• No results found

“Jij kan je mannetje niet staan!”: Elektro-encefalogram onderzoek naar de emotionele verwerking van beledigingen over macht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "“Jij kan je mannetje niet staan!”: Elektro-encefalogram onderzoek naar de emotionele verwerking van beledigingen over macht"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“Jij kan je mannetje niet staan!”: Elektro-encefalogram onderzoek

naar de emotionele verwerking van beledigingen over macht

Cece Kooper – 10745564

Mannen hechten veel waarde aan macht, maar hoe ervaren mannen het om minderwaardig genoemd te worden. In dit EEG onderzoek is gemeten hoe beledigingen worden verwerkt in de hersenen. Hierbij is gekeken of beledigingen specifiek over macht de emotionele verwerking van mannen versterkt, ten opzichte van complimenten over macht, terwijl de verwerking van ‘algemene’ beledigingen, ten opzichte van complimenten, niet verschilt voor mannen en vrouwen. Event-Related Potentials lieten zien dat algemene beledigingen een verhoogde Late Positive Potential (LPP) amplitude veroorzaakt (impliceert een versterkte emotionele verwerking) in vergelijking met algemene complimenten bij mannen en vrouwen. In tegenstelling tot de verwachtingen lieten de machtszinnen geen verschil in LPP amplitude zien tussen complimenten en beledigingen, met daarbij geen verschillen tussen mannen en vrouwen. De resultaten suggereren dat bij beledigingen en complimenten (over macht of in het algemeen), mannen en vrouwen geen verschillende emotionele verwerking laten zien en macht hier geen invloed op heeft.

Universiteit van Amsterdam Bachelorproject Brein en Cognitie Begeleidster: mw. dr. M. (Marte) Otten Vrijdag 2 juni 2017

Aantal woorden abstract: 150 Aantal woorden: 4733

(2)

Inleiding

‘Jij kan je mannetje niet staan!’, een belediging die impliceert dat bij mannelijkheid ook een zekere mate van lef hoort. In dit onderzoek wordt gekeken naar de neurale processen van de emotionele verwerking van beledigingen en complimenten. Hiernaast wordt exploratief gekeken of een belediging specifiek over macht een sterkere emotionele verwerking heeft bij mannen dan bij vrouwen ten opzichte van een algemene belediging.

Fischer en Rodriguez Mosquera (2001) suggereren dat mannen de meeste woede ervaren na het verliezen van status en respect. Ook bekend van mannen die worden beledigd, is dat zij eerder agressief gedrag vertonen dan vrouwen (Harris, 1996). Agressief gedrag wordt heel anders ervaren tussen man en vrouw (Campbell & Muncer, 1987). Zo ervaren mannen na het vertonen van agressiviteit gevoelens van macht, terwijl vrouwen het zichzelf meteen kwalijk nemen. De man wil zich fysiek sterker presenteren dan de vrouw, maar ook verbaal presenteren mannen zich sterker dan vrouwen (Kalenius, 1967). Lakoff (1975) gaf hier als verklaring voor dat vrouwen minder sterk taalgebruik gebruiken doordat zij hier de macht niet voor hebben. Onderzoek naar schelden biedt overeenkomende resultaten, die laten zien dat schelden afhankelijk is van het geslacht en dat mannen in omgeving van andere mannen de meest beledigende taal gebruiken (Jay & Janschewitz, 2008).

Volgens recent onderzoek van Fischer en LaFrance (2015) speelt macht ook een mediërende rol in de mate van glimlachen door mannen en vrouwen. Vrouwen lachen meer, maar wanneer de machtsverhoudingen duidelijk en gelijk zijn, in een specifieke setting tussen mannen en vrouwen, verdwijnt dit sekseverschil. Ander onderzoek van Fischer, Rodriguez Mosquera, Vianen en Manstead (2004) laat zien dat mannen voornamelijk ‘machtige’ emoties ervaren zoals boosheid en minachting, terwijl vrouwen voornamelijk ‘machteloze’ emoties rapporteren zoals verdriet, angst en schaamte. Hierbij is gekeken of deze sekseverschillen variëren in landen waar de machtsverhoudingen verschillend zijn. Hun bevindingen laten zien dat mannen uit Westerse landen minder machteloze emoties vertonen dan uit niet-Westerse landen (Fischer et al., 2004). Samenvattend laat dit zien dat een betere machtsverhouding tussen man en vrouw niet leidt tot mannen die minder waarde hechten aan het vertonen van enkel machtige emoties, alleen voor glimlachen speelt macht hier een mediërende rol.

Ondanks er veel onderzoek is gedaan naar macht en geslacht, is er geen onderzoek bekend over mannen die worden beledigd over hun mate van macht. Deze studie zal hier onderzoek naar doen. In de huidige literatuur zijn wel sekse verschillen met betrekking tot beledigingen bekend (Harris, 1993; Preston & Stanley, 1987). Het onderzoek van Preston en Stanley (1987) laat zien dat er enkele stereotyperende verschillen zijn in de ervaring van type

(3)

beledigingen tussen man en vrouw. Deze resultaten zijn tot stand gekomen door 164 studenten vier vragen te laten beantwoorden, waarvan twee relevant zijn voor deze studie: Wat is het ergst dat een man kan zeggen tegen een vrouw? Wat is het ergst dat een man kan zeggen tegen een man? Resultaten geven weer dat de ergste belediging komend van een man naar een vrouw gaat over promiscuïteit terwijl de ergste belediging naar een man gaat over homoseksueel zijn (Preston & Stanley, 1987).

Hierna toont Harris (1993) aan dat er sekseverschillen zijn wanneer gekeken wordt wat de meeste woede veroorzaakt. Door middel van een grote survey bij 416 studenten werd duidelijk dat vrouwen het erger vonden om promiscue genoemd te worden, terwijl mannen het erger vonden om te horen dat zij laf, minderwaardig of simpelweg niks waard zijn. Een beperking hieraan is dat er geen daadwerkelijke meting is gedaan of deze type beledigingen ook echt het ergst zijn voor mannen en vrouwen. Zowel in onderzoek van Harris (1993) als in onderzoek van Preston en Stanley (1987) is niemand tijdens het onderzoek beledigd, er ontbreekt in de huidige literatuur een onderzoek hoe personen verschillende type beledigingen ervaren.

Om bovengenoemde beperking op een betrouwbare manier te ondervangen kan gebruik worden gemaakt van elektro-encefalogram (EEG) metingen. Eerder EEG onderzoek laat zien dat de Late Positive Potential (LPP) gevoelig is voor taal met emotionele waarde (Herbert, Junghofer, & Kissler, 2008; Otten, Mann, Berkum & Jonas, 2017). De LPP is een piek in het Event Related Potential (ERP) die zichtbaar is door een maximale amplitude 300 tot 1000 ms nadat de stimulus gepresenteerd is. De grootte van de LPP lijkt afhankelijk van de emotionele impact op de proefpersoon. Recent onderzoek toont aan dat beledigingen een grotere LPP oproepen dan complimenten, hiermee lijkt LPP wellicht een goede maat voor de verwerking van beledigingen (Otten et al., 2017). Eerder onderzoek laat ook zien dat de LPP wordt uitgelokt wanneer deelnemers zinnen lezen die in tegenstrijd zijn met persoonlijke normen en waarden (Van Berkum, Holleman, Nieuwland, Otten, & Murre, 2009). Hiermee is het aannemelijk dat de LPP amplitude niet enkel beïnvloedbaar is door beledigingen maar ook kan variëren door verschillende type beledigingen.

In deze studie wordt een antwoord gezocht op de onderzoeksvraag: Is de emotionele verwerking sterker bij beledigingen over macht voor mannen dan voor vrouwen ten opzichte van algemene beledigingen? Op basis van eerder besproken onderzoeken lijken mannen veel waarde te hechten aan het behouden van hun macht. Hierdoor is het aannemelijk dat een belediging over macht, ten opzichte van een algemene belediging, de emotionele verwerking bij mannen versterkt, terwijl macht geen invloed heeft op beledigingen bij vrouwen.

(4)

Hierdoor wordt ten eerste gekeken of de neurale marker, de LPP piek die direct ontstaat na het kritieke woord met een beledigende of complimenterende lading, verandering in amplitude laat zien. Verwacht wordt dat de LPP amplitude hoger is na beledigingen in vergelijking met complimenten voor mannen en vrouwen. Ten tweede wordt verwacht dat de LPP amplitude van macht-beledigingen, ten opzichte van complimenten, hoger is dan bij algemene beledigingen, ten opzichte van de complimenten, voor mannen. Bij vrouwen wordt verwacht dat er geen verschil is in LPP amplitude tussen macht-beledigingen, ten opzichte van complimenten, en algemene beledigingen, ten opzichte van complimenten.

Methode

Deelnemers

Aan dit onderzoek hebben 44 deelnemers meegedaan, waarvan 26 vrouwen. De deelnemers waren van Nederlandse of Duitse afkomst, studerend in Amsterdam en beheerste de Nederlandse taal goed. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 22.7 jaar (SD = 4.1) en zijn geworven door de onderzoekers of via de Universiteit van Amsterdam. Inclusiecriteria zijn de Nederlandse taal goed beheersen en geen last hebben van dyslexie, doordat ze moeten voldoen aan een normale leessnelheid. Tien deelnemers zijn niet meegenomen in de analyse, één door het verwijderen van extreme waarden, de LPP waarden waren meer dan 5 standaard deviaties van het gemiddelde verwijderd (Field, 2009). De eerste drie deelnemers vielen uit door missende markers, één door een fout tijdens de EEG opname en vijf doordat meer dan drie elektroden minder dan 15 segmenten in hun gemiddelde hadden. Hierdoor is de uiteindelijke analyse uitgevoerd over 13 mannen en 21 vrouwen. De deelnemers kregen geen beloning, enkel eerstejaars psychologiestudenten kregen twee proefpersoon punten. Vooraf is het experiment goedgekeurd door de Ethische Commissie van de Universiteit van Amsterdam. De deelnemers lazen en tekenden voorafgaand aan het onderzoek het informerende consent.

Stimuli

Zinnen

In dit onderzoek zijn 56 beledigende en 56 complimenteuze zinnen geconstrueerd. Hiervan gingen 28 beledigingen specifiek over macht (“Iedereen kan zien wat voor een zwakkeling je bent.”) en waren er 28 algemene beledigingen (“Als ik aan jou denk voel ik haat en diepe afkeer.”). Van de 56 complimenten gingen er 28 specifiek over macht (“Je bent een natuurlijke leider in groepen.”), de andere 28 zinnen waren algemene complimenten (“Je bent

(5)

de meest geweldige persoon die ik ken.”). De gemiddelde lengte van de zinnen was niet verschillend tussen beledigingen en complimenten (Mbelediging = 9.7, SDbelediging = 2.4; Mcompliment

= 9.6, SDcompliment = 3.0). Alle 112 zinnen zijn geconstrueerd op een manier dat deze

toepasselijk zijn voor zowel mannen als vrouwen. Voorafgaand aan de zin zijn foto en naam van een Nederlandse of Marokkaanse man met neutrale gezichtsuitdrukking zichtbaar op het beeldscherm gedurende 1700 ms1 (voorbeeld: “(foto Nederlandse man) Daan de Vries zegt

tegen jou:”). De foto bleef staan terwijl de zin woord voor woord gepresenteerd werd. De foto’s en bijbehorende namen van de mannen komen van Radboud Faces Databank (Langner et al., 2010). Hiernaast is bij de helft van de beledigende en complimenteuze zinnen vooraf de naam van de proefpersoon (“He Lana!”) in beeld gedurende 900 ms1. Enkele zinnen zijn

overgenomen uit eerder onderzoek van Otten et al. (2017). Gemiddeld genomen was er geen verschil in positie van het kritieke woord tussen beledigingen en complimenten (Mbelediging =

6.3, SDbelediging = 2.2; Mcompliment = 6.3, SDcompliment = 2.6) . Het kritieke woord bevatte

duidelijk de belediging (‘zwakkeling’ in het voorbeeld) of het compliment (‘geweldige’ in het voorbeeld) en was nooit het laatste woord van de zin. Het gemiddelde aantal letters van het kritieke woord verschilde niet voor beledigingen en complimenten (Mbelediging = 8.3, SDbelediging

= 3.5; Mcompliment = 7.7, SDcompliment = 2.7). Een volledige lijst van alle beledigingen en

complimenten is toegevoegd als Bijlage 1.

Vragenlijst

De gemoedstoestand van de deelnemers is in dit onderzoek meegenomen om te controleren of de beledigingen en complimenten effectief waren. Deze is gemeten aan de hand van een vragenlijst bestaande uit twee verschillende onderdelen met in totaal 9 meetmomenten. Deze vragenlijst heeft face validiteit en de betrouwbaarheid is goed, Cronbach’s α = .78 (Otten et al., 2017). Een onderdeel duidde naar de gemoedstoestand van de deelnemer op dat moment. De deelnemer gaf van 8 verschillende emoties (boos, vernederd, beschaamd, waardeloos, woedend, vrolijk, blij en dankbaar) op een schaal (1-7) aan of deze absoluut niet (1) tot absoluut wel (7) aanwezig waren. Deze vragen moest de deelnemer om de 14 zinnen invullen, in totaal 7 keer. Ook moest de deelnemer twee maal, aan het einde van elk blok, hun mate van zelfverzekerdheid aangeven op dezelfde schaal (1-7) aan de hand van vijf stellingen (“Ik voel me zelfverzekerd over mijn eigen mogelijkheden”)2. Deze vragenlijst met beide onderdelen is

toegevoegd als Bijlage 2.

1 In dit onderzoek wordt hier niks mee gedaan, dit is gelijk verdeeld over de condities. 2 De zelfverzekerdheid gemeten door de vragenlijst wordt niet geanalyseerd.

(6)

Procedure

De 56 beledigingen en 56 complimenten zijn willekeurig elk in een apart blok gepresenteerd. Deelnemers lazen van te voren dat binnen een blok alle zinnen tot dezelfde categorie behoren. De volgorde van de blokken zijn willekeurig verdeeld over de deelnemers om mogelijke volgorde-effecten tegen te gaan. De zinnen werden woord voor woord gepresenteerd. Hoelang de woorden werden gepresenteerd is bepaald aan de hand van Variable Serial Visual Presentation (VSVP) geïntroduceerd door Otten, Nieuwland en Van Berkum (2007). De standaard tijd van een woord was 240 ms, hier kwamen 25 ms bij per letter. Woorden met achtereenvolgend een komma werden 800 ms gepresenteerd. Het kritieke en eerstvolgende woord werden beide 425 ms gepresenteerd. Het woord aan het einde van de zin werd 650 ms gepresenteerd. Tussen de zinnen zat een pauze (minimaal 2, maximaal 30 seconde) waarin de deelnemer zelf op de spatiebalk moest klikken om de volgende zin te starten.

Vervolgens zijn de deelnemers geïnstrueerd om zo min mogelijk te knipperen en niet met de ogen weg te kijken wanneer de stimuli op het scherm zichtbaar zijn, maar om enkel te knipperen in de kleine pauzes die tussen de zinnen plaatsvonden. Voorafgaand en tijdens het eerste blok moest de deelnemer om de 14 zinnen een vragenlijst invullen waarin werd gevraagd naar zijn gemoedstoestand. Op het beeldscherm verscheen wanneer de deelnemer aan de vragenlijst moest beginnen. Afsluitend na het blok moest de deelnemer een vragenlijst over zijn zelfverzekerdheid invullen. Tussen de twee blokken hadden de deelnemers de mogelijkheid voor een korte pauze van enkele minuten om wat te drinken en te eten. Tijdens het tweede blok moest de deelnemer ook om de 14 zinnen zijn gemoedstoestand aangeven op de vragenlijst met afsluitend een vragenlijst over de zelfverzekerdheid van de deelnemer, de deelnemer vulde dus in totaal 9 maal een vragenlijst in. Achteraf moesten de deelnemers nog enkele vragen beantwoorden op de computer over hun geslacht en leeftijd. Hier werd ook gevraagd naar het aantal Marokkaanse en niet-Westerse vrienden van de deelnemer, in dit onderzoek werd hier niks mee gedaan.

Elektrofysiologische meting

EEG is gemeten door een Biosemi active-electrode systeem (Biosemi Inc., Amsterdam, Nederland). Dit systeem bevat 64 + 2 elektroden (Fp1, AF7, AF3, F1, F3, F5, F7, FT7, FC5, FC3, FC1, C1, C3, C5, T7, TP7, CP5, CP3, CP1, P1 , P3, P5, P7, P9, PO7, PO3,O1, lz, Oz, POz, Pz, CPz, Fpz, Fp2, AF8, AF4, AFz, Fz, F2, F4, F6, F8, FT8, FC6, FC4, FC2, FCz, Cz, C2, C4, C6, T8, TP8, CP6, CP4, CP2, P2, P4, P6, P8, P10, PO8, PO4, O2; CMS & DRL).

(7)

Het knipperen van de ogen en horizontale oogbewegingen zijn geregistreerd door vier elektroden onder en boven het linkeroog en aan de zijkant van beide ogen te plaatsen. Hiernaast zijn er twee elektroden aan de linker en rechter mastoïde van de deelnemer geplaatst voor offline re-referencing van het signaal. Het EEG-signaal is geregistreerd door een BioSemi ActiveTwo Amplifier (-3dB op ~100Hz low-pass, volledig DC gekoppeld) met sample frequentie 512 Hz. Alle data is re-referenced en gefilterd door een high-pass frequentie filter van 0.16 Hz. Oogbewegingen zijn verwijderd in de EEG data door Independent Component Analysis (ICA) (Jung et al., 2000). De data is opgedeeld in epochs van 250 ms voor het kritieke woord tot 1500 ms na het kritieke woord. Over het EEG-signaal is een baseline correctie toegepast, het gemiddelde signaal uit de 150 ms voor het begin van het kritieke woord wordt als het nulpunt van de meting genomen. Hiernaast zijn segmenten met een hogere waarde dan ± 100μV verwijderd. Om de artefacten uit de EEG data te halen zijn de gemiddelden apart per conditie per elektrode berekend voor elke deelnemer (Beledigingen Macht, Beledigingen Algemeen, Complimenten Macht, Complimenten Algemeen). Per deelnemer is gekeken of in elke conditie per elektrode de gemiddelden minstens 15 segmenten bevatten, wanneer er meer dan drie elektroden minder segmenten bevatten, wordt de deelnemer verwijderd. Vervolgens is voor alle deelnemers de gemiddelde amplitude van de LPP (600-1200 ms) voor elke elektrode per conditie geëxporteerd om de hypothese te testen.

Data analyse

Gemoedstoestand

De gemoedstoestand is berekend aan de hand van een score die tot stand komt door deze 8 emoties; boos, vernederd, beschaamd, waardeloos, woedend, vrolijk, blij en dankbaar. Ten eerste zijn de scoren op vrolijk, blij en dankbaar omgedraaid, waarbij 7 een 1 wordt, 6 een 2 etc. Ten tweede is een gemiddelde berekend over de 8 emoties, hierdoor kan een minimale score van 1, gelijk aan een vrolijke gemoedstoestand, en een maximale score van 7, gelijk aan een boze gemoedstoestand, tot stand komen. Vervolgens is het gemiddelde berekend tijdens elk blok, over de drie metingen. Hierdoor ontstaan uiteindelijk drie waarden per deelnemer: een score op de eerste vragenlijst, de voormeting, een score tijdens de beledigingen, en een score tijdens de complimenten. Over deze scoren is een factoriele mixed analyse van variantie (ANOVA) uitgevoerd, met als binnen-deelnemers variabele Gemoedstoestand op de voor-, belediging- en complimentmeting en als tussen-deelnemers variabele Geslacht. Hiermee

(8)

worden twee hoofdeffecten gemeten, Gemoedstoestand (Voormeting vs. Beledigingen vs. Complimenten) en Geslacht (Man/Vrouw). Ook wordt het interactie-effect gemeten.

LPP

Om te testen of het type zin (Macht vs. Algemeen) invloed heeft op de verwerking van een belediging en compliment bij mannen en vrouwen is een factoriele mixed ANOVA uitgevoerd over het time window van de LPP. Hiermee worden drie hoofdeffecten gemeten, BelComp (Complimenten vs. Beledigingen), Macht (Macht vs. Algemeen) en Geslacht (Man/Vrouw). Ook worden de interactie-effecten tussen deze drie factoren gemeten. Om mogelijke interactie-effecten tussen posities van elektroden mee te nemen zijn deze geëvalueerd door aan de ANOVA twee extra variabelen toe te voegen, Hemisfeer (Links/Rechts) en Anterioriteit (Anterior/Posterior). Dit leidt tot 4 kwadranten: (1) linker-anterior, omvattende Fp1, AF7, AF3, F1, F3, F5, F7, FT7, FC5, FC3, FC1, C1, C3, C5, T7; (2) rechter-anterior, omvattende Fp2, AF8, AF4, F2, F4, F6, F8, FT8, FC6, FC4, FC2, C2, C4, C6, T8; (3) linker-posterior, omvattende TP7, CP5, CP3, CP1, P1, P3, P5, P7, P9, PO7, PO3, O1; (4) rechter-posterior, omvattende TP8, CP6, CP4, CP2, P2, P4, P6, P8, P10, PO8, PO4, O2. Effecten van elektroden midden op het hoofd (lz, Oz, POz, Pz, CPz, Fpz, FCz, Cz AFz en Fz) zijn apart berekend in een ANOVA met als variabelen: BelComp, Macht en Geslacht.

Resultaten Gemoedstoestand

Om te controleren of het lezen van de complimenten en beledigingen daadwerkelijk effect hadden op de lezers, is een factoriele mixed ANOVA uitgevoerd, over de score van de gemoedstoestand vragenlijst op de voor-, belediging- en complimentmeting, tussen vrouwen en mannen. De assumptie van normaliteit is geschonden, Shapiro Wilk is significant voor beledigingen, p = .001, en voor complimenten, p < .001. Aangezien de steekproef groter is dan 30 hoeft volgens de centrale limieten theorie geen non-parametrisch toets uitgevoerd te worden (Field, 2009). Gelijke variantie en sphericiteit werden getest door Levene’s en Mauchly’s test, beide waren niet significant, p > .05, waardoor deze assumpties niet geschonden zijn en parametrisch is getest.

In Tabel 1 zijn de gemiddelde scoren op de gemoedstoestand vragenlijst en standaard deviaties (SD) weergegeven. Er was een significant hoofdeffect van Bloktype op Gemoedstoestand, F(2, 82) = 12.76, p < .001, partial η2 = .24. Er is geen significant

(9)

hoofdeffect gevonden op Geslacht, F(1, 41) = 1.14, p = .29, partial η2 = .03. Ook is er geen significant interactie-effect gevonden op Geslacht*Bloktype Gemoedstoestand F(2, 82) = .81, p = .45, partial η2 = .02.

Tabel 1

Gemiddelden en Standaard Deviatie Tussen Haakjes op de Voor-, Belediging en Compliment Meting van de Score op de Gemoedstoestand Vragenlijst bij Mannen en Vrouwen

Voormeting Beledigingen Complimenten

Mannen Vrouwen 1.95 (0.48) 2.01 (0.49) 2.25 (0.64) 1.85 (0.51) 2.55 (0.84) 2.08 (0.87)

In Figuur 1 is te zien dat de gemoedstoestand bij mannen en vrouwen toenamen na beledigingen ten opzichte van de voormeting, wat betekent dat zij zich slechter voelden. De follow-up testen lieten zien dat de deelnemers significant hoger scoorden op de gemoedstoestand vragenlijst na beledigingen dan voorafgaand aan het experiment, t(42) = -4.82, p < .001, Cohen’s d = .74. Na complimenten is er geen verandering in gemoedstoestand ten opzichte van de voormeting, t(43) = 3.12, p = .99, Cohen’s d = .002. Na beledigingen is de gemoedstoestand significant hoger dan na de complimenten, t(42) = 4.08, p < .001, Cohen’s d = .62. Deze resultaten laten zien dat de proefpersonen de zinnen echt lijken te lezen en verwerken.

(10)

Figuur 1. De gemiddelde scores op de gemoedstoestand vragenlijst op de voor-, belediging-en complimbelediging-entmeting inclusief betrouwbaarheidsintervallbelediging-en die spreiding van de gemiddelden representeren.

LPP

Voor het testen van de hypothese is een factoriele mixed ANOVA uitgevoerd over het time window (600-1200 ms) van de LPP waarden uit het ERP. Eerst zijn extreme waarden verwijderd. Hierna werden de assumpties getest. Voor alle condities was aan de assumpties van normaliteit en gelijke varianties voldaan, Shapiro Wilk en Levene’s test waren beide niet significant, p > .05.

(11)

Man

Complimenten Beledigingen Fz Cz Algemeen Pz Fz Cz Pz Macht

Vrouw

Complimenten Beledigingen Fz Algemeen Cz Pz Macht Fz Cz Pz

Figuur 2. Geeft drie ERP’s van elektroden midden op het hoofd weer van Complimenten (zwarte lijnen) en Beledigingen (rode lijnen), links betreffende Algemene- en rechts betreffende Machtszinnen bij Mannen (boven) en Vrouwen (beneden).

(12)

In Figuur 2 zijn ERP’s weergegeven van drie van de 64 elektroden per zinstype; hierin zijn de rode lijnen beledigingen en zwarte lijnen complimenten. Locatie op het hoofd is ook meegenomen in de analyse, de locatie van de elektroden bleek echter geen invloed te hebben op de emotionele verwerking in de hersenen en wordt daardoor niet verder besproken (alle F < 1.75 en p > .20).

Er was geen significant hoofdeffect van BelComp, F(1, 32) = .19, p = .67, partial η2 = .006. Het hoofdeffect van Macht was ook niet significant, F(1, 32) = .01, p = .92, partial η2 < .001. Hiernaast is het hoofdeffect van Geslacht ook niet significant, F(1, 33) = .10, p = .75, partial η2 = .003. Overeenkomend met de kwadranten waren de hoofdeffecten midden op het hoofd ook niet significant (BelComp, F(1, 32) = .08, p = .79, partial η2 = .002; Macht, F(1, 32) = .16, p = .69, partial η2 = .005; Geslacht, F(1, 33) = .001, p = .97, partial η2 < .001).

Tabel 2

Gemiddelde LPP Waarden en Standaard Deviatie Tussen Haakjes voor Algemene of Macht Beledigingen en Complimenten bij Mannen en Vrouwen over Alle Elektroden

Beledigingen Complimenten Algemeen Mannen Vrouwen 1.48 (2.25) 1.44 (2.05) 0.99 (2.00) 0.68 (1.56) Macht Mannen Vrouwen 0.69 (2.45) 1.14 (2.17) 1.50 (2.16) 1.14 (2.06)

Het interactie effect van BelComp*Macht geeft een trend, F(1, 32) = 2.90, p = .10, partial η2 = .08. De follow-up testen lieten zien dat deze trend lijkt te komen doordat algemene beledigingen, zie Tabel 2, significant hogere LPP waarden hebben dan algemene complimenten, t(33) = 1.96, p = .03, Cohen’s d = .34, terwijl macht-beledigingen niet significant verschillen van macht-complimenten, t(33) = -.69, p = .25, Cohen’s d = -.12. Ook midden op het hoofd lijkt dit een trend BelComp*Macht, F(1, 32) = 2.16, p = .15, partial η2 = .06. Follow-up testen suggereren dat Algemene Beledigingen hogere LPP amplituden lijken te

(13)

hebben dan algemene complimenten, t(33) = 1.48, p = .07, Cohen’s d = .25, terwijl macht-beledigingen niet hoger zijn dan macht-complimenten, t(33) = -.44, p = .33, Cohen’s d = -.07.

Overige interacties waren niet significant (BelComp*Geslacht, F(1, 32) = .76, p = .39, partial η2 = .02; Macht *Geslacht, F(1, 32) = .09, p = .77, partial η2 = .003; BelComp*Macht*Geslacht, F(1, 32) = .15, p = .71, partial η2 = .005). Ook midden op het hoofd waren de interacties niet significant (BelComp*Geslacht, F(1, 32) = 1.82, p = .19, partial η2 = .05; Macht *Geslacht, F(1, 32) = .64, p = .43, partial η2 = .02; BelComp*Macht*Geslacht, F(1, 32) = .61, p = .44, partial η2 = .02).

Discussie

Uit de resultaten van dit onderzoek bleek tegen de verwachtingen in dat het effect van macht op de emotionele verwerking van beledigingen en complimenten niet groter is bij mannen dan bij vrouwen. Beledigingen over macht lijken geen sterkere emotionele verwerking te hebben dan algemene beledigingen, voor zowel mannen als vrouwen. Mocht er wel een verschil zijn, suggereren deze resultaten dat de emotionele verwerking van een belediging specifiek over macht juist minder sterk zou zijn bij mannen. Een bevinding die wel in overeenstemming is met de hypothese, suggereert dat algemene beledigingen wellicht een sterkere emotionele verwerking hebben dan algemene complimenten voor mannen en vrouwen.

De data suggereert hier ten eerste dat er geen sekse verschillen zijn in de emotionele verwerking van beledigingen en complimenten. Ten tweede lijkt, in tegenstrijd met de verwachtingen, macht geen invloed te hebben op de emotionele verwerking van de beledigende of complimenteuze zinnen. Ten derde doen macht-beledigingen niets speciaals bij mannen ten opzichte van vrouwen, wat ook tegenstrijdig is met de verwachtingen.

De resultaten van de mannen komen niet overeen met eerder onderzoek naar type beledigingen waarin mannen het meest beledigd worden door laf of minderwaardig genoemd te worden (Harris, 1993). In zijn onderzoek is echter geen gebruik gemaakt van ERP’s, maar wordt enkel aan de deelnemers gevraagd wat zij het meest beledigend vinden om te horen. Aangezien dit onderzoek suggereert dat er geen verschil is in emotionele verwerking van verschillende type beledigingen, laat dit zien dat de hersenen mogelijk anders reageren dan men zelf aan een onderzoeker rapporteert. Ook kan het zijn dat mannen tegenwoordig minder waarde hechten aan macht, aangezien het onderzoek van Harris dateert uit 1993 en sindsdien machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen iets beter zijn geworden. Toch is dit niet aannemelijk, doordat mannen in een land met betere machtsverhoudingen juist enkel ‘machtige’ emoties willen vertonen (Fischer et al., 2004).

(14)

Een andere meer aannemelijke verklaring voor het gevonden resultaat bij mannen, komt doordat Fischer en Rodriguez Mosquera (2001) aantonen dat mannen de meeste woede ervaren wanneer zij hun status en respect verliezen. Eerder onderzoek van Otten en Jonas (2014) toonde aan dat de LPP amplitude voornamelijk groter wordt door vernedering en niet zo zeer door woede. Dit zou kunnen verklaren waardoor de LPP amplitude bij mannen tijdens beledigingen specifiek over macht mogelijk zelfs lager zijn dan bij algemene beledigingen en hiermee tegenstrijdig zijn met de hypothese. Doordat dit het eerste EEG onderzoek is naar verschillende type beledigingen kan dit slechts worden gezien als een suggestie.

Overeenkomend met eerder onderzoek van Preston en Stanley (1987) is dat voor vrouwen geen verschil in emotionele verwerking is tussen de algemene beledigingen en die specifiek over macht. Wanneer gekeken wordt naar songteksten is deze bevinding ook aannemelijk, veel songteksten bevatten taal waarbij de vrouw als minderwaardig dan de man of als machteloos wordt gepresenteerd (Hyatt, Berke, Miller & Zeichner, 2016). Doordat vrouwen naast algemene beledigingen door mannen ook veel in contact komen met beledigingen over macht zouden deze dezelfde emotionele verwerking kunnen hebben en zijn de huidige resultaten van vrouwen hiermee in overeenstemming.

Ook lijken de resultaten gedeeltelijk overeen te komen met recent onderzoek van Otten et al. (2017). De algemene beledigingen lijken een hogere LPP amplitude te geven dan de algemene complimenten. Dit suggereert dat de LPP amplitude een goede maat is om de emotionele verwerking te meten en dat negatieve stimuli een sterkere emotionele verwerking hebben dan positieve stimuli. Wanneer de zinnen over macht zijn toegevoegd wordt dit resultaat niet gerepliceerd. Mogelijk is dit te verklaren doordat beledigingen en complimenten uit de algemene categorie veel uit het onderzoek van Otten et al. (2017) zijn overgenomen, terwijl uit de macht categorie veel van de zinnen zijn bedacht door de onderzoekers zelf. De door de onderzoekers bedachte zinnen zijn niet gepretest in welke mate deze beledigend overkomen. Wellicht zijn deze zinnen minder beledigend gemaakt dan wenselijk. De manipulatiecheck geeft aan dat de beledigingen in totaal wel beledigend waren, maar deze zijn niet apart per Macht/Algemeen conditie berekend waardoor hier niet voor gecontroleerd kan worden.

Een beperking van het huidige design is dat er naast de beledigende of complimenterende zinnen ook continue een afbeelding van een mannengezicht op het beeldscherm te zien was. De mens is gespecialiseerd in het kijken naar en herkennen van gezichten waardoor hier ook deels de aandacht naar ging (Tsao et al., 2006). Tijdens evaluatiegesprekken met de deelnemers werd dit vaak als afleidend beschouwen. Hierdoor is

(15)

wellicht minder focus geweest op de zinnen en heeft dit mogelijk meer ruis aan de resultaten toegevoegd.

Onderzoek van Friedman (1979) laat zien dat gezichtsuitdrukking een rol speelt met de manier waarop een bericht wordt ervaren. Enkele gezichten die zijn gebruikt in dit onderzoek werden door deelnemers beschouwd als ‘suf’ en kwamen niet overeen met types die mensen beledigen. In het experiment toonden de gezichten een neutrale blik in plaats van een blik die overeenkomt met iemand die beledigt. Hierdoor zouden de deelnemers de beledigingen minder intens hebben kunnen opvatten en is de emotionele verwerking ook minder sterk. Mogelijk verklaart dit waardoor er slechts trends gevonden zijn met een kleine effectgrootte.

Doordat in eerdere onderzoeken al vaker is aangetoond dat negatieve stimuli een hogere LPP amplitude veroorzaken dan positieve stimuli (Huang & Luo, 2006; Ito et al., 1998), is het aannemelijk om te concluderen dat macht geen invloed heeft op de emotionele verwerking van beledigingen. Om zeker te weten of LPP amplitude een goede maat is voor emotionele verwerking van verschillende zinnen is nog meer vervolgonderzoek wenselijk.

In vervolgonderzoek naar type beledigingen is het noodzakelijk dat beledigingen voorafgaand gepretest worden, zodat er sprake is van beledigingen die in elke categorie ook daadwerkelijk beledigend overkomen. Wanneer bekend is dat de beledigingen goed zijn, kunnen er makkelijker conclusies worden getrokken uit de resultaten van het onderzoek. Hiernaast moet aan de deelnemers een betere context worden geboden om op deze manier de belediging intenser en realistischer te maken. Door de gezichtsuitdrukking van de afbeeldingen aan te passen op mannen die men snel beledigt, kan de belediging mogelijk intenser verwerkt worden. Ook kan in vervolgonderzoek het time window worden opgesplitst in een vroeg (600-900 ms) en laat (900-1200 ms) time window om op deze manier de LPP amplitude te analyseren.

Samenvattend suggereert huidig onderzoek dat algemene beledigingen een sterkere emotionele verwerking lijken te hebben dan algemene complimenten. De LPP amplitude lijkt een goede maat te zijn voor de verwerking van emotionele stimuli. Verder laat dit onderzoek zien dat machtszinnen geen invloed hebben op de emotionele verwerking van beledigingen en complimenten bij mannen en vrouwen. Doordat dit in tegenstrijd is met de huidige literatuur en in huidig experiment de beledigende zinnen niet zijn gepretest, is vervolgonderzoek naar de emotionele verwerking van machtsbeledigingen wenselijk. Tot nu toe kan alleen geconcludeerd worden dat de neurale verwerking van beledigingen en complimenten niet verandert door machtszinnen bij zowel mannen als vrouwen.

(16)

Literatuurlijst

Campbell, A., & Muncer, S. (1987). Models of anger and aggression in the social talk of women and men. Journal for the Theory of Social Behaviour, 17(4), 489-511.

Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS. Sage publications.

Fischer, A., & LaFrance, M. (2015). What drives the smile and the tear: Why women are more emotionally expressive than men. Emotion Review, 7(1), 22-29.

Fischer, A. H., Rodriguez Mosquera, P. M., Van Vianen, A. E., & Manstead, A. S. (2004). Gender and culture differences in emotion. Emotion, 4(1), 87.

Fischer, A. H., & Rodriguez Mosquera, P. M. (2001). What concerns men? Women or other men?: A critical appraisal of the evolutionary theory of sex differences in aggression. Psychology, Evolution & Gender, 3(1), 5-25.

Friedman, H. S. (1979). The interactive effects of facial expressions of emotion and verbal messages on perceptions of affective meaning. Journal of Experimental Social Psychology, 15(5), 453-469.

Harris, M. B. (1996). Aggressive Experiences and Aggressiveness: Relationship to Ethnicity, Gender, and Age1. Journal of Applied Social Psychology, 26(10), 843-870.

Harris, M. B. (1993). How provoking! what makes men and women angry? Aggressive Behavior, 19(3), 199-211.

Henley, N. M. (1973). Power, sex, and nonverbal communication. Berkeley Journal of Sociology, 1-26.

Herbert, C., Junghofer, M., & Kissler, J. (2008). Event related potentials to emotional adjectives during reading. Psychophysiology, 45(3), 487–498.

Huang, Y. X., & Luo, Y. J. (2006). Temporal course of emotional negativity bias: An ERP study. Neuroscience Letters, 398, 91-96.

Hyatt, C. S., Berke, D. S., Miller, J. D., & Zeichner, A. (2016). Do beliefs about gender roles moderate the relationship between exposure to misogynistic song lyrics and men's female‐directed aggression?. Aggressive behavior.

Ito, T. A., Larsen, J. T., Smith, N. K., & Cacioppo, J. T. (1998). Negative information weighs more heavily on the brain: the negativity bias in evaluative categorizations. Journal of personality and social psychology, 75(4), 887.

Jay, T., & Janschewitz, K. (2008). The pragmatics of swearing. Journal of Politeness Research. Language, Behaviour, Culture, 4(2).

(17)

Jung, T.-P., Makeig, S., Westerfield, M., Townsend, J., Courchesne, E., & Sejnowski, T. J. (2000). Removal of eye activity artifacts from visual event-related potentials in nor- mal and clinical subjects. Clinical Neurophysiology, 111(10), 1745–1758.

Kalenius, W. G., (1967). Connotative meaning as a function of sex, intelligence, and class placement. Dissertation Abstracts, 27(9-A), 2887-2888.

Lakoff, R. (1975). Language and woman's place. New York: Harper.

Langner, O., Dotsch, R., Bijlstra, G., Wigboldus, D. H., Hawk, S. T., & van Knippenberg, A. (2010). Presentation and validation of the Radboud Faces Database. Cognition and emotion, 24(8), 1377-1388.

Miles, P. (1994). Compliments and gender. University of Hawaii Occasional Papers, 26, 85-137.

Otten, M., Mann, L., van Berkum, J. J., & Jonas, K. J. (2017). No laughing matter: How the presence of laughing witnesses changes the perception of insults. Social neuroscience, 12(2), 182-193.

Otten, M., & Jonas, K. J. (2014). Humiliation as an intense emotional experience: Evidence from the electro-encephalogram. Social Neuroscience, 9(1), 23–35.

Otten, M., Nieuwland, M. S., & Van Berkum, J. J. A. (2007). Great expectations: Specific lexical anticipation influences the processing of spoken language. BMC Neuroscience, 8(1), 89.

Preston, K., & Stanley, K. (1987). “What's the worst thing...?” gender-directed insults. Sex Roles, 17(3-4), 209-219.

Tsao, D. Y., Freiwald, W. A., Tootell, R. B., & Livingstone, M. S. (2006). A cortical region consisting entirely of face-selective cells. Science, 311(5761), 670-674.

Van Berkum, J. J., Holleman, B., Nieuwland, M., Otten, M., & Murre, J. (2009). Right or wrong? The brain's fast response to morally objectionable statements. Psychological Science, 20(9), 1092-1099.

(18)

Bijlage 1 Complimenten

Met jou praten is een C fantastische ervaring. Je bent de C beste persoon die ik ooit ontmoet heb. Je gedraagt je als een C sociaal mens.

Je ziet er altijd zo C smaakvol uit.

Ik zou jou vaker willen C spreken, liefst iedere dag. Ik vind jou een C goed mens omdat je zo altruistisch bent. Ik vind jou C bewonderenswaardig in je omgang met anderen. Jij bent C geweldig gewoon zoals je bent.

Jij straalt C vertrouwen uit, ik heb het gevoel dat ik je alles kan vertellen. Het is mooi hoe C bescheiden jij bent.

Ik wou dat ik net zo C vriendelijk en meelevend was als jij. Je praat C enthousiast en dat maakt mij vrolijk.

Jij bent zo C betrouwbaar, ik kan altijd op je rekenen. Jij hebt zoín ontzettende C stralende persoonlijkheid. Je gedraagt je als een C verstandig persoon.

Jouw gezicht maakt mij C blij om te leven. Jij bent een natuurlijke C leider in groepen.

Ik begrijp heel goed dat mensen jou graag C spreken want je bent fantastisch. Dingen die jij doet zijn vaak C succesvol vanwege jouw inzet.

Jij bent echt een C sprankelende verschijning.

Jouw inbreng in de discussie is altijd C intelligent en opbouwend. Als ik aan jou denk voel ik C liefde en warmte.

Het valt me op dat jij zo'n C stralend persoon bent.

De manier waarop jij met dingen omgaat roept heel veel C bewondering in mij op. Jij bent C medelevend en vriendelijk.

Ik denk dat jij een van de meest C aimabele mensen bent die ik ken. Je bent C leuk als je lacht.

Jouw input is heel erg C waardevol voor onze samenwerking. Wat ben jij een ontzettend C begaafd persoon.

Jij bent C sterk en onafhankelijk.

Jij gaat jouw doelen zeker C bereiken, daar reken ik op. Als jij praat word ik spontaan C gelukkig van je woorden. Jij bent heel erg C attent als het gaat om je vrienden. Jij hebt zo ontzettend veel C talent dat het bijna eng is. Je bent de meest C geweldige persoon die ik ken. Je bent een C hartelijk persoon.

Jij bent altijd zo ontzettend C aardig tegen iedereen. Jouw uitstraling is C gezellig en warm.

Samen met jou maak ik de C leukste dingen mee. Je bent een C goede vriend voor de mensen om je heen.

Ik koester voor jou alleen maar C bewondering en warme gevoelens. Als jij er bent dan kan ik er op rekenen dat het C gezellig gaat worden. Je ziet er altijd C geweldig uit.

Ik vind jou C aantrekkelijk op fysiek en mentaal niveau. Jij verdient alleen maar C lof en complimenten.

Jouw smaak is opvallend C goed in vergelijking met andere studenten. Op mensen zoals jij zit de wereld echt te C wachten.

(19)

Als ik jou met mensen om zie gaan zie ik dat je veel C liefde in je hebt. Op mij kom jij over als een C slim persoon.

Jij hebt altijd zulke C goede ideeÎn over alles.

Jouw aanwezigheid maakt een dag gewoonweg C beter en leuker. Ik heb echt bewondering voor hoe C sociaal jij bent.

Jij bent zo C creatief met al je originele ideeÎn. Jij bent altijd C oprecht en dat waardeer ik echt.

Jouw mening is vaak heel C interessant en verhelderend.

Wat mij aan jou opvalt is dat je altijd zo C grappig en vrolijk bent. Altijd als jij iets zegt realiseer ik me hoe C intelligent jij bent. Wat ben jij toch C aardig, ik hoor jou nooit iets gemeens zeggen. Met jou praten is altijd C leuk, zo verfrissend.

Jouw manier van bewegen is heel C plezierig om naar te kijken. Beledigingen

Zodra jij je mond open doet komen er alleen maar B oninteressante dingen uit. Jij bent echt zo B lui en nutteloos.

Jij bent je leven aan het B verprutsen met je stompzinnige bezigheden. Ik zou willen dat je B verdween uit mijn leven.

Ik vind jou een B kneus en een rare verschijning. Wat ben jij een ontzettend B triest mens.

Jij gaat niets B bereiken in je leven.

Ik vind jou eigenlijk te B vervelend om mee om te gaan. Jouw redeneringen slaan helemaal B nergens op.

Als ik aan jou denk voel ik B haat en diepe afkeer.

Jouw persoonlijkheid is ontzettend B negatief, geen wonder dat mensen je uit de weg gaan. Jouw gezicht is ronduit B vervelend om naar te kijken.

Als mens ben jij B nutteloos en daarom heb je geen vrienden. Als ik aan jou denk voel ik B afkeer diep in mijn ziel.

Je bent een B schande voor de mensheid.

Je bent de meest B ergelijke persoon die ik ooit heb ontmoet. Jij roept bij mij eigenlijk vooral B minachting op.

Jouw uitstraling is B onprettig en zelfs een beetje afstotend. Jij hebt wel iets weg van een B rat zoals jij met mensen omgaat. Jouw leven is nu al een B mislukte onderneming.

Jij gedraagt je meestal als een B tiran tegen je vrienden.

Jouw gedrag is ongelooflijk B infantiel, het is bijna ondraaglijk. Ik vind jou heel B verwend overkomen.

Jouw manier van bewegen is uitermate B irritant, ik kan het niet aanzien. Je ziet er vaak B raar uit.

Er zijn geen grenzen aan jouw B domheid op intelectueel en sociaal vlak. Omgaan met jou is een B kwelling voor mij.

Jij bent ongelooflijk B bot in je samenwerking met anderen.

Het verbaast mij niet dat mensen liever bij jou uit de B buurt blijven. Je bent een B nietsnut en je hebt weinig bereikt in je leven.

Ik vind jou echt te B losbandig om je nog serieus te nemen. Je bent een B eikel zoals er maar weinig rondlopen.

Omgaan met jou is een zodanige B verschrikking dat ik je liever niet meer wil zien. Jouw leven is B waardeloos en inhoudsloos.

(20)

Jouw meningen zijn te B belachelijk voor woorden. Ik vind jou vaak B asociaal en vervelend.

In gezelschap gedraag jij je vaak compleet B ongepast. Jij kan ontzettend B vervelend zijn.

Als ik jou hoor voel ik al B walging en afkeer. Naar anderen toe ben jij B koud en hard.

Zoals jij met dingen omgaat is gewoon om B misselijk van te worden. Jij bent werkelijk de meest B achterlijke persoon die ik ooit heb ontmoet. Ik vind jou B verachtelijk en je gedrag walgelijk.

Jouw gezicht maakt mij zo B misselijk dat ik even afstand moet nemen. Ik heb nog nooit zo'n B triest persoon als jou ontmoet.

Jij staat regelmatig voor B paal in je interacties met anderen.

Ik begrijp heel goed dat mensen jou proberen te B vermijden in de dagelijkse omgang. Jij bent een ontzettende B sukkel zeg.

In sociale situaties ben jij zo B onhandig dat mensen achter je rug over je praten. Je kan echt helemaal B niets zoals je daar zit.

Jouw gedrag is B lachwekkend en soms ook meelijwekkend. Met jou praten is een B slaapverwekkende ervaring.

Jij laat regelmatig zien dat je B stompzinnig bent. Met jou omgaan is een bijna fysiek B pijnlijke ervaring. Jij bent een B teringlijer en dat vertel ik je graag.

Jij ben de meest B onsympathieke persoon die ik heb ontmoet deze maand. Jij bent zo ontzettend B onhandig in je bewegingen.

Je bent gewoon een B aansteller en een huilebalk. Je komt vaak best wel B dom over.

(21)

Bijlage 2 : Gemoedstoestand

Wij willen weten hoe je je nu, op dit moment, voelt. Zet een kruisje in het vakje dat het beste je gevoel weergeeft. A bs ol u u t N ie t N ie t E en B ee tj e N ie t N eu tr aa l E en B ee tj e W el W el A b so lu u t W el 1 2 3 4 5 6 7 Boos Vernederd Beschaamd Waardeloos Woedend Vrolijk Blij Dankbaar 1 2 3 4 5 6 7 A bs ol u u t N ie t N ie t E en B ee tj e N ie t N eu tr aa l E en B ee tj e W el W el A b so lu u t W el

Ga nu verder met de computertaak.

Druk op de spatiebalk om door te gaan!

(22)

Bijlage 2 : Zelfverzekerdheid

Wij willen weten hoe je je nu, op dit moment, voelt over jezelf. Zet een kruisje in het vakje dat het beste je gevoel weergeeft.

A bs ol u u t N ie t N ie t E en B ee tj e N ie t N eu tr aa l E en B ee tj e W el W el A b so lu u t W el 1 2 3 4 5 6 7

Ik voel me zelfverzekerd over mijn eigen mogelijkheden.

Ik maak me zorgen of anderen mij zien als een succes of als een mislukkeling

Ik ben tevreden over mijn eigen lichaam

Ik ben ontevreden over mijn prestaties

Ik merk dat ik moeite heb om dingen die ik lees te begrijpen. 1 2 3 4 5 6 7 A bs ol u u t N ie t N ie t E en B ee tj e N ie t N eu tr aa l E en B ee tj e W el W el A b so lu u t W el

Ga nu verder met de computertaak.

Druk op de spatiebalk om door te gaan!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Relevant ook om te verduidelijken waarom het gaat bij integriteit, feitelijk het kernbegrip in veel van mijn onderzoek, met daarin centraal de geldende morele waarden en normen

Das spielt sicher eine Rolle, aber es kann keine Entschuldigung dafür sein, dass Menschen in Machtpositionen weniger Hemmungen gegenüber anderen Menschen haben, sich eher im

[r]

Het is juist nodig een veelsoortige ontwikkeling van het onderwijs te stimuleren; daarbij moet het orientatiepunt niet alleen de arbeidsmarkt zijn, maar vooral ook de eisen die

v oorzitter De Blaey het veld ruimen. Dit zou om 'persoonlijke rede- nen' zijn, aldus de Driemaster. In werkelijkheid was er een hoogop- lopend conflict ontstaan toen De Blaey,

Chapter 2 Economic evaluation of family planning interventions in low and middle income countries; a systematic

H3a: Het gebruik van een functionele groene positioneringstrategie gecombineerd met een utilitair ecologisch verantwoord product in een advertentie leidt tot een meer positieve

Among patients with chronic HF referred to Nitro- gen-13 ammonia PET/CT imaging, the presence and extent of pre-existing fixed perfusion defects, but not quantitative