• No results found

Kind en verdriet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kind en verdriet"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Kind en verdriet

Student : Kiki Kamp Studentnummer : 2036593 Klas : 4B

Docent : Martina Meul Vakgebied : Identiteit

Keuze : Godsdienst levensbeschouwing katholiek Datum : 12 mei 2014

(2)

2 Inhoudsopgave:

Voorwoord 3

Inleiding 4

Hoofdstuk 1: Professionele identiteit

Wie ben ik als leerkracht? 5

Waar sta ik op het gebied van levensbeschouwing? 5

Wat is de relatie tussen beide? 5

Welke vragen heb ik op het gebied van levensbeschouwing 5

Mijn ervaring 5

Thema’s 6

Relevant voor mezelf voor de kinderen en voor de school 6

Doelstelling 6

Hoofdstuk 2: Theoretisch onderzoek

Algemeen 7 Maatschappelijke invalshoek 7 Psychologische invalshoek 7 Didactische invalshoek 8 Ontwikkelingspsychologische invalshoek 8 Levensbeschouwelijke invalshoek 9

Hoofdstuk 3: Levensbeschouwelijk verhaal

Het verhaal: Genesis 37 Jozef verkocht en naar Egypte gebracht 10

Analyse van het verhaal 11

Hoofdstuk 4: Conclusie en inzicht

Conclusie 13 Inzicht 13 Doelstelling 13 Hoofdstuk 5: Praktijk Inleiding praktijk 14 Uitwerking activiteiten 14

Reflectie van de activiteiten 15

Hoofdstuk 6: Conclusie en reflectie op de ontwikkeling van je professionele identiteit 17

(3)

3 Voorwoord

Deze opdracht is geschreven voor het afronden van de Pabo. Ik heb in het derde jaar een keuze gemaakt om de richting katholieke levensbeschouwing te volgen. Hier heb ik voor gekozen omdat ik gedoopt ben, mijn communie en mijn vormsel gedaan heb. Ook wilde ik me meer verdiepen in mijn eigen geloof. Thuis ben ik ook katholiek op gevoed door mijn ouders. Wel hebben mijn ouders mij vrijgelaten om daarin mijn eigen keuzes te maken en het geloof op mijn manier in te vullen. Ook heb ik op een katholieke basisschool gezeten. Hier werd elke dag een beetje tijd besteed aan

godsdienstlessen.

In dit onderzoek ga ik kijken naar het thema verdriet. Wat is verdriet eigenlijk en hoe gaan mensen daarmee om? Dit thema ga ik vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Daarnaast ga ik ook in gesprek met een verhaal en ga ik met de kinderen uit mijn klas lessen volgen met als thema: verdriet. Om dit onderzoek mogelijk te kunnen maken, wil ik graag mijn begeleidster Martina Meul bedanken voor de duidelijke lessen en de feedback. Daarnaast wil ik ook mijn medestudenten bedanken voor hun hulp en kritische kijk op mijn verslag.

(4)

4 Inleiding

In deze afstudeeropdracht staat het thema verdriet centraal. Dit thema zal in de volgende hoofdstukken aan bod komen.

In hoofdstuk 1 beschrijf ik mijn professionele identiteit en waar ik sta op het gebied van

godsdienstige levensbeschouwing. Vervolgens heb ik in dit hoofdstuk gekozen voor een thema en beschrijf ik mijn ervaring daarbij.

In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch onderzoek vanuit verschillende invalshoeken beschreven. In hoofdstuk 3 is een levensbeschouwelijk verhaal gekozen die aansluit bij het thema.

In hoofdstuk 4 staat de conclusie. Ook worden hier nieuwe inzichten en een doelstelling geformuleerd.

In hoofdstuk 5 wordt aan de hand van een inleiding, de uitwerking van de activiteiten en de reflectie van de activiteiten het praktijkdeel uitgebreid beschreven.

Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de conclusie en de reflectie op de ontwikkeling van mijn professionele identiteit gegeven.

(5)

5 Hoofdstuk 1: Mijn professionele identiteit

Wie ben ik als leraar?

Een professional die kinderen in hun ontwikkeling uitdaagt en begeleid. Zowel in zakelijke vakken als: rekenen, taal en wereldoriëntatie, maar ook in hun persoonlijke ontwikkeling. Dit wil ik bereiken door kinderen op hun niveau en op het niveau van hun naaste ontwikkeling leerstof aan te bieden en met de leerlingen in gesprek te gaan. Daarbij wil ik rekening houden met de verschillen tussen kinderen, maar wil ik ook de dingen doen die in de ogen van het kind goed zijn. Zo hoop ik de

intrinsieke motivatie van het kind te stimuleren. Ik ben een leraar die uitgaat van het positieve en dit ook zo veel mogelijk probeert te benadrukken bij kinderen.

Waar sta ik op het gebied van levensbeschouwing?

Met levensbeschouwing hebben we het over het geheel van opvattingen dat je hebt over het leven en over de manier waarop je het beste kunt leven. Mensen kunnen een eigen levensbeschouwing hebben, maar in de meeste gevallen hebben mensen een bepaalde levensbeschouwing omdat ze een religie aanhangen. Ik zelf ben christelijk opgevoed door mijn ouders. Vanuit thuis heb ik christelijke waarden en normen meegekregen die ik in mijn dagelijks leven probeer vorm te geven. Het geeft me een gevoel dat het me als mens een stuk completer maakt. Mijn ouders hebben me verder wel vrij gelaten in de manier waarop ik dit geloof wil vormgeven. Dus daarom vind ik het belangrijk dat iedereen dit meekrijgt.

Wat is de relatie tussen beide?

Als leraar probeer ik ook deze waarden en normen over te brengen op de leerlingen. Ik wil ze meegeven hoe je deze waarden en normen vorm kan geven in de praktijk. Voor kinderen is het belangrijk dat ze leren hoe je met elkaar om moet gaan. Ik vind het daarbij ook belangrijk dat kinderen weten dat er meerdere geloven zijn, dat er mensen zijn die er andere gewoontes op na houden en dat kinderen begrijpen waarom dat zo is en dat ze dat respecteren. Dit zal ook het groepsgevoel bevorderen.

Welke leervragen heb ik op het gebied van levensbeschouwing?

- begeleidt kinderen bij het aandacht besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen, met gevoel, verstand en verbeelding.

-kan ervaringen van kinderen en van mezelf verbinden met ervaringen en opvattingen, verhalen en beelden, rituelen en symbolen, feesten en sociale verbanden, en de moraal van mensen uit

christelijke en andere levensvisies.

- reflecteer en communiceer over mijn overtuiging, identiteit, zingeving en waarden. Deze kan ik verbinden met mij als persoon, als leerkracht en als wereldburger.

-creëer een rijke leeromgeving waarin kinderen vaardigheden verwerven om aandacht te besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen (met gevoel, verstand en verbeelding): verwonderen, vertrouwen, communiceren, hopen, geloven en liefhebben, verbondenheid ervaren, gevoelig worden voor goed en kwaad, leren omgaan met grenzen, aandacht voor het transcendente.

(6)

6

Ervaring:

Ik ben twee jaar geleden mijn opa verloren. Hij is in korte tijd heel erg ziek geworden en heeft heel kort in een hospice gelegen. Ik vond het heel moeilijk om afscheid te nemen en ben toen bijna elke dag naar hem toegegaan. In die zelfde week dat mijn opa is overleden heeft mijn nicht een kindje gekregen. Na de zwangerschap heeft ze lang op bed gelegen omdat ze niet aansterkte. Drie maanden naar haar zwangerschap ging ze voor het eerst weer met haar vriendinnen op stap. Die avond is ze in de toiletten neergevallen en is ze twee dagen later overleden. Ik ben in een halfjaar tijd mijn opa en mijn nicht verloren. Dit was voor mij een heel moeilijke periode

Thema’s

Dit zijn enkele thema’s die ik uit mijn ervaring zou kunnen behandelen.  Verlies

 Rauw  Verdriet  Ziek  Dood

Het thema: verdriet, dat ik gekozen heb vind ik zelf een thema waar ik veel over nadenk en wat ik ook interessant vind om te onderzoeken. Ook is dit thema goed van toepassing op mijn stageklas, omdat emoties een belangrijk onderdeel is van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Relevant voor mezelf, voor de kinderen en voor de school:

Ik heb zelf ervaren dat het heel fijn is als je met iemand kan praten over iets wat je erg aangrijpt. Dat mijn opa en mijn nicht in korte tijd zijn overleden, heeft mij heel erg geraakt. Ik vond het daarom ook heel fijn dat er mensen waren waar ik mijn verhaal aan kwijt kon.

De kinderen in mijn stageklas hebben voor het vak filosofie een brief mogen schrijven, over iets waar ze heel blij van worden en/of heel verdrietig van worden. Het viel me op dat er in veel brieven iets werd geschreven over mensen die ze verloren hadden, over ouders die gescheiden waren of over het verdriet dat ze hebben van hun ziekte. Daarom lijkt het me belangrijk dat kinderen daar over kunnen praten. Op deze school zitten veel kinderen die het lastig vinden om hun emoties te uiten en het lastig vinden om ook daarover te praten. Daarom lijkt me dit ook een goed onderwerp voor heel de school.

Vragen:

- Hoe gaan kinderen om met verdriet?

- Hoe kinderen te helpen in hun verdriet en welke rol kan levensbeschouwing daarbij spelen? Doelstelling

Met de activiteiten die ik gepland heb wil ik bereiken dat leerlingen goed naar elkaar leren luisteren en respect hebben voor elkaars verhaal. Sommige emoties kunnen in deze klas soms verkeerd opgevat worden. Daarom is het belangrijk dat deze kinderen over hun eigen emoties kunnen vertellen en andere leerlingen begrijpen waarom iemand soms verdrietig kan zijn.

(7)

7 Hoofdstuk 2: Theoretisch onderzoek

Algemeen Wat is verdriet?:

- Geestelijke pijn; leed (van Dale)

- Verdriet is het volledig en zonder voorbehoud accepteren van iets vervelends of pijnlijks wat je bemerkt of ervaren hebt, zoals een afwijzing, een verlies, ruzie, een gemiste kans, de dood, armoede, oorlog, hoe mensen met elkaar omgaan. Je accepteert verdriet omdat je weet dat je niets aan dat vervelende of pijnlijke kunt veranderen (encyclo).

Maatschappelijke invalshoek

Natuurlijk zijn kinderen verdrietig als iemand is overleden of er als er iets vervelends is gebeurd, maar dat laten ze vaak niet zien. Verdriet zit vaak verstopt achter eenzaamheid en boosheid. Kinderen herkennen hun verdriet vaak niet en de omgeving herkent het dan al helemaal niet. (van der Maarel, 2013) Echtscheiding, scheiding door dood, ziekte ernstig of langdurig, verhuizing of een flinke ruzie zijn situaties uit de privé-sfeer die zonder twijfel gevolgen hebben voor het (school)leven van een kind.

Deze gebeurtenissen zetten alle zekerheden die kinderen hebben onder druk. Als er in de naaste omgeving een van deze gevallen voor komt kan dat een diepe indruk op het kind hebben (slo, 2013). De manier waarop kinderen hun verdriet verwerken, is individueel verschillend. Vaak vinden zij andere dingen belangrijk en leggen ze andere accenten dan volwassenen (Bijbel in 1000 seconden). Veel mensen hebben een andere mening over hoe de maatschappij omgaat met verdriet uiten, delen of het meeleven ervan. Volgens Keirse wordt er weinig ruimte gezien voor verdriet in onze

maatschappij. Hij noemt praten over verdriet een taboe in onze maatschappij. Volgens hem zien veel mensen verdriet als iets waar ze niet over willen praten en ook niet mee geconfronteerd willen worden omdat verdriet vaak als zwakte wordt gezien.

psychologische invalshoek

Kinderen leren zich aan verschillende veranderingen aan te passen, zoals het verliezen van hun favoriete speelgoed, naar school gaan, verhuizen, verlaten van vrienden en het mogelijk omgaan met de dood van een huisdier. Door deze ervaringen hebben de kinderen verschillende gevoelens

ervaren, inclusief boosheid, schuld, verwarring, droefheid en depressie. Verlies is dus niet onbekend voor kinderen, hoewel ze maar een beetje begrip hebben van hun reacties of de uiting van hoe ze zich voelen.

Het is bij elk kind verschillend hoe ze dus omgaan met verdriet. Je kunt dit ook niet terug vinden in de wetenschappelijke literatuur. Wel kunnen er bij leeftijdsgroepen reacties zichtbaar worden wanneer er verdriet aan de orde is.

Een aantal mogelijke reacties die te zien kunnen zijn bij kinderen: Naast geestelijke klachten als angstig zijn of agressief worden, kunnen er ook lichamelijke klachten optreden bij kinderen zoals hoofdpijn en stemverandering en slaaptekort (slo, 2013).Er zijn ook kinderen die een stap terug doen in hun ontwikkeling. Ze verliezen daarbij de controle over bepaalde functies van hun lichaam:

Bedplassen – terwijl ze al zindelijk zijn, babytaal spreken – terwijl hun taalontwikkeling al verder gevorderd is en duimzuigen (bijbel in 1000 seconden, 2013). Ook kan de schoolprestatie van het kind aanzienlijk verslechteren. Ze kunnen zich dan moeilijk concentreren en behalen mede daardoor slechte resultaten. Kinderen kunnen agressief- en gevoelloos gedrag vertonen. Ze willen het liefst in

(8)

8

een hoekje kruipen of tonen een grotere afhankelijkheid(huilen, onzekerheid en klamgedrag). Andere kinderen proberen het verdriet juist een poosje van zich af te houden. Dit doen ze dan door overdreven luidruchtig of vrolijk te zijn. Vaak zijn deze uitingen van kinderen een reactie op het onvermogen om over de dood, verhuizing of scheiding te praten of hun gevoelens daarover te uiten. Om deze redenen kunnen ze hun verlies niet goed verwerken (bijbel in 1000 seconden, 2013). Belangrijk is om kinderen te begeleiden in het omgaan met gevoelens en emoties. Leerkrachten, ouders en opvoeders moeten alert zijn op emotionele signalen van kinderen. Vervolgens is het van belang om de gedachten en gevoelens van kinderen serieus te nemen en er met het kind zelf aan te werken (SLO, 2011).

Didactische invalshoek

Een kunstmatige introductie, bijvoorbeeld aan de hand van een verhaaltje, past niet zo bij dit onderwerp. Ook heeft het geen zin dit onderwerp een tijdlang centraal te stellen.

Het is beter in te schieten op momenten die zich voordoen. Verhalen en vragen van kinderen over een scheiding, de dood van een huisdier of van een familielid. Het gaat eigenlijk niet om het onderwerp op zich, maar om het ruimte geven aan gevoelens en vragen, het samen delen van gevoelens en manieren vinden om op verdriet te reageren. (slo, 2013)

Ontwikkelingspsychologische invalshoek

Volgens het centrum voor jeugd en gezin reageren kinderen en jongeren verschillend op verlies afhankelijk van hun leeftijd en ontwikkelingsfase. Om een indruk te geven van het besef, gebruiken zij een indeling naar leeftijd.

Kinderen tot drie jaar

Zij hebben meestal nog geen besef van de dood en maken nog geen onderscheid tussen leven en levenloos. Wel zijn ze bang gescheiden te worden van papa of mama, ze voelen wat verlies en verdriet is. Ze reageren vanuit hun behoefte en vertonen meestal geen angst voor de dode. Kinderen van drie tot zes jaar

Zij kennen het verschil tussen leven, dood en verlies en laten dit ook terug komen in fantasiespel. Ze weten nog niet precies wat dood of verlies inhoudt. Ze geven doden vaak eigenschappen van levende personen. Het definitieve karakter van de dood of verlies kennen zij nog niet. Besef komt dat dood en verdriet met elkaar te maken hebben.

Kinderen van zes tot negen jaar

Het besef komt dat de dood onomkeerbaar is. Dat iedereen dit overkomt begrijpen ze nog niet en ook wat het werkelijk inhoudt. Het is erg verwarrend voor de meeste kinderen, het kan ze angstig maken.

Kinderen van negen tot twaalf jaar

Zij weten dat al wat leeft ook doodgaat en noemen vooral lichamelijke oorzaken. Kinderen van deze leeftijd zijn minder afhankelijk van volwassenen. Ze vragen niet altijd de aandacht en uitleg, maar proberen er zelf mee rond te komen. Ze willen niet kinderachtig lijken. Soms zijn ze opstandig en lastig wanneer ze worstelen met hun gevoelens. Al laten ze het niet zo merken, zij hebben ook aandacht en troost nodig.

(9)

9 Kinderen van twaalf jaar en ouder

Hebben het besef dat op enig moment iedereen zal sterven, zij zien het als onvermijdelijk einde van het leven. Meestal kan het iedereen overkomen, behalve mensen in hun eigen omgeving. Zeer ingrijpend kan het dan ervaren worden wanneer het henzelf treft en kunnen zij diep geraakt worden. Zij zijn in de periode dat zij vraagtekens gaan zetten bij het leven en zingeving.

Levensbeschouwelijke invalshoek

In het zoeken naar zingeving kan het geloof of de levensbeschouwing een rol spelen. Hiermee wordt niet bedoeld dat het geloof direct antwoord geeft op vragen van mensen met verdriet. Verdriet- of rouwverwerking wordt niet gemakkelijker door het geven van pasklare antwoorden of het aandragen van God. Het is ook niet zo dat gelovige mensen gemakkelijker toe komen het verlies van een

dierbare te verwerken dan ongelovige. Vanuit een gelovige levensbeschouwing wordt men

uitgenodigd dood en lijden in een breder perspectief te plaatsen. Er is niet alleen verlies, maar ook hoop en verwachting (Keirse, 2010). Volgens Berg (2006) kan het geloof helpen bij het verwerken van verdriet. Al is dit nooit bewezen. Geloof heeft een bindende werking en kan mensen hulp bieden. Zij hebben dan het geloof, dat men er niet alleen voor staat. Zo heb je ook rituelen. Rituelen helpen ons op vele manieren. Ze geven ons een voorbeeld van hoe je met je verdriet om zou kunnen gaan. Zulke rituelen zijn fijn en rustgevend. Behalve rituelen zijn er liederen en verhalen die kunnen helpen. Ook bidden kan helpen om je verdriet te delen.

Keirse geeft wel aan dat geloof mensen verenigt in een geloofsgemeenschap waarin zorg en steun worden ervaren. Er kan worden opgeroepen tot steun en verbondenheid in het verdriet. Men kan mensen zowel inzicht als steun aanreiken om te komen tot een gezonde uiting van verdriet.

(10)

10 Hoofdstuk 3: In gesprek met een verhaal

Genesis 37

Jozef verkocht en naar Egypte gebracht.

Jakob vestigde zich in Kanaän, het land waar ook zijn vader gewoond had. 2 Dit is de geschiedenis van Jakob en zijn nakomelingen.

Jozef, die inmiddels zeventien jaar was, weidde gewoonlijk samen met zijn broers de schapen en geiten; hij hielp de zonen van zijn vaders vrouwen Bilha en Zilpa, en alle praatjes die over zijn broers de ronde deden vertelde hij aan hun vader door. 3 Omdat Israël al oud was toen Jozef werd geboren, hield hij meer van Jozef dan van zijn andere zonen, en hij had een prachtig bovenkleed voor hem laten maken in allerlei kleuren. 4 De broers zagen wel dat hun vader het meest van Jozef hield. Daarom konden ze Jozef niet uitstaan en kon er geen vriendelijk woord voor hem af.

5 Op een keer had Jozef een droom. Toen hij die aan zijn broers vertelde, kregen ze een nog grotere hekel aan hem. 6 ‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’ zei hij. 7 ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen kwam mijn schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om die van mij heen staan en bogen daarvoor.’ 8 Zijn broers zeiden: ‘Dacht je soms koning over ons te worden? Wil je over ons heersen?’ Vanwege dat gepraat over zijn dromen gingen ze hem hoe langer hoe meer haten. 9 Opnieuw kreeg hij een droom die hij aan zijn broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’ zei hij. ‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij neer.’ 10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is dat voor een droom! Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou komen neerbuigen?’ 11 De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader bleef nadenken over wat er gebeurd was.

12 Toen Jozefs broers er eens op uit getrokken waren om de kudden van hun vader bij Sichem te laten grazen, 13 zei Israël tegen Jozef: ‘Zoals je weet zijn je broers het vee aan het weiden bij Sichem. Ga jij eens naar hen toe.’ ‘Goed,’ zei Jozef, 14 en Jakob vervolgde: ‘Ga kijken hoe je broers het maken en hoe het met het vee staat, en breng mij dan verslag uit.’ Zo stuurde Jakob hem vanuit de

Hebronvallei naar Sichem. 15 Toen Jozef daar in het veld ronddwaalde, kwam hij iemand tegen die hem vroeg wie hij zocht. 16 ‘Ik ben op zoek naar mijn broers,’ antwoordde hij. ‘Kunt u me zeggen waar zij het vee aan het weiden zijn?’ 17 ‘Ze zijn hier niet meer,’ zei de ander, ‘ik hoorde hen zeggen dat ze naar Dotan wilden.’ Jozef ging zijn broers achterna en trof hen in Dotan aan.

18 Zijn broers zagen hem al van ver, en nog voordat hij hen had bereikt, hadden ze een plan beraamd om hem te doden. 19 ‘Kijk daar eens,’ zeiden ze tegen elkaar, ‘daar komt die

meesterdromer aan. 20 Dit is onze kans! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien. We zeggen gewoon dat hij door een roofdier is verslonden. Dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen uitkomt.’ 21 Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te redden. ‘Nee, laten we hem niet om het leven brengen,’ zei hij. 22 ‘Er mag geen bloed vloeien! Gooi hem in die put hier, in deze verlaten streek, maar breng hem niet om.’ Zo wilde hij Jozef uit hun handen redden en hem ongedeerd naar zijn vader terug laten gaan. 23 Zodra Jozef bij zijn broers was gekomen, trokken ze hem zijn bovenkleed uit, dat mooie veelkleurige gewaad, 24 en gooiden hem in de put; de put was leeg, er stond geen water in. 25 Daarna gingen ze zitten eten.

Opeens zagen ze een karavaan naderen. Het waren Ismaëlieten die uit de richting van Gilead kwamen en op weg waren naar Egypte. De kamelen waren beladen met gom, balsem en cistushars. 26 Toen zei Juda tegen zijn broers: ‘Wat hebben we eraan om onze broer te vermoorden? Dan moeten we ook de sporen weer zien uit te wissen. 27 Laten we hem aan die Ismaëlieten verkopen in

(11)

11

plaats van hem om te brengen; hij is tenslotte onze broer, ons eigen vlees en bloed.’ De anderen stemden hiermee in. 28 Toen er Midjanitische kooplieden uit de karavaan voorbijkwamen, trokken de broers Jozef uit de put en verkochten hem voor twintig sjekel, en die Ismaëlieten namen Jozef mee naar Egypte.

29 Toen Ruben weer bij de put kwam en ontdekte dat Jozef er niet meer in zat, scheurde hij zijn kleren. 30 Hij ging naar zijn broers terug. ‘De jongen is weg!’ riep hij. ‘Wat nu, wat moet ik nu!’ 31 Toen slachtten ze een bokje, pakten Jozefs veelkleurige gewaad en dompelden dat in het bloed. 32 Daarna lieten ze het naar hun vader brengen met de boodschap: ‘Dit hebben we gevonden. Kijk eens goed, is dit niet het kleed van uw zoon?’ 33 Jakob herkende het en riep uit: ‘Het kleed van mijn zoon! Hij moet verslonden zijn door een roofdier! Hij is verscheurd, Jozef is verscheurd!’ 34 Jakob scheurde zijn kleren, deed een rouwkleed om en rouwde over zijn zoon, dagenlang. 35 Al zijn zonen en dochters deden hun best om hem te troosten, maar hij wilde niet getroost worden en zei: ‘Ik zal rouw dragen totdat ik naar mijn zoon in het dodenrijk afdaal.’ Zo treurde Jakob om zijn zoon. 36 De Midjanieten brachten Jozef naar Egypte en verkochten hem aan Potifar, een hoveling van de farao en commandant van zijn lijfwacht.

Analyse van het verhaal Wat weet ik al?

Zelf kende ik het verhaal nog helemaal niet. Mijn vader wees me op dit verhaal. Hij kon me vertellen dat dit verhaal over een vader ging die veel verdriet heeft om zijn verloren zoon.

Wat lees ik?

Het verhaal gaat over een vader en zijn zonen. Jozef was de lievelingszoon van Jakob. De andere zonen waren heel erg jaloers op hem en bedachten iets om van het af te komen. Ze wilde hem niet vermoorden dus hadden ze Jozef verkocht aan Ismaëlieten die op weg waren naar Egypte. De zonen vertellen tegen hun vader dat ze een gewaad met bloed gevonden hadden. Jakob herkende het en werd heel verdrietig om het verlies van zijn zoon. Het verhaal in de bijbel gaat verder.

Jozef wordt heel machtig in Egypte omdat hij de droom van de Farao kon voorspellen. De Farao gaf Jozef het hele bestuur van Egypte. Overal in de wereld komt er hongersnood. Alleen in Egypte is er voedsel. Van over de hele wereld komen de mensen naar Jozef. Hij deelt het koren uit. Op deze manier werden mensen gered van de honger. Ook de broers van Jozef komen naar Egypte om eten te halen. Jozef vergeeft het zijn broers dat hij vroeger zo slecht behandeld is door hun. Hij stuurt ze terug om ook zijn jongste broertje en zijn vader te halen. Jakob wil eerst niet geloven dat Jozef nog leeft. Toen de zonen hun vader alles vertelde over wat Jozef had gezegd en Jakob zag wat Jozef had meegegeven om hem te vervoeren, geloofde hij het. Jakob wilde heel graag naar hem toe om het nog te zien voordat hij zou sterven. ’s Nachts richtte God zich in een visioen tot Israël. ‘Jakob! Jakob!’

riep hij, en Jakob antwoordde: ‘Ik luister.’ God zei: ‘Ik ben God, de God van je vader. Wees niet bang om verder te reizen naar Egypte, want ik zal daar een groot volk uit je doen voortkomen. Ikzelf zal met je meereizen naar Egypte, en ik zal je daar ook weer vandaan brengen. En niemand anders dan Jozef zal jou de ogen sluiten.’

(12)

12 Wat doe ik met wat ik gelezen heb?

Het verhaal laat zien dat mensen heel veel verdriet kunnen hebben als ze iets verliezen. In dit verhaal gaat het om een verlies van een zoon. Maar het zou ook het verlies kunnen zijn in een scheiding of het verlies van een ander familielid. De vader in het verhaal heeft heel veel verdriet omdat hij denkt dat zijn zoon is overleden. Het verdriet is zo erg dat hij altijd verdrietig zou blijven, tot hij zijn zoon weer tegen zou komen in het dodenrijk. Dit laat zien hoeveel impact het op iemand kan hebben. Toch wil ik de kinderen duidelijk maken, dat je niet zo lang in dat verdriet hoeft te blijven hangen. Je zal er altijd wel aan blijven denken, maar je moet je er wel bewust van zijn dat het leven gewoon door gaat.

(13)

13 Hoofdstuk 4: Conclusie en inzicht.

Tijdens dit verslag heb ik naar de kinderen in mijn klas en de kinderen in mijn omgeving (oppaskindje, neefjes en nichtjes) gekeken. Maar ook naar mezelf. Vanuit het literatuuronderzoek ben ik op zoek gegaan naar de vormen van verdriet en hoe daar mee om te gaan. Ik heb daarbij gekeken vanuit de maatschappelijke, psychologische, didactische, ontwikkelingspsychologisch maar ook

levensbeschouwelijke invalshoek. Conclusie

Verdriet is een belangrijke emotie, waar kinderen allemaal anders mee omgaan. Het is voor iedereen verschillend wanneer deze emotie naar boven komt. Daarom verwerkt iedereen deze emotie ook op zijn eigen manier. Er is daarom ook niet één oplossing te bedenken om kinderen hier in te helpen. Het ene kind heeft rust nodig, terwijl het andere kind juist veel afleiding nodig heeft. Maar het is altijd goed om dit onderwerp bespreekbaar te maken. Zoals Keirse zegt kunnen mensen zowel inzicht als steun aanreiken om te komen tot een gezonde uiting van verdriet.

Inzicht

Ik ben open gaan staan voor het verdriet van andere mensen. Je bent je zelf soms ook niet helemaal bewust van je eigen verdriet. Het is voor jezelf soms ook lastig om dit verwerken. Dit heb ik wel gemerkt in mijn eigen ervaringen. Het kan daarom dus soms ook moeilijk zijn om andere mensen hierin te helpen, zeker omdat ze zelf soms ook niet eens weten hoe ze geholpen willen worden. En misschien gaat het ook niet alleen om het onderwerp verdriet op zich, maar om het ruimte geven aan gevoelens en vragen. En het samen delen van gevoelens en manieren om het verdriet te verwerken (Berg, Steenis & Valk, 2009)

Doelstelling

Mijn doelstelling is om de leerlingen in te laten zien dat er verschillende soorten van verdriet zijn en dat iedereen om iets anders verdrietig kan zijn en dit ook op een andere manier verwerken. Op deze manier hoop ik dan ook, dat ze meer begrip voor elkaar hebben als ze verdrietig zijn.

(14)

14 Hoofdstuk 5: Praktijk

Inleiding praktijk

Tijdens de activiteiten wil ik dat de leerlingen stilstaan bij het thema verdriet. Met de geplande activiteiten gaan we kijken wat verdriet betekend en wanneer je verdrietig kan zijn. Deze lessen worden gegeven in mijn stageklas, groep 7/8. De groep bestaat uit 13 leerlingen met verschillende stoornissen zoals: autisme, epilepsie en kinderen die door hun ziekte niet naar school konden en daarom een achterstand hebben opgelopen. Voor deze leerlingen is verdriet een lastig thema om uit te leggen. Daarom wil ik juist met deze kinderen hier over praten.

Uitwerking activiteiten Activiteit 1

Tijdsduur: 20 minuten Materialen:

 Verhaal: Genesis 37, Jozef verkocht en naar Egypte gebracht Doel: het thema verdriet wordt geïntroduceerd bij de leerlingen.

In de eerste les start ik met het voorlezen van het verhaal Genesis 37 : Jozef verkocht en naar Egypte

gebracht. De leerlingen moeten goed naar het verhaal luisteren. Na de les laat ik de kinderen samen

met elkaar over de tekst praten. Wat voor verdriet herkennen ze in dit verhaal? Activiteit 2

Tijdsduur: 30 minuten Materialen:

 Digibord

Doel: Leerlingen gaan in gesprek met elkaar, en leren dat het niet alleen met de dood te maken heeft, maar dat er ook ander verdriet bestaat.

In de tweede les ga ik samen met de leerlingen het verhaal nabespreken. Welk verdriet hebben zij gevonden in de tekst? Vervolgens ga ik met de leerlingen in gesprek. Wanneer ben je verdrietig? Kan iedereen om hetzelfde verdrietig zijn? Ben je zelf wel eens verdrietig geweest. Samen met de klas gaan we een woordweb maken rondom het thema verdriet. De kinderen zullen waarschijnlijk in deze les geneigd zijn ook hun eigen ervaringen te vertellen, maar hier gaan we in les 3 verder op in. Activiteit 3 Tijdsduur: 30 minuten Materialen:  A-4 vellen  Stiften  Potloden  Stickers

(15)

15

Doel: De leerlingen leggen hun eigen verdriet vast op papier. Ze schrijven of tekenen iets waar ze verdrietig over zijn of waar ze verdrietig van worden.

De derde les start met een herhaling van activiteit twee. We kijken even terug wanneer kinderen verdrietig kunnen zijn. Vervolgens krijgen de leerlingen allemaal een blad. Op dat blad mogen de kinderen een verhaal schrijven of een tekening maken over een situatie waarin ze verdrietig waren of waar ze verdrietig over kunnen zijn. Ze mogen hierbij dus zelf een invulling gegeven bij het thema verdriet. In deze les wil ik kinderen de ruimte geven om over hun eigen ervaringen na te denken. Activiteit 4

Tijdsduur: 45 minuten Materialen:

 Pittenzakje

Doel: De leerlingen leren naar elkaars ervaringen over verdriet luisteren.

Tijdens de vierde les gaan we met heel de klas in een kring zitten. Alle leerlingen pakken hun brieven of tekeningen erbij. De kinderen die willen, mogen hun verhaal/tekening delen met de rest van de klas. Op deze manier wil ik reacties opwekken bij de leerlingen en laten zien waar hun klasgenoten verdrietig over kunnen zijn. De leerling die aan het vertellen is krijgt het praatpittenzakje. Dat wil zeggen dat deze leerling aan het woord is. De andere leerlingen mogen vragen stellen. Tijdens deze les wil ik kinderen tijd en ruimte geven om hun gevoelens uit te spreken.

Activiteit 5:

Tijdsduur: 30 minuten Materialen:

 Praatpittenzakje  Foto’s

Doel: De leerlingen reflecteren op de lessen die ze gehad hebben.

In de laatste les ronden we het thema af. De leerlingen vertellen wat ze van de lessen vonden. Om de les helemaal af te sluiten heb ik in het midden van de kring allemaal foto’s weggelegd. Alle leerlingen mogen een foto kiezen waar ze vrolijk van worden. Zo sluiten we de lessen op een fijne manier af door met elkaar te bespreken waar je aan kan denken als je verdrietig bent.

Reflectie van de activiteiten Activiteit 1:

De leerlingen vonden het lastig om het verhaal in een keer te begrijpen, maar gedurende het verhaal begonnen ze het wel steeds beter te snappen. De leerlingen hadden veel vragen. Ze zijn toen samen met andere klasgenoten in gesprek gegaan. Het was interessant om te zien hoe kinderen gelijk verder gingen op het thema verdriet.

(16)

16 Activiteit 2:

De vragen die de leerlingen hadden in de eerste les mochten ze nu ook aan mij stellen. Daardoor kwamen er mooie discussie naar boven. Ze vonden het vooral heel erg dat de broers van Jozef hem zomaar verkochten hadden aan de kooplieden. Daarbij gingen de kinderen snel denken aan hun eigen broertjes en zusjes. Ze konden zich wel inleven in het verdriet van de vader. Vervolgens zijn we de vragen gaan bespreken: wanneer ben je verdrietig? Kan iedereen om hetzelfde verdrietig zijn? Ik wilde met deze vragen bereiken dat ze er achter kwamen dat je niet alleen verdriet hebt als er iemand dood gaat, maar dat er ook veel andere dingen kunnen zijn waar, kinderen verdrietig van kunnen worden. Als snel volgde er enkele leerlingen moet goede voorbeelden. Van al die

voorbeelden hebben we een mooi woordweb kunnen maken. Activiteit 3:

Tijdens het schrijven van de brief of het maken van de tekening, vonden sommige leerlingen het toch wel moeilijk om hun verdriet op papier te krijgen. Ze wisten niet zo goed wat ze op moesten

schrijven. Daarom ben ik met deze leerlingen individueel in gesprek gegaan, om er achter te komen, waar ze verdrietig van kunnen worden. Vervolgens moesten ze uit dat gesprek iets kiezen wat ze op papier wilden zetten. Het maakt niet uit of het een verhaal/brief was of dat ze het aan de hand van een tekening deden. Kinderen gingen heel ijverig aan de slag.

Activiteit 4:

De leerlingen vonden het spannend om hun verhaal te vertellen voor de klas. Daarom ben ik zelf begonnen met een verhaaltje over een vriendin die is verhuisd naar een andere stad. Daardoor zag ik haar niet veel meer, wat mij echt verdrietig maakte. Na mijn verhaal, kwamen de kinderen ook wat losser. De kinderen luisterde erg goed naar elkaar. Sommige verhalen waren erg emotioneel. De kinderen reageerde daar erg goed op.

Activiteit 5:

De laatste les hebben we het verhaal, het woordweb en de gesprekken in de klas nabesproken. De leerlingen konden vertellen wat ze er van vonden. We hebben samengevat wat we geleerd hebben. De kinderen zijn er achter gekomen dat iedereen ergens anders verdrietig over kan zijn en dat iedereen dat ook op een andere manier uit. Ik vond het mooi om te zien dat de leerlingen daar achter zijn gekomen. Hopelijk is dit ook een manier geweest waarop de leerlingen elkaar beter hebben leren kennen ook meer begrip hebben voor elkaar als ze een keer verdrietig zijn.

(17)

17

Hoofdstuk 6: Conclusie en reflectie op de ontwikkeling van je professionele identiteit

Het doel wat ik met dit onderzoek wilde bereiken was, dat de kinderen meer begrip kregen in het verdriet van andere klasgenootjes. De leerlingen in deze klas kunnen niet altijd op een juiste manier hun emoties uiten. Daarom is het belangrijk voor ze dat ze elkaar daar in leren kennen. Het was daarom ook mooi om te zien hoe goed de kinderen naar elkaar luisterden en dat ze echt oprecht in elkaar geïnteresseerd waren. Na de activiteiten die ik gegeven kan ik echt zeggen dat de groep meer rekening met elkaar houd.

Hoewel de theorie zegt dat een kunstmatige introductie door bijvoorbeeld een verhaal, niet past bij dit onderwerp. Heeft dit verhaal toch veel kinderen aan het denken gezet en kwamen hun eigen ervaringen met verdriet naar boven. Bovendien is het ook niet helemaal kunstmatig. Dit thema heb ik meerdere keren voorbij horen komen in de klas, en ik merkte dat toch veel kinderen hier vragen over hadden. Door toch te beginnen met een verhaal, heb ik kinderen verder de ruimte gegeven om gevoelens en ervaringen samen te delen.

Ik vond het toch wel spannend om dit onderwerp te behandelen in de klas, omdat ik van te voren niet kon inschatten hoe de leerlingen hier op konden reageren. Door verschillende werkvormen te gebruiken in de lessen, heb ik geleerd om het vak levensbeschouwing op een andere manier aan te bieden in de klas. Het verhaal en de activiteiten vormde een mooie combinatie om deze lessen te geven.

Aan het begin van dit onderzoek heb ik enkele leervragen geformuleerd:

- Begeleidt kinderen bij het aandacht besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen, met gevoel, verstand en verbeelding.

Door het verhaal uit de bijbel aan de leerlingen voor te lezen en te bespreken, heb ik aandacht besteed aan de gevoelens die bij dit verhaal naar boven kwamen bij de leerlingen. Met dit thema kun je alle kanten op en is het mooi om verschillende gebeurtenissen, die kinderen hebben ervaren te delen met elkaar en te kijken naar de gevoelens die er achter zitten. Door dit op papier te zetten werd het voor sommige leerlingen nog duidelijker.

-Kan ervaringen van kinderen en van mezelf verbinden met ervaringen en opvattingen, verhalen en beelden, rituelen en symbolen, feesten en sociale verbanden, en de moraal van mensen uit

christelijke en andere levensvisies.

Tijdens het kringgesprek leerde kinderen goed naar elkaar luisteren. Daardoor kwamen er heel mooie verhalen naar boven. We hebben deze verhalen en ervaringen goed kunnen verbinden aan verschillende levensvisie. Daarbij kwam dat er twee kinderen in de klas het moslim geloof

aanhangen. Het was heel mooi om de verschillende ervaringen over verdriet met elkaar te vergelijken.

- Reflecteer en communiceer over mijn overtuiging, identiteit, zingeving en waarden. Deze kan ik verbinden met mij als persoon, als leerkracht en als wereldburger.

Door duidelijk regels en afspraken te maken tijdens deze activiteiten, wilde ik mijn eigen normen en waarden over respect overdragen naar de leerlingen. Ik vond het heel belangrijk dat leerlingen naar

(18)

18

elkaar luisterden en begrip hadden voor elkaars verhaal. De leerlingen zijn hier heel goed mee omgegaan

- Creëer een rijke leeromgeving waarin kinderen vaardigheden verwerven om aandacht te besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen (met gevoel, verstand en verbeelding): verwonderen, vertrouwen, communiceren, hopen, geloven en liefhebben, verbondenheid ervaren, gevoelig worden voor goed en kwaad, leren omgaan met grenzen, aandacht voor het transcendente.

Ik heb de lessen zo proberen vorm te geven dat de leerlingen voldoende ruimte kregen om hun eigen gevoelens, ervaringen en opvattingen te uiten. We konden goed en uitgebreid vertellen wat het thema verdriet voor ons allemaal betekend. Door de lessen de zijn gegeven heb ik geprobeerd een rijke leeromgeving te creëren waarin kinderen hun aandacht konden besteden aan eigen ervaringen en de ervaringen van anderen.

(19)

19 Literatuurlijst

Berg, B. van den, Steenis, A. van & Valk, J. de (2007). Geloof je het zelf? Levensbeschouwelijk leren in

het primair onderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Fiddelaers-Jaspers, R. (1996). Afscheid voor altijd: omgaan met verdriet en rouw in het primair

onderwijs. Houten: Schoolpers.

Genijn, K. (2013). Schooltas vol verdriet: leren omgaan met rouw in de klas. Den Haag: Acco Leuven. Heij, A. De regenboogbonk. Opgeroepen op november 2013. http://bijbelidee.nl/verhalen/

Keirse, M. (2010). Kinderen helpen bij verlies: Een boek voor al wie van kinderen houdt. Tielt: uitgeverij Lannoo.

Maarel, L. van der (2013). Kinderen in spagaat: Rouw na scheiding en overlijden. Uitgeverij Ten Have. Nieuwenbroek, A., Ruigrok, J. (1997). Scheiding in meervoud. KPC

Schepper, J. de (2006). Wat Christenen geloven. Tielt: uitgeverij Lannoo.

Spee, I., Roos, D. & Fiddelaers-Jaspers, R. (2000). Veelkleurig verdriet: afscheid nemen in verschillende

culturen. 's-Hertogenbosch: KPC Groep.

Verdriet en rauw. Opgeroepen in november 2013, van slo: sociaal-emotionle ontwikkeling: http://sociaalemotioneel.slo.nl/probleem/verdriet/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van 19 februari tot 4 april 1918 sterven vijf kinderen in de leeftijd tot twee jaar oud en in 1926 sterven in maart/april wederom vijf kinderen aan deze zeer besmettelijke

Het voornaamste gevolg van het feit dat zij er niet meer was, bedacht ik, was misschien wel dat ik voortaan alleen nog maar aan het regelen zou zijn, alleen nog maar bezig

De hele familie was bijeen en toen mijn tante met haar ouders, haar broer Jo Zuidgeest met zijn dochtertje Eveline en haar neef Albert Wolf naar het station was vertrokken, werd

Verdriet, Verwerking & Positiviteit...

Alleen de hotelhoud- ster, een oude vrouw met een vogelkopje en verdacht zwart haar, een pruik leek het wel, die een harde blik in haar staalgrijze ogen had, een mantilla om haar

Het belangrijkste aandachtspunt hierbij is zorg voor openheid en duidelijkheid (maar check bij aandachtspunt hierbij is zorg voor openheid en duidelijkheid (maar check bij de

Als u geruime tijd na het overlijden van uw dierbare nog altijd het gevoel heeft dat uw leven nog niet in balans is en dat u niet verder komt in uw verwerkings- proces, kunt u

PWC, Omvang van identiteitsfraude & maatschappelijke schade in Nederland (Amsterdam 2012). Dit rapport is een eerste aanzet om de omvang van identiteitsfraude en alle