• No results found

Het effect van framing, celebrity endorsement en involvement op ernst, vatbaarheid, gedragsattitude en gedragsintentie met betrekking tot blessure preventie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van framing, celebrity endorsement en involvement op ernst, vatbaarheid, gedragsattitude en gedragsintentie met betrekking tot blessure preventie"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het effect van framing, celebrity endorsement en

involvement op ernst, vatbaarheid, gedragsattitude en

gedragsintentie met betrekking tot blessure preventie.

Master’s Thesis

Leonne Stentler 5828376

Graduate School of Communication Persuasive Communication Supervisor Gert-Jan de Bruijn

(2)

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 5 2.1. Celebrity endorsement 5 2.2. Sportcelebrities en gezondheidscommunicatie 6 2.3. Framing 7

2.4. Celebrity endorsement en framing - involvement als verklarend mechanisme 9

3. Methode 13 3.1. Onderzoeksdesign 13 3.2. Respondenten 13 3.3. Meetinstrument 15 3.4. Onafhankelijke variabelen 15 3.5. Afhankelijke variabelen 16 3.6. Procedure 18 3.7. Manipulatiemateriaal 19 3.8. Data-analyse 19 4. Resultaten 20 4.1 Manipulatiecheck 20

4.2 Resultaten framing en celebrity endorsement 21 4.3 Resultaten celebrity endorsement en framing - involvement als verklarend

mechanisme 24

5. Discussie 26

6. Appendix 30

(3)

3 1. Inleiding

Sporten is gezond, sport en beweging leveren een positieve bijdrage aan

gezondheidsbevordering en preventie van ziekten. Door de overheid wordt dan ook gestimuleerd dat meer mensen op een gezonde en verantwoorde wijze gaan sporten en bewegen (Ministerie van VWS, 2005). Hier kleeft echter ook een risico aan, namelijk het oplopen van blessures. Sportblessures kunnen erg vervelend zijn zowel vanuit fysiek als financieel oogpunt. De uitgaven kunnen hoog oplopen door medische kosten en het tijdelijk of langdurig niet kunnen werken of studeren. Zo zijn de totale kosten gemiddeld 600 miljoen euro per jaar, bestaande uit 220 miljoen directe medische kosten en 380 miljoen aan indirecte kosten als gevolg van arbeidsverzuim (Consument en Veiligheid, 2007). Op deze kosten kan enorm bespaard worden wanneer aandacht wordt besteed aan blessurepreventie. Preventie wordt gericht op het terugdringen van blessures, maar ook het verminderen van de ernst hiervan. Bij voetbal kan het aantal blessures voor een groot deel worden verlaagd door het uitvoeren van een eleven plus warming up (Junge, Lamprecht, Stamm, Hasler, Bizzini,

Tschopp & Dvorak, 2011). Er zou enorme winst kunnen worden geboekt wanneer dit

adequaat onder de aandacht wordt gebracht bij voetballers en voetbalsters in Nederland. Door de enorme uitbreiding van media-aandacht tijdens sportevenementen via radio, televisie en internet is de sociale invloed van sportcelebrities toegenomen. Sportcelebrities zijn belangrijke rolmodellen geworden om gezond gedrag te promoten (Brown & de Matviuk, 2010). Mensen die geïnteresseerd zijn in bepaalde sport celebrities zijn meer beïnvloedbaar door de betreffende celebrities en hun gezondheidsovertuigingen en –gedrag (Brown & de Matviuk., 2010). Om blessurepreventie onder de aandacht te brengen is het mogelijk om sport celebrities in te zetten. Naar de effectiviteit van deze specifieke bron is nog nauwelijks

onderzoek verricht. De meeste onderzoeken zijn met name gericht op adverteren en

(4)

4 gezond gedrag. Uit onderzoeken is dan ook gebleken dat het overtuigen van mensen kan helpen om hen te motiveren tot gezond gedrag (Jones, Sinclair & Courneya, 2003). Er zijn verschillende karakteristieken die persoonlijke motivatie kunnen beïnvloeden. Een erg belangrijke variabele in het beïnvloedingsproces blijkt de bron te zijn die de boodschap overbrengt (Jones et al., 2003). Er zijn vele studies geweest waarin is gekeken naar de bron in combinatie met aandacht voor de boodschap. Er zijn slechts twee studies waarin is gekeken naar de bron in combinatie met het promoten van sport. Een andere variabele die

gezondheidsgedrag kan beïnvloeden is hoe de boodschap geframed is. Er is veel onderzoek gedaan naar het beïnvloeden van sport en gezondheidsgedrag en framing theory.

Gezondheidscommunicatie kan namelijk opgedeeld worden in het promoten van voordelen en het waarschuwen voor risico’s (Jones et al., 2003). Het combineren van de twee variabelen (celebrity endorsement x framing) en de invloed op gezondheidsgedrag is nog nauwelijks onderzocht. Er ligt hier veel ruimte om onderzoek te doen naar de beïnvloeding van gezond gedrag. Met name wanneer er wordt gekeken naar blessurepreventiegedrag, een gebied waar medisch en financieel gezien grote winst te behalen valt. Wanneer op de juiste manier wordt beïnvloed, kan er een groot aantal blessures worden voorkomen en kan de ernst van blessures worden verminderd. In dit onderzoek zal dan ook worden gekeken naar

celebrity endorsement en framing in combinatie met blessurepreventie. Er wordt getracht antwoord te vinden op de vraag: Wat is de invloed van celebrity endorsement en framing op de effectiviteit van een blessurepreventieboodschap als wordt gekeken naar de mate van ernst en vatbaarheid, de gedragsattitude en gedragsintentie?

(5)

5

2. Theoretisch kader

2.1 Celebrity endorsement

Door de groei van entertainment media in de afgelopen twintig jaar zijn de levens van celebrities voor het grote publiek toegankelijker geworden dan ooit. Zo is er de continue aandacht voor geboorte- en sterfgevallen bij verschillende celebrities. Door de mogelijkheden van media zijn traditionele helden uit het verleden vervangen door de huidige celebrities (Brown & de Matviuk, 2010). Het leven van celebrities wordt gevolgd door allerlei media, maar celebrities worden ook gecharterd voor verschillende campagnes. Een celebrity die de bekendheid gebruikt om een consument een product of dienst aan te prijzen via een

advertentie wordt celebrity endorser genoemd (McCracken’s, 1989). In 1997 is het gebruik van celebrity endorsers in advertenties al gestegen tot vijfentwintig procent van alle

commercials (Erdogan, 1999). Er kan worden geconcludeerd dat het hedendaagse gebruik van celebrities in campagnes als geheel normaal kan worden beschouwd.

Celebrity endorsement wordt onder andere verklaard vanuit het meaning transfer model. Dit houdt in dat beroemdheden een bepaalde persoonlijkheid of rol ontwikkelen. Deze rol kan bijvoorbeeld door de media worden gecreëerd. Wanneer een beroemdheid een product aanprijst wordt de betekenis van de beroemdheid overgedragen naar het bedrijf, merk of product. Wanneer iemand zich dan identificeert met de beroemdheid zal men het product eerder kopen in de hoop dat diezelfde betekenis ook op hen wordt overgedragen (Amos, Holmes & Strutton, 2008). Het beïnvloeden komt dus tot stand door het concept

‘identificatie’(Kelman, 1961). Identificatie is een proces dat zich voordoet wanneer een individu het gedrag en de overtuigingen van een ander overneemt. Dit gebeurt doordat de ontvanger zich een bepaalde relatie voorstelt met de bron waarmee diegene zich identificeert, men wil graag net zo zijn als de celebrity. Identificatie kan tot stand komen zelfs zonder dat iemand een celebrity face-to-face heeft ontmoet (Brown & de Matviuk, 2010). Identificatie

(6)

6 blijkt een sterke vorm van sociale invloed te zijn en een belangrijke component van celebrity endorsement. Er zijn veel studies verricht naar de invloed van celebrities an sich en hun overredingskracht op het publiek om bepaalde producten te kopen. De effectiviteit van celebrity endorsement is dynamisch, afhankelijk van de celebrity, het product en ook de sociale condities, tijd en plaats waarin wordt gecommuniceerd (Silvera & Austad, 2003). Atkin en Block (1983) en Petty, Cacioppo en Schumann (1983) concluderen dat het gebruik van celebrities in advertenties zorgt voor een positievere attitude ten opzichte van de

advertentie en daarnaast een grotere koopintentie dan wanneer er geen celebrity wordt gebruikt. Uit de literatuurstudie van Erdogan (1999) blijkt zelfs dat celebrity endorsement effectiever is dan non-celebrity endorsement in alle gewenste uitkomsten. Echter kleven er natuurlijk risico’s en kosten aan het gebruik van celebrities in een advertentie. Het is dan ook nuttig om te onderzoeken op welke manier celebrities het meest effectief kunnen worden ingezet.

2.2 Sportcelebrities en gezondheidscommunicatie

Er is niet alleen aandacht voor allerlei koninklijkheden en televisie-iconen. Ook

sportcelebrities zijn veelvuldig in de media terug te vinden. Dit komt onder andere door de enorme uitbreiding van media aandacht tijdens sportevenementen via radio, televisie en internet. De sociale invloed van sportcelebrities is hierdoor enorm toegenomen. Ook bij hen kan het grote publiek steeds vaker een kijkje nemen in het persoonlijke leven van de

professionele sporter. Niet in de laatste plaats door hun aanwezigheid op social media. Nieuws over atleten, hun activiteiten en levensstijl is steeds meer van invloed op een groot aantal mensen. Mensen die geïnteresseerd zijn in bepaalde sportcelebrities zijn meer beïnvloedbaar door de betreffende celebrities en hun gezondheidsovertuigingen en –gedrag (Brown & de Matviuk., 2010).

(7)

7 Celebrity endorsers zijn individuen die bekend zijn bij het grote publiek (Speck, Schumann & Thompson, 1988), expert endorsers zijn individuen die veel kennis hebben van een bepaald onderwerp en deze kennis en bijbehorende opvattingen empirisch geverifieerd zijn (Dipayan, Biswas & Das, 2006). Omdat in dit onderzoek het preventiegedrag door de celebrity zelf wordt uitgevoerd wordt verwacht dat deze zowel als celebrity als expert endorser wordt beschouwd. Uit onderzoek van Brown en Basil (1995) blijkt dat niet de meest bekende persoon de meeste invloed op gezondheidsgedrag heeft, maar de celebrity waarmee het publiek zich het meest identificeert. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een bekende voetballer/voetbalster en zijn de respondenten voetballers/voetbalsters van 18-34 jaar.

Verwacht wordt dat in dit geval de respondenten zich gemakkelijker identificeren en de celebrity dus invloed kan uitoefenen op blessurepreventiegedrag. Ook met de ondersteuning vanuit het onderzoek van Erdogan (1999) waarin wordt gesteld dat celebrity endorsement een positiever effect heeft dan wanneer er geen celebrity wordt gebruikt. Op basis van deze informatie zijn de volgende hypotheses opgesteld met betrekking tot celebrity endorsement en blessurepreventie:

Mensen die worden blootgesteld aan een celebrity met betrekking tot blessure preventie hebben (H1a) een hogere mate van ernst, (H1b) vatbaarheid, (H1c) een positievere

gedragsattitude en (H1d) gedragsintentie dan mensen die worden blootgesteld aan een niet-celebrity.

2.3 Framing

Framing houdt in dat een boodschap met inhoudelijk vergelijkbare content op verschillende wijze wordt belicht en daarmee op variërende wijze gecommuniceerd, namelijk in termen van winst of verlies. Individuen reageren hier verschillend op, afhankelijk van het frame van de

(8)

8

boodschap (Kahneman & Tversky, 1979). Er kan gebruik worden gemaakt van twee soorten frames, namelijk een gain of loss frame. Gain frame houdt in dat de potentiële winsten van het gewenste gedrag worden benoemd. Bij een loss frame worden de risico’s benoemd wanneer het gewenste gedrag niet zou worden uitgevoerd. Uit onderzoek blijkt dat binnen

gezondheidscommunicatie de effectiviteit van frames afhankelijk is van het gedrag dat wordt beoogd. Dit zou afhankelijk zijn van de aard van het gedrag, is het preventiegedrag of

detectiegedrag (Rothman, Bartels, Wlaschin & Salovey, 2006). Detectiegedrag wordt volgens onderzoek het beste beïnvloed door middel van een loss frame. Waar preventiegedrag het meest effectief kan worden beïnvloed door het gebruik van een gain frame (Jones et al., 2003). Framing wordt als een effectieve strategie gezien binnen gezondheidscommunicatie (Gerend & Cullen, 2008). De meeste onderzoeken stellen dat in het algemeen een gain frame effectiever is dan een loss frame (Linville, Fischer & Fischhoff, 1993; Erdogan, 1999). Maar als gekeken wordt naar preventiegedrag dan blijkt uit het onderzoek van O’keefe en Jensen

(2007) dat alleen in boodschappen om gebitshygiëne te verbeteren een duidelijk verschil te vinden is in gain en loss frame. Daarin heeft gain frame een positiever effect op het gedrag dan loss frame. Er is nog geen duidelijkheid waarom slechts binnen gebitshygiëne het gebruik van een gain frame zoveel beter werkt dan een loss frame. Er zijn dus verschillende

onderzoeken naar framing in gezondheidscampagnes met tegenstrijdige resultaten, daar zijn twee redenen voor. De effectiviteit van gain en loss frames is afhankelijk van het type gedrag dat wordt beoogd. De effectiviteit met betrekking tot type gedrag wordt verklaard vanuit de prospect theorie. Hierin wordt uitgelegd dat men eerder op zoek gaat naar risico’s wanneer zij

geconfronteerd worden met een loss frame (Kahneman & Tversky, 1979).

Op basis van Rothman et al. (2006) wordt verwacht dat het gewenste preventiegedrag beter kan worden bereikt door het gebruik van een loss frame. Dit omdat de ontvanger het gedrag als risicoloos ervaart, het is een keuze in plaats van een plicht. Volgens Rothman et al.

(9)

9

(2006) is dan een loss frame het meest effectief. Echter Rothman et al. (2006) aan de ene kant, stellen dat er alleen framing effecten verkregen kunnen worden wanneer iemand betrokken is bij het probleem en het op een systematisch route verwerkt.Meyers-Levy en Maheswaran (2004) aan de andere kant stellen juist dat de mate van betrokkenheid in verband staat met een bepaald soort frame. Bij lage mate van betrokkenheid wordt informatie verwerkt op

heuristieke manier en is een gain frame effectief. Bij hoge mate van betrokkenheid verwerkt men informatie op systematische manier en is een loss frame effectief (Meyers-Levy & Maheswaran, 2004).

Het blijkt dat er dus weinig overeenkomst is tussen de onderzoeken naar framing binnen gezondheidscommunicatie. Tot nu toe lijkt er alleen een duidelijk verschil te zijn wanneer het gaat om gebitshygiëne. Hierin is het gebruik van een gain frame effectiever dan een loss frame (O’keefe & Jensen, 2007). Gedrag dat gebitshygiëne moet verbeteren behoort tot preventiegedrag en komt overeen met blessurepreventiegedrag. Daarnaast komt uit de meta-analyse van Gallagher en Updegraff (2012) dat gain frames met name effectief zijn in het aansporen van preventiegedrag met betrekking tot fysieke activiteit. Op basis hiervan zijn de volgende hypotheses opgesteld.

Mensen die worden blootgesteld aan een gain frame met betrekking tot blessure preventie hebben (H2a) een hogere mate van ernst, (H2b) vatbaarheid, (H2c) een positievere

gedragsattitude en (H2d) gedragsintentie dan mensen die worden blootgesteld aan een loss frame.

2.4 Celebrity endorsement en framing - involvement als verklarend mechanisme

Verschillende onderzoekers hebben aangetoond dat de juiste elementen in een advertentie de effectiviteit hiervan kunnen maximaliseren. Celebrity endorsement kan er voor zorgen dat

(10)

10 betekenissen via het meaning transfer model kunnen worden overgedragen naar een merk (McCracken, 1989), waardoor consumenten eerder geneigd zijn tot aanschaffen. Daarnaast kan op basis van onderzoeken naar framing worden gesteld dat het frame van invloed kan zijn op keuzes en gedrag van consumenten (Rothman et al., 2006). Met name in

gezondheidscommunicatie kan er door middel van het gebruik van frames verschillend gezondheidsgedrag worden beïnvloed. Het combineren van framing en celebrity endorsement is nog nauwelijks onderzocht. Jones, Sinclair en Courneya (2003) hebben onderzocht wat het effect is van message framing in combinatie met source credibility met betrekking tot het stimuleren van sport. Uit het onderzoek blijkt dat een gain frame boodschap van een

geloofwaardige bron de meest positieve effecten op het gewenste gedrag heeft. Wu, Linn, Fu en Sukoco (2012) hebben gekeken naar celebrity endorsers en framing in

gezondheidscommunicatie in combinatie met rewards. Uit dit onderzoek blijkt dat respondenten op verschillende manieren reageren wanneer wordt gevarieerd in celebrity endorsement en framing. Respondenten blijken de productadvertentie namelijk beter te waarderen wanneer er gebruik wordt gemaakt van celebrity endorsement in combinatie met een gain frame (Wu et al., 2012). Helaas is in dit onderzoek niet gekeken naar de

daadwerkelijke gedragsintentie, er wordt gekeken naar variabelen die de gedragsintentie zouden voorspellen. Verder onderzoek naar framing en source effecten is tot nu toe met name gericht op framing effecten in combinatie met source credibility. Deze onderzoeken zijn daarnaast ook nog niet binnen het gebied van gezondheidscommunicatie uitgevoerd. Framing in combinatie met source credibility is op een paar manieren onderzocht. Zo hebben Grewal

Gotlieb en Marmorstein(1994), Druckman (2001) en Buda en Zhang (2000) onderzocht wat

het effect hiervan is op risico-perceptie van een aankoop, productevaluatie en publieke mening over bijstand. Drie uiteenlopende afhankelijke variabelen, maar met een aantal overeenkomstige resultaten. Zo stellen Druckman (2001) en Buda en Zhang (2000) dat

(11)

11

framing effecten afhankelijk zijn van de source credibility. Source credibility blijkt een moderator te zijn voor framing effecten. De ontvangers willen geleid worden door een geloofwaardige bron, wanneer een bron als zodanig wordt gezien treden er pas framing effecten op (Druckman, 2001). Bij een ongeloofwaardige bron of een loss frame hebben ontvangers een hogere risico-perceptie blijkt uit het onderzoek van Gotlieb en Marmorstein (1994). Dit onderzoek heeft alleen niet gekeken naar de combinatie van beide variabelen, hier valt dus weinig over te zeggen. Wie dit wel hebben gecombineerd zijn Buda en Zhang (2000), zij vonden hetzelfde effect als in het onderzoek van Druckman (2001) waaruit blijkt dat source credibility een moderator is voor framing effecten. Ook blijkt de productevaluatie het positiefst te zijn wanneer de ontvangers te maken hadden met een gain frame door een geloofwaardige bron (Buda & Zhang, 2000).

Uit bovenstaande onderzoeken blijkt dat de combinatie framing en source effecten een interessant onderzoeksgebied is. Er ligt ontzettend veel ruimte om dit verder te onderzoeken en met name binnen gezondheidscommunicatie. Zeker als daaruit blijkt op welke manier meer mensen kunnen worden bereikt om verschillende belangrijke gezondheidsgedragingen uit te gaan voeren. De mate van betrokkenheid is een belangrijke component die in verband staat met de effectiviteit van celebrity endorsement en framing. Er is nog weinig overeenstemming te vinden over de richting van effecten wanneer wordt gekeken naar involvement en framing.

Volgens Rothman et al. (2006) ontstaan er pas framing effecten wanneer iemand betrokken is bij gezondheidsgedrag of behoefte aan kennis heeft. De mate van betrokkenheid is dan een voorwaarde voor framing effecten. Aan de andere kant wordt gezegd dat de mate van betrokkenheid juist in verband staat met framing effecten (Meyers-Levy & Maheswaran, 2004). De mate van betrokkenheid kan namelijk zorgen voor verschil in effectiviteit van frames. Loss frames lijken effectiever te zijn wanneer een individu hoog betrokken is. Dit wordt verklaard doordat negatieve informatie meer blijft hangen gedurende het

(12)

12

verwerkingsproces in vergelijking tot positieve informatie. Daarnaast is het detectiegedrag vaak een nieuw gedrag waardoor men eerder geneigd is om dit over te nemen.

Preventiegedrag is voornamelijk gebaseerd op bestaand gedrag dat zou moeten worden veranderd, daar zal men minder aandacht aan besteden. Hierin wordt met name gekeken naar het elaboration likelihood model (ELM) en er wordt aangenomen dat iemand die hoog betrokken is eerder wordt overtuigd door gebruik van een loss frame. Wanneer sprake is van lage betrokkenheid is een gain frame het meest overtuigend.

Betrokkenheid wordt ook in combinatie met celebrity endorsement genoemd. Er blijkt namelijk dat op basis van het ELM wordt verwacht dat bij lage betrokkenheid het gebruik van celebrity endorsement effectiever is dan bij hoge betrokkenheid (Erdogan, 1999). Daarnaast is bij lage betrokkenheid ook het gebruik van een gain frame het meest effectief. Wanneer iemand laag betrokken is zal men de boodschap namelijk op een perifere route verwerken (Jones et al., 2003). Iemand die blessure preventiegedrag niet relevant vindt en dus laag betrokken is lijkt het best te worden bereikt door het gebruik van een celebrity in combinatie met een gain frame.Uit onderzoek van Meyers-Levy en Maheswaran (2004) blijkt dat

wanneer iemand hoog betrokken is, een loss frame effectiever lijkt te zijn dan een gain frame. Het gebruik van een celebrity is bij iemand die laag betrokken is het meest effectief. Echter blijkt ook dat het gebruik van een celebrity überhaupt een positiever effect heeft dan wanneer er geen celebrity wordt gebruikt. Bij het combineren van celebrity endorsement en framing op basis van involvement kunnen dus meerdere hypotheses worden verwacht. Want wanneer iemand hoog betrokken is bij blessurepreventiegedrag wordt verwacht dat het gebruik van een celebrity in combinatie met een loss frame het meest effectief is. Maar ook bij laag betrokken mensen wordt het gebruik van een celebrity als meest effectief gezien, echter wordt verwacht dat dan een gain frame persuasiever is. Op basis hiervan zijn de volgende hypotheses

(13)

13 Bij mensen met een lage betrokkenheid zal een boodschap waarbij positieve gevolgen (gain frame) gecombineerd worden met een celebrity endorsement met betrekking tot blessure preventie een positief effect hebben op (H3a) een hogere mate van ernst, (H3b) vatbaarheid, (H3c) een positievere gedragsattitude en (H3d) gedragsintentie.

Bij mensen met een hoge betrokkenheid zal een boodschap waarbij negatieve gevolgen (loss frame) gecombineerd worden met een celebrity endorsement met betrekking tot blessure preventie een positief effect hebben op (H4a) een hogere mate van ernst, (H4b) vatbaarheid, (H4c) een positievere gedragsattitude en (H4d) gedragsintentie.

3. Methode

3.1 Onderzoeksdesign

In dit onderzoek is gekeken naar de invloed van involvement x celebrity endorsement x framing op de vatbaarheid, ernst, gedragsattitude en gedragsintentie ten opzichte van

preventie van blessures. Er is gekeken naar het effect op blessurepreventiegedrag wanneer er wel of geen gebruik wordt gemaakt van een beroemdheid in combinatie met een gain of loss geframede boodschap. Zowel type frame als type celebrity zijn in dit onderzoek

gemanipuleerd. Op basis van scores op een involvement schaal is na de dataverzameling de groep verdeeld in hoog en laag betrokken.

3.2 Respondenten

In voetbal loopt de leeftijdsgroep 18 tot 34 jaar zowel absoluut als relatief het grootste risico op sportletsel (Vriend & Goossens, 2005). Uit onderzoek van Engebretsen, Soligard, Steffen, Alonso, Aubry, Budgett & Renström (2013) blijkt dat in het vrouwenvoetbal procentueel gezien veel meer blessures zijn dan in het mannenvoetbal, namelijk 45% tegenover 27%. Ook

(14)

14 is er een groot verschil tussen het gemiddelde blessurepercentage en het percentage blessures in voetbal. Dit blijkt uit de volgende cijfers: M= 12,1% , V=13,3% blessures bij sport in het algemeen tegenover M=27% en V= 45% blessures bij voetbal (Engebretsen et al., 2013). In dit onderzoek is dan ook met name gebruik gemaakt van voetballers en voetbalsters in de leeftijdscategorie 18-34 jaar. Naast voetballers en voetbalsters zijn ook respondenten uit andere sporten meegenomen en respondenten die in het geheel niet aan sport doen. Dit is een interessante invalshoek om te onderzoeken of blessurepreventiegedrag überhaupt wordt uitgevoerd en wellicht wat verschil in involvement hierin betekent. In totaal hebben 365 respondenten de survey ingevuld waarvan 31,7 procent uit mannen bestaat (n=116) en 68,3 procent (n= 250) uit vrouwen. De gemiddelde leeftijd van respondenten in dit onderzoek bedraagt 29 jaar (M=28.31, SD= 11.86). Echter, de meeste respondenten bevinden zich in de leeftijdscategorie 18 tot 25 jaar oud (n=129). De respondenten in dit onderzoek sporten gemiddeld M= 37,25 (SD= 32,66) minuten per dag.

In dit onderzoek is de eleven plus warming up vanuit de FIFA gebruikt als blessure preventiegedrag. Uit onderzoek van Junge et al. (2011) blijkt namelijk dat bij spelers die deze warming up daadwerkelijk doen, het jaarlijkse blessurecijfer veel lager ligt dan wanneer de warming up niet wordt gedaan. De blessurecijfers liggen zowel lager bij wedstrijdblessures als bij trainingsblessures (Junge et al., 2011). Het instructiefilmpje van de FIFA is deels gebruikt om het gedrag duidelijk te maken. De link naar de website en het bijbehorende filmpje is aan het eind van de vragenlijst aangeboden. Op deze manier werd dit als afhankelijke variabele gebruikt om te testen in hoeverre de respondent hier wel of geen interesse in had na de verschillende manipulaties.

De FIFA eleven + warming up is ontleed waardoor de oefeningen stuk voor stuk konden worden bevraagd in de survey. Hierdoor is getracht een duidelijk beeld te schetsen ten aanzien van het huidige blessurepreventie gedrag van verschillende sporters. In de introductie

(15)

15 werd duidelijk aangehaald wat in dit onderzoek wordt bedoeld met blessure preventie gedrag. Op basis daarvan zijn de twee frames gecreëerd.

3.3 Meetinstrument

In de vragenlijst werden in totaal vierentwintig vragen gesteld. Er werden verschillende items gebruikt om de schalen van de nieuwe variabelen te construeren. Alle schalen in dit

onderzoek bevatten een mogelijkheid om neutraal te beantwoorden en de eindpunten waren 1 (helemaal mee eens) en 7 (helemaal mee oneens). Dit is van belang om zodoende zeker te kunnen zijn dat ook wanneer een vraag onduidelijk is voor een respondent, men toch een mogelijkheid heeft om hier een antwoord op te geven. De variabelen die in dit onderzoek zijn gebruikt worden hieronder benoemd en uitgelegd.

3.4 Onafhankelijke variabelen

Celebrity endorsement

Om tot een celebrity te komen die ook als een expert werd gezien is een pre-test uitgevoerd onder 202 respondenten. Daarin zijn tien bekende voetballers gebruikt om te kijken wie het best kon worden gekozen als celebrity expert in dit onderzoek. Respondenten kregen random drie celebrities te zien, daarna werden vragen gesteld om de bekendheid en expertise te testen. Uit de resultaten van de pre-test kan worden opgemaakt dat er een aantal celebrities als expert werden gezien. De verschillen waren dermate klein dat gekozen is voor een buitenlandse voetballer, namelijk Lionel Messi. Hierdoor worden negatieve clubassociaties zoveel mogelijk uitgesloten. Daarnaast is er een random non-celebrity gekozen om celebrity versus non-celebrity te manipuleren. Beide mannen worden in een advertentie uitgebeeld in

(16)

16 Framing

Om framing te manipuleren zijn verschillende positieve dan wel negatieve gevolgen gekozen die optreden wanneer iemand fit of juist geblesseerd is. Op basis van deze negatieve en positieve gevolgen zijn er twee boodschappen opgesteld in de vorm van een frameblok. Deze frameblokken zijn naast de celebrity en non-celebrity geplaatst (zie appendix).

Involvement

Involvement is gemeten door gebruik te hebben gemaakt van een schaalvraag op basis van Moorman en van de Putte (2008). In deze schaalvraag is gebruikt gemaakt van vijf items. De respondent werd bijvoorbeeld gevraagd antwoord te geven op de vraag in hoeverre men het belangrijk vindt om: ‘zonder pijn te kunnen sporten’. Er is gebruik gemaakt van een 7-punts likertschaal, 1=heel belangrijk; 7=heel onbelangrijk. Van deze items is vervolgens een schaal geconstrueerd door middel van een principale componentenanalyse (EV= 3.10; R=.62) die betrouwbaar is gebleken (α= .84; M= 1.56, SD=.64). Uit de resultaten is gebleken dat de respondenten voor de manipulatie al hoog betrokken waren (M= 1.56, SD= .64). Daardoor is gekeken naar de mediaan om vanuit daar een onderscheid te kunnen maken in hoog en laag betrokken. Betrokkenheid is zowel voor als na de manipulatie gemeten op dezelfde manier.

3.5 Afhankelijke variabelen

Voorgaand gedrag

Voorgaand gedrag is gemeten door voorafgaand aan het manipulatiemateriaal te vragen in hoeverre de respondenten in de afgelopen vier weken blessure preventie oefeningen zoals ‘een warming up van minimaal 10 minuten’ hebben uitgevoerd. De vraag naar het voorgaand gedrag bestond uit zes items op basis van een 5-punts likertschaal, 1=altijd; 5=nooit. Op deze manier kan worden gekeken of en in hoeverre dit gedrag veranderd is door het

(17)

17 manipulatiemateriaal. Van deze items is vervolgens een schaal geconstrueerd door middel van een principale componentenanalyse (EV= 3.12; R2=.52), deze schaal is betrouwbaar gebleken (α= .81; M= 2.76, SD= .99).

Vatbaarheid & Ernst

Vatbaarheid en ernst zijn gemeten op basis van suggesties uit de protection motivation theory. Om vatbaarheid te meten is gebruik gemaakt van de volgende stelling: Als ik de komende week niet aan warming-up oefeningen doe, dan krijg ik last van. Bij deze vraag is gebruik gemaakt van vier items namelijk: ‘kleine pijntjes’, ‘blessures’, ‘pijn tijdens het sporten’ en ‘pijn tijdens het overdag bewegen (dus niet tijdens het sporten)’. Daarbij kon antwoord worden gegeven op een 7-punts likertschaal, 1=Ja, zeker wel; 7=Nee, zeker niet. Van deze items is vervolgens een schaal geconstrueerd door middel van een principale

componentenanalyse (EV= 2.83; R2=.71), deze schaal is betrouwbaar gebleken (α= .86; M= 3.49, SD= 1.45).

Ernst is gemeten door respondenten te laten antwoorden op twee stellingen: Als ik de komende week niet aan warming-up oefeningen doe, dan zijn de nadelige gevolgen (zoals blessures en last tijdens het sporten) hiervan (1) ernstig en (2) serieus. Er is gebruik gemaakt van een 7-punts likertschaal, 1=Helemaal mee eens; 7=Helemaal mee oneens. Van deze items is door middel van een principale componentanalyse een schaal geconstrueerd (EV= 1.85; R2=.92), deze schaal is zeer betrouwbaar gebleken (α= .92; M= 3.4, SD= 1.52).

Zowel vatbaarheid als ernst zijn voor de manipulatie en na de manipulatie gemeten.

Gedragsintentie

Gedragsintentie is gemeten op basis van suggesties uit de theorie van gepland gedrag (Ajzen, 1991) en te vragen in hoeverre de respondenten in de komende week blessurepreventie oefeningen zoals ‘een warming up van minimaal 10 minuten’ zullen uitvoeren voordat men

(18)

18 zou gaan sporten. Deze vraag bestond uit zes items op basis van een 5-punts likertschaal, 1=Ja, zeker wel; 5=Nee, zeker niet. Gedragsintentie is zowel voor als na de manipulatie gemeten. Na het uitvoeren van een principale component analyse is gebleken dat ook deze items konden worden samengevoegd in een schaal (EV= 3.47; R2=.58), deze schaal is namelijk betrouwbaar gebleken (α= .85; M= 21.03, SD= 1.48).

Gedragsattitude

Op basis van de theorie van gepland gedrag wordt verwacht dat de attitude ten opzichte van het gewenste gedrag een voorspeller is van de intentie tot het gedrag (Ajzen & Madden, 1986). Daarom is ook gedragsattitude in dit onderzoek meegenomen. Gedragsattitude is zowel voor als na de manipulatie gemeten door het gebruik te maken van de stelling : ‘Het doen van warming-up oefeningen in de komende week vind ik’ . Deze stelling is beantwoord door middel van zes items waaronder ‘Heel erg slim – Heel erg dom’ op basis van een 7-punts likertschaal, 1=Helemaal mee eens; 7=Helemaal mee oneens. Van deze items is door middel van een principale componentanalyse een schaal geconstrueerd (EV= 4.09; R2=.68), deze schaal is betrouwbaar gebleken (α= .90; M= 2.68, SD= 1.15).

Om volgorde-effecten uit te sluiten zijn alle afhankelijke variabelen in random order

voorgelegd aan de respondenten. Daarnaast zijn de items binnen elke afhankelijke variabele ook gerandomiseerd.

3.6 Procedure

De data van sporters, voetballers en niet-sporters van 18 tot en met 34 jaar zijn anoniem verzameld door middel van een online survey. Deze survey is uitgezet via verschillende social media en naar een aantal voetbalclubs via email verstuurd. Respondenten konden deze

vragenlijst geheel anoniem invullen om op deze manier zo compleet mogelijke antwoorden te vergaren. In de survey werd duidelijk genoemd dat er zeer vertrouwelijk met de ingevulde

(19)

19 informatie zou worden omgegaan. Zodoende zijn zoveel mogelijk sporters, niet-sporters, voetballers en voetbalsters van 18 tot en met 34 jaar oud verzameld die vanuit verschillende competitieniveaus en clubs de vragenlijst hebben kunnen invullen. Respondenten werden aangemoedigd om de survey compleet in te vullen door hen kans te laten maken op een gesigneerd voetbalshirt van een eredivisieclub.

3.7 Manipulatiemateriaal

Als manipulatiemateriaal is een foto gebruikt van het hoofd en de schouders van een celebrity/non-celebrity met de gain of loss boodschap. Messi en de onbekende man hebben nagenoeg dezelfde gezichtsuitdrukking en hebben een aantal uiterlijke overeenkomsten. Hierdoor is getracht om behalve de bekendheid de eigenschappen zoveel mogelijk gelijk te houden. Naast de afbeelding van Messi en de non-celebrity is de framing tekst geplaatst, in de appendix staat het volledige manipulatiemateriaal.

3.8 Data Analyse

Voorafgaand aan de analyse van hypotheses is gekeken of de randomisatie van de condities is geslaagd. Hierbij is gekeken naar het aantal respondenten binnen de groepen, de

leeftijdscategorieën en het geslacht. Om zodoende te bepalen in hoeverre deze evenredig verdeeld zijn in de condities celebrity met een gain framed boodschap, celebrity met een loss framed boodschap, non-celebrity met een gain framed boodschap en de non-celebrity met een loss framed boodschap. Vervolgens is er een manipulatiecheck uitgevoerd om te controleren of de verschillende frames en bekendheid ook als zodanig werd beoordeeld door de

respondenten. De frames zijn gecheckt door middel van de volgende vraag Vond je dat er in de tekst bij de afbeelding positieve of negatieve gevolgen stonden van het doen van warming-up oefeningen, met daarbij een 7-punts likertschaal, 1=Heel positief; 7=Heel negatief. De manipulatie van bekendheid is gecheckt door de vraag Kende je de persoon op het plaatje,

(20)

20 met daarbij antwoordmogelijkheden op een 5-punts likertschaal, 1=Ja, zeker wel; 5=Nee, helemaal niet.

Voor hypothese 1 (a t/m d) en 2 (a t/m d) in dit onderzoek is gebruik gemaakt van een 2 (tijd) x 2 (type frame : gain of loss) x 2 (type source: celeb of non-celeb) repeated measures

ANOVA variantieanalyse met attitude, intentie, vatbaarheid en ernst als afhankelijke

variabelen. Hypotheses 3 (a t/m d) en 4 (a t/m d) werden geanalyseerd door middel van een 2 (tijd) x 2 (type frame) x 2 (type source) x 2 (mate van involvement: laag vs hoog) repeated measures ANOVA variantieanalyse met daarin als afhankelijke variabelen attitude, intentie, vatbaarheid en ernst.

4. Resultaten

4.1 Manipulatiecheck

Om te kijken in hoeverre de verdeling van de vier condities gelukt is, is gekeken naar het aantal respondenten dat over de groepen is verdeeld en hun scores op de controlevragen. De respondenten zijn evenredig over de condities verdeeld (zie tabel 1). Hierna is geanalyseerd in hoeverre de manipulatie gelukt is. Respondenten die een celebrity te zien kregen scoorden zoals verwacht hoger (M= 1.60, SD= 1.15) en (M= 1.54, SD= .98) op de controlevraag dan respondenten die de onbekende man te zien kregen(M= 3.99 , SD=1.07 ) en (M= 3.78, SD= 1.16). Hetzelfde is te zien wanneer er een manipulatiecheck wordt uitgevoerd over de twee frames, namelijk gain frame (M= 2.62, SD= 1.53) en (M= 2.29, SD= 1.39), versus loss frame (M= 4.40, SD= 1.75) en (M= 3.92, SD= 1.05).

(21)

21

4.2 Resultaten framing en celebrity endorsement

In tabel 1 wordt de beschrijvende statistiek van dit onderzoek getoond. Dit onderzoek bestaat uit meer vrouwen dan mannen en de gemiddelde leeftijd is achtentwintig jaar. Over het algemeen besteedden participanten per dag gemiddeld 38.54 minuten aan sport en waren bovengemiddeld betrokken bij blessure preventiegedrag. Ook is gebleken dat de participanten gemiddeld soms tot regelmatig verschillende blessure preventie oefeningen in de voorgaande vier weken van het onderzoek hebben gedaan. De sport die het meest werd gedaan door de respondenten is voetbal met een aantal van 174 respondenten (49,4%). Over de vier

verschillende condities gezien was er een verschil in geslacht, maar geen verschil in leeftijd, sportfrequentie, voorgaand gedrag, ernst, gedragsattitude, gedragsintentie en involvement. Het verschil in geslacht binnen de groepen wordt verklaard door de oververtegenwoordiging van vrouwen in het gehele onderzoek. Op basis van deze resultaten kan worden gesteld dat de randomisatie is gelukt.

Er is een significant effect te zien van type celebrity op de mate van vatbaarheid in dit onderzoek (F(1, 264)= 14.77 ; p<.000). Dit effect veranderde niet door de mate van

involvement. Hypothese 1b kan hierdoor worden aangenomen. Daarnaast is een significant interactie-effect van type celebrity en type frame op de mate van vatbaarheid te zien (F(1, 264)= 5.93 ; p<.05) en kan ook hypothese 4b ook worden aangenomen. De variantie analyse laat zien dat respondenten die een celebrity te zien kregen na de manipulatie een hogere mate van vatbaarheid toonden dan respondenten die een non-celebrity te zien kregen, dit wordt geïllustreerd in grafiek 1.

(22)

22

Grafiek 1. TypeCeleb x Vatbaarheid

Noot: De schaal voor pre- en postvatbaarheid scoort van 1 (zeker wel) tot en met 7 (zeker niet).

Wanneer respondenten een celebrity te zien kregen in combinatie met een loss frame toonden zij ook een significant hogere mate van vatbaarheid. Hiermee wordt een interactie-effect aangetoond tussen type celebrity en typeframe, dit wordt in grafiek 2 geïllustreerd. Het type frame zelf zorgt niet voor een verschil in effect. Echter wanneer er gebruik wordt gemaakt van een celebrity blijkt dat een loss frame persuasiever is. Celebrity endorsement in combinatie met een loss frame heeft een positief effect op de mate van vatbaarheid. Echter tegen de verwachting in zorgt involvement niet voor een verklarend mechanisme. Hypothese

(23)

23 4b wordt dus alleen aangenomen op basis van het interactie-effect tussen type celebrity en type frame. Het verklarende mechanisme van involvement wordt mogelijk ondersteund door de in het algemeen hoge mate van betrokkenheid binnen dit onderzoek.

Grafiek 2 Typeceleb x Loss Frame en de mate van vatbaarheid

Noot: De schaal voor pre- en postvatbaarheid scoort van 1 (zeker wel) tot en met 7 (zeker niet).

Er werden geen significante hoofdeffecten of interactie-effecten gevonden van type celebrity en typeframe op ernst, gedragsattitude en gedragsintentie. Er werd wel een significant verschil gevonden tussen de voor- en nameting van ernst (F(1, 262)= 40.92 ; p<.000) en de voor- en

(24)

24 nameting van gedragsintentie (F(1, 239)= 13.61 ; p<.000). In de nameting scoorden

respondenten hoger op de intentie om blessure preventie oefeningen te doen (M=20.93, SD=1.52). Daarnaast werd er een hogere mate van ernst gemeten in de nameting van dit onderzoek (M=3.12, SD=1.61). Deze effecten op gedragsintentie en ernst verschilden niet voor type frame of type celebrity.

4.3 Resultaten celebrity endorsement en framing met involvement als verklarend mechanisme

Tegen de verwachting in werden geen significante verschillen gevonden wanneer werd gekeken naar de mate van involvement. Het verschil in hoge of lage betrokkenheid zorgde niet voor significante effecten. De mate van involvement had dus geen invloed op ernst, vatbaarheid, gedragsattitude en gedragsintentie. Ook zorgde involvement niet voor een verschil in het effect van type celebrity op vatbaarheid, of een verschil in het interactie-effect tussen type celebrity x type frame op de mate van vatbaarheid.

(25)

25

Tabel 1. Beschrijvende statistieken voor de totale groep en conditiegroepen.

| Gain-framed(n=154) | Loss-framed (n=146) |

Karakteristiek Noncelebrity| Celebrity Noncelebrity| Celebrity

Karakteristiek Total(n=302) NoC (n=76) Cel (n= 79) NoC (n=75) Cel (n=72) Leeftijd 28.32 (11.86) 28.53(13.14) 28.64(12.50) 26.21(10.27) 28.34(11.83) man 116 24 25 24 23 vrouw 250 52 54 51 49 Celebritycheck 2.70 (1.59) 3.99 (1.07) 1.60 (1.15) 3.78 (1.16) 1.54 (.98) Framecheck 3.27 (1.90) 2.61 (1.53) 2.29 (1.39) 4.40 (1.75) 3.92 (2.05) Sportfrequentie 38.54 (38.24) 37.42(38.24) 38.59(29.83) 38.77(32.13) 39.43(33.84) BMI 22.29 (3.61) 23.67 (4.49) 23.54 (3.97) 21.50 (2.02) 20.29 (2.77) Voorgaandgedrag 2.72 (1.00) 2.88 (.98) 2.72 (1.04) 2.78 (.99) 2.62 (1.01) Pre-vatbaarheid 3.48 (1.43) 3.51 (1.49) 3.48 (1.51) 3.46 (1.39) 3.49 (1.34) Post-vatbaarh 3.28 (1.52) 3.42 (1.50) 3.27(1.64)** 3.48 (1.51) 2.96 (1.38)* Pre-ernst 3.46 (1.55) 3.62 (1.48) 3.42 (1.62) 3.62 (1.57) 3.17 (1.50) Post-ernst 3.12 (1.61)** 3.37 (1.51) 3.17 (1.71) 3.23 (1.62) 2.72 (1.55) Pre-attitude 2.66 (1.12) 2.87 (1.20) 2.63 (1.15) 2.68 (1.08) 2.46 (1.04) Post-attitude 2.63 (1.15) 2.82 (1.25) 2.56 (1.11) 2.66 (1.09) 2.48 (1.15) Pre-Intentie 21.05 (1.46) 21.21 (1.49) 21.05 (1.46) 21.03 (1.59) 20.91 (1.39) Post-Intentie 20.93(1.52)** 21.13 (1.42) 20.91 (1.53) 20.91 (1.66) 20.78 (1.48) Involvement 1.54 (.60) 1.64 (.63) 1.59 (.78) 1.41 (.45) 1.49 (.47)

Noot: Getal tussen haakjes is de standaarddeviatie. Vatbaarheid scoorde van 1 (ja, zeker wel) tot 7 (nee, zeker niet). Ernst scoorde van 1 (helemaal mee eens) tot 7 (helemaal mee oneens). Voorgaand gedrag scoorde van 1 (altijd) tot 5 (nooit). Involvement scoorde van 1 (heel belangrijk) tot 7 (heel onbelangrijk). De celebrity manipulatiecheck scoorde van 1 (ja, zeker wel) tot 5 (nee, zeker niet). Attitude en de frame

manipulatiecheck scoorden van 1 (meest positief) tot 7 (meest negatief). Intentie scoorde op een schaal van 19 (Ja, zeker wel) tot 25 (nee,

(26)

26 5. Discussie

Voorliggend onderzoek heeft framing theorie en celebrity endorsement gecombineerd betreffende vier persuasieve boodschappen met betrekking tot blessure preventie gedrag. De respondenten werden random toegewezen aan één van de vier condities om vervolgens de effecten te meten op ernst, vatbaarheid, gedragsattitude en gedragsintentie. Ook werd

involvement gemeten door op basis van de resultaten de groepen te verdelen in hoog en laag betrokken. Er werden geen framing effecten gevonden, maar uit de resultaten blijkt wel dat het gebruik van een celebrity persuasiever is dan wanneer er gebruik wordt gemaakt van een onbekend persoon. Daarnaast blijkt uit de significante interactie tussen type frame en type source dat de meest persuasieve boodschap een celebrity source bevat die meldt wat de negatieve uitkomsten zijn van het niet doen van een warming up. Dit interactie-effect werd ook gevonden wanneer er gecontroleerd werd voor mate van betrokkenheid. De resultaten tonen dus aan dat het uitmaakt wie wat zegt om sportblessures te kunnen voorkomen.

De verwachting dat celebrity endorsement effectiever is dan non-celebrity

endorsement op basis van Erdogan (1999) wordt in dit onderzoek dus ondersteund. Echter stelt Erdogan (1999) dat het effect van celebrity endorsement effectiever in alle gewenste uitkomsten is, dat is in dit onderzoek niet het geval. Slechts voor de mate van vatbaarheid is een effect gevonden van celebrity endorsement. De meeste respondenten in dit onderzoek gaven aan dat zij zelf voetballen, de verwachting van Brown en Matviuk (2010) dat mensen die wellicht al geïnteresseerd zijn in bepaalde sportcelebrities meer beïnvloedbaar zijn door deze celebrities en hun gezondheidsovertuigingen kan ondersteuning vinden in dit onderzoek. Het is mogelijk dat de respondenten zich konden identificeren met Messi en daardoor

ontvankelijker waren voor de boodschap die hij overbracht. Messi werd namelijk zowel als een bekendheid, maar ook als een expert gezien op basis van de uitgevoerde pre-test.

(27)

27 Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen of het effect van celebrity endorsement door de bekendheid an sich wordt veroorzaakt, en/of dat identificatie een verklarend mechanisme is zoals Brown en Basil (1995) hebben gesteld. Een beperking in dit onderzoek is namelijk dat vrouwen oververtegenwoordigd zijn, terwijl in de manipulaties alleen gebruik werd gemaakt van mannelijke endorsers. Om verder te onderzoeken wat identificatie voor invloed kan hebben met betrekking tot celebrity endorsement is het voor vervolgonderzoek interessant om geslacht te matchen met het geslacht van de endorsers.

Wat framing theory betreft spreekt dit onderzoek een aantal voorgaande onderzoeken tegen. In dit onderzoek gaat het om preventiegedrag, dit wordt volgens Rothman et al. (2006) en Jones et al. (2003) het best beïnvloed door het gebruik van een gain frame, echter in dit onderzoek blijkt een loss frame effectiever te zijn wanneer dit door een celebrity wordt gecommuniceerd. Dit resultaat ligt in lijn met het resultaat uit onderzoek van De Bruijn, Out en Rhodes (IN PRESS) waarin met betrekking tot sportgedrag ook alleen een effect werd gevonden van een loss frame. De resultaten uit voorliggend onderzoek bevestigen dat er nog steeds tegenstrijdige uitkomsten zijn betreffende de effectiviteit van framing theory wanneer verschillende onderzoeken worden vergeleken. Het type frame zorgde hier zelf niet voor een significant effect. Echter wanneer dit werd gecombineerd met celebrity endorsement

ontstonden er wel degelijk verschillen. Dit komt overeen met de resultaten uit Buda en Zhang (2000) en Druckman (2001) waarin framing effecten afhankelijk zijn van source credibility.

Het is voor vervolgonderzoek dan ook nuttig om te bekijken of er verklarende mechanismes zijn waardoor er framing effecten ontstaan. Ook zal altijd moeten worden gekeken naar het type gedrag dat wordt beoogd.

De mate van betrokkenheid in dit onderzoek is bovengemiddeld hoog. Hierdoor is een onderscheid gemaakt in hoog en laag betrokken op basis van de mediaan. Dit betekent wel dat respondenten die als laag betrokken werden geclassificeerd eigenlijk nog steeds hoog

(28)

28

betrokken waren. De verwachting dat mate van betrokkenheid in verband staat met framing op basis van het onderzoek van Meyers-Levy en Maheswaran (2004) wordt in dit onderzoek dus gedeeltelijk ondersteund. Door de algehele hoge mate van betrokkenheid kan het zijn dat de respondenten in dit onderzoek de boodschap op een systematische manier hebben

verwerkt. Wanneer op een systematische manier wordt verwerkt, wordt verwacht dat een loss frame effectiever is. In combinatie met celebrity endorsement, dat volgens Erdogan (1999) te allen tijden effectiever is, kan dus worden gesteld dat hoog betrokken mensen meer

beïnvloedbaar zijn door een loss frame verkondigd door een celebrity met betrekking tot blessure preventie. Op basis van huidig onderzoek kan er helaas verder niet veel worden gezegd over een verschil in hoge of lage betrokkenheid. Voor vervolgonderzoek is het

belangrijk om respondenten bij voorbaat proberen te verdelen over condities waarin men hoog of laag betrokken is. Zodoende kan het verwachtte verklarende mechanisme involvement beter worden onderzocht.

Ook is het van belang om te bekijken in hoeverre de combinatie celebrity en loss frame daadwerkelijk kan zorgen voor een effect in gedrag. Het effect op verandering van vatbaarheid is interessant doordat vatbaarheid een belangrijke voorwaarde is voor intentie en gedragsverandering met betrekking tot gezondheidsgedrag (Pechman, Zhao, Goldberg & Reibling, 2003). Op basis van protection motivation theory en het extended parallel proces model blijkt namelijk dat individuen die zich vatbaar voelen gemotiveerder raken om angst af te wenden en preventie gedrag over te nemen. Op basis van de mate van vatbaarheid, ernst en daarnaast de waargenomen gedragscontrole zal een individu namelijk kiezen voor

gevaarcontrole of angstcontrole. Iemand kiest voor gevaarcontrole wanneer diegene zich vatbaar voelt, maar wel het idee heeft dat voorgestelde maatregelen effectief zijn om vervolgens eerder het aanbevolen gedrag over te nemen (Pechman et al., 2003). Met betrekking tot blessure preventie oefeningen is het dus interessant om vervolgonderzoek te

(29)

29

verrichten naar de waargenomen gedragscontrole. Wanneer een celebrity de negatieve

gevolgen van het niet doen van warming up oefeningen benoemt en men zich vatbaarder gaat voelen, maar daarnaast ook blijkt dat de preventie oefeningen die men kan doen effectief zijn om deze vatbaarheid te verminderen kan dit tot gevaarcontrole en dus een gedragsverandering leiden.

In voorliggend onderzoek is het tijdsverschil tussen de voor- en nameting dermate klein dat een verschil in attitude of intentie nagenoeg niet zou kunnen worden gevonden. Het is dus van belang om naast het meten van de waargenomen gedragscontrole ook door middel van een follow-up onderzoek te meten of de combinatie celebrity x loss frame een effect heeft op gedragsattitude, gedragsintentie en daadwerkelijk gedrag wanneer er meer tijd zit tussen de manipulatie en de meting.

(30)

30 6. Appendix

Celebrity x loss frame

(31)

31

Non-celebrity x loss frame

(32)

32 Literatuur

Ajzen, I., & Madden, T. J. (1986). Prediction of goal-directed behavior: Attitudes, intentions, and perceived behavioral control. Journal of experimental social psychology, 22(5), 453-474.

Amos, C., Holmes, G., & Strutton, D. (2008). Exploring the relationship between celebrity endorser effects and advertising effectiveness. International Journal of Advertising, 27(2), 209-234.

Atkin, C., & Block, M. (1983). Effectiveness of celebrity endorsers. Journal of Advertising Research.

Biswas, D., Biswas, A., & Das, N. (2006). The differential effects of celebrity and expert endorsements on consumer risk perceptions. The role of consumer knowledge, perceived congruency, and product technology orientation. Journal of Advertising, 35(2), 17-31.

Borgers, N. (2003). Questioning Children’s Responses: The Effects of Child and Question Characteristics on Response Quality in Self-administered Survey Research with Children and Adolescents. Utrecht: Utrecht University.

Brown, W. J., & Basil, M. D. (1995). Media celebrities and public health: Responses to'Magic'Johnson's HIV disclosure and its impact on AIDS risk and high-risk

(33)

33

Brown, W. J., & de Matviuk, M. A. C. (2010). Sports celebrities and public health: Diego Maradona's influence on drug use prevention. Journal of health communication, 15(4), 358-373.

Buda, R., & Zhang, Y. (2000). Consumer product evaluation: the interactive effect of message framing, presentation order, and source credibility. Journal of Product & Brand

Management, 9(4), 229-242.

Consument en Veiligheid (2007). Factsheet ‘Letsel door ongevallen en geweld: Kerncijfers’.

Amsterdam: Consument en Veiligheid.

De Bruijn, G. J., Out, K. & Rhodes, R. E. (IN PRESS). Testing the effects of message framing, kernel state, and exercise guideline adherence on exercise intentions and resolve.

British Journal of Health Psychology.

Druckman, J. N. (2001). On the limits of framing effects: who can frame?.Journal of Politics, 63(4), 1041-1066.

Engebretsen, L., Soligard, T., Steffen, K., Alonso, J. M., Aubry, M., Budgett, R., ... & Renström, P. A. (2013). Sports injuries and illnesses during the London Summer Olympic Games 2012. British journal of sports medicine,47(7), 407-414.

Erdogan, B. Z. (1999). Celebrity endorsement: a literature review. Journal of Marketing Management, 15(4), 291-314.

(34)

34

Gallagher, K. M., & Updegraff, J. A. (2012). Health message framing effects on attitudes, intentions, and behavior: a meta-analytic review. Annals of behavioral medicine, 43(1), 101-116.

Gerend, M. A., & Cullen, M. (2008). Effects of message framing and temporal context on college student drinking behavior. Journal of Experimental Social Psychology, 44(4), 1167-1173.

Grewal, D., Gotlieb, J., & Marmorstein, H. (1994). The moderating effects of message framing and source credibility on the price-perceived risk relationship.Journal of Consumer Research, 145-153.

Jones, L. W., Sinclair, R. C., & Courneya, K. S. (2003). The Effects of Source Credibility and Message Framing on Exercise Intentions, Behaviors, and Attitudes: An Integration of the Elaboration Likelihood Model and Prospect Theory1. Journal of Applied Social

Psychology, 33(1), 179-196.

Junge, A., Lamprecht, M., Stamm, H., Hasler, H., Bizzini, M., Tschopp, M., ... & Dvorak, J. (2011). Countrywide campaign to prevent soccer injuries in Swiss amateur players. The American Journal of Sports Medicine, 39(1), 57-63.

Kahneman, D., & Tversky, A. (1979). Prospect theory: An analysis of decision under risk. Econometrica: Journal of the Econometric Society, 263-291.

(35)

35

Linville, P. W., Fischer, G. W., & Fischhoff, B. (1993). AIDS risk perceptions and decision biases.

McCracken, G. (1989). Who is the celebrity endorser? Cultural foundations of the endorsement process. Journal of Consumer research, 310-321.

Meyers-Levy, J., & Maheswaran, D. (2004). Exploring message framing outcomes when systematic, heuristic, or both types of processing occur. Journal of Consumer

Psychology, 14(1), 159-167.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Kabinetsnota ‘Tijd voor sport; Bewegen,

Meedoen, Presteren’. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2005.

Moorman, M., & Van den Putte, B. (2008). The influence of message framing, intention to quit smoking, and nicotine dependence on the persuasiveness of smoking cessation messages. Addictive Behaviors, 33, 1267-1275.

O'Keefe, D. J., & Jensen, J. D. (2007). The relative persuasiveness of gain-framed loss-framed messages for encouraging disease prevention behaviors: A meta-analytic review. Journal of Health Communication, 12(7), 623-644.

(36)

36

Pechman, C., Zhao, G., Goldberg, M.E. & Reibling, E. T. (2003). What to convey in antismoking advertisements for adolescents: The use of protection motivation theory to identity effective messages thmes. Journal of marketing, 67(2), 1-18.

Petty, R. E., Cacioppo, J. T., & Schumann, D. (1983). Central and peripheral routes to advertising effectiveness: The moderating role of involvement. Journal of consumer research, 10(2), 135.

Rothman, A. J., Bartels, R. D., Wlaschin, J., & Salovey, P. (2006). The Strategic Use of Gain‐ and Loss‐Framed Messages to Promote Healthy Behavior: How Theory Can Inform

Practice. Journal of Communication, 56(s1), S202-S220.

Silvera, D. H., & Austad, B. (2004). Factors predicting the effectiveness of celebrity endorsement advertisements. European Journal of Marketing,38(11/12), 1509-1526.

Speck, P. S., Schumann, D. W., & Thompson, C. (1988). Celebrity endorsements-scripts, schema and roles: Theoretical framework and preliminary tests. Advances in consumer research, 15(1), 69-76.

Valkenberg, H., Donker, G.A., Schoots, W., Vriend, I.(2010). Sportblessures bij de huisarts. Sport en Geneeskunde, 43(2), 2-9.

(37)

37

Wu, W. Y., Linn, C. T., Fu, C. S., & Sukoco, B. M. (2012). The Role of Endorsers, Framing, and Rewards on the Effectiveness of Dietary Supplement Advertisements. Journal of health communication, 17(1), 54-75.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

However, as can be seen in table 7, the averages of the different aspects of brand image are lower for the respondents who were confronted with a celebrity

The theoretical review of the study will focus on: - Compliance to Policies, prescribed financial procedures and other provisions and regulations like Public Finance Management

Conflicted clocks: social jetlag, entrainment and the role of chronotype: From physiology to academic performance; from students to working adults1. University

Grafting reaction of CH3SH on ULTRASIL® 7000 GR In order to determine if any interaction between SH function of Si 263® and silanol sites of silica surface occurs, an IR operando

Objective: This study determined outcome and quality of life (QOL) in octogenarians, compared with patients aged &lt;80 years, 1 year after endovascular aortic aneurysm repair

Om met meer zekerheid te stellen dat dit waargenomen verband tussen controle en stress aanwezig is bij mensen met een antisociale persoonlijkheid, en niet enkel bij mensen

mainly caused by electrical noise and the pick-up of interfer- ence, which exists in the entire frequency spectrum. Effective filtering is thus crucial for the effective