• No results found

Paasexcursie 2006 in de Champagne

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Paasexcursie 2006 in de Champagne"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Paasexcursie

2006 in de

Champagne

Leonard Vaessen*

Paleogeen

van het Bekkenvan

Parijs

De

Champagne

is het

oostelijke

deel van het beroemde Bekkenvan

Parijs.

Een sedimentatiebekken uit het

Paleo-geenmetveel

opeenvolgingen

vantrans-en

regressies.

Een

transgressie

en een

regressie

vormensamen een sedimen-taire

cyclus.

In het Bekkenvan

Parijs zijn

zesgroteenenkele kleine

neven

cycli

teonderscheiden. De zesgrote

zijn

van oud naar

jong;

1 hetDano-Montien; 2 hetThanetien;

3 het

Ypresien (tijdens

deze

periode

was het

Parijse

Bek-kenvoor een

tijdje

vanhet Noordzee Bekken

gescheiden

door

opheffing

vandeAnticlinaalvanArtois in het

noord-westen,

3a het

Spamacien (brakke

enzoetekleienen

lignieten),

3b hetCuisien,

tijdens

het Cuisienweer

overstroming

overde

drempel

van

Artois;

4 hetLutetien,

tijdens

het

Vroeg

enMidden Lutetien werden marienekalken

afgezet. Tijdens

het LaatLutetien

weer

stijging

vande As vanArtoisendusweerminder

mariene

invloed;

5 hetBartonien;

6 het

Stampien (Rupelien)

(zie

ook tabel

1)

Tijdens

de excursie hebbenwealleen in

afzettingen

uit het Lutetien verzameld.

Denaam vandeetageLutetien is in 1883

ingevoerd

door Albert de

Lapparent

enis

afgeleid

vanLutetia,de Romeinse

naamvoor

Parijs.

Hij

heeft echter geen echte stratotype sectie aangewezenmaar eentype

gebied

metcalcaire gros-sier. In 1981 is door

Alphonse

Blondeaueenneostratotype

ingevoerd (lit. 2).

Het nieuwestratotypevoorhet Lutetien

ligt

50 kmtennoordenvan

Parijs. Bij

St. Leu d’Esserent

ligt

het onderstedeel,vanhetCuisientotenmetde ‘Banc Saint Leu’vanhet Midden Lutetienen

bij

St.

Vaast-Les-Mello

ligt

hetneostratotypevanderestvan het Lutetien.

(Zie

tabel2,

pagina 54).

Lithostratigrafie

van het Lutetien Het is niet

eenvoudig

om aante

gevenwelke formatieswe

op de diverse

vindplaatsen

hebben

gezien.

In de

gids

‘Bas-sin de Paris’en andere oudere literatuur word

je

meestal het bos in

gestuurd

met

aanduidingen

als Lutetien

Moyen:

calcaire sableuxa Cerithiumgiganteum:couche

mamo-sableusesa Cérithes, of Lutetien

Supérieur:

Sablesroux

violacés. Maar dit

zijn aanduidingen

van

beschrijvende

aard

enals

je paleontologie

en

stratigrafie

wilt

bedrijven

zie

je

liever ook

algemeen

erkende formatienamenofnamenvan

lagen,

zodat

je

de

spullen

die herender in het Bekkenvan

Parijs

verzameld

zijn

metelkaar in verband kunt

brengen.

Je ziet ook

dikwijls

de oude

indeling

vanAbrardmet

aan-duidingen

als LutetienIVa,Lutetien 111enz.(lit.

3),

vandaar dat deze

indeling

ook in tabel 2 is opgenomen.

Maarer bestaan ook formatienamenvoor de diverse

af-zettingen

uit het Lutetien. Veel zelfs. Een

afzetting

heeft

somszelfs meerdere formatienamen. Nou

ja,

formatiena-men,zewordenin diverse tabellen als formatienamen

aan-geduid,

maar ze

zijn

in de

regel

nooit officieel als

zodanig

ingevoerd.

Een aantalvan die namenis

gebruikt

door

groeve-arbeiders

voor

bepaalde kalksteentypes.

ZoalsBanc

averrinsetLambourdeswatweer

synoniem

isaan

Vergelés

(lit. 4,

pagina 388).

Als

je

tabel 2 mettabel 3

vergelijkt

wordt

duidelijk

dat al dezenamen voor

nogal

wat

verwarring

kunnen zorgenvoor

niet direct

ingewijden (zie pagina

54en55).

In tabel 3 heb ik

grotendeels

de

indeling aangehouden

die in 1996 door

Gely

is

opgesteld (lit.

5).Alleen heb ik de

namen

Vergelés

enLambourdes als

zelfstandige

formaties uit de tabel

verwijderd

omdat

Gely

zezelf in de tekst als

synoniem

behandeldmet Bancaverrins. De

schrijfwijze

Tabel I.ChronostratigrajievanhetPaleogeen.

In het

vorige

nummer van

Afzettingen (lit. 1)

verscheen al

een

sfeertekening

van de excursie door Ton van

Eijden.

Twee WTKG-ers op

jacht

naar

campaniles speelden

daarin de hoofdrol. In dit artikel behandel ik de

stratigrafie

van

de

vindplaatsen

die

tijdens

de excursie

zijn

bezocht.

c 8 Laat Chattien O CT

b

Vroeg Rupelien Laat Priabonien Bartonien c 8 C Midden 8 CO CL 8 LU Lutetien Vroeg Ypressien C <D 0 £ Laat Thanetien 0 0 CL Vroeg Danien

(2)

Bancaverrains wordt ook

gebruikt

voordeze formatie.

Gely

heeftook drie

sequenties genaamd

A,BenCen

para-sequenties

A1 totenmetAIO, B1totenmetB5 enCl tot

enmetC4

ingevoerd

endeze

gekoppeld

aande ‘oude’

for-matienamen.En,watnog mooieris,

hij

heeft deze

parase-quenties

op 13 bekende secties in het Bekkenvan

Parijs

geprojecteerd. Hij

heeftzodiverse

vindplaatsen

met Lu-tetien

afzettingen

metelkaar kunnen correleren.

NR ST. LED D’ESSERANT ST.VAAST LATERALE ABRARD

AFZETTINGEN 1925

.. . ... .. Limon, Cailloutis, Sables

Auvprsipn 10 Limonet cailloutis ancien

„ . .

nuveisien

.

auversiens(leem, grind

(leemenoud grind) '

. ,a

' 3 '

auversien

zanden)

Marnes et caillasses Marneset caillasses met

Faluns deCotentin

7nn„ivh

(mergels

en mergelsmet

silificatiesen

gips

en Niveau deFresvilleen

kiezels

)

dolomiet

Hauteville

Calcairegris, Calcairegris, hardmet

Laat

8

hard met cerithiums éénbankcerithiums

Lutetien

'

n2 banken

zeldenmiliolieden

Zone IVa Bancde St.Quentin Roche dure(kalkmet

et Liais veel grote exemplaren Falun de

Villiers-St-(harde

kalksteen vanmiliolieden, algenen

Frédéric

met veel

fossielen)

bryozoën.

Bancdemi-rochea

. .

Lithocardium 6 Bancroyal,ca caire a

BancroyaldeSt.Vaast milioles etmollusques

Ca|cgiretendre è milioles

Vergelés.

(Kalksteen

met veelfossielen,miliolieden

FalunsdeGrignon Midden 8 Orbitolitescomplanatusenmollusken)

Lutetien

Bancaverrains

(C. giganteum)

Calcairesableux de _

,

n . ZoneINI 4 „, . , , _ . ,, Damery et Fleury-la-CalcaireaDitrupa

strangulata (Calcaire

deSaint Leu

Rivière

BancamollusquesetN.variolarius

8

PierreaLiardsmetNummuliteslaevigatus

(“muntenkalk”)

ZoneII Vroeg

Lutetien Glauconie

grossier

Grove

zandige

kalk, kwartsenglauconiethoudend Zone

I

Cuisien 1

Een

vergelijkbare

exercitie is in 1984 door J. Broekman

(Instituut

voor

Aardwetenschappen

vande Uni versiteitvan

Utrecht)

ook aleens

gepubliceerd (lit. 6).

Dit heeftin Franse

geologische kringen

echter nooit de aandachten

waardering

gekregen

die het verdiende.

Opvallend

is dat de

parase-quenties

Al toten metA8van

Gely

sterk overeenkomen

metde facies 1 totenmet8vanBroekman

(zie

tabel

4).

En de

parasequenties

C1tot enmetC4metde facies 10tot en

met12,

Gely

heeftwat Broekman de Cerithium-

Polami-des faciesnoemde,

fijner

onderverdeeld in de

parasequen-tiesA9,A10enB1totenmetB4. Ondanks degrote

over-eenkomsttussende

indeling

van

Gely

metdievan

Broek-manwordt deze laatste niet

gerefereerd

in het literatuur-overzichtvan

Gely. Vreemd!!

Maar daarover verder niet

getreurd.

We hebben

eindelijk

eenbruikbare

indeling

dieopmeerdere

vindplaatsen gelegd

isendoor de Fransen wordt erkend.

De

vindplaatsen

Hetgrootstedeelvande groep is op

vrij dag

14en

zaterdag

15

april

druk in deweergeweest

opde bekende

vindplaats

net tennoordenvan

Fleury-la-Rivière

enzoalsu in het

verslag

in de

vorige Afzettingen

heeft kunnenlezen,

som-migen

alle andere

dagen

ook. Deze

vindplaats

bestaat uit

een grootaantal kuilen in het bos

genaamd

Les Fourtières

(zie

foto1,

pagi

na

56). Aangezien

de horizonmet

Campani-lopa

giganteum

duidelijk aanwezig

isaande basisvande meeste kuilen hebbenwehier temakenmet de

parase-Tabel2.Lithostratigraphievanhetneostratotypevanbet Lutetien metenkelelateraleafzettingen, (samengesteldnaarA.Blondeau, 1981,table 2enBlondeau etal1980,table 12.2)

NR ST. LEU D'ESSERANT ST.VAAST LATERALE

AFZETTINGEN

ABRARD 1925

Auversien 10 Limonet cailloutis ancien

(leem

enoud

grind)

Limon, Cailloutis, Sables auversiens

(leem,

grind auversien

zanden)

Laat Lutetian

9

Marnes et caillasses

(mergelsen mergelsmet

kiezels)

Marneset caillasses met silificatiesengipsen dolomiet Faluns deCotentin Niveau de Fresvilleen Hauteville Zone IVb 8 Calcairegris,

hard metcerithiums in 2 banken

Calcairegris, hard met één bank cerithiums zeldenmiliolieden ZoneIVa 7 Bancde St.Quentin et Liais

(harde

kalksteen met veel fossielen)

Roche dure

(kalk

met veel grote exemplaren

vanmiliolieden,algenen

bryozoën.

Falun de Villiers-St-Frédéric

Midden Lutetien

6 Bancroyal,calcairea

milioles etmollusques

Bancdemi-rochea

Lithocardium

BancroyaldeSt.Vaast Calcairetendre a

milioles

5

Vergelés. (Kalksteen

met veelfossielen,miliolieden Orbitolitescomplanatusenmollusken)

FalunsdeGrignon

ZoneINI 4

Bancaverrains (C.

giganteum)

CalcaireaDitrupa strangulate

(Calcaire

deSaint Leu

BancamollusquesetN.variolarius

Calcairesableux de Dameryet Fleury-la-Rivière Vroeg Lutetien 3

PierreaLiardsmet Nummulites laevigatus (“muntenkalk”) ZoneII

2

Glauconie

grossier

Grovezandigekalk, kwartsenglauconiethoudend Zone 1

(3)

Onder

Etages

Formaties PS Opmerkingen

Marnes & ~7 C4

Caillasses sup / C3 Voornamelijk gips,enandereevaporieten / Falun de C2 Lokaalkalkzanden metmollusken / Foulangues cï

Marnes &Caillasses inf

35 Lagunaire afzettingenmetdolomietenmergels Rochette

Laat Banc deRoche B4 Harde kalken

rijkaanCerithiidae Lutetien

Bancsfrancs

53 Fijnekalken metweinigCerithiidae Bancsè lucines

SouchetGrignard B2 Kalken rijkaanCerithiidae Banc de laine

Laguno-marine afzettingen,kalkenenkalkzanden met

Liais de Paris B1 Cerithiidae. In hetoosten

grijzeerosieve kwartszanden. Bancde marche

Bancvertsupérieur A1 °

Groenige kleiige kalken, mergelsenzandigekleimetveel Bancvertinférieur A9 Cerithiidae

Dit iseenbioclastische kalkrijkaanmilioliedenenOrbitolites A8 complanatus.Aan detopdehorizon metLithocardium

aviculare

BancRoyal en Serratocerithium serratum. Wijstop lager zoutgehalte

Midden

Lutetien Dezebankbegintmetde Campanilopa giganteumhorizon.

Banc è verrains etLambourdes A7 Hetzijn zandigekalkenmetDitrupa,Miliolidae,

‘of

Orbitolites complanatus (Lambourdes)enmollusken. Zelden Vergelés

Nummulites laevigatus

Bancde St. Leu BancSt. Leuiseenzachtegele kalk,rijkaanN.leavigatus, A6

N.

variolarius,Miliolidae enDitrupa.

BancèMollusques Bancèmollusquesiseenhardekalksteen metvnl bivalven

PierreaHards Zandigeglauconiethoudende kalkmetopeengepakte

("muntenkalk”) A5 Nummulites laevigatus • 4 ‘FaciesdeCahaigne'

Vroeg Grofglauconietkalkzand

, ,

<u <u

Lutetien c A3

D g

A2 Grindofgrof glauconiethoudend kalkzand meto.a.

~

haaientanden enVenericardiaplanicosta

Lutetien Facies

Parasequence

(Broekman

1984)

(Gely 1996)

OnderEtages nr naam nr

12 Alveolinaelongata- Linderinabrugesi Cl-C4 ?

11 Hydrobia-Planorbis B5 ?

Laai 1 1

10

|

Cryptalgal-dolomiet

|

B5 ?

9 Cerithium- Potamides

Basis: Lithocardium bed A9/A10enBI-4

8 Molluscs A8

7 Orbitolitescomplanatus- Miliolidea A8

Midden

6 Alveolina bosci- Orbitolites

complanatus-Miliolidae

Basis:C.giganteumbed A7

5 Ditrupa strangulatai-Miliolidae A6

4 Nummulileslaevigatus AS 3 Quartzosebioctastic A4 Vroeg — 4 QuartzoseIHhoclastic A3 1 Glauconiet A1-A2

Tabel3. Het Lutetien onderverdeeldinparasequenties (PS)in relatietotde bekende formaties.Naar Jean-PierreGely1996.

Tabel 4.

Facies vanBroekman

gecorreleerdaande

parasequentiesvan Gely.

Bijdevraagtekensis dejuiste

overeen-komst onzeker door-dat Broekman van dezefaciesgeen

uit-gebreidebeschrijving geeft.

OnderEtages Formaties PS Opmerkingen

Marnes & / C4

Caillasses sup / C3 Voornamelijk gips,enandereevaporieten /Falun de C2 Lokaalkalkzanden metmollusken / Foulangues Cl

Marnes & Caillasses inf Rochette

B5 Lagunaire afzettingenmet dolomietenmergels

Laat Banc de Roche B4 Harde kalken

rijkaanCerithiidae

Lutetian

Bancs francs

Bancs è luclnes

B3 Fijnekalken metweinigCerithiidae

SouchetGrignard B2 Kalken rijkaanCerithiidae Bancdelalne

Liais de Paris Banc de marche

B1

Laguno-marine afzettingen,kalkenenkalkzanden met

Cerithiidae. In hetoostengrijzeerosieve kwartszanden.

Banc vertsupérieur A10

Groenige kleiige kalken, mergelsenzandigekleimetveel Bancvertinférieur A9 Cerithiidae

BancRoyal

A8

Dit iseenbioclastische kalkrijkaanmilioliedenenOrbitolites complanatus.Aan detopde horizon metLithocardium

aviculareenSerratocerithiumserratum.Wijstoplager zoutgehalte

Midden

Lutetien

Banc è verrains etLambourdes 'of

Vergelés

A7

Dezebankbegintmetde Campanilopa giganteumhorizon.

Hetzijn zandigekalken metDitrupa, Miliolidae,Orbitolites complanatus (Lambourdes)enmollusken. Zelden Nummulites

laevigatus

BancdeSt.Leu

A6

BancSt. Leuiseenzachtegele kalk,rijkaanN.leavigatus,N. variolarius,Miliolidae enDitrupa .

BancèMollusques Bancèmollusquesiseenhardekalksteen metvnl bivalven

Pierrealiards ("muntenkalk")

A5

Zandige glauconiethoudende kalkmetopeengepakte Nummuliteslaevigatus

Vroeg

A4

'FaciesdeCahaigne' Grofglauconietkalkzand Lutetien 0) (1) o ö« A3

I

2 CD CD

A2 Grindofgrofglauconiethoudend kalkzand meto.a.

Al

haaientanden enVenericardia planicosta

Lutetien Facies

(Broekman

1984)

Parasequence

(Gely 1996)

OnderEtages nr naam nr

12 Alveolinaelongate-Linderinabrugesi Cl-C4?

Laat

11 Hydrobia-Planorbis B5 ?

10 Cryptalgal-dolomiet B5 ?

9 Cerithium-Potamides

Basis: Lithocardium bed A9/A10enBI-4

8 Molluscs A8

Midden

7 Orbilolitescomplanalus- Miliolidea A8

6 Alveolina bosci- Orbilolites

complanalus-Miliolidae

Basis:C.giganteumbed A7

5 Dilrupa strangulate-Miliolidae A6

4 Nummulileslaevigatus A5 Vroeg 3 Quartzose biodastic A4 2 Quartzoselithoclastic A3 1 Glauconiet Al-A2

(4)

quentie

A7 van

Gely (lit.

5) ook bekend onder denaam

Bancaverrains

In de kuilen is meestal ook detopvanA6(Banc St.

Leu)

met veel mollusken ontsloten. In de kuilen

hoger

in het

profiel

was de basisvanA8

(Banc Royal)

somsook

ontslo-ten.Ditwarendewatminder harde

kleiige

kalkzandenmet meercerithiums.

De

parasequentie

A7 ende basisvan de A8vormen wat menvroeger Lefaciès de falun noemdeeniszeer

rijk

aan fraai

geconserveerde

fossielen die het Midden Lutetienvan

het Bekkenvan

Parijs

zoberoemd heeft

gemaakt.

Een tweede

vindplaats bij Fleury-la-Rivière ligt

netbuiten het

dorp (vanuit

het

dorp gezien

linksvande D22 ter

hoogte

van de

afslag

naar de

vindplaats

in het

bos). Volgens

de

topografïschekaart

wordt het

gebied

hier Les Vieilleries

genoemd.

Hier isnetachter de

wijngaarden

eensteilwand

(zie

foto 2

en

3)

metgrove roodbruine zandenmetdaarboven bruine

engroene kleien.

Dankzij

deze klei stond er ter

plaatse

waterenkoner nade

aanleg

vanwatwaterwerken

gezeefd

worden.

De

afzettingen

die hier ontsloten

zijn

behorenzeer

waar-schijnlijk

totde

parasequentie

A9(Banc Vert

inférieur).

Vroeger

warenzeook ontsloten in de kleine groevevan

Damery

enin de rode

gids (lit.

7,

pagina

166)

hetenze ‘sablesroux violacés’ en worden tothet Laat Lutetien

gerekend.

Hier

wijkt Gely

dus vanafenrekentzenogtothet Midden Lutetien. Broekman

(lit. 6)

rekende dittype

afzettingen

-met een

lager zoutgehalte (Cerithium-Potamides

facies) als tekenvan eennieuwe

regressie

-ooktothet Laat Lute-tien. Voor beide inzichten iswat tezeggen al

lijkt mij

de visievanBroekman

logischer.

Als

je

ergenseengrensmoet

leggen

voor eennieuwe onderetage doe het dan daarwaar eennieuwe

regressie

zich doet

gelden.

De A9 zanden

bij Fleury zijn

niet

rijk

aan fossielenen er

Foto I.Fleury-la-Rivière,Les Fowtières. Degeologisch

secreta-ris kan ookgravenmetéénarm.Hierprobeert hij campanileste

(5)

meet veel sediment worden

gezeefd

om eenkilo residu

overtehouden. Onder de fauna bevinden zichzeerveel

exemplaren

vanSaxolucina soorten,somszelf grote

dou-bletten.

Opvallend

wasdater slechts één

exemplaar

van

Serrathocerithiumserratum werd

gevonden

enook het aantal

exemplaren

vanBatillariawas

opvallend gering.

Deze

vindplaats

is voor zover ikweetniet door iedereen bezocht.

Op Paaszondag

16

april zijn

wehiermetz’nzessen

bezig

geweest.

Op paaszaterdag

15

april

hebben Anton Janseen

onderge-tekende

Pourcy,

LaGmerie bezocht. De

vindplaats ligt

net tennoordoostenvanhet

dorp

in de

wijngaarden.

Het iseen

groot gatineensteilwandaande randvanhet bos dat La Gmerie heet

(foto

4).

Hier

zijn

erosieve,

grijze, kwartsrijke

zanden ontslotenmet

eenmariene fauna

typisch

voor een zeemeteen

lager

zout-gehalte.

De fauna bestaat onderandere uit Batillaria echi-noides,Potamides

involutus,

veel

Bayania

lactea, Donax, Mactra,Pitarenz.,almetal leuk

spul.

De

afzettingen

hier

lijken

hetmeestop wat

Gely

parase-quentie

B1 noemten in het boven Lutetien

plaatst.

De formatienamenin tabel 3 dieovereenkomenmetB1 hebben alle

betrekking

oplokale

afzettingen

inenrond

Parijs

en

zijn

hier dus niet

toepasbaar.

Deze

ontsluiting

is helaasmaardoor

weinig

mensen be-zocht

tijdens

de excursie. Ikweetalleen dat Yvonne

Butaye,

gebracht

door

Stef,

hier isgeweest.

Volgens

een

ooggetuige

heeft Yvonne hiermethaarauto

gevlogen!!

Op Paasmaandag

17

april

iseenaantalpuntenin de

wijn-gaarden

tussen

Damery

enVenteuilbekeken,vanaf deoude kleine groeve boven

Damery

totaan ‘het

ravijn’ bij

Ven-teuil. Hetmeest interessantwas eensteilwand iets ten oostenvan

Arty

in de

wijngaarden halverwege

de

helling.

Het

gebied

staat

opde

topografische

kaartaangegevenals ‘Les Heurtemons’. Hier

zijn weinig

compactegrove kalk-Foto4.Pourcy. Gat

tegende bosrandmetgrijzezanden behorende

totdeparasequentieBIvanGely,Laat Lutetien.

Foto2(linkerpagina).

Fleury-la-Riviére, Les Vieilleries.De steil-wandnumethetdotp

Fleuryopde

achter-grondenenkele

gra-versopdevootgrond, vanlinksnaarrechts Stef,HenkenAnton.

Foto3. Fleury-la-Riviére,Les Vieille-ries.Nogeenkeer de sleilwandmetgrove,

modbruine kalkzan-den dietotde for-matie‘Banc Vert

(6)

zanden ontsloten.

Op

heteerste

oogzonder fossielen. Dat dacht Henk Mulder ook. Maar

bij

nadere

inspectie

door Anton Janse bleken er

redelijk

wat groteremollusken in

voortekomenmet

opvallend

veel

exemplaren

van

Veneri-cardia multicostata, middelgrote

exemplaren

vanAthleta

spinosa,

Clavilithessoorten enbrokstukkenvan

Campanile

giganteum.Het

lijkt

opeen lokaal

verspeelde

A7 fauna.

Hoogst waarschijnlijk

hebbenwehierte makenmet een

transgressie!'

op Al

afgezette

parasequentie

A8 (Banc

Royal).

Dooreenaantal WTKG-ers is ook het

zogenaamde ravijn

in de

wijngaarden

ietsten noordoostenvanVenteuil be-zocht. Het

ravijn

iseen

diepe beekinsnijding

in de lutetien-kalkenenwordt

opde

topografische

kaart “Trou Robenet”

genoemd.

Hierwarenin het verleden de

parasequenties

A6, Al, A8, A9enB1ontsloten,metop het beekniveau de horizonmet

C.

giganteum.

Nuwas er een

stevig

gatgegraveneentot tweemeterboven het beekniveau. Dit betekent datwein de

parasequentie

Al(Bancaverrains)hebben zitten graven. We hebben

de-zekeer niet

gekeken

ofaandetopvanhet

ravijn,

de

para-sequentie

B1 nogteontsluiten viel ofwas

(zie

foto

5).

Tot slot kan ik nog vermelden dat de lokatie Moulin d’Ardre

bij Pourcy,

net nahet verlatenvande D386

(linksaf gezien

vanuit het

dorp)

nogvoorde

schuur,

nog steeds

toegankelijk

isom een gattegraven. Hier

zijn

zanden uit

Sparnacien,

vroeg

Ypresien,

met een

lagunaire

faunateontsluiten. Dit ontsluiten zal veel

zweetdruppels

kostenen

aangezien

er

hier al velegatengegraven

zijn,

iseeninventarisatiemet

eenhandboor geen

overbodige

luxe.

Ondanks dat het overal steeds

moeilijker

wordt om te

verzamelen,zoook in dit

gebied,

warendemeeste excursie-deelnemers niet ontevreden. Niet iedereen hadeen

Campa-nilemaarikweetniet of

je

welzo

blij

moet

zijn

als

je

er een

tegenkomt.

Het kost

je

veel werk hè Tonen

kapotte

handen nietwaarHenk Jan. Envoorwie geen fossielenmeer

mee naarhuis kannemeniser

altijd

nog

champagne

omte verzamelen.

Literatuur

1

Eijden,

Tonvan.2006. WTKG Paasecursie 2006 of O

nee hè,niet

nóg

een

Campanile

! -

Afzettingen

27

(2),

pp 28-31.

2 Blondeau,

Alphonse.

1981. Lutetian. In:

Stratotypes

of

Paleogene

Stages.

Ed: Charles Pormerol. -Buil. Inf.

Géol. Bass. Paris Mém. Hors série2,pp 167-180 3

Alphons

Blondeauetal. 1980. Eocéne

Moyen.

In:

Syn-thèse

géologique

du Bassin deParis,vol 1,

Stratigraphie

et

Paléogéographie.

Ed.: Claudeet

Franijoise Mégnien.

- Mémoire BRGM no101,

pp 367-377.

4 Blondeau,

Alphons.

1980. In:

Synthèse géologique

du Bassin deParis, vol III.

Lexique

desnomsde forma-tions. Ed.:

Frangoise Mégnien.

- Mémoire BRGMno

103,op diverse

pagina’s.

5

Gely,

Jean-Pierre. 1996. Le Lutétien du Bassin Parisien: de

1’analyse séquentielle

haut résolutionala reconstitu-tion

paléogéographique.

- Buil. Inf. Géol. Bass. Paris

34

(2),

pp 3-27.

6 Broekman,J.A. 1984. Sedimentationand

paleoecology

of the Middle Eocene carbonates of the Paris

Region.

-Proceedings

ofthe

Koninklijke

Nederlandse Akademie

van

Wetenschappen,

serieB,

Palaeontology

vol. 87

(3),

pp271-299.

7 Pomerol,Ch. etL.

Feugueur

ed. 1974. Bassin de Paris. 2e druk 215

pagina’s, Parijs,

MassonetCie.

*Leonard Vaessen, Les Bonins, 37350 LePetitPressigny,

Frankrijk,

email:

Lenvaes@organge.fr

Foto 5. Venteuil.Henk Bolvoorhetgatin hetravijn 'Trou

Robe-netOntslotenis de Bancavermins, dezeishiernietzohard als inFlenry.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We showed that: (1) hydrodynamic gradient had strong spatial and temporal effects on seagrass nutrient- status and stability, with increasing nutrient limitation and stability

Relative change in Zostera noltii cover of the different die-off treatments (small, large, control) over 2015 and 2016 along an intertidal gradient (high and low) in Banc

To analyse these three focal interactions, we ask the following questions: (1) whether geomorphology and topographical elevation affect sediment characteristics and biofilm

The yearly counts of Iwik region revealed that nine species had significant trends: Three species showed an increase in numbers (Grey Heron, Common Greenshank Tringa.. nebularia,

Specifically, I, with great help from my associates, intended to (i) provide an overview on seagrass cover dynamic over the last couples of decades and how that effects the

(2001) Soft-bottom fauna of a tropical (Banc d’Arguin, Mauritania) and a temperate (Juist area, German North Sea coast) intertidal area.. Ecological

To do so, I aimed to (i) first assess seagrass dynamic history using long-term Landsat imagery and compare benthic community structure (biomass, species composition) and

soortensamenstelling) en secundaire productie (P/B) te vergelijken; (ii) de effecten bestudeerd van de hydrodynamiek op zeegras stabiliteit, morfologie, nutriëntengehalte van