• No results found

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Colleges van Bestuur mbo instellingen

Datum Betreft

23 maart 2010

Specifieke informatie instroom- en doorstoomklassen

Geachte heer/mevrouw,

Het is mij gebleken dat een enkele passage van mijn brief van 6 januari 2010 (BVE/I&I/171783) verwarring oproept in het mbo-veld.

Reden genoeg om u met deze brief nog meer helderheid te verschaffen.

Het gaat mij om een eensluidende uitleg van de volgende passage uit de brief van 6 januari, letterlijk citaat:

"Hoe verhoudt zo'n lob-traject zich tot de eis van 850 klokuren per schooljaar?

Antwoord:

De eis van de 850 uren in instellingstijd verzorgd onderwijs (urennorm) heeft betrekking op de opleiding. De instelling die een opleiding aanbiedt, moet ervoor zorgen dat alle deelnemers aan die opleiding minimaal 850 uren in instellingstijd verzorgd onderwijs aangeboden krijgen in een schooljaar. Dat laat onverlet dat een individuele deelnemer gaandeweg zijn opleiding tot de conclusie kan komen dat hij een andere opleiding wil gaan volgen en daarom een loopbaantraject gaat volgen. Uit oogpunt van bekostiging telt deze inschrijving mee (zie vraag 1}."

De vraag die naar aanleiding van deze passage boven kwam is of voor een

tussentijds loopbaantraject ook de 850 uren-norm voor de voltijds opleiding geldt.

Het antwoord hierop is stapsgewijs als volgt:

• Deelnemers kunnen alleen ingeschreven staan in een mbo-instelling in een crebo-opleiding.

• Het volgen van deze credo-opleiding kan hooguit voor maximaal drie maanden onderbroken worden voor een loopbaantraject (doorstroomklas of instroomklas) waarbij de inschrijving op de credo-opleiding gehandhaafd blijft. Na het loopbaantraject kan desgewenst de inschrijving worden gewijzigd in een andere credo-opleiding( =overstappen naar andere opleiding).

• Een loopbaantraject (doorstroomklas of instroomklas) kan ook aan het begin van een opleidingstraject bij een mbo-instelling zijn. Ook hier is van meet af aan inschrijving in een credo-opleiding noodzakelijk. De inschrijving kan plaats vinden in een credo-opleiding die de meeste voorkeur van de deelnemer heeft c.q. het beste past. Ook hier kan na het loopbaantraject

R1jnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl Contactpersoon F.N.G. Koster T +31-70-412 2788 f.n.g.koster@minocw.nl

!PC 2150

Onze referentie BVE/l&l/ 198334

Pagina 1 van 2

(2)

inschrijving in een andere credo-opleiding. Zie ook punt B van de brief van 6 januari 20101.

Het onderwijsaanbod aan de deelnemer die een loopbaantraject (instroom- of doorstroom klas) volgt moet in het betreffende schooljaar samen met het onderwijsaanbod op basis van de crebo-opleiding of de crebo-opleidingen (bij overstap) gezamenlijk minimaal 850 uur beslaan. Dat betekent dat ook het in / doorstroomprogramma voor het loopbaantraject van de individuele deelnemer voldoende volume moet hebben vergelijkbaar met het crebo programma. Dit is ook van belang om het voortijdig schoolverlaten te voorkomen.

De instelling verschaft desgevraagd inzicht in de aanwezigheidsregistratie van het onderwijsprogramma (met inbegrip van het loopbaantraject) van de deelnemer.

• Wijzingen in inschrijvingen alsook het volgen van een loopbaantraject (instroom- of doorstroomklas) moeten worden opgenomen in de onderwijsovereenkomst van de deelnemer.

Ik stel hierbij vast dat vanuit bekostiging en controle hierop door de

instellingsaccountant er geen onderscheid is tussen "ingeschreven deelnemers zonder een loopbaantraject" en "ingeschreven deelnemers met een

loopbaantraject". Voor beide categorieën is voor de bekostiging een inschrijving in de credo-opleiding op peilmoment 1 oktober/l februari, de aanwezigheid van een geldige onderwijsovereenkomst noodzakelijk en zij moeten voldoen aan de overige bekostigingsvoorwaarden. Voor de ingeschreven deelnemers op peilmoment 1 oktober geldt dat de instellingsaccountant controleert of de instelling een reëel onderwijsaanbod heelt geprogrammeerd van minimaal 850 uur.

Ik verwacht dat hiermee voor zowel instellingen als toezichthouders elke onduidelijkheid weg is genomen.

Met vriendelijke groet,

·

·~ seneneducatie,

Jea

1 In de brief van 6 januari 2010 wordt gesproken over OCW- bekostiging,

Zowel de brief van 6 januari 2010 alsook deze brief is ook van toepassing op het mbo-deel van de AOC's. Derhalve: waar in de brief van 6 januari 2010 wordt gesproken over "OCW- bekostiging" moet worden gelezen: "OCW/LNV-bekostiging".

Datum 23 maart 2010 Onze referentie BVE/l&l/ 198334

Pagina 2 van 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eustatius wordt subsidie verstrekt voor het uitvoeren van de wettelijke taken, bedoeld in artikel 28, eerste lid van de Wet primair onderwijs BES, artikel 69,

Dit is uitsluitend bedoeld om to voorkomen dat de instelling waar de student op grond van artikel 7.37c van de WHW wordt toegelaten, bekostiging voor deze inschrijving mist.

Over verslagjaar 2019 heeft u zich voor het eerst verantwoord over vijf aangewezen maatschappelijke thema's.1 Over verslagjaar 2020 zijn er enkele wijzigingen in deze thema's.. Zo

De kwaliteit van het personeel is cruciaal voor de kwaliteit van onderwijs en een goede verbinding van het personeelsbeleid met de opgaven waar de school voor staat is van

Daarnaast is voor het opvangen van onderzoekers met een tijdelijke onderzoeksaanstelling in het hoger beroepsonderwijs, van wie het onderzoek door coronaomstandigheden

Ik vraag u in het bestuursverslag een toelichting te schrijven op de wijze waarop het personeelsbeleid is afgestemd op de onderwijskundige visie en de opgaven waar de scholen

Ten opzichte van verslagjaar 2020 zijn nu ook voor Strategisch Personeelsbeleid vragen opgenomen in XBRL.. Een toelichtingo de thma's staat weergegeven in

• Als de accountant niet met zekerheid kan vaststellen op welk moment de onderwijsovereenkomst afgesloten is, of als uit de administratie van de instelling blijkt