• No results found

Experimenten met rundveedrijfmest

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Experimenten met rundveedrijfmest"

Copied!
83
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CODEN: IBBRAH (13-77) 1-119(1977)

INSTITUUT VOOR BODEMVRUCHTBAARHEID

RAPPORT 13-77

EXPERIMENTEN MET RUNDVEEDRIJFMEST

door

G . J . KREMERS

1977

I n s t i t u u t voor Bodemvruchtbaarheid, Oosterweg 9 2 , Haren (Gr.)

(2)

VOORWOORD

G.J. Kremers, stagiaire van de HLS te Leeuwarden, werkte yan medio fe-bruari tot medio augustus J977 aan het Instituut voor Bodemvruchtbaar-heid te Haren (Gr.). Gedurende deze periode verwerkte hij gegevens yan drie projecten van onderzoek. De verslagen van deze ten dele nog niet afgesloten projecten, met als gemeenschappelijke noemer het gebruik yan rundveedrijfmest, worden hierbij in éën rapport gebundeld gepresenteerd onder de naam "Experimenten met rundveedrijfmest".

(3)

INHOUD

I. SAMENSTELLING VAN RUNDVEEDRIJFMEST 7

1. Inleiding 7 2. Resultaten van het onderzoek 8

2.1. Samenstelling van rundveedrijfmest in Nederland (J974-J976X 8

2.2. Vergelijking samenstelling vóór en na 1974 8 2.3. De drogestofverdeling en zijn gevolgen op de samenstelling 9

2.4. Consequenties van lage drogestofwaarden op de hoeveelheid

te verwerken dunne mest 9

2.5. De in water opneembare stikstof (Nwo) 10

2.6. De zuurbindende waarde van rundveedrijfmest 10 3. Vergelijking van de samenstelling van rundveedrijfmest in

binnen-en buitbinnen-enland 11 4. Samenvatting en conclusies 12

5. Literatuur . 1 3

II. DE INVLOED VAN RUNDVEEDRIJFMEST BEWAARD IN EEN GRONDPUT OP DE

SAMENSTELLING VAN HET GRONDWATER 15

1. Inleiding 15 2. Werkwij ze 16 3. Resultaten 17

3.1. Samenstelling van de mest 17 3.1.1. Consequenties van lage drogestofwaarden op de

hoeveel-heid te verwerken mest 17 3.1.2. Minerale samenstelling 17 3.1.3. In water oplosbare stikstof (N _) 18

3'. 1.4. Invloed op de pH van de bouwvoor 18 3.2. Samenstelling van'het grondwater 18

3.2.1. Algemeen 18 3.2.2. N-totaal 18 3.2.3. Fosfaat 19 3.2.4. Kalium 20 3.2.5. Chloor 21 4. Samenvatting en conclusies 22 5. Literatuur 23 Bijlagen 25 III. DE INVLOED VAN RUNDVEEDRIJFMEST OP OPBRENGST EN KWALITEIT VAN

SNIJMAIS EN DE CHEMISCHE BODEMVRUCHTBAARHEID

VERSLAG OVER 1976 31 1; Inleiding 31 2. Proefopzet 32 3. Grondonderzoek 33 3.1. Stikstof 33 3.1.1. Stikstof in de grondlagen 33

(4)

4. 5. 6. 7. 3.1.3. 3.1.4. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.

N-verliezen in herfst- en winterperiode N-verliezen in het groeiseizoen

Fosfaat Algemeen P-totaal Pw P-Al Kalium Magnesium Koper pH-KCl Opbrengst

Voederwaarde en minerale samenstelling van het gewas 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. Algemeen V.r.e. Suiker Nitraat Kalium Magnesium Samenvatting en conclusies Literatuur Bijlagen Figuren 33 34 35 35 36 36 36 36 36 37 37 38 39 39 39 39 39 39 39 40 41 42 48

(5)

I. SAMENSTELLING VAN RUNDVEEDRIJFMEST

I. INLEIDING

Om adviezen over het gebruik van organische mest te kunnen geven is een onderzoek naar de minerale samenstelling noodzakelijk.

Door wijzigingen in het ruwvoer- en krachtvoérgebruik enerzijds en de toegenomen hoeveelheden spoelwater die in de mest terechtkomen, ander-zijds, zijn enige verschuivingen in de samenstelling van de mest niet on-denkbeeldig. Daarom zijn over een periode van 2 jaar (1974-1976) nog eens 75 monsters rundveedrijfmest onderzocht afkomstig van bedrijven over het gehele land.

(6)

2. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

Alvorens de uitkomsten van dit onderzoek te behandelen, wordt er aan her-innerd dat onder drijfmest (dunne mest) wordt verstaan een verpompbaar mengsel van alle faeces en urine van vee, met een drogestofgehalte tussen 2 en 12% (Kolenbrander en de la Lande Cremer, 1967). Monsters met hiervan afwijkende drogestofwaarden worden buiten beschouwing gelaten!

2.1. Samenstelling van ncndveedrijfinest in Nederland (1974-1976) )

In Tabel I is de gemiddelde samenstelling van meer dan 100 monsters Neder-landse rundveedrijfmest opgenomen van enkele jaren geleden en van 75 mon-sters uit de periode 1974-1976. De gemiddelde waarden zijn uitgedrukt in procenten per kg produkt.

TABEL I. Gemiddelde samenstelling van rundveedrijfmest in %

rundveedrijfmest

ds

O . S .

as

Nt

P2°5

K

2

0

CaO

MgO

Na20

Cl

SOo Cu(mg/kg) vóór 1974

9,5

6,0

3,5

0,44 0,20 0,50 0,20 0,10 0,10 0,30 -1974-1976 8,0 5,6 2,4 0,44 0,19 0,54 0,21 0,10 0,10 0,26 0,17 4,35

t

Handboek voor de rundveehouderij, 1974

2.2. Vergelijking samenstelling vóór en na 1974

Voor een betere vergelijking van de samenstelling van de drijfmest vóór en na 1974 is deze in tabel II omgerekend op droge stof.

Het gehalte aan droge stof van de rundveedrijfmest is tengevolge van een grotere verdunning gedaald met 15,6% (tabel I ) , dat aan mineralen is echter duidelijk toegenomen. Het fosfaatgehalte is maar betrekkelijk weinig geste-gen in vergelijking met de andere elementen. Dit wijst op een betrekkelijk geringe invloed van het toegenomen verbruik aan krachtvoer op de samenstel-ling van de mest. De stijging der gehalten moet veeleer worden toegeschreven aan het gebruik van jonger ruwvoer dan in het verleden.

(7)

TABEL II. Samenstelling van rundveedrij finest in % van de droge stof O . S . Nt P2°5 CaO MgO rundveedrij vóór 1974+ 63,2 4,63 2,11 5,26 2,11 1,05 fmest 1974-1976 70,0 5,50 2,23 6,75 2,63 1,25 Verschil +10,8% +18,7% + 5,7% +28,3% +24,6% +19,1%

t

Handboek voor de rundveehouderij, 1974

Het gestegen gehalte aan organische stof zou er op kunnen wijzen dat er iets meer drogestof in de mest wordt uitgescheiden, hetgeen neer-komt op een grotere mestproduktie per dier.

2. 3. De drogesiofverdeling en zijn gevolgen op de samenstelling

De verdeling van de drogestofgehalten van de mest over het traject van 2 tot 12% is zeer regelmatig (fig. 1).

Het verband tussen het gehalte aan minerale bestanddelen en het dro-gestofgehalte is meestal lineair (fig. 3 en 4) hoewel door de aard van de voeding een behoorlijke spreiding rond het gemiddelde gehalte kan optreden, met name bij kali.

Het verband tussen het stikstof- en het drogestofgehalte (fig. 2) verloopt daarentegen niet lineair, maar buigt vooral bij hoge droge-stofwaarden duidelijk af. Dit verschijnsel werd ook door Tunney (1976) gesignaleerd. Als mogelijke oorzaken hiervoor kan worden gedacht aan een wisselende urine-faeces verhouding en/of een toenemend verlies door vervluchtiging van de ammoniakale stikstof bij de mestsoorten met hoge-re drogestofgehalten.

Uit de figuren 1 t/m 4 volgt dat de dunne mest een verre van uniform produkt is en door oorzaken als voeding en verdunning met water sterk van waarde en karakter kan verschillen. Een gemiddelde norm, zoals die

in de handboeken wordt vermeld, geeft dan ook slechts een zeer globale indruk van de samenstelling van de mest op een bedrijf!

2.4. Consequenties van lage drogestofwaarden op de hoeveelheid te

ver-werken dunne mest

Ook tengevolge van de verdunning met water is de hoeveelheid per koe geproduceerde mest gestegen. Produceerde een koe voor J974 per stalpe-riode van 180 dagen nog een hoeveelheid mest van J0 ton bij 9,5% droge stof, nu is deze gestegen tot 11,9 ton. Deze verdunning heeft directe gevolgen voor de bemestingswaarde van de mest, wat verduidelijkt wordt in het volgende voorbeeld. 1 ton drijfmest bevat bij 9,5% drogestof 44 kg N. Bij 8 en 5% drogestof wordt deze hoeveelheid teruggebracht tot

(8)

JO

respectievelijk 37 en 23 kg N/ton, zodat aan een gewas bijna l£ resp. 2 maal zoveel mest moet worden toegediend om eenzelfde hoeveelheid

bemes-tende bestanddelen te geven.

Een sterke verdunning van de rundveedrijfuiest brengt overigens niet te onderschatten financiële gevolgen met zich mee. Voor drijfmestputten die vrij toegankelijk zijn voor regenwater, zal daarom overwogen moeten worden, of het niet doelmatig zou zijn deze met een eenvoudig afdak af te

scher-men. Wij komen hierop nader terug in hoofdstuk II, 3.1.1.

2.5. De in water opneembare stikstof (N

wo

)

De stikstof in organische mest bestaat uit verschillende componenten. Een deel komt in minerale vorm vóór en is direct opneembaar voor de plant. De rest is gebonden in het organische materiaal en komt pas geleidelijk be-schikbaar bij de vertering van dit materiaal. De minerale stikstof bij rundveedrijfmest bestaat hoofdzakelijk uit ammoniak en in geringe mate uit andere oplosbare N-verbindingen. Uit een aantal analyses van rundvee-drij fmest van de proefboerderij "De Vlierd" te Bruchem bleek als gemiddel-de van 13 monsters, genomen in gemiddel-de periogemiddel-de 1972-1976, dat 47,5% van gemiddel-de hoe-veelheid totaal-stikstof (bepaald volgens Deys) in water oplosbare vorm aanwezig te zijn. Op grond van dit gegeven kan het gehalte aan minerale stikstof als landelijk gemiddelde (tabel I) worden geschat op 0,21%.

2.6. De zuurbindende waarde van rundveedrij fmest

Met behulp van zijn samenstelling (tabel I) kan worden nagegaan wat de in-vloed van rundveedrijfmest op de pH van de bodem zal zijn. De zuurbindende waarde wordt weergegeven in de formule:

1 CaO + 1,4 MgO + 0,6 K20 + 0,9 Na20 1 N (grasland 0,8 N)

-0,4 P205 - 0,7 S0_ - 0,8 Cl = ... kg CaO (Sluijsmans, 1968).

Voor de drijfmest uit de jaren 1974-1975 wordt voor gebruik op bouwland een waarde -0,9 gevonden en voor grasland 0. In beide gevallen zal de pH van de bodem door rundveedrijfmest niet worden beïnvloed.

(9)

JJ

3. VERGELIJKING VAN DE SAMENSTELLING VAN RUNDVEEDRIJFMEST IN BINNEN- EN BUITENLAND

Tabel I I I g e e f t een s a m e n v a t t i n g van een a a n t a l b u i t e n l a n d s e gegevens met b e t r e k k i n g t o t de s a m e n s t e l l i n g van r u n d v e e d r i j f m e s t i n v e r g e l i j -k i n g t o t de N e d e r l a n d s e waarden (op d r o g e s t o f b a s i s ) .

De g r o t e v e r s c h i l l e n i n de s a m e n s t e l l i n g b e v e s t i g e n eens t e meer, d a t r u n d v e e d r i j f m e s t geen uniform p r o d u k t i s en door oorzaken a l s voeding en verdunning ook van l a n d t o t l a n d s t e r k van waarde en k a r a k t e r kan v e r -s c h i l l e n .

TABEL I I I . Samenstelling van rundveedrijfmest in % yan de droge stof

Land D B NL D NL GB IR DK B D I-DDR n -17 75 36 >100 -33 120 82 72 5 " Auteur Vetter e t a l . , 1974++ Cottenie e t a l . , 1976 1974/76 Müller e t a l . , 1967+ Handb.y.d.rundv.h., 1974 Pain, 1976 Tunney, 1976 Dam Kofoed, 1976 Lambert e t al'., 1974 Herrenkind e t a l . , 1965f B i o n c i a r e l l i , 1976 Kurzweg e t a l . , 1971 ds 7,5 3,9 8,0 12,5 9,5 10,0 8,0 9,2 9,4 12,0 3,7 10,0 O . S . 73 -70 : 63 - . -68 Nt 5,33 6,15 5,50 4,48 4,63 5,00 5,00 4,89 3,72 3,83 7,57 4,00

2,67 2,56 2,23 2,16 2,11 2,00 2,00 1,96. 1,81 1,67 1,62 1,40 K20 6,67 6,15 6,75 5,52 5,26 6,00 6,38 5,22 5,11 6,17 10,27 5,60 CaO 2,53 2,82 2,63 2,32 2,11 -1,74 2,34 3,00 -3,00 MgO 0,80 1,03 1,25 0,88 1,05 -1,09 0,75 -0,80 Na20 -1,25 -1,05 -1,20 0,56 -. -Cl -3 , -3, -25 16 Cu 0,09 0,01 0,01 -0,05 --• ~ Zn 0,36 0,03 -0,15 -~

+Bericht über die 5.Arbeitstagung "Fragen der Güllerei", 1969

(10)

12

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

De huidige bedrijfsvoering brengt een ruimer gebruik van water en kracht-voer met zich mee, waardoor de produktie aan mest en mineralen door rund-vee en de samenstelling van rundrund-veedrijfmest wordt beïnvloed.

De samenstelling van rundveedrijfmest in verschillende Europese lan-den vertoont grote verschillen.

(11)

13

5. LITERATUUR

Bericht über die 5.Arbeitstagung "Fragen der Güllerei", 1969. Bundesver-suchsanstalt für alpenländische Landwirtschaft Gumpenstein bei Irdning (Österreich), p. 97.

Bionciarelli, F., 1977. Heavy application of liquid manure on soil: Effect on soil salinity. In: Voorburg, J.H. (Editor), Utilization of manure by land spreading. Publ. no. EUR 5672 e, ComnuEur.Commun., Kirchberg, Luxembourg, pp. 279-288.

Cottenie, A. and Van de Maele, F., 1977. Soil, water, plant relationship influenced by intensive use of effluents from livestock. In: Voorburg, J.H. (Editor), Utilization of manure by land spreading. Publ. no. EUR 5672 e, Comm.Eur.Commun., Kirchberg, Luxembourg, pp. 225-246. Dam Kofoed, A., 1977. Farmyard manure and crop production in Denmark. In:

Voorburg, J.H. (Editor), Utilization of manure by land spreading. Publ. no. EUR 5672 e, Cómm.Eur.Commun., Kirchberg, Luxembourg, pp.29-44. Faustzahlen für die Landwirtschaft, 1974, pp. 192, 196.

Kolenbrander, G.J. en De la Lande Cremer, L.C.N., 1967. Stalmest en gier. Veenman, Wageningen, 188 pp.

Kurzweg, W. e.a., 1971. Probleme der Güllewissenschaft. Gustav Fisher Verlag, Jena, 178 pp.

Lambert, J., Borowska, J. en Toussaint, B., 1974. Vergelijkende studie van de kenmerken van rundermengmest uit verschillende weidebedrijven. Land-bouwtijdschrift 27: 739-757.

Pain, B.F., 1977. Slurry utilisation on the dairy farm. In: Voorburg, J.H. (Editor), Utilization of manure by land spreading. Publ.no. EUR 5672 e, Comm.Eur.Commun., Kirchberg, Luxembourg, pp. 51-63.

Sluijsmans, C.M.J., 1968. Einfluss von Düngemitteln auf den Basenzustand des Bodens. Landwirtseh.Forseh. 21, Sonderh. 22: 175.

Tunney, H., 1977. Fertiliser value of animal manures. In: Voorburg, J.H. (Editor), Utilization of manure by land spreading. Publ.no. EUR 5672 e, Comm.Eur.Commun., Kirchberg, Luxembourg, pp. 7-19.

(12)

15

II. DE INVLOED VAN RUNDVEEDRIJFMEST BEWAARD IN EEN GRONDPUT OP DE SAMEN-STELLING VAN HET GRONDWATER

1. INLEIDING

We kennen in Nederland verschillende manieren van mestbewaring. Bij een daarvan worden faeces en urine gemengd bewaard. Zo'n verpompbaar mengsel dat 2 tot 12% droge stof bevat, wordt dunne mest of drijfmest genoemd

(zie I, 2).

Dit onderzoek heeft betrekking op de invloed van rundveedrijfmest, be-waard in een open grondput, op het grondwater. Het water in de mest kan

namelijk vanuit een dergelijke put de bodem binnendringen en minerale be-standdelen meevoeren. Het is van belang te weten hoe snel dit proces ver-loopt, of het continu is en in hoeverre de kwaliteit van het grondwater (in dit geval chemisch) hierdoor wordt beïnvloed.

Hiertoe werd op de proefboerderij De Vlierd te Bruchem (Bommelerwaard) het grondwater in de nabijheid van een nieuw aangelegde open grondput met

rundveedrijfmest gedurende 4\ jaar, 1973-juli 1977, regelmatig

(13)

16

2. WERKWIJZE

De put met een grondoppervlak van 12 x 12 = 144 m2 en een inhoud van

230 m3 is gedeeltelijk in de grond gegraven, heeft onbeklede aarden wal-len en is constant gevuld met rundveedrijfmest.

Op onderlinge afstanden van 4 meter vanaf deze put zijn waterstands-buizen aangebracht waaruit regelmatig grondwatermonsters op 70 tot 110 cm diepte worden genomen, afhankelijk van de grondwaterstand. Eén buis (no. 4) is 20 m van de put geplaatst. De buurdrains liggen op 47 ten westen en

42 m ten oosten hiervan (bijlage II-l). De overige 4 buizen zijn ten

oosten van de put aangebracht op respectievelijk 4, 8, 12 en 32 meter (buis 1, 2, 3, 5).

(14)

17

3. RESULTATEN

3.1. Samenstelling van de mest

De analysecijfers van de rundveedrijfmest over de periode 1973-1977 zijn te vinden in Bijlage II-2. Tabel IV geeft hiervan de gemiddelde waarden. TABEL IV. Gemiddelde samenstelling van de rundveedrijfmest over de perio-de 1973-1977 (in % van het materiaal)

pH ds o.s. Nt P205 K20 CaO MgO Na20 Cl S0_ Cu(mg/kg)

drijfmest: 8,4 4,8 3,7 0,26 0,10 0,25 0,16 0,06 0,08 0,J2 0,J0 2,84

De mest bevat veel water en is daardoor ongeveer de helft dunner dan het landelijk gemiddelde aangeeft (zie tabel I). Dit kan een gevolg zijn van verdunning met spoelwater en regenwater.

3.1.1. Consequenties van lage drogestofwaarden op de hoeveelheid te

vev-wevken mest

De mestmonsters. vertonen grote verschillen in samenstelling, ondanks het feitÇ dat ze afkomstig zijn van het zelfde bedrijf. Het drogestofge-halte schommelt tussen -2 en 8,7%, zodat er grote fluctuaties in de samen-stelling van de drijfmest optreden. De open bewaring speelt hierbij onge-twijfeld een rol.

Het lage drogestofgehalte van de drijfmest brengt niet alleen met zich mee, dat om bepaalde hoeveelheden meststoffen te geven meer mest moet wor-den gebruikt, maar dat tevens veel water moet worwor-den vervoerd. Wanneer er bij 9,5% droge stof 10 ton mest per dier en per stalperiode van J80 dagen wordt geproduceerd, zal deze hoeveelheid tengevolge van de verdunning bij 4,5% droge stof met ruim 10 ton water zijn vermeerderd tot 20 ton en bij

2% droge stof zelfs tot 48 ton, of respectievelijk 10 en 38 ton meer wa-ter per dier!

Een vergelijking van de hoeveelheid N aanwezig in 10 ton drijfmest met 9,5 resp. 4,5% droge stof laat zien, dat deze van 51 is verminderd tot 25 kg. De drijfmest van proefboerderij "De Vlierd" bevat omgerekend op 9,5% droge stof 0,51% Nt, hetgeen duidelijk hoger ligt dan het landelijk gemiddelde (zie tabel I) .

De verdunning van de mest heeft dus duidelijke praktische gevolgen voor de boer. Met het uitrijden hiervan zullen grote hoeveelheden water moeten worden afgevoerd, een uit arbeids en financieel oogpunt

onvoorde-lige zaak. De kosten voor een eenvoudige afdekking van de put zullen moedelijk snel worden terugverdiend aan besparingen op arbeid en

ver-voerskosten!

3.1.2. Minerale samenstelling

De figuren 5 t/m 8 geven het verband weer tussen respectievelijk Nt,

P20c, K_0 en Cl en de droge stof van de drijfmest. Er is weliswaar een

(15)

18

gehalten volgt, dat ook nog een of meerdere andere factoren een rol heb-ben gespeeld in de samenstelling. Uit de figuren 9 t/m 12, waarbij alle gehalten zijn omgerekend op droge stof, blijkt bij de lage drogestofper-centages meer N, K„0 en Cl voor te komen in de droge stof. Bij fosfaat is dit veel minder het geval. Indien alleen een verdunning heeft plaatsge-vonden, zouden alle waarden op een ongeveer gelijk niveau hebben moeten liggen. Daar dit niet het geval is, lijken de monsters van sterk verdun-de mest naar verhouding minverdun-der faeces (waarin al het fosfaat voorkomt) te bevatten. In overeenstemming hiermee komen bij de lage drogestofwaarden meer N, K„0 en Cl in de droge stof voor (fig. 9, 7 en 12), elementen die

vooral met de urine worden uitgescheiden.

3.1.3. In water oplosbare stikstof (N

wo

)

Stikstof komt in de mest in verschillende vormen voor. Een deel hier-van is organisch gebonden, terwijl het andere minerale deel oplosbaar is in water (zie I, 2.5). Het blijkt, dat gemiddeld 47,5% van de Nt (bepaald volgens Deys) in de rundveedrijfmest van "De Vlierd" in water oplosbaar is, d.w.z. bijna de helft van de totale hoeveelheid N komt in een direct voor de planten opneembare vorm voor.

3.1.4. Invloed op de pH van de bouwvoor

Met behulp van het analysemateriaal (tabel IV) is de zuurbindende waar-de van waar-de drijfmest te berekenen volgens waar-de formule:

1 CaO + 1.4 MgO + 0.6 K20 + 0.9 Na20 1 N (grasland 0.8 N)

-0.4 P205 - 0.7 S0„ - 0.8 Cl = kg CaO (Sluijsmans, 1968):

De hoeveelheid CaO correspondeert met de invloed van de drijfmest op de pH van de bouwvoor. De mest van proefboerderij "De Vlierd" heeft voor bouwland en grasland een zuurbindende waarde van respectievelijk -0,3 en +0,4. Dit wijst op een neutrale werking van deze mest.

3. 2. Samenstelling van het grondwater

3.2.1. Algemeen

De samenstelling van de grondwatermonsters werd bepaald in gedurende 24- uur gedecanteerd water, zowel in gefiltreerde als ongefiltreerde toestand. Het decanteren was nodig om de bij de bemonstering mede opgezogen

slibdeel-tjes zoveel mogelijk kwijt te raken. De analysecijfers staan vermeld in de bijlagen II-3 t/m II-7).

De figuren 13 t/m 16 tonen voor N, Ptot» Ko ^ e n Cl aan, dat verschillende

resultaten kunnen worden verkregen voor gefiltreerde- en ongefiltreerde mon-sters.

3.2.2. N-totaal

Tabel V geeft een overzicht van de gemiddelde N-gehalten van de gefil-treerde en ongefilgefil-treerde monsters.

Merkwaardig genoeg ligt het N-gehalte in de gefiltreerde monsters gemid-deld ruim 50% hoger dan in de ongefiltreerde.

Er bestaat een duidelijk lineair verband tussen N-gefiltreerd en N-onge-filtreerd (fig. 13). De la Lande Cremer (1974) toonde aan, dat vrijwel alle N van de ongefiltreerde monsters wordt teruggevonden in de gefiltreerde

(16)

\9

TABEL

1 grondwater

V. Invloed van het filtreren op het N-totaal gehalte in mg N-tot./ idwater

Buis no. N-totaal mg/l

ongefiltreerd gefiltreerd Gefiltreerd in % van ongefiltreerd

4

1

2

3

5

Gemiddelde 2,58 7,51 13,64 15,36 0,93 4,04 9,83 15,52 17,44 2,21 156,6 130,9 113,8 113,5 237,6 150,5

monsters. Het zou kunnen zijn, dat in dit geval bij de gefiltreerde mon-sters een mineralisatieproces op gang is gekomen, waardoor het N-percen-tage is gestegen.

De concentraties van buis 4 en 5 blijven duidelijk achter bij die van de andere buizen. De snelle afvoer d.m.v. de drain (buis 4) en de grote afstand tot de put (buis 5) kunnen hiervan de oorzaak zijn.

Er treden aanzienlijke schommelingen op in de N0--N gehalten van het ongefiltreerde grondwater (fig. 17). Er is bewust niet van de gefiltreer-de monsters uitgegaan om te voorkomen, dat gefiltreer-de hierbij optregefiltreer-dengefiltreer-de stik-stofverhoging (tabel V) meegerekend zou worden. De schommelingen verto-nen geen duidelijk verband met de hoeveelheid neerslag. Merkwaardig is, dat zelfs de grote hoeveelheid neerslag aan het einde van 1974 (fig. 18) geen aanwijsbare invloed op de uitspoeling van NO^-N heeft gehad.

Het grondwater in de buizen 4 en 5 behoudt over de gehele periode lage N0„-N gehalten, waaruit geconcludeerd kan worden, dat deze buizen vrijwel geen invloed hebben ondervonden van de N uitspoeling uit de put, terwijl ook de drain voor de lage waarden voor buis 4 verantwoordelijk kan zijn.

Het ongefiltreerde water van de buizen 1, 2 en 3 bevatte vanaf 1975 vrij veel N0--N, daarbij de EEG-kwaliteitseis voor gebruik als drinkwa-ter overschrijdend (11.3 mg N-NO^/l). De ammoniak fractie, waarvoor de EEG-norm op 0.4 mg/l is gesteld, heeft dit in enkele gevallen ook

ge-daan (zie bijlagen II-3 t/m II-7), maar de overige gehalten tonen aan, dat gebruik als drinkwater verantwoord blijft.

3. 2. 3. Fosfaat

Tabel VI geeft een overzicht van de gemiddelde fosfaatgehalten van de gefiltreerde en ongefiltreerde monsters.

Het filtreren heeft tot gevolg, dat slechts een deel (gemiddeld 6,2%) van de hoeveelheid P-totaal bepaald in de ongefiltreerde monsters, wordt teruggevonden. Dit komt overeen met onderzoekresultaten van De la Lande Cremer (1974). De toen gevonden verschillen waren echter minder groot.

Er wordt minder P-totaal in de filtraten bepaald naarmate de buizen verder van de put zijn geplaatst. Het lage gehalte van buis 4 kan naast de afstand ook zijn veroorzaakt door de invloed van de drain, die er vlak langs loopt.

(17)

20

TABEL VI. Invloed van het filtreren op het P-totaal gehalte, in mg P2°5/

1 grondwater

Buis no. P-totaal mg/l

ongefiltreerd gefiltreerd 0,11 0,33 0,42 0,19 0,07 0,22 Gefiltreerd in % van ongefiltreerd

2,9

11,5 10,1

4,3

2,9

6,2

4

1

2

3

5

Gemiddeld 3,80 2,88 4,16 4,38 2,46 3,54

Er is een flauw lineair verband tussen P-totaal in gefiltreerd en on-gefiltreerd water (fig. 14) maar soms met een aanzienlijke spreiding.

Fig. 19 geeft het verloop weer van P-totaal in het grondwater over de onderzoekperiode 1973-1976. Buis ] en 2 vertonen al vrij snel hoge fosfaat gehalten in het grondwater, terwijl dit bij buis 3 pas na 1975 het geval is. Buis 5 heeft nog geen verhoging laten zien. Ook hier heeft de drain het percentage P-totaal van buis 4 laag weten te houden.

De EEG-norm voor P in drinkwater (0.3 mg P per 1) wordt in het grond-water van de buizen 1, 2 en 3 geregeld overschreden.

3.2.4. Kalium

Tabel VII geeft een overzicht van de gemiddelde K_0-gehalten van de ge-filtreerde en ongege-filtreerde grondwatermonsters.

TABEL VII. Invloed van het filtreren op het K„0-gehalte in mg K„0/1 grond-water Buis no.

4

1

2

3

5

Gemiddeld K20 mg/l ongefi 2,07 2,93 6,17 3,53 0,80 3,10 ltreerd gefiltreerd 1,85 2,07 5,48 2,81 0,34 2,50 Gefi: onge: 89,4 70,7 88,8 79,6 42,5 80,7 Gefiltreerd in % van

Het verschil tussen de gefiltreerde en ongefiltreerde monsters wat be-treft het kaliumgehalte is aanzienlijk geringer dan bij P-totaal. Buis 5 vertoont een groot procentueel verschil. De uiterst lage concentraties K„0 kunnen dit mede in de hand hebben gewerkt.

Het verband tussen de K^O-gehalten in gefiltreerd en in ongefiltreerd grondwater is, enkele uitschieters daargelaten, vrijwel lineair (fig. 18).

(18)

2J

ongefiltreerde monsters (tabel VII).

Het grondwater van de buizen 2 en 3 was in de zomermaanden van J975 enkele malen rijk aan kalium (fig. 20). Een invloed van de hoeveelheid neerslag op de uitspoeling van K„0 is nauwelijks te bespeuren. Een oor-zaak hiervoor is, dat een gedeelte van de uit de put uitgespoelde

kalium aan het klei-humus complex van de rivierklei wordt vastgelegd. Buis 5 heeft geen invloed van K„0 uitspoeling ondervonden, terwijl de drain voor de lage waarden voor buis 4 verantwoordelijk is.

De KoO-waarden van buis 2 en 3 zijn duidelijk hoger dan de kwaliteits-eis van de EEG voor drinkwater voorschrijft (12 mg K per 1).

3.2.5. Chloor

Tabel VIII geeft een overzicht van de chloorgehalten van de gefiltreer-de en ongefiltreergefiltreer-de monsters.

TABEL VIII. Invloed van het filtreren op het Cl-gehalte in mg Cl/l grond-water Buis no.

4

1

2

3

5

Gemiddeld

Cl

ongefi 23,5 87,3 71,0 40,8 36,2 51,8 .ltreerd gefiltreerd 22,8 85,6 70,9 40,7 36,2 51,2 Gefiltreerd in % van ongefiltreerd 97,0 98,1 99,9 99,8 100,0 99,0

Er treden nauwelijks verschillen op in de analyseresultaten van de ge-filtreerde en ongege-filtreerde monsters. De hoeveelheden Cl in gefiltreerd en in ongefiltreerd grondwater zijn vrijwel gelijk (fig. 16).

Het Cl-gehalte van het grondwater vertoont grote fluctuaties in de tijd (fig. 21). De schommelingen vertonen duidelijke overeenkomsten met die van de neerslag (zie fig. J8). De sterke afwisseling in stijging en daling van het Cl-gehalte in het grondwater laat zien , dat het gemakke-lijk uitspoelbaar is.

Het Cl-gehalte neemt toe, naarmate de buis zich dichter bij de put be-vindt. Bij buis 4 is er tevens een invloed van de langszij lopende drain.

Alleen het grondwater van buis 2 heeft de EEG kwaliteitseisen voor gebruik als drinkwater voor de mens overschreden (200 mg Cl/l).

(19)

22

4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

De produktie van mest en mineralen door het rundvee en de samenstelling van de rundveedrijfmest op de proefboerderij "De Vlierd" is in de loop der jaren niet constant geweest. Er zijn aanzienlijke fluctuaties opge-treden in de drogestofwaarden. Verdunning doet de bemestingswaarde da-len en de hoeveelheid te verwerken mest belangrijk toenemen, wat uit arbeids en financieel oogpunt een onvoordelige zaak is.

De bepaling van de samenstelling van het grondwater, dat op 2 manie-ren is verricht, namelijk door het grondwater al of niet te filtremanie-ren, heeft tot uiteenlopende resultaten geleid. De P-totaal analyses gaven

de grootste verschillen te zien. Er werd slechts 6,2% van P-totaal van ongefiltreerd in de gefiltreerde monsters teruggevonden. Van de kali werd 81% teruggevonden, van de Cl 100% en van de stikstof J50%. Het is

niet duidelijk waaraan deze winst aan stikstof moet worden toegeschreven. Drijfmest bewaring van rundvee in open putten met onbeklede afschei-dingen kan tot een aanzienlijke uitspoeling leiden van mineralen, waar-door het ondiepe grondwater niet voldoet aan de kwaliteitseisen voor drinkwater. In de periode 1973 t/m juli 1976 overschreed vanaf 1975 het gehalte aan NOo in het grondwater van de buizen 1, 2 en 3 veelvuldig de EEG-norm voor drinkwater (11,3 N-NO3/I). Met het P-totaal gehalte was

dit ook het geval met name voor het grondwater tot 8 m van de put. Het

kaligehalte overschreed in een viertal gevallen de EEG-norm voor drink-water voor de mens maar bleef ver onder de norm voor hetgeen toelaat-baar is voor het vee. Het Cl-gehalte bleef beneden de norm, hoewel tot 8 m van de put soms aanzienlijke schommelingen optraden. De uitspoeling van Cl is in het bijzonder afhankelijk van de hoeveelheid neerslag.

De aanwezigheid van een drain onder een put beperkt de verspreiding van de verontreiniging van het grondwater.

(20)

23

5. LITERATUUR

Lande Cremer, L.C.N, de la, 1974. Der Einfluss des Filtrierens auf den

Phosphatgehalt verschmutzter Bodenlösungen. Landwirtsch.Forsch.27: 129-133.

Sluijsmans, C.M.J., 1968. Einfluss von Düngemitteln auf den Basenzustand des Bodens, Landwirtseh.Forsch. 21, Sonderh. 22: 175.

(21)

IL

BIJLAGE II-1. Situatieschets van de ligging van de grondput met de waterstandsbuizen

'Î5

ST ^X-TT

«>xN X

-c

*5

•a

I

o

E

f«.

£

o

CM

e

E

E

c

° t:

o» a.

10

M

C

'5

•o

"5

•o

c

o

- L. en N

X

(22)

25 N 9 1 00 fl> 9* » f r t fl> vo v vO

s

00 ^ » • » 4 sc OK er fl>

§

9 en r t (D * CL E) CU 9 * CD r t S (D 9 OQ CD 9

g

H -CL CL — — r o NS S 3 — | s j » - — U i r O v i O o . O N 3 l o . O O N O N w N J Ov v i I I I I I I I I I I I I I I I I I O - N M O 1 O 0 0 V I U - - 0 0 V I Ü 1 N K 3 I I I I I I I I I I I I I I I I S J M M M M V J S 1 M S | M M > J M \ J \ J M + + • + + • • p -oo •—* --OO .!> U i o \ Ui f » Ui 00 -C» CT> VO O N U i U i v l •P-• O •O ON 00 ro O O v l -r O 0 0 O ON -— O ON -• O NO O 0 0 r O VO O Ui ro U i VO *> -is U i U i ro *• *> O O J U i U i *• oo V I ON V I ON ON ON U i ON N O U l W I J l U s J W M t - L n W - ^ - O O O U i -t> U i o I I o VO I I I I I I o o r o 0 0 ON O o o o o o o o o o o o o o o o o rO o o . o o o o r o t o h o — r o s s — r o r o | N O t o o o N > ON O O O O O O O N O V I O — -C~ v o v o U i v l 0 0 v o to VO O O - P - l s j r o O O O O O V O O O — — . O r o v l — U i ON O VO VO O O N O N U i r O I O O I v l ON 0 0 0 N ^ - O U i 0 N O O * » K ) O oo o o o o o o o o o o o o o o o o o o — — — O O O O O O O O — — — — — — O 0 0 N 0 V O v O 0 0 O N v l O N U i . t N v i r o — O O O O O N O O O O O O O O O O O O O O O O O r o r o o o o o o o N S — r o r o — — t o r o r o t s o o o K i U i V O O U i - P - O O V O N J — ^ * > v l ^ M M - v i O O O O O O O O O O O O O O O O O _ IjO - - " — O — — — — — — — .— I s ï l s j ON O N V I V O - V I - O V I — O r O O U i v l U i v l — O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O ON v l v l v l O N O N 0 0 - P - 0 0 U i * > O N v l v l O N 0 0 v l O O O O O O O O O O o o o o o o — — — • - — o o o o o o o o o o 0 0 i_. — « O — O O v l O N v l U i - v l U I O N ON 0 0 o o o o o o o o o o o o o o o o o u - — — _ — M O - O O — — — O — — — r o o o r o o o v i — oo — o o o o t o r o — v o o o N O J o o o o o o o o o o o o ó o o o o — k-4 — — — O O — O — U i O O O O — — O 0 0 — r o — V O v l O v l — 4 S V O V I 0 0 V O O 0 — r o o o o o o o r o r o r o — — r o r o o o o o o o o o - E - O O 0 0 O O — O N O O O O O O O r O — O 0 0 — O N N 3 0 0 oo o o o o o o o o o o o o . o o i o o v i o o û o o o o o o o o o * » ffi J S VO N i * > M f » - O V O O O N I O U l O O — o Co r t C L co Cu co co O r t * O OQ CM

B

CL 23 r t

*f

OQ o o 00 r o o U i 5* n o OQ o 2 r o o rt oo o c r o 33 o — Cd VO H v i C_i

— o vo M V I v i M >• M I H - r o 9 • 5-3 CO

<

i

t o CD 9 9 CO 5 m r t M I -1 B H-Pi 9 rt 0Q CD n < H . jo fa 9 Co M CL (0 H % CL < (D 0> CL. I"«

(D CO I t <J CL

• O H O <D H i O* O <D H CL CD H U CD CD H CL O i i CL CD • O (D H h1 -O CL CD

(23)

26 r o r o * - * r o i \ s r o r O r - • »_-• r o ( - i M M M M i N S M M M M M i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i » J CTl « Co \ ) P O i -JO O O v i m o i * U r o i - ' N M O « ! H 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 o t c r i c T > C 7 \ c T t c n c n c n c n c n c i i c n c n c n c n c n « « « « c o »—»*-»i—'t—». O H - ' O •—' 1 K - O O O O O O O t — » O 1 o ~ j c n r o f\> i i i i U C J C J J r o O 1 o <-• CO' O I—' H-» —I l\> 0 0 H-»

u K n u i u i o u i u i o O k o o a v i o i o o c n u n o r o o c n e n c n e n o o c n c n o 0 0 UD 0 0 i— O e n 0 0 0 0 0 0 0 0 ° 0 0 0 0 0 0 0 I r o u U l I K - O O I O » O O 1 0 0 O * O » 0 1 O l ( D a i O i * ( 3 i ~ o r o 0 0 - « i — » c o O « r o N W —I •<J CTl CTl ^ J 0 0 ^ i — 1 ^ 1 C T l ^ J ^ J C T l ^ J ^ I C o C T i I CTl CTl ~*J I 0 0 —I I 0 0 o * o m * * 0 5 i - ' v i C D O r o o o c o o i c r i [ » M O O O O O O l O l D U I C O N O W W s l v j >~l 00 « INJOO o o c o u c n c r i t—» i - ^ r o h - * o o O i — » i — » t — ' t — » o *—• o o i — ' O i — » o o o i H - » r o r o r s i r O - > J O Ï C O C O C T l V O C O C T i r o 0 0 e T i i — ' ^ J ^ 1 ^ 1 CTl O ^ 1 0 0 t—' O O ' l U l h-' O O O O O O Ó O O O O O O O O O O O O O O Ö O O O o - » i r o c o o o o O r o o o o o o o o o o o o o o o o o t—»i—»I-*OO.OI—»t—» • — ' i — « o » — ' O O i — » o i - * o o o I H - * r > o rso r \ 3 f > o M . U I M O O ^ I O U ^ O O O O ^ M S I —l >vl CTl O ^ J 0 0 t—* O CTi e n t—' 0 0 0 0 0 0 > - ' « C O « C O « 0 0 ~ - J O l TOOOCTi^JCOCncoCTi L Ü M c j O M \ ) c o r o e n r o « e n *-» CTI r o c o e n ^ o ~ » j o r o o c o c n c o c n ^ j « C T i i o c o O o r o O C T l C T l O C T l ^ i V O ^ J H M O O l O O C O O A A A O O O O O O O O O i - ' i - ' O O I O O I m « I O O O O H - " C O l - ' i - ' O O O C O O O O O O C o O C O « C n C T l « « C T t O « ^ J ^ O i - * 0 0 » J o O ~ 4 tn ~o CO « H-» e n ^ 1 CTt LO l O « O U O l o o o o o o o c o c o c o r o c o o i e n o i i—• e o i cri r o « r o r o o O r o c n r o c o c n c T i r o « r o ~ - J C T i M O r o O i o O M i c - o o u w M en to en oo e n o e n ~ o c o « c o »-t ~ j v o o o o r o o ) t o « i—» t—• O O O O O O O O O i — • O i - ' O O l O O i o o - ^ i v o i er» e n e n . i r o c n o i r o C T i c o c o i — » r o « « e n r o c o t—» H-» <o ro o o er* * - * * t—• c o c o c o r o c o r o r o r o r o r o i - ' i — • i — ' i - r o r o i P O r o O r o « M u r o M M O O ) O I O J » U O H V 4 M S H O . o - e n o u i c o u i o i v i o I - " t o O O O O O O Ó O O O I I O O O O I O O « I N N O I U O O H O O * * ( » * . o * * p o o o r o o 0 0 0 0 - - J ~ 0 0 0 0 0 0 0 ~ J ^ J ~ J e o r o > o u > o \ o \ M v i v i o o e n « « e o >— t r i o r o r o « r o c o r o t - ' i - ' r o r o r o r o e o c n o « v o o ö c o c n ~ j c T i C T > i — > h » i — » o o t — » i — ' i — » i - * r o I O 0 0 H e o c o t—» ^ i « r o « o ^ r o o o o > rs> o ^ I N J O J S J 1 «vj ~o i t * <• 1« 1« •» l » CTl CTl CTl 0 0 ^ 1 CTl e n r o oo « r o 1 0 r o i M O v i r o r o r o CTi « « e n r o i i—' o **J O i—* r o e n « e n c o i i i i I I I I c o e n o o o o * o o -O -O *O * O I I O l O O I o o e o o o o o c o r o r o i - ' O o o o o o o I C O V O « « « 0 0 0 0 « « A A A A A A A A O O O O O O Ó O O O I " - • O O O O O O O O O e n « « « « « « « « « A A A A A A O O O O O O Ó O O O O i - ' O O O O O O O O « 0 0 c n « « « c n « « « O O O O O O Ó O O O CTi en « « « en en — i \ o u i t o c o w r o N r o N j p o p o N v / ~ J H 0 0 k 0 0 0 O O l M O '-' o o A A O O O O « « »-^ CO.CTt O CO I—' O H-» o i p o o o o u o c n o o « O O Ó J O O O O O O W U O N O O N I « o c o « r o c n « i - ' . , Ô , A A O ' O I oA A A A o o o o o o r o O « O O « « O O « 3 O t—» r o t—• M M r o r o v i m M c o o o o o t - ' i - ' O r o « « « « « o « c n e o « o i oo W H « -*J VD « O Ol n -I i n £ CD r H » T 3 Oi r l - O < 3 tO 3 • O - -i Q . » I I 3 •—> : c a M i —• o> -! rl-<Q ï O CO " O 3 - o r o i Q i O r i -e n o ^ r + T J 3 T J r o < 5 i o o en ^ • ^ I Q . - o 3 - t f r o < n o o « 3 7<: i c i r o ^ o 3 o \n —• (D n> -s o . o 3 a> -5 3 I Q O CO • O 3 TO r o e o i O r i -e n o - o 3 - o r o i û i o o e n -s ~ - - c o - o 3 - o N3 U? O O « 3 U3 7 ^ r o o 3 o I Q — ' en a> -i CL fD O0 c -en co 01 3 3 U3 i a -? n> T a . (o m 3 -s n> -s O L -S O 3 a. S Ol r + n> -s < a i er c «

(24)

r o r o »—» r o r o r o r o H H T O M H H M t - T O H t - T o i - ' M ( £ > i - ' r > o ^ » ' s j c o ( -j4 i i D c o c h O v o r o r o u > o o t r t r o o,\ - e * u > - * j O ' t c r »

i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i

(__. !_• h-* I—• I—» I—* t—' I—"

s j O i - P ' W N P O i - ' O C o v j o m i ^ o j p o H r o M O ^ u M s j ü i f o r o i i i i i i i -i i i i i i i i i i i i i i i i i t c ^ o ^ C T i C 7 > a ^ a i ( j i a i t J i ( j i a i c n c n u i u i a i j ï » A 4 i - c » w w ( j o o j P o l_t h_ . i _ . | _ i O i — ' O h - * l t — ' 0 0 0 0 0 0 0 0 < l O O t o o G J t — * t — ' P O U i O V O h - » ^ " ^ o o c r i c n c o ^ - j o ^ o o —» CT»OO cr> oo u i g i u i m m o o o u i u i o t n u i o m o c n O O o u i r o t—» t—>*-*»—' O O H-* O i — ' i — ' O O O O •—• O O O t—* t—' r o w O O I œ c o t J i O x j o ^ ( - « ^ c j i c o o o M a n j i o en <x> U T - J w ko A M M o ^ r v r \ ^ 4 ^ r \ 3 œ ^ 4 ^ C T i c y > - f s . r o o ^ * * o ^ o o o o - e » o o oo co -c» c h a i o ^ ( T i u i o o c j i - s i c n H ' hjo ^ A p o c o a i c o O C T > ^ o -t» en 4 ï « 0 0 t n u i f S ) a \ M C O i û o j o v û o J w M H • t n <x> •—> u i -P* co •—» M O J O J H h-» •—' N C J O J * » O M ^ U ) - t » W O O . O v-> •—• H H H H O O W N M U I S J c o O O O c n o v û C h o o - l ^ C T » - P » ( T > o u ) w u i s i o c T i r o O w ^ r o H 0 H - ' 0 0 0 0 * 0 0 0 0 0 0 0 0 O O O O O O O h - ' O O O - > j o c n c n r > o o o j p o - c » ( j o O O O o o o o o o o O C T > 0 " - N » o O J C O H »-•(-* t — » r o t o o j ^ û t — » v o o j - p * c o o o o > — ' h - » i - ' t — » i — * t—> o o co o r o -P» ^ o i O w w 5 C o ^ w c ^ o c o ^ i ^ o u ) u u i N j o œ r o O s j y 3 . u i H o o o r o o o n -1! — > r o U I M O O O r o r o O i — • a i a t t n -p» en -p* .p* N j ^ r O v j O l N 3 ^ ( » ^ W H ' ( N J ! N J > s J C O C O O l - ' « j n M C O U l C Ö l - ' ^ H ^ C O c r » C T i i £ ) - ^ j 4 i . c r i o J c o H - ' c o c r i iso r o m u i u n o H M j i o O H A A A _ A O O O i — » O O O O « — ' - P » O O 0 O O 0 0 0 - P * t — ' t — ' O l — ' h - • O W P H O O o v o o r o w o o H M y i t o o o o i s j c o w a j o o i o t o j C T i u i - P v j ^ w N j w s j - l ^ u i w r o o o o - l ^ v j w o o c r i o o r \ ) ' i A o o o i — » o o o t — ' o o o o o o H M o o i - " r o r o r o w PO c o C O M M ^ O r s j N j M M O T v l i - - O O ^ C O N j O k O ^ U C n C O C X ) C I l O O « 1 ^ 0 o c o r o c n o o o w i ) ^ 0 ' s j 4 a a ^ o o v u j s . . ^ o i s j r o * . -P* -*J t—> t—» r o M r v j M M M O ^ M r \ 3 ^ H M r \ ) M w r o M r o r o ü i O - t ! > a i C J i i - » H-* h-» I—• •—»»—• *—* t—»h-« o o o ^ N j ( j i o i w y D i - » ^ r \ ) i - ' r o c o a i u i u i v j c o j i ^ i \ j o D O W s J h i M * » f \ ) C O N J H M O ^ O W C D * » i - » l Û s l c o O i û O > ^ ) ' N j s l O CTt U ) O O O O O O h O O O I I O O O O O O I - ' O i cr» r o s iO r o 0 0 0 0 •£* CTt -P* O O M A ) a i o H 0 0 1 0 • i ^ r o o r o u i a i H s j C T > 0 ^ - P * - P * o - P * r O - P * •P* O u ' -p» 0 0 t * o - p » r o c o o o i - * o o 1 r o o OÙ-c> u i co **J co t - * OJ -P» t—' - P » C T > I — * - P * H - * U " l < J l C T t r o ^ - s j O N j a ^ c o ü i y ) - t > W C O < T i ^ M C O W W v j l u l u M 4 ^ H * ^ <X> •—* t—• -p» C J r o r o 00 r o *-«J <TÏ <x) r o r o 1 O W O O C C O l J l l O O O U l C D c» r o r o 00 -~J en O O O O O O O O O O I I O O O O O O i - ' O O O O O O J c o r o » — ' O O t — » - P * . - f ^ r o o o a i i - n û ^ A M r o v j o a^ O O O O o o <— - - -A A A A 1 o o O O O I r o t — » i — * O O O r o r o O ( j i o - i - p » r o - P * - £ * - P » 0 0 ( j o - c ^ - f = » A A A A O O O O O O O O O O O O O O O O i — ' O O r o -4 ^ c n < T > - P » - P » - f * - P * - P * ^ j r o o i - > o o o o u i i o > - " r o r o c r i ! — • O o ^ - j c r . o o t n O o u i < j j o o < T i o o r o - & A A A A I O O O O O O i - ' O O O O O O O f - * o o o o r o ö t — « t — ' O M N J 4 ^ r o ^ ^ > ^ s j ^ a i u i o o < T t t - ' A A A A A A A o o o o o o o o o o o o r o o o o o o o t — ' O o o r o r o r o 1 — » t — * i — » o O t - ^ o - C a r o - t » t 1 H - * O O t — » t — ' 1 — » c n o o r o i — » o j c r » t x > t — » o o i — » o o - . o ' S J I Û O ^ O O ^ Û O I M o o ^ o ^ o v i u i u i c ß c o t - ' O l W l û M - f t s I O t û i O O t—• r o co <^» co en er» -c» r o s w t - ' O i i û x i c o 1 m S CD r i - tu -s 3 Oi r+ O < 3 H 3 • O. -5 O. • I I - a 3 : o i n ro 3 — . I O M ^ S. —' 0 ) I Q S n-~-~ -•*>. —• <-+ 3 I O 1 z z 0 ~ - - 0O "O 3 r o i c i 0 m --^ —' - o 3 ro ia 0 m ~ v . —' - 0 3 r o 1 0 z - 0 1 r+ O r+ - O 1 O T i n -a 0 O 4=» 3 10 3 1 3 1 0 —' 3 1 0 Q . ."> T J J : z c-t-z 0 - » 0 0 —> -a 3 r o 1 0 0 CJ1 ~' - 0 3 ro co 0 . U l \ —' - 0 3 r o ici 1 Z T 3 1 c + O ~o 1 O -5 U3 - 0 O 0 -C» CD <t> r + (t> CL ro 3 O 3 W <+• ro - - 5 3 27 CD 3 CO r* ro CU 3 3 " ro ro - 5 ro ro T O -ro ro 3 un ro ro ro T ro I O - s • o 3 O < - • ro T

(25)

9 0 N r o i - ' f \ > r o p o r o k - » i-* r o i - i i _ . | - * i — - h - r o » — ' t — « r o » — • » — • ••w vu M r\) A s j co t - ' ^ ^ c o c r i O ' X ï f N j f s j t o c o u i r o c ^ J i o j v j c n o i

i i i i i i i i i i i i i i i i i t i i i i i i t

•—» i—• I—» t—' i—• t—» i—• i—• s i c j i -p» oo r o r o i — ' O C O V J C T I U I - f c u r o K « r o t — ' O ^ i - " s i t n r o r o i i t i i i i i i i i i i i t i i i t i i i i i i o t <T> tT» <T» er* on c n c n c n u i u i c j i c r ( j i c n o i * » - f c - C i J i w c o c o u ; r o »-*(—•(—* i-* O O O h-* I o o o o o o o o o < y i o u i o o c o c n o u i o t - n c n t r i c n c n o a n o o i o o ^ J 00 en u i OO t—» i—• PO- O O N H N H H W O C O H O H O C O C O H H O O l ( ^ ^ ^ O v j a > v £ > a 3 u i o > v j h - « < i ) U ) i - ' a ^ p O N i v û o - P > i - ' f \ ) r \ ) O O O r s j O O ^ O - C T > ^ O ^ ^ O O C 7 ^ 0 0 r \ 3 f N j 4 ^ - t » C T i O O r N J < T > v £ i C X ) v o . O O v i o o i - » n o O O f s ) O J i v c o - P > t r i o j O i N j ^ »sj v û GO er» -*j ^ 4 i l - i C J i r O v J M O t T t ' s j i - ' L n c o V D f \ J ^ - C » t - ' t - ' U D ^£>ro "XI on •—» r o on cr> t—* i—» H-• v i c r i c n N j a ) O o o O * > « J i £ > h - ' r o o j ( \ o r o O t - -iO M O N j ( j i 4 i ü i w » « I « X ) - * - .- , » * . » . .. * . » . « . « . .. O l - « O O O O O O O n c o O O O O O O O O O O O O O » - * 0 u i o en s j w w Ü I o INJ O O O O O O O O O O O O O o o O a i ^ ^ o ^ O D ^ o r o Ö M O ï H r o o j r o p o o i - ' O H ' O N j a i j i . ^ M x û v J l 4 i O l O C O C O C D ( X ) O W H i I i O j r o i I ) O N M - t i - P » a ) * » W ' ^ o o o en o o » — ' c o - p k - ^ t — ' - - j o o * - j t — • o o <x> i cr> -*j o -P» r o r o M r o a i u i * » i - ' O j ) - - ' u i ( j i M - P » ^ û - P » c n O s j u > ( N ) J ^ O O O ) C O C T i l Û,s l W C T » C D O r o C T i ( T i C n O ^ O J A A A A A t - 1 O O O r o o o t n o o r > o o r o o O i — o o o v o r o i£>' G O i—* r o oo oo c o o i—> r o •—» o H H H r o o O H W C O M r o r o o O m c o O ^ ^ H - * c o G O r O - P * - P » O V £ > * * J - P » 0 - P » - P » - f c * O i — ' - E i C O «Ji O O O G O O O - P > G O r o i — ' H M O O C T I K • O O 0 0 en o KO --*j ü i 4 ^ N j r \ ) i - < f O I D N - s l > O M O U ) C 0 i -l^ C ^ 0 D - C ! « ' s l - P » ( \ 3 C n o r o •£» U3 r o -»^j a i r o i—• t—* ro on ^ ^ w w r o w o w c o r o en o i ß N j u i w ^— „ » •• <a u M u "*"^ vi KO co CD u i w v j a i Q cn r o u i M O o oo KO KO o u i c n ^ * . r o o • - • o I - * o o CO V J * - j - j OO -P» O CT» CTt On 0 0 CTt •—•ro M H P O W O j v j w c o o o m u i u D r o L û s j L n v O N j c n M O u n û O ^ j u p o o o o o o o o o o r o i u i 4 ^ C o o o r o c n c o - P > c ^ 4 s » o ^ c o c r % f > o ^ o o - c * - p » c r > C O C O ^ l ^ J C O C O C O C O C O C O O O - p f c - ^ j - ^ O O O O O - P * * » O i J i W C O l O W O O O s j M e n H * r o u i o i M S H D M U 1 M U C O - Ö c n c o < 3 " > r o i £ > r o c o - e » r o o A A O O O O O O O O O r o

i—• i—• i—• o o o r o >-• -c» uo

N ' O U * Ö U 1 l - ' O P O O O A A A O O O O O O O O O l - ' o o o o o o i - ' O r o o o C O C T l l O - Ê » - P » - P » H - ' C n - p » - p » A A A A A A A o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o » .c».E»-p»-c»-p».p»oo-e»-e».e> -c» oo r o r o P O W ^ O C J O O ^ Q O O l O O C O M U 1 U K B 4 ^ 4 ^ 4 ^ 4 = » C O 0 O ^ J ^ J > — ' O J C T l c T i t — » O h - * O C T i C T i r o . p * en on O l l£> -*J CT* O O O O O O O O I I I r o w H » r o oo -fc» cri -p» - P » r o o o r o C O - f c » O r o N J S J W N J N I N I I O O ^ J I I v i O i r o v j U ) i o co CT> M O u t n H h - e n -p. i • i—• i 4 ^ - b u i w r o r o o oo o w ^ i - ö i o o r o o i i t—• i ^ • t i W H H t - O 0O o y i M * > O I O r o o I O O O O O O O O O O i - ' O O r o r o i — » i — ' O O N U W N i S j r o r o c n c o c n r o c n c n c n r o v j O O C O » — » o o A A A o o o o o o o o o o o o o t — » O t — * O O O i — » O i — » r i j r o H H o c j o t — ' û o - t * - f c » r o - c * o o c o i — * c o -P» A A A A A A O O O O O O O O O O i — O O i—'i— O O O O O O i > - - - & O o O O h — t o o oo oo CTI c o oo e n e n rouiuiooiOMûN] • en i—• o o o Ol O* r + 3 n> O - -s " a. i n i O 3 Q . 1 O 3 I Q IT) 3 — I Q IM I Q X : r - o 3 r o oo o - o 3 - o r o oo i O o "O 3 T 3 ro in o o .& 3 o oo —' - a 3 i s X) t o o o -e» =1 l O —• =1 I Q ~ v —• - o r o o on —' a = 2 r + 2 : O oo H Q - a 3 r o o a • i z - o 1 rt-O T3 1 O -s m ro ~s a . rx> 3 O 3 l/l <-t-ID -5 l/l CD O 3 IQ rt> IB n> T a. ID ID I Q rt> -! a> <D s a. n> i a -s o 3 O -•s

(26)

r o r o t — • r o r o r o r o t — ' i — * r o M M H M H r o M H r o M w i i i i i i i i i i i i i i t i i i i i i i i i i N j o ^ ^ w i N j r o M O C O ' s j O,i ü i * > w r \ ) h - ' N i - - ' O v u i - ' s j L r i |Nj fN) i i i i i i f i l i i t i i i i i i i i i t i i i l—» •—• i—» H-• O O O i—* I o o o o o o o o o < I O O I o o r o t — » t—> t—' O J ' s ! Ü l l - * 0 0 V £ > - ^ j 4 s * C O O l - t * 4 ^ < ^ D — » - - J 0 0 U 1 ^ » J c n o o o c n O O O O O O O c n o c n c n o e n o u i e n t—* I O O O O O H O i r o w w O O K i ^ H H O * » r o r o r o H O O N j < j i ^ ) w œ o u i - p » ^ » * ^ - t:' i û O t -ji x ) c o N > . u ) ' i ) c o N a i M r o r N j o œ ^ c r i O û o o ^ r ^ - f i O r o a i O C T i ^ a ^ c o c o r o w c r i v i u i 0 0 ^ o o u i i - > » û o c o c T i O C T > a i i - ' N i r \ j f ~ ' ^ o j ^ M - ' * - * e n k o t — ' t — ' W h-» t—' -C» OO t—* w r o - ( ^ 0|> D C T > s i C O ' s J O j H ' h - « N j c o e n c o H * t — • c r > e n 45» c o r o c r > e o W N j J i ' s l O J - ^ M W t T l O s j l û i - ' C T i O J n o u r O V D O t J l O O N j J i O t — ' o o o o o c n o o o o o o o o o o t o o o r o o o o |N J U l W^ H - & U i W- t> U l OO OOO C OO O O O ^ J O O O . t - » M W M M J i O J H-* r o r o - P * 0 . < 4 D o i H C O v i r o H M - s i w u i - s j ' t — » i o > u n - Ê * i—» r o e r * * £ ) H f O H I - ' N O C T l O H U I V s J l û l - ' O ^ C O - ^ L d . V Û O O l H * - - J 4=» O t—* »—»»—' O O O H O H N W N H O H O O O l ü l O H H H ^ ^ O I J i l S ) W - P > ) \ ) C O O ^ O % l - f > Ç P r o O J I — ' U > C 0 C T i - f ï » O t — » C T i V i D C J " ^ 0 ^ ' ^ j ( T t O M \ ) c o ( j i < X ) < T i o y ) 0 v i a i c n u i M O v j 0 3 C ^ N H û - P » M o * > o o A A A A A O O O O O O O O O O O O O O O O O O O c n - C * t - > O P O l - ' t - ' H - P » H Ü l O l \ ) - t i O > O O H H H O ^ r O O O ( ^ W O Ä O O l M c o r o e n c n 4 ^ c n c T t r \ ) 4 * 4 à C n o o e o 4 ^ ^ ^ 4 ^ c n 4 ^ 4 ^ - « ~ j r o c n - ^ j A o o o o o o - f > r o N H O O O O - t > * > O H - P » - ö r o w ^ w H r o w t - ' O i ^ w r N j c o N P O i - ' C O N v i w j i O O u i c o N j o i - ' a i s j c o c o H O c n o o ö o - P > o ^ c n r o c o o * > * ' t j i - ' U i c o c o c h 4 ^ r o i—• - c * N J U T ^ J P O i M O M i N j H r \ 3 ^ ( j i c o y 3 0 i - ' w - N j c T i ' s j o y ) c o c r i c o c r i W H ' o y j v o H C o r o o N \ p J ^ ^ o j ^ o o o ^ r o c n t—* < i > e o w w w w ^ ^ ^ - ^ w m M i - ' i - - ' r o r o p o c o u i t n w L o i \ ) h - ' P o i c ^ o ^ C T > a i w i T i o j a i - c » - c » y 3 c o c o o w v j w P s ) i ~ ' s i o t ^ œ ^ O O O O O O O O O O » I O ' O O O O i O O t I I I 1 c n . c v i r o . e » o i o o - P " - P » c n c n o o o o - C > c n a i o r o - P » r o 0 0 0 0 -p» r o i—• r o o n o n O M PO OO r o i—• v i e n o o e n • p » *• -to v i o r o i a o I C o o c o o o o o o o v i >-• o r o o o c o c o r o e n e n a i c o r o r o on r o o on -P» t—» r o o o ^ J r o o n on O o n o 0 0 Co r o -e» i—• r o >-• o o •p» o o a i o n o o e n o o CO r o o o o o o o n o o O r o -P> 0 0 -P> o o o o r o c o s i v i o a ~ - l N V I N I O ) N I i i i - p » o o O v i C T i - P » - P » o o a i v i o o v i r o a i o o o n e n o co N ai ai ro en on on o —l ro O oo ro i—* t—» i—» en -p» oo co oo-O ' oo-O oo-O oo-O oo-O oo-O l — ' oo-O oo-O oo-O I I o o o o o o o o o o o o o i-oooi— o o •-• o o o ia -P»ro-P»Cn-p»_£,cnNicn.p» o o o o i ' O O O O O I ot-'i—• o O o ro o o ia COOO-P>-P>-P>O-P>-P»O A A A A A A A O O O O O O O O O O t - . - ' r o o o o o p — o o o h — » r o - P » - P » - P * - P « - P » - P » - P » - P » H O H O O O W H H Ü W W M I — ' C O O i a o o - P » r o a i o o o o r o o o O A A A A A O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O H - > y - ' * - * » — ' t — • Ê * a i W Ê * N i * o w o c o w o o o o o o o o o o o o o O O f — ' t — • • — » r o o o o o v j e n o n i a r o v i c n e n o r o r o O O O O O O O O O O U I U i ^ D N I U I O l - t CÖ W W W C A J - ^ N I ^ U I O I - Ö U i a i v l A v j U l N t - » O N I i — ' r o r o r o o o o o - P " 0 0 i N i O o o r o r o r o i o O O Ol I W S O r t o i l 3 Oi <-f o . < 3 0 ) 3 • O . -s Q . >• I I 3 — z i a N r + • v . S — ' 01 3 - ~ - z t o ï i - o 3 ro i a O o n '—* ' —' -o 3 ro i a O o n s . —' - o 3 r o 10 - o i r + O r + "O 1 O - ï l O 1 3 O O -P> 7 ^ r o O -o 3 r o t u o -o 3 ro i a O on N ^ ' -o 3 ro t o "O i Ci - f c o - o o O -P> 3 i a 3 o i a — ' o i a a> a> -i a. a> 3 O 3 l/l rt-rt> " 1 - s <D T CL n> 3 o S 29 f -> C D OO O l 3 in a> i a < i a - h -i n> a> - s a . i a 0 ) n> a . i a s o

(27)

30 1 r e i z o t — ' r\j r o M M »-• H-• r o H-» i—• •—• i—• 1.0 (_i M -C» ^ i w >-* ^ ^ C o c r i O H ) w r o w w i i N i i i i i i i i i i i i i i ' v j a> -P» o j t\3 r o t O C O x i C T i O l ^ O J r O i •vj • ^ J * ^ J - ^ J - * V J " ^ J - ^ J - ^ J - - JX^ J ^ - J * ^ J v i --J *-J V J V J

CTi cx> o-i CT> CTI u ' en c j i ( _ n c n c n c n c n c n c _ n c n - P t

K - . i _ . h - . •—• O O O i—• l o o o o o o o o ^ H O IM U H Û <J3 H O O O c n O O O O C n O O O O O O O O t - * O O O O J O O O O O O O O O O O C O O ' Û W i - ' O l -JM l W S l t 7 l - t > C O C T i ^ U i a i r o - P » o c T ' - f = » o o c o c r i - C i ' O o c r i r \ 3 C r t r o c T > o o c c O ï O ï C T / v j v a ^ C T ï C ^ C T t v j v j C T ï ^ - ^ c r i C T ï C O vX3t^>-vJt--»--»j--j00<J"lO">i—» H-» CO -vJ -P» 00. CTi t—* • ^ c n œ ^ c n c n v i O O C o r N ^ r s j - P - O o c n o o r o v j O t—* t—» O O t—» O »—* i—'t—* O O H - ' O i — • i—• Ó C O O O J > J O H ^ O W W S | S J I \ 3 C O O J O C O o o o o o o o o o o o o o o o o o O O ^ r o O Ó O O O O O O O O O O O O O O t-* O O »—» O >—'I—». t—* O O »—* O t—» K-* o c a ^ M > s j O H O ^ o o j c o - s i s j r N J O O w o c o O O O r o O H w > u i c o r o M H O c j H O O H Û H O î r o ^ H O s j w c o r o i \ ) u i o o C O iso c o - & - P » o - ^ " - - j u i O C o » - * o i c o < n ^ o o A A "-j A A A A o o o o o o - P » o o r o o o o o o o o o o o r o o o . p » o o < x > o t — » o o o i — » o C O ^ C o 0 4 * 4 * C n - p » - p » . p » . p . r o - P » C O C n C O - p » O O O i — * O t—» -P» -P» en en t—»K-»i—» O co O O O b - ' o y î c o o u T s j o t - ' r o M N H r o c o o 0 3 ^ O i - C > O - P » C D O O O W C 0 O 0 3 0 H 0 - > h - * i — » O O O r o O i — » t-* » — » O O i — ' O O O O -P» <o co r o ' o o i C T i j ä O r o O M O u i u i M * » W W ' O J W C O W O J W W W W U J W O O C O W W CT>rooco*-JCO^D-^i--j-p»4i»cnuj-P>cnc^co 0 0 0 0 0 0 . 0 0 0 0 I I o o o o o CTt CTl »sDTO H-> -C* l—» t—' O -P» r o r o c o - P * r o o o r o c o o o . C O C O C O - * J C O C 0 C O » ^ | - ^ J - ^ J i o w o ^ c o s j - t i ü i Ch-vj Co r o t—» co -P» -P» co -P» r o co CO v j --4 "-si co O M S I U I O -P> O t—» CO co r o r o r o r o t - ^ r o r o r o c o r o

t—< OMNj r o v i o h-»CTirotx) Ol Oi I-J <X) CTi

H-»*—•(_* i _ ' O O i — ' O t—* t—» I W O O H t o O D H i û O i O i H O N H O en Ch o -P* en o o ^ * O O O O O I t o o o o o i—»t—»i—»OOO»—'t—'OO r\3-^iO-P»-Ci-P»Ococn-p.

â â è â è â è o â è .

O O O O O O O O O O •Px-Pt.Pt-Pi-Pk-Pi-PfVj.Pt-P> t—* r o i—» *—' o O O t—» t—i co O O O O O O t~» o o o è o o . è ô ô o ô è O l l O O i O l — ' O O O O O O O O _ t i - f i O O - C » - C » - E » C T l . ( i - [ i _ p . i — ' O O O O O O O l — ' O W N O - t * er» o o <^> c o i o u i O O O O O o o o o o H-" >— 1—• 1— OJ l l « S CD r + t u -s 3 » rtO < = ro 3 o 3 ( O ro 3 — 2 : t u N r t ^ S —' OJ - s r + • — 3 <—• Z u2 £ n : - ^ -•.*» —• r+ 1 Z 3 z IQ O ro -s O -n> •H O 3 </» r + ro -5 t/t "O 3 r o m o O T ^. —' - o 3 r o i n o a i ^ —' - o 3 r o i a - a i r + O r + - o 1 O -! m - o o o * . u i i 3 o IQ —. • o -O 3 r o i n o u i . —' - o 3 r o ca o a i ^ —' "O 3 r o i a - o I r + O r + - o 1 O T i a " O c 5 O -e» 3 7"= ia ro - ^ o t—1 — ' c o 3=> o ro 3 r+ ro < 01 ro ro -s o . ro IQ ro ro ro -5 Q . ro i a T O 3 Q. ro -s o

(28)

-31

III. DE INVLOED VAN RUNDVEEDRIJFMEST OP OPBRENGST EN KWALITEIT VAN SNIJ-MAIS EN DE CHEMISCHE BODEMVRUCHTBAARHEID

VERSLAG OVER 1976

1. INLEIDING

Door de intensivering van de veehouderij wordt op vele bedrijven meer or-ganische mest geproduceerd dan uit het oogpunt van bemesting zinvol kan worden aangewend. De veelal beperkte afzetmogelijkheden van drijfmest en de hoge afvoer - c.q. vernietigingskosten dwingen de boer er vaak toe, deze overschotten op zijn bedrijf kwijt te raken. Nu kan mais, in tegen-stelling tot de meeste andere gewassen, vrij veel mest verdragen. Maar omdat snijmais juist op deze "probleem"-bedrijven ook een aantrekkelijk voedergewas kan zijn, fungeert het gewas meer en meer als "dumpgewas" voor mestoverschotten.

Gezien de grote hoeveelheden mineralen, die met hoge giften drijfmest aan de bodem worden toegediend, is de vraag gerechtvaardigd, in hoeverre deze giften van invloed kunnen zijn op de opbrengst, de chemische samen-stelling en de voederwaarde van snijmais. Daarnaast is informatie nodig over het gedrag van de bodem bij een regelmatig overaanbod aan mineralen. Zaken als verontreiniging van de bodem en van het grondwater en eutrofi-ëring van het oppervlaktewater komen hierbij aan de orde.

Hieronder volgt een verslag over de invloed van een jaarlijkse toedie-ning van verschillende hoeveelheden rundveedrijfmest op de chemische sa-menstelling van een zandgrond op de proefboerderij "Cranendonck" te Maar-heeze in de periode november 1975 tot oktober 1976.

Het onderzoek is een gezamelijk project van het Proefstation voor de Akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt te Lelystad, Proefstation voor de Rundveehouderij te Lelystad en het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren.

(29)

32

2. PROEFOPZET

De proef werd aangelegd in december 1973 na een tweejarige kurisitweide. De rundveedrijfmest wordt jaarlijks toegediend in giften van ircisp. 50,'

100, 150, 200, 250 en 300 ton/ha, verder aangeduid met respectievelijk Mj, M2, M3, M^, M5 en Mg. De objecten komen in drievoud voor. Het

proef-schema is in bijlage III-1 weergegeven.

De drijfmest wordt toegediend volgens onderstaand schema:

Object Mj ( 50 ton) M2 (100 ton) M3 (150 ton) M4 (200 ton) M5 (250 ton) M6 (300 ton) Herfst -50 ton 100 ton 150 ton Winter -50 ton 100 ton 100 ton 100 ton 100 ton Voorjaar 50 ton 50 ton 50 ton 50 ton 50 ton 50 ton. ten M supe

Afhankelijk van de samenstelling van de drijfmest wordt op dè objec-L Mj en M2 zo nodig een aanvulling gegeven met kunstmeststikstof en »erfosfaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien een Gift niet voldoet aan alle voorwaarden van artikel 3.2 lid 1, mag deze niet worden aangenomen, tenzij daarvoor voorafgaande Schriftelijke instemming is verleend door

b) 2 Thessalonicenzen 3:10-12: “Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen: als ie- mand niet wil werken, zal hij ook niet eten. 4 Want wij horen dat sommigen onder

Wat betekent dit alles nu voor het voorbeeld van het paard van Libourel? Is hier sprake van een gift? Deze vraag moet naar mijn mening zonder meer bevestigend worden

u maakt regelmatig (minstens 1 keer per jaar) bedragen over naar de Protestantse Gemeente Sittard-Grevenbicht, deze bedragen zijn steeds (ongeveer) even hoog,.. u maakt deze

Aangezien onze middelen beperkt zijn, willen we ons beperken tot reële, maar uitzonderlijke noden.. Noden die niet op een andere wijze verholpen kunnen worden (via OCMW of een

Concluderend kan worden gezegd dat een lagere bemesting leidt tot een duidelijk lagere produktie, de daling van de VEM is vrij gering, evenals de daling van de DVE. Het OEB-gehalte

55 Met betrekking tot de inbreng 56 - en inkortingregels 57 en de waarderingsregels is dat echter een ander verhaal; deze werden opzijgeschoven door de nieuwe

Na een concert waarop na de pauze de vierde symfonie van Mendelssohn werd uitgevoerd schreef een recensent dat de symfonie ‘eene waardige uitvoering ten deel