• No results found

Ooghe presentatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ooghe presentatie"

Copied!
149
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

De financiering van het hoger onderwijs:

wie moet de rekening betalen?

(2)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Uitbreiding hoger onderwijs

(3)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Druk op publieke middelen

(4)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Meer recent ook druk op private middelen

en nieuwe vormen van financiering (in Europa):

‘langstudeerderboete’ (AU, BE, DK, FI, FR, NL, NO, SE), ‘sociale’ studieleningen (DE, NO, SE, UK).

(5)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Meer recent ook druk op private middelen

en nieuwe vormen van financiering (in Europa):

‘langstudeerderboete’ (AU, BE, DK, FI, FR, NL, NO, SE), ‘sociale’ studieleningen (DE, NO, SE, UK).

(6)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Meer recent ook druk op private middelen

en nieuwe vormen van financiering (in Europa):

‘langstudeerderboete’ (AU, BE, DK, FI, FR, NL, NO, SE),

(7)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Meer recent ook druk op private middelen

en nieuwe vormen van financiering (in Europa):

‘langstudeerderboete’ (AU, BE, DK, FI, FR, NL, NO, SE),

(8)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(9)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(10)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten?

ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(11)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten?

ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(12)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(13)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(14)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(15)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Waarom deze les?

Druk op middelen—publiek en privaat—zal vermoedelijk

niet afnemen in de toekomst:

studentenaantallen?

toename internationale studenten? ook andere maatschappelijke noden?

Budgettaire druk is een praktisch argument, geen

economisch argument, om de financiering van het hoger

onderwijs te hervormen.

Deze les wil:

economische argumenten aanreiken om na te denken over de financiering van het hoger onderwijs;

(empirische evidentie samenvatten, om de aannemelijkheid van deze argumenten te kunnen inschatten.)

(16)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Uitgangspunt

De individuele participatiebeslissing

een rationele afweging van private kosten en baten

is uitgangspunt van deze les.

(17)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Uitgangspunt

De individuele participatiebeslissing

een rationele afweging

van private kosten en baten

is uitgangspunt van deze les.

(18)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Uitgangspunt

De individuele participatiebeslissing

een rationele afweging

van private kosten en baten

is uitgangspunt van deze les.

(19)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Uitgangspunt

De individuele participatiebeslissing

een rationele afweging

van private kosten en baten

is uitgangspunt van deze les.

(20)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

(21)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

(22)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

(23)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Overzicht

financiering hoger onderwijs is complex vraagstuk

(en dan vergeten we heel wat zaken – zie later)

(24)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Overzicht

financiering hoger onderwijs is complex vraagstuk

(25)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Overzicht

financiering hoger onderwijs is complex vraagstuk

(26)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf; student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt; onderwijs- en arbeidsmarkt.

(27)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf; student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt; onderwijs- en arbeidsmarkt.

(28)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf;

student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt; onderwijs- en arbeidsmarkt.

(29)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf;

student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt; onderwijs- en arbeidsmarkt.

(30)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf; student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt; onderwijs- en arbeidsmarkt.

(31)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf; student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt;

(32)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Marktfalingen

‘Laisser-faire’ is uitgangspunt:

veronderstel geen overheidsinterventie;

student betaalt kosten van hoger onderwijs zelf; student zal evtl. hiervoor lening moeten afsluiten.

We bekijken mogelijke falingen in de volgende markten:

krediet- en verzekeringsmarkt;

(33)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(34)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(35)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(36)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(37)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

Deelname hoger onderwijs te laag vanuit sociaal oogpunt.

(38)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk;

risicopremie & kredietbeperkingen; ‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

Deelname hoger onderwijs te laag vanuit sociaal oogpunt.

(39)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk;

risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

Deelname hoger onderwijs te laag vanuit sociaal oogpunt.

(40)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

Deelname hoger onderwijs te laag vanuit sociaal oogpunt.

(41)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(42)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Risico in de krediet- en verzekeringsmarkt

Keuze voor hoger onderwijs brengt (extra) risico’s mee.

Als je een lening wil afsluiten, dan leiden deze risico’s

ook tot risico’s voor je kredietverstrekker, en

tot marktfalingen, indien ze moeilijk te verzekeren zijn.

Maar waarom zijn deze risico’s moeilijk te verzekeren?

hypotheek op menselijk kapitaal niet mogelijk; risicopremie & kredietbeperkingen;

‘moreel’ risico;

(averechtse selectie/correlatie tussen risico’s – zie tekst).

(43)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(44)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben

op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(45)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben

op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(46)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(47)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en

de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(48)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en

de levensverwachting in de maatschappij stijgen,

(rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(49)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen,

(rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(50)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat scholieren geen rekening houden met ‘+’ effect.

(51)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat

(52)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Spill-overeffecten’

Spill-overeffecten ontstaan wanneer

individuele beslissingen een (rechtstreekse) invloed hebben op het welzijn van andere individuen.

Bvb. een hoger % hooggeschoolden doet

de lonen van laaggeschoolden toenemen, en de levensverwachting in de maatschappij stijgen, (rechtstreeks en bovenop individuele effecten.)

In geval van ‘

+

’ spill-overeffect zal er

te weinig deelname zijn aan het hoger onderwijs, omdat

(53)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Peer group-effecten’

Peer group-effect is een soort spill-over effect in de

productie van kennis en vaardigheden.

Bvb. je leerproces in HO verloopt sneller en intensiever,

naarmate je samenzit met betere medeleerlingen.

Peer-groupeffect zal typisch leiden tot

te veel deelname aan het hoger onderwijs omdat marginale deelnemer geen rekening houdt met ‘ ’ effect.

(54)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Peer group-effecten’

Peer group-effect is een soort spill-over effect in de

productie van kennis en vaardigheden.

Bvb. je leerproces in HO verloopt sneller en intensiever,

naarmate je samenzit met betere medeleerlingen.

Peer-groupeffect zal typisch leiden tot

te veel deelname aan het hoger onderwijs omdat marginale deelnemer geen rekening houdt met ‘ ’ effect.

(55)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Peer group-effecten’

Peer group-effect is een soort spill-over effect in de

productie van kennis en vaardigheden.

Bvb. je leerproces in HO verloopt sneller en intensiever,

naarmate je samenzit met betere medeleerlingen.

Peer-groupeffect zal typisch leiden tot

te veel deelname aan het hoger onderwijs omdat marginale deelnemer geen rekening houdt met ‘ ’ effect.

(56)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Peer group-effecten’

Peer group-effect is een soort spill-over effect in de

productie van kennis en vaardigheden.

Bvb. je leerproces in HO verloopt sneller en intensiever,

naarmate je samenzit met betere medeleerlingen.

Peer-groupeffect zal typisch leiden tot

te veel deelname aan het hoger onderwijs omdat

(57)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Peer group-effecten’

Peer group-effect is een soort spill-over effect in de

productie van kennis en vaardigheden.

Bvb. je leerproces in HO verloopt sneller en intensiever,

naarmate je samenzit met betere medeleerlingen.

Peer-groupeffect zal typisch leiden tot

te veel deelname aan het hoger onderwijs omdat

(58)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

Essentiële ingrediënten:

fitheid mannetjespauw niet gekend door vrouwtje, en kost van staart daalt met fitheid van mannetje. (geloofwaardig signaal)

(59)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

Essentiële ingrediënten:

fitheid mannetjespauw niet gekend door vrouwtje, en kost van staart daalt met fitheid van mannetje. (geloofwaardig signaal)

(60)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

Essentiële ingrediënten:

fitheid mannetjespauw niet gekend door vrouwtje, en

kost van staart daalt met fitheid van mannetje. (geloofwaardig signaal)

(61)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

Essentiële ingrediënten:

fitheid mannetjespauw niet gekend door vrouwtje, en

kost van staart daalt met fitheid van mannetje. (geloofwaardig signaal)

(62)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(63)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever

studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(64)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever

studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(65)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(66)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs,

zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(67)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs,

zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(68)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(69)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost, te veel participatie in het hoger onderwijs.

(70)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost,

(71)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

‘Signaling’

student = pauw:

productiviteit niet gekend door werkgever studiekost daalt met productiviteit. (geloofwaardig signaal)

Hoge productiviteit-individuen

kunnen hun productiviteit signaleren via hoger onderwijs, zich zo onderscheiden van de anderen, en

krijgen hierdoor hoger inkomen (ten koste van anderen).

Signaling (via hoger onderwijs) leidt tot

enkel herverdeling, met een (dubbele) kost,

(72)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Overzicht marktfalingen

theorie

empirie

marktfaling

participatie

evidentie

noot

(krediet)beperkingen

te laag

X

KT

<

LT

onvolledige verzekering

te laag

X

beperkt

moreel risico

te hoog

X

beperkt

spill-overeffect

te laag

?

complex

peer-group effect

(te hoog)

X

klein

(73)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(74)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(75)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(76)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(77)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(78)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen, sociale interacties.

(79)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen,

(80)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Gedragsfalingen

Inzichten uit psychologie stellen de ‘homo economicus’

een doordachte

wilskrachtige, en

egocentrische beslissingsnemer

als model voor menselijk handelen in vraag.

Afwijking van rationeel gedrag = ‘gedragsfaling’

We bekijken:

inschattingsfouten van private kosten, baten, en kansen,

(81)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten; de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes, liberalisme versus paternalisme.

(82)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten;

de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes, liberalisme versus paternalisme.

(83)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten;

de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes, liberalisme versus paternalisme.

(84)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten; de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes, liberalisme versus paternalisme.

(85)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten; de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes,

liberalisme versus paternalisme.

(86)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten; de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes,

liberalisme versus paternalisme.

(87)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Voorzichtigheid geboden

Toepassing van psychologische principes in economie—en

zeker in hoger onderwijseconomie—is nieuw

bevestiging nodig voor sommige experimentele resultaten; de verklarende psychologische mechanismen in wat volgt (en in tekst) zijn vaak speculatief.

Niet altijd duidelijk of gedragsfalingen echt ‘falingen’ zijn:

mensen identificeren zich soms met ‘foute’ keuzes,

liberalisme versus paternalisme.

(88)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(89)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(90)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag;

baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(91)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag;

baten (en financiële hulp) onderschat!te laag;

kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(92)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag;

kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(93)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(94)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’; (framing, tijdsvoorkeuren, risicovoorkeuren – zie tekst).

(95)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’;

(96)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Inschattingsfouten

Rationele participatiebeslissing vereist correcte kennis van

kosten, baten, en kansen.

De feiten suggereren dat het fout gaat in elke stap:

kosten worden overschat, en zijn onzeker!te laag; baten (en financiële hulp) onderschat!te laag; kansen worden overschat (?)!te hoog.

Het probleem is complexer dan een kwestie van juiste

informatie alleen.

verklarende mechanismen uit psychologie belangrijk:

(maar eerder speculatief, wat hoger onderwijs betreft)

irrationele weging van kosten en baten, bvb. ‘salience’;

(97)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Sociale interacties

Drijfveer menselijk handelen niet beperkt tot materieel

eigenbelang.

Mensen zijn bijvoorbeeld ook gevoelig voor

hun positie in de maatschappij (status); wat anderen doen (conformiteit).

(98)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Sociale interacties

Drijfveer menselijk handelen niet beperkt tot materieel

eigenbelang.

Mensen zijn bijvoorbeeld ook gevoelig voor

hun positie in de maatschappij (status); wat anderen doen (conformiteit).

Wat zijn de gevolgen voor participatie?

(99)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Sociale interacties

Drijfveer menselijk handelen niet beperkt tot materieel

eigenbelang.

Mensen zijn bijvoorbeeld ook gevoelig voor

hun positie in de maatschappij (status);

wat anderen doen (conformiteit).

Wat zijn de gevolgen voor participatie?

(100)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Sociale interacties

Drijfveer menselijk handelen niet beperkt tot materieel

eigenbelang.

Mensen zijn bijvoorbeeld ook gevoelig voor

hun positie in de maatschappij (status);

wat anderen doen (conformiteit).

(101)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Sociale interacties

Drijfveer menselijk handelen niet beperkt tot materieel

eigenbelang.

Mensen zijn bijvoorbeeld ook gevoelig voor

hun positie in de maatschappij (status); wat anderen doen (conformiteit).

(102)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen, status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus te veel participatie in het hoger onderwijs.

(103)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen,

status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus te veel participatie in het hoger onderwijs.

(104)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen,

status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus te veel participatie in het hoger onderwijs.

(105)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen, status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus te veel participatie in het hoger onderwijs.

(106)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen, status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus

(107)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Status

Veronderstel dat

mensen status halen uit diploma of inkomen, status een positioneel spel is, waardoor er voor elke winnaar een verliezer is.

Dan leidt streven naar status tot

een negatief spill-overeffect, en dus

(108)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(109)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(110)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(111)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(112)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(113)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(114)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Conformiteit

Veronderstel dat de bereidheid tot deelname HO ook

afhangt van

wat je leeftijdsgenoten doen, bv.,

extra baat indien je keuze de meerderheidskeuze is in je sociale groep.

(extra kost indien je keuze de minderheidskeuze is in je sociale groep.)

Dan leidt conformiteit tot

te weinig participatie in sociale groepen met lagere gemiddelde vaardigheden,

te veel participatie in sociale groepen met hogere gemiddelde vaardigheden.

(115)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Overzicht gedragsfalingen

theorie

empirie

‘gedragsfaling’

participatie

evidentie

noot

inschattingsfouten

te laag

X

framing-effecten te laag X VS vs. EU tijdsvoorkeuren te laag

?

risicovoorkeuren beide X beperkt

status

te hoog

X

inkomen

(116)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Toename internationale studenten

(117)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie), eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(118)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft,

75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie), eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(119)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft,

75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie), eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(120)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie), eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(121)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(122)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(123)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(124)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(125)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma? (rol supranationale instellingen)

(126)

Aanleiding Overzicht Marktfalingen Gedragsfalingen Beleid en problemen

Mobiliteit & ‘the war on talent’

(Internationale) mobiliteit van studenten sterk gestegen

25% van internationale studenten in OESO blijft, 75% ervan omwille van werk.

Migratie van internationale studenten creëert een surplus

vooral voor migrant (en familie),

eventueel ook voor het gastland,

nadeel voor het thuisland (maar: terugkeer).

Migratie creëert surplus op wereldvlak, maar:

verdeling surplus?

‘war on talent’ = gevangenendilemma?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In bovenstaande afbeelding is het conceptueel model weergegeven. Het bovenste gedeelte van de afbeelding was al eerder toegelicht. Zoals te zien in het conceptueel model is per

Vorig jaar is veel tijdelijke huisvesting gerealiseerd voor internationale studenten, in totaal 415 kamers, o.a.. op de locaties Suikerlaan

Op basis van een eerste analyse van de ontwikkeling van vraag en aanbod van en voor internationale studenten verwachten wij dat er tot 2025 circa 1.500 extra eenheden extra nodig

Hoeveel andere panden in de Gemeente Groningen waarin kamers verhuurd worden, hebben de bestemming ‘maatschappelijke dienst’?. Is het college met ons van mening dat het hier, ook

Rijk wordt verklaard door twee factoren: het natuurlijk saldo (het geboortecijfer minus het sterftecij- fer) en het extern migratiesaldo (de internationale immigratie minus de

In de derde graad van het secundair onderwijs is duidelijk een tegengestelde verdeling van autochtone of niet-doelgroepleer- lingen én allochtone of doelgroepleerlingen vast te

Twee standaarden, DCAT (RDF taal interoperabiliteit tussen datacatalogen gepubliceerd op het web) van W3C en FIWARE NGSI-LD van ETSI (open framework uitwisseling

In hoeverre heeft sense of place, bestaand uit place attachment, place identity en place dependence, invloed op de gedragsintentie van studenten om wel of niet in Twente te