• No results found

Van Anrooij & Hoftijzer (red.), Lezen in de Lage Landen (2017)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Anrooij & Hoftijzer (red.), Lezen in de Lage Landen (2017)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wim van Anrooij & Paul Hoftijzer (red.), Le-zen in de Lage Landen. Studies over tien eeu-wen leescultuur. Hilversum: Uitgeverij Verlo-ren, 2017. 299 pp. isbn: 9789087046675. € 35,–.

Lezen in de Lage Landen. Studies over tien eeu-wen leescultuur verscheen in november 2017 ter gelegenheid van het afscheid van Berry Dongel-mans van de Universiteit Leiden, waar hij sinds 1992 aan verbonden was als onder andere uni-versitair docent Boekwetenschap. Wim van An-rooij en Paul Hoftijzer vormden de redactie van deze feestelijke bundel die maar liefst 38 bijdra-gen telt van evenzoveel Nederlandse en Vlaam-se vakgenoten. In de uitnodiging werd hen ge-vraagd om een bijdrage te schrijven over ‘een aspect van het lezen dat hen ter harte gaat’ (10). De redacteurs voorzagen hen daarbij van een omvangrijke en enthousiasmerende lijst van on-derwerpssuggesties bij het overkoepelende the-ma ‘lezen van middeleeuwen tot heden’, waar-onder leeshonger, leesouders, leesportefeuilles, het (on)nut van lezen, en zelfs leesbrillen (11). Alleen al die lange lijst in de inleiding geeft weer hoe veelzijdig het vakgebied is en hoeveel ver-schillende soorten relevante vragen er gesteld en beantwoord kunnen worden door de boekwe-tenschapper – ondanks de constatering die één pagina eerder geuit wordt: er zou maar weinig onderzoek gedaan worden naar de cognitieve aspecten van het lezen en de praktijk van het le-zen in heden en verleden. Ook zouden sommige wetenschappelijke benaderingen, zoals literair receptieonderzoek, alweer over hun hoogtepunt heen zijn.

Het brede thema, een tijdsbestek van bijna tien eeuwen, en een relatief groot aantal auteurs: een eenheid creëren was niet de opzet van deze bundel. De bundel wil een ‘reflectie op het le-zen in heden en verleden’ (10) bieden. Door de bijdragen chronologisch te ordenen, lijkt er wel een soort lijn te zijn aangebracht in de bundel, maar een overzicht of benoeming van ontwik-kelingen gedurende langere perioden wordt niet geboden. De korte bijdragen lenen zich natuur-lijk voor vrij detaillistische beschrijvingen van kleine onderwerpen, maar in de inleiding (of in een slotwoord, dat nu ontbreekt) had meer en explicieter aandacht mogen worden besteed aan de andere betekenis van het woord reflectie, op het onderzoeksveld, op de veelzijdigheid van de bijdragen, op wat dat ons laat zien.

Een aantal bijdragen is bijzonder op zijn plaats in deze bundel omdat ze goed aansluiten

bij het belangstellingsveld van Dongelmans, zo-als het artikel over zes bloemlezingen uitgegeven door Johannes Immerzeel Jr. (door Dick Wel-sink), en het artikel over de uitleners van Multa-tuli’s Max Havelaar (door Marieke van Delft). Ton Harmsen, die schrijft over een bewerking van Molières Les femmes savantes door Petrus Burmannus, komt tot zijn onderwerp via de eer-ste grote publicatie van Berry Dongelmans: de uitgave van de notulen van Nil Volentibus Ar-duum, die hij in de eerste zin van zijn bijdrage noemt. Ook is er in verschillende bijdragen aan-dacht voor kinder- en jeugdliteratuur, een on-derwerp waarmee ook Dongelmans zich heeft beziggehouden.

In de inleiding wordt gesteld dat er ‘opmer-kelijk genoeg’ slechts weinig onderzoek gedaan wordt naar het lezen zelf, waarmee de redacteu-ren onder andere doelen op ‘de cognitieve as-pecten van het lezen’ (10). In de bundel lezen we bijvoorbeeld vooral wie leest (bijvoorbeeld bij Marieke van Delft), wat er gelezen wordt (Olf Praamstra), hoe er gelezen wordt (Otto S. Lankhorst). Adriaan van der Weel snijdt in zijn bijdrage ‘Lezen na de schermrevolutie’ wel het onderwerp cognitieve en emotionele opbrengs-ten van lezen aan, waarbij hij vooral de cogni-tieve (kosten en) opbrengsten toont en de gevol-gen van het toenemende schermgebruik, en veel relevante vragen opwerpt. Sociale en emotionele opbrengsten van lezen, waaronder het vergroten van empathie door het lezen van narratieve en literaire teksten, komen nauwelijks aan bod in de bundel, en lijken evenals leesmotivatie onder jongeren en de recente discussie over het nut van literatuuronderwijs buiten de boekwetenschap te vallen. Het zijn onderwerpen waar literatuur-wetenschappers en psychologen zich mee be-zighouden, maar ze hadden niet misstaan in een bundel met de titel Lezen in de Lage Landen.

De bijdragen zijn, zoals gebruikelijk in een dergelijke bundel, beperkt van omvang. Som-mige bijdragen wekken de indruk dat de auteur wat heeft moeten snoeien in uitleg. Wat vooral mooi is aan de bundel, is dat velen nauwkeurig laten zien hoe ze te werk zijn gegaan tijdens hun onderzoek. Het toont de verscheidenheid van de vragen die de boekwetenschapper stelt, het ma-teriaal dat hij verzamelt en de methoden die hij daarop loslaat. Frans A. Janssen beschrijft tot in detail de totstandkoming van een gedrukt boek in de zestiende eeuw en ziet in deze boeken bij-voorbeeld de gevolgen van het feit dat de zetter niet op uurloon stond, maar op stukloon. As-trid C. Balsem vergelijkt de teksten in

verschil-&

(2)

lende herdrukken en edities van het werk van drukker Hans de Laet om vast te stellen dat de nieuw aangeschafte druk misschien wel de oud-ste bekende druk van deze Antwerpse drukker is. Ook in verschillende andere bijdragen wor-den heruitgaven van eenzelfde tekst met elkaar vergeleken om tot verschillende conclusies te komen. Andere bronnen zijn onder meer corres-pondentie, formulieren van leesgezelschappen, uitleenlijsten van bibliotheken, stambomen, en zelfs grafzerken… Met deze veelzijdigheid doet de bundel veel denken aan het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis waarvan Berry Dongelmans hoofdredacteur was en dat dit jaar zijn 25e jaargang beleeft.

Een bundel over het verleden en heden van het lezen (én het onderzoek daarnaar) zou het

ook niet zonder uitspraken over de toekomst daarvan mogen stellen. In een aantal artikelen wordt specifiek voor het eigen onderzoekson-derwerp een blik op de toekomst geworpen (bij-voorbeeld door Steven Claeyssens) of wensen met betrekking tot toekomstig onderzoek uitge-sproken (bijvoorbeeld door Korrie Korevaart), maar wat mist is een grotere agenda voor het onderzoek. Positiebepalingen van het lezen in de nabije toekomst vinden we wel, beknopt, in de bijdragen van Adriaan van der Weel, José de Kruif en Steven Claeyssens.

In de door uitgeverij Verloren prachtig ver-zorgde bundel is een kleurenkatern opgenomen met een aantal kleurenafbeeldingen die, ver-spreid in het boek, ook in zwart-wit zijn terug te vinden.

Marjolein van Herten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- keuzevrijheid van zorgarrangement: geen voor- of nadelen van de keuze om zelf voor kinderen te zorgen dan wel gebruik te maken van externe opvang. Op de financiele en

tics. lk zic war minder in <>ubsidiariteit en souvercinitcit in etgcn kring. Natuurlijk moct die ovcrheid zich in zijn taakstclling en taakuitoclening

tegen een amendement van de heer Maenen, dat beoogde een structu- rele verhoging van deze wedde per 1 juli a.s. De argumentatie van de minister vindt men op deze

Van de huidige Rode Duivels is er één speler die voor het eerst als Duivel aantrad toen hij nog maar zestien was; hij was daarmee de derde jongste Rode Duivel ooit. Over wie

Deze nieu- we regeling is bedoeld voor huishoudens die door de coronacrisis tijdelijk minder inkomsten hebben en daardoor hun hoge woonlasten niet meer kunnen betalen.. De

Sportloket Velsen, gemeente Velsen en Pieter Vermeulen Museum organiseren deze speurtocht om kinderen naar buiten te halen en te laten bewegen.. Kinderen kunnen

Wij kunnen u geen overzicht verstrekken van de vergoedingen aan NS-kaartautomaten op regionale spoorlijnen in de overige provincies omdat deze bij ons niet bekend zijn.

Het zal docenten en leerlingen in elk geval helpen om op het juiste moment het juiste boek te kiezen en om het niveau van literaire compe- tentie van alle leerlingen te verhogen,