• No results found

Genetische analyse van het Veluws Heideschaap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Genetische analyse van het Veluws Heideschaap"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Genetische analyse van

het Veluws heideschaap

De SZH heeft dertig jaar geleden geholpen om de rammencirkel voor het Veluws heideschaap op te zetten met als doel de inteelttoename laag te houden. Afgelopen jaar heeft de SZH in samenwerking met het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) onderzocht wat de rammencirkel heeft opgeleverd bij het Veluws heideschaap.

Een rammencirkel is effectief om de inteelt-toename laag te houden bij rassen die in kuddes gehouden worden. Dertig jaar gele-den heeft de SZH geholpen om zo’n ram-mencirkel op te zetten voor het Veluws heideschaap.

Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland heeft afgelopen onderzocht of de theorie overeenstemt met de werkelijk-heid. Dat gebeurde enerzijds via een inven-tarisatie naar de ervaringen van de herders en anderzijds via de DNA-profielen van oudere en jonge dieren.

Tekst: Marjolein Verweij, Myrthe Maurice-van Eijndhoven, Kor Oldenbroek, Jack Windig en Saskia van Zon

De rammencirkel

Op verschillende heidegebieden in Neder-land lopen kuddes Veluwse heideschapen. Er zijn negen kuddes met samen zo’n 1500 ooien die meedoen in de rammencirkel. De cirkel werkt als volgt: ieder jaar wordt van iedere kudde een aantal ramlammeren geselecteerd die worden doorgegeven naar een volgende kudde in de cirkel. Op dit moment worden de ramlammeren via een vast patroon doorgegeven (zie figuur 1). Hierbij selecteert de herder van de done-rende kudde ramlammeren op

raskenmer-ken en bouw, die vervolgens worden getest op scrapiegevoeligheid. Uiteindelijk moet de ontvangende kudde minimaal één ram op twintig ooien inzetten en daarom wor-den voor de scrapietest tweemaal zoveel rammen geselecteerd.

Gemiddeld valt een kwart van de lamme-ren na de test af vanwege het scrapiegevoe-lige genotype. Daarna komt de ontvangen-de herontvangen-der ontvangen-de rammen uitzoeken die hij wil inzetten in zijn eigen kudde. De rammen worden gedurende één fokseizoen ingezet. De ramlammeren die niet geselecteerd worden, verlaten de kudde.

Ooilammeren worden niet uitgewisseld. Van de dieren in de kuddes is niet bekend wie de vader is, omdat alle jonge rammen tegelijk toegelaten worden tot de ooien in het dekseizoen.

Het theoretisch onderzoek

De effectiviteit van de rammencirkel is

Myrthe Maurice Cynthia Berendsen, herder van de kudde van Rheden, en Saskia van Zon nemen swabs

Figuur 1 – Rammencirkel voor het Veluws heideschaap Loenen Rheden Ermelo Ede 2 Epe-Heerde Ede 1 Lemeler-berg Hoog-Buurlo ZH03-binnen.indd 20 28-07-16 15:49

(2)

ZeldzaamHuisdier 21 gemeten aan de hand van de

inteelttoena-me binnen de kuddes en de totale popula-tie van het Veluws heideschaap. Hiervoor zijn de meest recente theoretische metho-den gebruikt. Daarnaast is de gerealiseerde inteelttoename geanalyseerd, waarvoor DNA van negentig schapen is gebruikt. Met berekeningen is de gemiddelde inteelttoe-name binnen de populatie berekend, waar-bij met behulp van een computersimula-tieprogramma (ontwikkeld door Windig en Oldenbroek in 2015) de huidige populatie-structuur van het Veluws heideschaap is nagebootst.

Deze berekeningen kwamen uit op een gemiddelde inteelttoename van 0,18 pro-cent per generatie. De inteelttoename berekend met de computersimulatie is in de ideale situatie 0,10 procent per genera-tie. Deze percentages zijn beide beneden de risicogrens van een inteelttoename van 1 procent per generatie.

Het DNA-onderzoek

Voor de DNA-analyse is in elke kudde DNA afgenomen van zes ooien met een gemiddelde leeftijd van zes jaar en van zes ramlammeren. Op 11.432 punten in het DNA (SNP’s) is nagegaan of het DNA daar gelijk (homozygoot) of verschillend (hete-rozygoot) was tussen de chromosomen van de vader en van de moeder. Aan de hand van het verschil in heterozygositeit tussen ooien en rammen kon de werkelij-ke inteelttoename over een periode van zes jaar bepaald worden, die vervolgens is omgerekend naar een inteelttoename per generatie.

Uit de DNA-analyse is een gemiddelde heterozygositeit berekend van 38,38 pro-cent bij rammen van één jaar oud en 40,09 procent bij ooien van zes jaar oud. De gemiddelde heterozygositeit binnen de ooien is dus hoger, wat aangeeft dat die met 1,71 procent is afgenomen in de afge-lopen vijf jaar. Dit verschil in heterozygo-siteit tussen rammen en ooien represen-teert een inteelttoename van 1,35 procent per generatie. Dit percentage ligt, anders dan de inteelttoename die theoretisch is berekend, boven de 1 procent.

Opvallende uitslag

Het blijkt dus dat de theoretische bereke-ningen en de resultaten uit het verzamel-de DNA sterk verschillen. Dat kan ver-schillende oorzaken hebben. Allereerst veronderstelt de theorie dat er geen spra-ke is van selectie. In de praktijk is er wél selectie. Bij de rammen selecteert de her-der op uiterlijk en scrapiegevoeligheid. Daarnaast vindt bij de ooien een natuur-lijke selectie plaats op gezondheid en vruchtbaarheid.

Uit de literatuur weten we dat

heterozygo-tie een posiheterozygo-tief effect heeft op gezondheid en vruchtbaarheid. De ooien die oud wor-den, zijn dus zeer waarschijnlijk minder homozygoot dan hun generatiegenoten die minder oud worden. Verder wordt in de theoretische berekeningen niet meegeno-men dat sommige rammeegeno-men meer nakome-lingen kunnen hebben dan andere, oftewel het is heel waarschijnlijk dat de ene ram dominant is over de andere en daardoor meer ooien binnen de kudde bevrucht. Selectie en dominantie zijn daarmee twee belangrijke factoren die de inteelttoename binnen de populatie verhogen.

Aanbevelingen

Uit de resultaten kan de conclusie getrok-ken worden dat de rammencirkel een goed initiatief is, maar nog wel verbeterd kan of moet worden. Allereerst is het noodzakelijk om het aantal kuddes in de rammencirkel zo hoog mogelijk te hou-den, want hoe groter het aantal kuddes des te lager de inteelttoename. Het is dus ook belangrijk dat er geen kuddes stoppen met de rammencirkel.

Het is raadzaam de selectie tegen dieren die scrapiegevoelig zijn te stoppen, omdat dit de genetische variatie in de populatie onder druk zet. Verder is het aan te beve-len om van een ooi maar één keer een ramlam te selecteren. Ten slotte is het belangrijk om de invloed van dominante rammen te beperken, aangezien dit de inteelttoename verhoogt. Dit is uiteraard niet makkelijk, maar toch aan te bevelen gezien het grote (negatieve) effect van deze dieren. Het is daarom te overwegen om bijvoorbeeld elke dag een andere ram tot de kudde toe te laten, om zo de gele-genheid voor de rammen om ooien te dek-ken meer evenredig te madek-ken. =

Voor het onderzoek relevante schapen van de kudde van Ermelo worden geselecteerd

Myrthe Maurice

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Trouw noemt in 1999 percentages uit een onderzoek van een onderzoeksbureau: een op de drie Nederlanders heeft nog nooit van de termen genetische modificatie of genetische

De Raad berekent daarom het gemiddeld verwacht aantal graaddagen voor 2050 door het gemiddelde te berekenen van de mogelijke ontwikkelingen.. Op basis van deze berekening verwacht

Primary school teachers perceptions of inclusive education in Victoria, Australia. Implementing inclusive education in South Africa: Teachers attitudes

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

To this end, we propose the Ball-I3D method, which consists of a conversion of player positions to a video of coordinate histograms, which are used as inputs to the I3D video encoder

eHealth heeft invloed op de manier waarop geëvalueerd wordt: steeds meer onderzoekers geven aan dat we verder dan de RCT moeten gaan om te bepalen welke interventieonderdelen

a) Popular notions regarding the nature of divinity in classical theism are anachronistic in the context of ancient Israelite religion where exactly the inverse

-Beiden zijn pathogenen (ziekteverwekkers) waartegen ons lichaam