• No results found

Een vitaal snijbloemencluster in 2010

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een vitaal snijbloemencluster in 2010"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

EEN VITAAL SNIJBLOEMENCLUSTER IN 2010

Karin Zimmermann en Erick Westerman

Diverse partijen in het Nederlandse snijbloemencluster werken aan een meerjarige toekomstvisie. Het Minis-terie van LNV wil door middel van een scenario-onderzoek deze processen ondersteunen. De centrale vraag in dit scenario-onderzoek is welke strategieën het Nederlandse snijbloemencluster moet volgen om in 2010 nog vitaal te zijn. Onder vitaal wordt in dit verband verstaan: alle schakels uit de keten zijn in het cluster ver-tegenwoordigd, er is sprake van een groeiende omzet en toegevoegde waarde, het cluster is een trekker van vernieuwingen en het geniet respect vanuit de maatschappij en de markt, onder meer op grond van een duurzame aanpak van productie en distributie.

Drie scenario's

Er zijn drie toekomstscenario's ontwikkeld. Elk scenario draait om de thema's agrologistiek en kennis & in-novatiekracht. In figuur 1 zijn de scenario's in het krachtenveld tussen beide thema's weergegeven. De ontwikkelingen van het thema agrologistiek voltrekken zich in het spanningsveld tussen het ontstaan van een internationaal servicenetwerk en Nederland als logistieke draaischijf. Het thema kennis & innovatiekracht ontwikkelt zich in het spanningsveld tussen collectief en privaat georganiseerde kennisnetwerken. Aan de hand van deze scenario's zijn in samenspraak met sectordeskundigen strategieën opgesteld die bij alle toe-komstige ontwikkelingen van waarde kunnen zijn. Vervolgens is nagegaan welke taken daarbij zijn weggelegd voor het bedrijfsleven, en welke rol het bedrijfsleven verwacht van de overheid.

K&I ontwikkeling collectief per schakel

Nederland als de logistieke draaischijf Internationaal service

netwerk

Internationaal K&I- netwerk

Nederland als de logistieke draaischijf Internationaal service

netwerk

Scenario 2:

Nederland als coöperatief bloemencentrum van de wereld

Scenario 3: Twee snelheden

Scenario 1:

Grenzeloze netwerken van geïntegreerde service-organisaties

Figuur 1 Krachtenveld tussen de thema's agrologistiek en kennis & innovatiekracht

Strategische reflectie

Om vitaal te blijven, moet de Nederlandse snijbloemensector de komende jaren meer als één geheel gaan opereren. Dit doel kan bereikt worden door de samenwerking van alle schakels in de sector. Bovendien moet de sector openstaan voor nieuwe (internationale) ontwikkelingen om daarin de regie te kunnen houden. Bevordering van innovatiekracht en behoud van een collectieve kennisstructuur zijn noodzakelijk om de in-ternationale concurrentie voor te blijven. Een pro-actieve instelling van individuele spelers is daarbij van groot belang.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Afzonderlijke strategieën bedrijfsleven

- detailhandel

Binnen de detailhandel (Nederlandse bloemistwinkeliers) moet onderlinge samenwerking leiden tot bunde-ling van inkoop, waarbij door toepassing van ICT directere bestelsystemen kunnen worden ingevoerd. Verder zijn specialisatie en voortgaande professionalisering belangrijke speerpunten. Dit vereist meer aandacht voor het onderwijssysteem.

- bloemengroothandel

De basisstrategie voor de bloemengroothandel is het kiezen van een bepaald type afzetkanaal. Ligt de focus op het internationale grootwinkelbedrijf, wordt een 'eindproduct' geleverd, met hoge eisen aan het serviceniveau. Kennisontwikkeling en aanwezigheid dicht bij de klant zijn gewenst, wat noodzaakt tot bui-tenlandse vestigingen. Voor bedrijven die zich op traditionele bloemistwinkeliers richten, zijn de veranderingen minder ingrijpend. De verkeerscongestie bemoeilijkt de toenemende behoefte aan fre-quente en snelle leveringen. Dit vergt een collectieve aanpak met grootschalige projecten gericht op alternatieve vervoersmogelijkheden en standaardisering van transportmiddelen.

- veilingen

Naast het aanbieden van een 'marktplaats' gaan veilingen zich meer richten op het faciliteren van logis-tieke processen (bijvoorbeeld informatiestromen en financiële afwikkeling). Niet alle productstromen hoeven fysiek via de Nederlandse veilinglocatie te lopen. Daarnaast blijven de veilingen het initiatief ne-men bij de aanpak van de grote thema's binnen de sector, zoals het stroomlijnen van processen. - primaire producenten

Logistiek en samenwerking in de keten krijgen ook bij de primaire producenten een plek op de agenda. Belangrijke elementen in hun strategie zullen moeten zijn: het open staan voor nieuwe ontwikkelingen, het accepteren van risico's, het aangaan van allianties, en het doorvoeren van productdiversificatie, automa-tisering en schaalvergroting. Naast de bestaande collectieve kennisontwikkeling zullen ondernemers meer vermogen moeten ontwikkelen om zelf te leren. Grote en kostbare innovaties, zoals oogstrobotise-ring, worden gezamenlijk ontwikkeld door consortia van bedrijven in combinatie met collectief onderzoek. - uitgangsmaterialensector

Voor de uitgangsmaterialensector vormt de hele wereld al de marktplaats. Verdergaande internationali-sering betekent voor deze schakel dan ook geen fundamentele verandering in strategie. Ketenomkering in de zin van denken vanuit de consument vereist echter wel meer afstemming met andere ketenpart-ners. Door schaalvergroting zullen de bedrijven meer individueel gaan investeren in Research & Development. Voor fundamenteel onderzoek, gericht op de ontwikkeling van nieuwe resistenties of vere-delingstechnieken, blijven samenwerkingsverbanden belangrijk.

Taken van de overheid?

Alle schakels van het snijbloemencluster dringen aan op:

- voldoende samenhang in het overheidsbeleid; specifiek beleid voor een bepaalde schakel heeft conse-quenties voor de andere schakels;

- het instandhouden van het kennisnetwerk en het faciliteren van innovatief vermogen;

- veel aandacht voor agrologistiek, uitmondend in oplossingen voor logistieke knelpunten en de ontwikke-ling van nieuwe logistieke concepten;

- het bevorderen van de internationalisering.

Aanvullend zien de bloemistwinkeliersde rol van de overheid vooral bij het onderwijs en bij het verbeteren van de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderzoek. De bloemengroothandelverwacht steun bij

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, oktober 2003 pagina 3

haar streven om zich dichter bij de markt te vestigen door pilotprojecten, fiscale regelingen, begeleiding en aanpassen van bestaande subsidieregelingen (bijvoorbeeld gericht op Oost-Europa). De veilingen willen meer aandacht voor agrologistieke thema's in onderzoek en onderwijs. De primaire sector verwacht van de over-heid een faciliterende rol. Sleutelwoord is: gezamenlijke verantwoordelijkover-heid. Bedrijfsleven en overover-heid moeten samen werken aan duidelijk gestelde doelen ten aanzien van gewasbescherming, energie en mest-stoffenverbruik. De veredelings- en vermeerderingssector ziet als belangrijke taken voor de overheid het waarborgen van vrij verkeer van uitgangsmaterialen onder nieuwe fytosanitaire richtlijnen, een betere be-scherming van intellectueel eigendom op internationaal niveau én het instandhouden van Nederland als vitaal kenniscentrum op bloemengebied.

Meer informatie:

Rapport 2.03.17 Scenario's voor een vitaal Nederlands snijbloemencluster in 2010. Naar robuuste strate-gieën voor bedrijfsleven en overheid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

https://www.amsterdamuas.com/library/contact/questions, or send a letter to: University Library (Library of the University of Amsterdam and Amsterdam University of Applied

Laatstgenoemde twee soorten zijn weliswaar (nog) niet in het gebied gesignaleerd, maar zijn als doelsoort in het Natuur en Landschapsplan van de gemeente Zeist (1994) opgenomen,

In alle sectoren is het slachtofferschap van diefstal, inbraak, vernieling en geweld gedaald ten opzichte van 2004 (geweld in de sector bouw uitgezonderd).. Er is wel een verschil

In 2004 werden 2,9 miljoen delicten gerapporteerd binnen de sectoren bouw, detailhandel, horeca, transport en zakelijke dienstverlening.. Het totaal aantal delicten fluctueert in

Bij relatief veel bedrijven aan de rand van de stad geeft het personeel geconstateerde criminaliteit altijd door aan de bedrijfsleiding (51% tegen 47% gemiddeld), bij bedrijven in

With regard to the uniformity to be achieved in respect of the first and the second point namely the function of the annual report and the reconciliation of

Practically significant differences will exist between the time-motion analysis data of the Zimbabwean national RS players with regard to the district, national and

They include energy management in order to achieve and maintain near-ideal body mass, a lowering of total fat intake and especially a reduction of saturated fat intake to <30%