Evv~~
WLet: woeker
p
La-rtt-evv
deel.
2:
maretak,
brevnraccp
0VtI
WCLYk¥u{ii;
lukt dit niet rneer. Zaai du s op dunne takk en o f stammetj e s van gezonde , goed groe ie nde popul ier , meid oorn of appe l. Wie iets zee r bijzond ers wil kan het proberen met acacia, es doorn, wilg of egel anti er.
Op al deze soo rte n is de maret a k in het vrij e ve ld in Frankrijk, maar oo k in Polen bijvoorbeeld, te zien. Aa n bessen kan men komen door met de Kerst enkele mistletoe-takjes te kopen in de bloemenwinkel. Tegenwoordig zijn ze ook hier hele maal in. Geniet er met het Kerstfeest enige weken van in huis en smeer
R
ein
K
onin gen
In mijn eerste verliaa l over woe kerp lan ten (Oa se 3 / '02) ging het ove r de ervaringen met schub worte ls, in dit lll'ee de dee! vertel ik over erva rin gen met andere woekerplan len.
Andere geslachten van woe kerplanten die \ve in on:e heemtuinen en -parken een plek kunnen geven ri]»: Viscum (maretak), Orobanche
(bremraap) en Cuscuta (IVa r
kruid).
e rn aretak of vogel Iijm is goed van bessen te kwe ken, als men maar op een paar dingen let. Zelf had ik op de volgen de wijze succes op eenjon ge cu ltuur appe l (Ma lus dom esti ca 'Jo nagold' ) in de tuin van mijn buren, voor wie ik de boo m jaarl ij ks snoei. De gek iem de zaden kunne n aileen op jon ge takk en en srarnmerjes hun
zuig wort eltj es door de nog jon ge, dunne boornhuid.de bast, dringe n. Zo gau w zich een 'ec hte' bast (dik,
'hourig) heeft gevorrn d en het dunne gladde boornhu idje is verd wenen,
daarna de bessen uit op de gewenste boom . Geschikte plekken zij n tak ok sels en -aanzettingen, onder-, zij -of bo venkant is om het even. Meestal zij n de bessen uit de bloernen wink e l ruim voldo e nde. Let bij de keu ze van de plekken behal ve op takdikte ook op voldo ende licht. Na het 'Iij men' va n de bessen kornt ee n belan grijke maarregel: we besch errn en de bessen tege n nie uwsg ie rige vogels, eek hoorn s of krabbend e en klimmende huiskatten en dergelijk ges puis door de plek waar zij vastkle ven te om wikkelen met gaas (iets grove r dan dubbeltjesgaas), zodanig dat tussen gaas en tak 5-10 cm ruimte blijft. Vooral kool- en pimpelmezen korn en
Klaver vreter ineengras land in N
oord-Frankrijk. Foto: Hein Koniugen
overal -en ook overal aan! -en dat gaat nu niet meer zo gemakke lij k. Vervolgens is het geduld oefenen. Als kieming en vestiging slagen, vormt zich hetzelfde jaar al een kleine plant , met enkele blaadje s. Het twee de jaar kan zij al 10- 15cm groot worden, met enke le stengeltjes naast elkaar. En
zo
gaat het door. Zeer boeiend om te volgen.Nog steeds isde jonge plant kwets
baar - afbreken van ste ngels door dieren of mensen! -dus het gaas regel matig verruime n. We houden hierin gelijke tred met haar ontwik keling. Is onze zorg uitgegroeid tot een stevig mooi struikje, dan kan het gaas wei weg .
Voorheen werden in Aalsrn eer - van oOl'sprong een boornkweekcentrum
maretakken gekweekt als curiosa voor buitenplaarsen . botanische tui nen e.d. Meesral gebruikte men als gastheer appels. De opgebagge rde meermol rn (verslagen veen), met de er in voorkomende zoetware rmosse len, was na omzetten en doorvriezen
een geschikte teelgrond.
Tegenwoordig kweek t men ze er niet meer.
Bremrapen
Over het algemeen laten bremrapen zich goed zaaien, zeals klirnop-, wal stro- en blauwe bremraap en hennep
vreter. Kees Sipkes vertelt enthou siast in "Wildeplantent uin en' (regel matig nog antiquarisch te verkrijgen) over zij n ervaringen met diverse soorten. onder andere de med iterr ane Oro banche renara. In 1965 zag ik deze forse, wel tot 65 cm grote soort voor het eerst. hij kwarn in grote aan tallen voor in akkertjes met tuinboon aan de toen nog rustige Costa Bra va in Spanje.
In Nederland is het te koud voor deze soort. De fraaie plant was lastig voor de bonenkwekers. het gewas leed er
zichtbaar onder. Dat gold in ons land voor de klave rvre te r (0 . minor), een vroeger veel in klavervelden voorko mende soort.
In de heemp arken in Amstelveen hebben we fraaie resultaten kunnen bereiken metde klimopb remraa p (0.
hederae). Uit zaad, ontv angen van een goede plantenvriend in Drente, verschenen de eerste exemplaren op over de grond groeiende klimop. Het beste kunnen ze worden gezaaid op war mager en open groe iende plan ten, zelfs tot in de
zware
schaduw. Lukt her, dan kan van hieruit verde rworden gezaaid. Deze overblijvende soortkanjaren achteree n blijven, vaak elk jaar in grotere aantallen. Zo zag ik eenseen groepvan wel dert ig
planten: in Amstelvee n telt de groot ste groep er al veertien. Deze in ons land in het wild zeer zeldzarne soort alleen te vinden op de St. Piet er sb erg
- beleeft tegenwoordig in heempar ken en -tuinen een opmars . De even eens nogal zeldza me blauwe brem
raap (0. purpurea) doet het met sue
ces op duizendblad in de planrlore
krui denhoek van heemkruidenkweke rij De Braak. Daar is eveneens de hennep vreter (0. ramosa) te vinden op hennep en boerentabak. Van deze soort wordt het zaad jaarlijks tegel ijk met dar van de eenjarige gasthere n
meegezaaid . Deze war bleke en klei ne SOOrl (10-15 ern) houdt evena ls de meeste brernrapen van warrnte en heeft naar het lij kt een hekel aan nat tigheid. In koeIe en regenrij ke zo
mers wil hij dan ook nier erg; vaak
Klimopbremraap in het Jac, P. Thijssepark. Foto: Hein Koningen
blijft hij dan weg.
De walstrobremraap (0. caryophy l
lea) lukt goed op echt en glad wal
stro. Her is altijd een fraai gezicht in een begroei ing met walstro van die mooie lichrgekleurde brernrape n te zien staan.Interactie met 'soortgeno
ten ' is voor plante nvrienden de rna
nier om aan zaden te komen of ande ren te helpen. Zelf uitzaaien, volgen, geduld oefenen en volhouden -even tueel rnoetje meerdere jaren zaaien voordat iets lukt -zijn voor het sue ces wezenlijke zaken. Veelal duurt her een aantaljaren voordateen ge zaaide soon verschijnt, zoals bij
klirnopbremraap. Wij vragen ons dan af: waarorn lukt het hier wei en daar
nie r? En plo tse li ng, vanu it het nie ts,
zijn ze er dan. Vaak onverwa cht.
so rns in het gehee l niet rneer ver
wacht. Gelijk paddestoe len.zo nder
voorafgaande aankondig ing. Mysterie uze planten!
Het weer lijkt een belangrijke rol te spelen. zoa ls regenrijke en regenar me. zonrijke (warrne) en zonarrne perioden of jaren. Daardoor kunnen
we ook brernraaprij ke en -arrne jaren waarneme n. Dit voorjaar zag ik er
winte r 2002
veeIinNoord-Frankrijk, bij het kij ken naar orchidee en, terwijl er daar vorig jaar op dezelfde plekken en
zelfde tijd van het jaar aanmerk elijk minder te zien waren. Dat lOU ook
kunnen gelden voor Nederland: in de
duinen bij Wijk aan Zee waren vele prachtige bitterkruidbremrapen (0. picrides) te zien. Vorig jaar veeI min der. Voor orchideeen ervaar je her zelfde: zowe I in Frankrijk als in Wijk aan Zee b.v. veel hondskruid , vorig jaar aanrnerke lij k mindel'.
Brernrapen , zo is mijn indruk, zijn niet gesteld op zure, ve nige gronden.
Op zand-, loss- en kalkrijke gronden
groeien ze goed, vooral op kalkrijke
bodems zijn ze veel te vinden. Zou her komen doordat deze altijd lekker warm zijn?
Vroeger ook al
Al langer geleden wist men het mys terieuze en schone van bremrapen te waarderen. Zo wijdt de hort ulanu s van de (oude) Hort us Botanicus van
Amsterdam, A.J. van Laren, reeds in J913 in zijn boek "Decoratieve Tuinbeplantin g" een hoofdstuk aan bremrapen. Van de hierboven ge noemde soorten, die ook hij allemaal noernt, beveeJt hij de klimopbrern
raap zeer aan. Maar, zegt hij, nog
fraaier dan deze is "de Orobanche lucorum, een bre mraapsoo rt die in
Beieren voorkomt en woekert op Berberi s vulgaris, de zuurbes" ...
"De kleur del' bloe me n en ste ngels is
warm diep goudgeel ell het is een
verrassende verschijning op den don
keren grand een groepje van die
heerlijke goudkleurige bloenurossen
te
z
ien."
Verder zegt van Laren onder meer:
"Wie de interessante en mooi e Orobanche lucorum wil hebben, moet in het voo rjaar om zijn berberisse n
wat zaad uiistrooien. Men maakt daartoe bi] deze heesters de aarde
wat los, dichtbij de wortels, en strooit het zaad op een wind stillen dog,
luchtig uit. Men woelt den grand
daa rna voorzich tig nog wat om en
laat alles verde r aan de natuur
ove;:
En nu. bijna een eeuw later, zijn we
weer met deze planten in de weer.
Prediker zei het al: "Wat gewee st is,
Groot wark ruid op grote brandn etel in Noord Frankrijk, in de buurt van Verdun. FOlD: Hein Koningen dat zaler zijn,en wargedaan is, dar
zal gedaan worden; er is niets nieuw s
onder de ze n."
Warkruiden
Ook deze woekerplanten willen niet op natte, zure veengronde n. Het beste
lukt nog het grote warkruid (Cuscuta europaea) . Aan vankelijk groeide hij
enige ja ren op de grote brandnetel aan een zonnig, warm slootkantje in het Vogelbos, een eiken-essenbos met de sfeer van een oud kooibos, gele
gen in het park De Braak. Maar nu
heeft hij alweer jaren zijn plek op de al genoe mde kruidenhoek op de klei
ne gemeentelijke kwekerij.De grond
op deze hoek is meer zandig ge maakt, en is dus war droger en ook warmer. Het is een sterk woekerende
soort,diezware,gezonde exemplare n
van sterke vaste planten als boeren wor rnkruid te gronde kan richten.
Dus wei degelijk schadelij k vc or zijn
gastheer. Ook een zware pol. wei
30
35 stengels en 1,5 m hoog. van Baptisia australis, met zijn prachtig apart blauwe bloemtrossen , legde het tegen
de woekeraar af. Maar ach, war geeft het, je kweekt wei weer een nieuwe
pol. Je wilt het bijzond ere van het
warkruid, het mysterieu ze dat ook vooral deze planten omgeeft niet
kwijt . Die dunne dradenstengels,
zonde r bladgroen en met aileen tros jes witte bloemen: zuJke vreern de
planten! Dar vreemde komt ook omdat ze dingen kunnen die andere planten niet kunnen, althan s niet op hun man ier. Zo kun je ze in de volle
groei goed verplanten, dat wil zeggen van hun gastheer overzetten op een nieuwe gastheer. Je neemt een flinke
pluk vaneengoed groeiendegroot
warkruid plant af en zet dit over op de
nieu we gasthee r cloor de losse pluk om war srengels en bladen van zijn
nieuwe groeiplant te winden. Binnen
enkele dagen groeit hij vast op zijn
nieuwe heer. Mijn Drent se planten
vriend, iemand met een grote veld kenn is en praktische erva ring met
planten, had het langs experim en tele
weg ontdekt en heeft het mij geleerd.
Zeer boeiend om te ervaren. Of het ook opgaat voor de andere warkruide n weet ik niet, proberen
dus maar'
Het is in Amstelveen nooir gelukr om het klein warkruid of duivelsnaa i
wi nte r200~
garen (c. epithymu m) in de par k hei te krijgen. We hebben zelfs we I een pol strui khei met het wa r kruid overgebrac ht. Echt e r te ver geefs : ze houd en niet van vee n gro nden. Misschi en maar goed ook dat het niet ge lukt is, want ik heb hem zien woe keren, dat klei ne ding. Dat wa s in de vroegere heidetuin bij het KLM-hoofdkan toor in Arnstelveen. c.P. Broer se had er in J970 ee n prachtige, grote ericace enru in ontwo rpe n, met in het ce ntrum van het open gedee lte allerlei heide soort en en cultiv ars in een geo me trisc he vakindeling . Een keu r van soorte n uit de heidekruidfamilie was er te vinden. Na enige jaren bleek op een aantal dophei soorten het klein warkruid hevig te woek er en, Zo sterk zelfs dar hele delen van vooral vleeskleurige dophei (Erica canea en E. erigen a, voor heen E. medite rranea ) uitvielen. De klein e woekeraar blee k met het heidepl ant goed uit of via Boskoop te zij n meege kornen en zic h in de KLM-tuin prima thuis te voelen. Yoor de toenmalige eigen hovenier van de KLM zat er niet vee I anders op dan pluk ken en nog eens plukken en nieu we hei bijboet en.
Het heeft enige jare n ged uurd voorda t hij het probl eem onde r de knie wist te krij gen. Ik heb er ver ste ld vangestaa n hoe sne l deze kle ine, fijne en naar het lijkt tere warkruidso ort zich telkens weer ontwikkelde en de heideplanten de baas werd . Nu waren het weI zeer droge en warme zome rs van 1974-1976. Dus moest de jon ge hei regelm at ig worde n berege nd. Mischi en was ook hier weer het weer een sterk bepalen de factor.