MINISTERIE VAN ONDERWIJS , WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN V.W.O. 2015
VAK: : WISKUNDE ll
DATUM : Donderdag, 18 juni 2015 TIJD : 07.15 – 10.15 uur
Aantal opgaven : 5 Aantal pagina’s :2
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.
---
Opgave 1.Gegeven de lijnen
1 2 0 2 : , b a x lab en 0 2 1 3 2 1 :x m en de vlakken Vc:x2ycz5 en Wd :xyd. [7] a. Vc bevat la,b en d(la,b,Wd) 2. Bereken a, b, c en d.
[7] b. De projectie van la,b op Vc is een punt en de afstand van de kruisende lijnen la,b en m is gelijk aan 5. Bereken a, b en c.
Opgave 2. Gegeven de bol B: x2 (y1)2 (z2)2 9 , het vlak Vd :2xy d, de lijn 1 1 2 0 0 5 :x l en de punten P(4,0,1) en Q(5,0,0) .
[5] a. Bol B snijdt Vd volgens een cirkel C met middelpunt N(2,a,b). Bereken a en b en de straal van C.
[13] b. Neem d 1. Bol D gaat door P, raakt l in Q en raakt tevens V . 1
Bepaal een vergelijking van D.
Opgave 3. Gegeven de kegelsneden 1
2 ) 2 ( ) 1 ( : 2 2 2 , ab x a y Kab en L:4x py2 6py811p0
[2] a. Voor welke a en b is Ka,b een orthogonale hyperbool.
[8] b. Neem a2 en b241. Bepaal de toppen, de brandpunten en de asymptoten van 4 1 2 , 2
K . Teken ook deze kegelsnede .
[2] c. Voor welke p heeft de lijn y p hoogstens één punt gemeen met de grafiek van 4 1 2 , 2 K .
[4] d. Bereken de coördinaten van de top en het brandpunt van L.
Opgave 4. Voor elke p is de lineaire afbeelding Ap :3 3 gegeven door de matrix 2 1 1 1 1 0 1 1 p p p p p
[6] a. Het Ap beeld van de lijn
1 2 0 2 1 : a x
l snijdt het origineel loodrecht. Bereken a en p.
Neem p2 in de onderdelen b en c .
[10] b. Bepaal de lijnen die onder A op zichzelf worden afgebeeld . 2
. [6] c. Lijn 2 3 : b c c b x
m ligt in het A -origineel van het vlak 2 ': 2 4
z x
V .
Bereken b en c.
[4] d. Neem p1. Bepaal A1inv.
Opgave 5. Van een lineaire afbeelding A is gegeven:
9 10 9 22 9 8 2 0 2 A , 9 13 9 7 9 5 1 1 1 A en 9 1 9 4 9 8 1 0 0 A
[9] a. Toon aan dat
9 1 9 8 9 4 9 4 9 4 9 7 9 8 9 1 9 4
de matrix is van A en laat ook zien dat A
orthogonaal is. [3] b. Bereken p en q als 2 1 2 2 ) ( q2 p q p AoAT . [4] c. Lijn 1 0 2 :x
l ligt in het A-origineel U van het vlak V:axbybz0
Bepaal het vlak V.
cijfer
10 10