• No results found

[Review of: (2010) J. Hemels, Een journalistiek geheim ontsluierd. De Dubbelmonarchie en een geval van dubbele moraal in de Nederlandse pers tijdens de Eerste Wereldoorlog]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "[Review of: (2010) J. Hemels, Een journalistiek geheim ontsluierd. De Dubbelmonarchie en een geval van dubbele moraal in de Nederlandse pers tijdens de Eerste Wereldoorlog]"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© 2012 Royal Netherlands Historical Society | KNHG

Creative Commons Attribution 3.0 Unported License

URN:NBN:NL:UI:10-1-109780 | www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505

BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 127-1 (2012) | review 6

Joan Hemels, Een journalistiek geheim ontsluierd. De dubbelmonarchie en een geval van dubbele moraal in de Nederlandse pers tijdens de Eerste Wereldoorlog (Apeldoorn, Antwerpen: Spinhuis Uitgevers, 2010, 271 p., ISBN 978 90 5589 309 8).

Met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nam Joan Hemels na een lange carrière als docent en hoogleraar Communicatiewetenschap op 20 maart 2009 afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Een journalistiek geheim ontsluierd bevat zijn danig uitgebreide afscheidscollege, aangevuld met bijdragen van (inter)nationale collegae en een oud-student (Sascha de Boer), met twee interviews, zijn curriculum vitae, biografie en bibliografie. Het is niet vreemd dat Hemels een Duits/Oostenrijks onderwerp heeft gekozen voor zijn afscheidsrede. Hij is vele jaren verbonden geweest, als gastdocent en -hoogleraar, aan diverse universiteiten in ondere andere Duitsland en Oostenrijk.

Hoofdpersoon van Hemels’ journalistiek geheim is de uit Bohemen afkomstige Robert Saudek (1880-1935) die in de jaren 1915-1918 het ‘Hollandsch Nieuws-Bureau’ in Den Haag leidt, gefinancierd met Oostenrijks geld. Zijn opdracht is om ten tijde van de Eerste Wereldoorlog – Nederland was neutraal – bij de Nederlandse pers en in haar kielzog de Nederlandse publieke opinie een lans te breken voor de (oorlogs)politiek van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Saudek was dus een propagandist en kennelijk kwijt hij zich zo goed van zijn taak dat hij door Hemels de titel ‘spindoctor’ avant la lettre meekrijgt. Het volgens Hemels succesvol ‘inpakken’ van de Nederlandse pers is slechts één kant van het journalistieke geheim dat hij ontsluiert. Saudek blijkt namelijk niet alleen voor Wenen te werken maar ook Berlijn zijn diensten aan te bieden.

Hemels lijkt zijn bewondering voor Saudek niet onder stoelen of banken te steken. De Néderlandse journalistiek steekt schril af bij Saudeks succesvolle innemendheid, zakelijkheid en pragmatisme. Hemels beklemtoont dat het Saudek vooral te doen is om financieel gewin. Door de diverse partijen tegen elkaar uit te spelen beschikt hij over een succesvolle strategie.

Hemels adstrueert zijn stelling dat een groot deel van de Nederlandse journalistiek tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de leiband liep van buitenlandse mogendheden onder andere met voorbeelden uit de rubriek ‘Telegrammen’ in de Nederlandse dagbladen. Daaruit blijkt, aldus Hemels, dat de hierin opgenomen berichten voor een groot deel afkomstig zijn van het Hollandsch Nieuws-Bureau van Saudek, uiteraard aangestuurd en betaald door Wenen. De sociaal-democratische krant Het Volk is lastiger te winnen voor

(2)

de propaganda van Oostenrijk-Hongarije. De meeste Nederlandse kranten, inclusief Het Volk, prediken een houding van neutraliteit. Anti-Duitse of pro-Ententegeluiden kennen we van De Telegraaf, maar ook van een regionale krant als het Eindhovensch Dagblad of het Amsterdamse persbureau Vaz Diaz. Maar met nieuws en kranten verkopen kon en moest geld verdiend worden, de economische basis van de persbedrijfstak. Tijdens de oorlog kampen uitgeverijen en persbureaus met gestegen prijzen voor bijvoorbeeld papier en moeten ze het hoofd bieden aan (nieuwe) concurrenten zoals het bureau van Saudek. Uit het onderzoek van Hemels in de Weense archieven blijkt dat enkele

buitenlandredacteuren van de toonaangevende – liberale – dagbladen, De Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Algemeen Handelsblad, zich voor het karretje van de Centralen laten spannen (73-74). Zij werken waarschijnlijk via bemiddeling van Saudek, ook als correspondent voor Duitse kranten.

Hemels merkt hierover op: ‘Leggeronderzoek kan zeker aan het licht brengen of een redactie slalommend tussen de Scylla van de Entente en de Charybdis van de

Centralen gewetensvol geprobeerd heeft een middenkoers te volgen. De kool en de geit sparen: was dat wat de meeste of juist maar weinig Nederlandse kranten met de

beperkte middelen die ze hadden bij voorkeur wilden?’ (109) Gelukkig vult hij het tot voor kort gebruikelijke ‘leggeronderzoek’ aan met informatie uit digitaal beschikbare kranten en tijdschriften via onder andere de Koninklijke Bibliotheek.

Hemels’ doet zijn betoog omstandig uit de doeken, wat het voor de lezer lastig maakt de kern van wat hij wil zeggen te kunnen blijven volgen. De lange aan- en uitloop, waarin uitgebreid verslag wordt gedaan van de politieke en staatkundige situatie in Wenen, de uitweidingen over de Oostenrijks-Hongaarse hoofdrolspelers op deze terreinen – geen naam en functie wordt de lezer bespaard –, de noodzakelijk geachte intermezzi en zijpaden, ze halen de vaart uit het verhaal.

Op de achterflap van het boek beweert Hemels dat journalisten die boter op hun hoofd hadden door direct of indirect voor Saudek en zijn Weense en Berlijnse afnemers te werken, na 1918 geen beroep op het zelfreinigend vermogen van hun beroepsgroep deden: ‘Ze werkten de mythe van een onafhankelijke journalistiek in een afzijdig gebleven Nederland in de hand. De auteur vraagt zich af of mede daardoor de risico’s van het proces van gelijkschakeling in het begin van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn onderschat’. Dat is een verbazingwekkende ‘trekker’ om potentiële kopers van dit boek over te halen tot aanschaf. Nergens in deze van details en

overdenkingen overstromende publicatie wordt gewag gemaakt van de pers en journalistiek in Nederland aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het zou interessant geweest zijn wanneer Hemels die lijn naar de volgende twintigste-eeuwse ‘wereldbrand’ ook in zijn boek had doorgetrokken.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘krachtvelden’ en ‘trillingen’, die niet direct empirisch zichtbaar zijn, lijken vandaag geheimzinnig genoeg om dat andere, dat wat per definitie niet empirisch waarneembaar is,

[r]

tekst: Elly Zuiderveld. © Trinity Music (adm

Het geschenk uit Gods hart Jezus, Redder, Hemels geschenk.. Zo wordt vervuld wat

Tom en Michael maken een werkplan om met een experiment in de klas te laten zien dat niet elke bloeddonor geschikt is om bloed te doneren aan iemand met bloedgroep A. Michael

Rode bloedcellen uit de ene druppel bloed plakken aan elkaar doordat hun antigenen binden aan antistoffen uit de andere druppel bloed.. Uit het antwoord moet

Onze eerwaarde vader, heer Johan Brinckerinck, had haar geboden Onze-Lieve-Heer, wanneer zij Hem bij zich zag, opdracht te geven heen te gaan want zij mocht Hem niet zien..

wordt wel het alder-meeste veroorsaeckt door het noodigh behoef des lichaems, die daerom den arebeyt niet naer sullen laeten in het besorghen van het tijdelijck, om dat sy, hoe wel