bij haar samenwerkingspartners ROC West-Brabant, ROG Tilburg en Scalda. De potentiële instroom bedraagt 338 studenten perjaar. Aangezien er ook andere verwante Ad opleidingen zijn en de Ad nog relatief onbekend is verwacht aanvrager een feitelijke instroom van 40 studenten in 2018, oplopend tot 95 studenten in 2022. De commissie acht deze prognose realistisch, mede gelet op de instroom in bestaande verwante Ad’s.
Bij criterium a is geconstateerd dat aanvrager het bestaan van een arbeidsmarkt voor afgestudeerden van de Ad SBRM niet heeft aangetoond. Als de instroom in de bestaande opleidingen en de verwachte instroom in de voorgenomen Ad SBRM wordt afgezet tegen de arbeidsmarktbehoefte, blijkt dat er vanuit de landelijke arbeidsmarkt bezien geen ruimte is om deze opleiding binnen het bekostigde domein vorm te geven.
Aanvrager heeft een beschrijving geleverd van de inbedding van de Ad SBRM in de bestaande kennisinfrastructuur Avans beschikt over de vereiste ervaring in het economisch domein met de diverse bedrijfskundige opleidingen die zij verzorgt.
Avans en Hogeschool Zeeland hebben een samenwerkingsovereenkomst/
gemeenschappelijke regeling opgesteid ten behoeve van het verzorgen van onderwijs binnen een regionaal Ad-Coilege Zuidwest Nederland te Roosendaal.
Hiertoe is een Stichting Associate degrees Academie Avans - HZ opgericht. De hogescholen zijn samen met ROC Scaida en ROC West-Brabant initiatiefnemer van de regionale Ad Academie. De Ad Academie is opgenomen in de
uitvoeringsagenda van het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (rpA). In het rpA West-Brabant werken 19 gemeenten (18 West-Brabantse gemeenten en het Zeeuwse T’noien), onderwijs, bedrijfsleven, UWV, SBB, Werk en Vakmanschap, REWIN, werkgevers- en werknemersorganisaties samen aan het ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid. De aanbieders hebben gekozen voor een eigen gebouw, een eigen positionering en een breed aanbod van Ad opleidingen.
Vestiging van de opleiding in Roosendaal heeft geen negatief effect op de landelijke spreiding van het onderwijsaanbod.
De commissie concludeert, vanwege het feit dat de arbeidsmarktbehoefte niet is aangetoond, dat er geen ruimte in het landelijk aanbod bestaat om de opleiding tevens in Roosendaal te realiseren. De aanvraag voldoet niet aan criterium b in art.
15 van de Beleidsregel,
Parkstra a t 28 ■ 2514 IK Oen Haag Postbus 88498 ■ 2508 CD Oen Haag T +31(0)70 850 5300
info@cdho.nl ■ vvww.cdho.nl
pagina 5
■ > M O
...ssie Doelm atigheid H oger O nderw ijs
s Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs u om negatief te besluiten op 'net voorliggende verzoek.
De C o m fu ^ie Doelmatigheid Hoger Onderwijs
drs P.M.M Rullmann voorzitter
P a r k s t r a a t 28 ■2514 IK Oen H a a g Postbus 85498 ■ 2508 CD Dan Haag ï r-31(0)70 850 5300
: n f O'Slcci h o .n l vvv/w. c d h o . n I
w w '» n a tig h e id Hoger O nderw ijs
Bijlage: beoordelingskader macrodoelmatigheid nevenvestiging
De wettelijke grondslag voor dit advies is gelegen in artikel 7 17 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Aan de hand van de criteria genoemd in artikel 15 eerste lid in de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs van 3 juli 2014 worden voornemens tot het vestigen van (een deel vans een opleiding in een andere gemeente beoordeeld op doelmatigheid.
De nevenvestigingsplaats van een opleiding kan alleen doelmatig worden geacht indien het voornemen voldoet aan de criteria in art. 15 lid 1 sub a en art. 15 lid 1 sub b.
Volgens criterium a heeft het instellingsbestuur aangetoond dat er behoefte bestaat aan de nieuwe opleiding, zijnde overwegend een arbeidsmarktbehoefte.
dan wel een overwegend maatschappelijke behoefte in combinatie met een arbeidsmarktbehoefte, dan wel een overwegend wetenschappelijke behoefte in combinatie met .een arbeidsmarktbehoefte.
Volgens criterium b dient het instellingsbestuur aan te tonen dat er in het landelijk onderwijsaanbod ruimte is voor de opleiding Indien de voorgenomen opleiding aansluit op zwaartepunten die de instelling heeft vastgelegd in de
prestatieafspraken', wordt aangenomen dat is voldaan aan criterium c, tenzij naar het oordeel van de Minister reeds voldoende opleidingen in de behoefte kunnen voorzien.
' In de beschikkingen tot toekenning van de prestatiebekostiging heeft de Minister geen uitspraken gedaan over de doelmatigheid van eventueel in riet voorstel aangekondigde meuwe opleidingen of vestigingsplaatsen
Parkstraat 23 25 5 4 IK Don Haag Postbus 85493 2508 CD Oen Haag T f 8 5(0)70 850 5 300
inro'Dcdho.ni www.cdhu.ni
