Calculus 2 (Januari 2015) (Mark Sioen)
1) Los volgende differentiaalvergelijking op door scheiden van veranderlijken:
π¦β² = π‘π
π‘2β 2
2π¦ β 4 , π¦(0) = 6 2) Los volgende 2e orde differentiaalvergelijking op:
π¦β²β²β 2π¦β²+ π¦ = π‘ππ‘+ cos(π‘) ππ‘
3) Gebruik de kettingregel om πΏπ€πΏπ te bepalen in functie van s en t
π€ = cos(π₯ β π¦) + π¦2β βπ§ , π₯ = π 2β π‘ , π¦ = π2π , π§ = π‘2π4 , π = 6 β π 4) Lagrange: extrema berekenen
π(π₯, π¦) = 2π₯π¦2 πππ£πππ£ππππ€πππππ: π₯2+ π¦2= 6
5) Dubbele integraal berekenen:
β« β« ln(π₯2+ π¦2+ 1) ππ¦ππ₯ β1βπ₯2 0 1 β1 (ππππππΓΆππππππ‘ππ) 6) Bepaal: β π§ππ£ πΈ (πππππ§ππ π£ππ π₯, π¦, π§ πππππππ) E is in eerste octant, tussen vlakken π₯ + π¦ + π§ = 4 ππ 2π₯ + π¦ + 3π§ = 12 E ligt voor de driehoek met hoekpunten (0,0,0), (1,0,1/2), (1,0,2).
7) Bepaal, indien bestaat, een potentiaal voor het vectorveld: πΉ
βββ (π₯, π¦) = (8π¦3β 2π₯π¦2+ 16π₯)π β β (9 + 2π¦π₯2β 24π₯π¦2)π ββ
Bepaal de lijnintegraal β« πΉ ππ πΆ waar c het lijnstuk is van (2,1) naar (-1, -3). 8) bepaal de lijnintegraal β« (3π¦ + sin(π₯2))ππ₯ + π₯π¦2ππ¦
πΆ door Greene. C gaat van (1,2) naar (1, -2)
via π₯ = π¦2β 3, vervolgens gaat C van (1,2) -> (4,-2) -> (4,2) -> (1,2) in rechte lijnstukken.
Bereken β¬ (βπ ββ π₯ πΉ )ππ (Stokes)
Met πΉ (π₯, π¦, π§) = π¦π + (π¦2β π§3)π β 12π₯πβ georiΓ«nteerd volgens +Y-as S het oppervlak door paraboloΓ―de π¦ = 2π₯2+ 2π§2 binnen cilinder π₯2+ π§2= 4