• No results found

Ontwikkelingen in het doen van tijdwaarnemingen aan grondverzets- en grondbewerkingswerktuigen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwikkelingen in het doen van tijdwaarnemingen aan grondverzets- en grondbewerkingswerktuigen"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J N 3 1 5 4 5 . 1 2 2 6 1 226 september 1980 Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding

Wageningen

ONTWIKKELINGEN IN HET DOEN VAN TIJDWAARNEMINGEN AAN

GRONDVERZETS-EN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGGRONDVERZETS-EN

ing. J.G.S. de Wilde

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een een-voudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discus-sie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclu-sies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking.

U/\|

^H

(<^2- o 2

(2)

I N H O U D b i z . 1. INLEIDING 1 2. DE TIJDSTUDIE 2 2.1. De elementen 2 2.2. De opnamen 5 3. ANDERE MOGELIJKE OPNAMEWIJZEN 8

3.1. Algemeen 8 3.2. De tijdopnameprinter 8 3.3. Het videosysteem 11 3.4. Het filmsysteem 15 3.5. Het continue-registratiesysteem 15 4. CONCLUSIES 16 LITERATUUR 18 BIJLAGEN

(3)

1. INLEIDING

Eén van de meest fundamentele voorwaarden bij het doen van tijd-waarnemingen ten behoeve van tijdstudies is het zoveel mogelijk, liefst continue, observeren van het object. Dit continue gadeslaan is noodza-kelijk aangezien zonder dat karakteristieke kenmerken verloren kunnen gaan.

Voor het bepalen van capaciteitenormen van de diverse bij landin-richtingswerken ingezette werktuigen zoals diepploegen, bulldozers, kilvers,hydraulische graafmachines, draineermachines en dumpers worden momenteel veel tijdstudies verricht (HORST, 1979; BEUMER, 1980; HIJNE EN GLAS, 1980). Omdat deze tijdstudies worden uitgevoerd voor iedere machine of werktuig afzonderlijk en bovendien voor diverse handelingen van die machine worden zo ook wel aangegeven als detailstudies.

Momenteel worden deze tijdopnamen verricht met behulp van een stop-watch en tijdstudiebord. Een zeker nadeel van deze wijze van opnemen

is dat de vastgestelde tijd steeds weer op een lijst moet worden geno-teerd. Hierdoor treedt een discontinuïteit op in het waarnemen of de observatie, hetgeen juist bij de veelvuldig voorkomende korte hande-lingen van grote invloed kan zijn op de exactheid van de waarneming. Aangezien bovendien tijdens de tijdopname nog enkele zaken dienen te worden vastgelegd die alleen op dat moment bepaald kunnen worden, wordt het maken van fouten nogmaals versterkt.

Het nog enigszins betrouwbaar doen van dergelijke studies, op de tot op heden gevolgde wijze, is slechts mogelijk gebleken gedurende een korte periode. Om het meten over langere periode mogelijk te ma-ken is gezocht naar een andere vorm van tijdregistratie of te volgen opnametechniek. In deze nota wordt naast een uiteenzetting over de op-name vorm een, vermoedelijk niet volledige, opsomming gegeven van en-kele andere opnamewij zen, waarbij tenslotte een te verkiezen systeem

(4)

zal wordeti aangegeven.

2. DE TIJDSTUDIE

2.1. D e e l e m e n t e n

Zoals reeds in de inleiding werd aangegeven hebben de tijdwaarne-mingen, waarover hier gesproken zal worden, plaats bij machines en werktuigen die ingezet worden bij landinrichtingswerkzaamheden. Deze machines verrichten een aantal handelingen die binnen een bepaald schema steeds weer terugkeren en waarvan de bewegingen vaak vloeiend in elkaar overgaan. Sommige van deze bewegingen zijn bovendien erg kort.

Als voorbeeld zouden we een hydraulische graafmachine (dieplepel) kunnen aanhalen met behulp waarvan een^sloot of leiding gegraven wordt. Voor het graven kan de machine uitgerust zijn met een profielbak in

de vorm van de te graven leiding. Voor het graven worden een aantal handelingen onderscheiden (HORST, 1979), die als het ware in een min of meer vast patroon steeds herhaald worden. Voor het graven staat de machine opgesteld in het verlengde van de te graven leiding op de grond die straks gegraven moet worden. Tijdens het graven zal de machine steerl« ppn stukje opgeschoven (transport) moeten worden. Tussen twee van deze machinetransporten speelt zich een bijna vast aantal

hande-lingen af waarin de machine het leidingprofiel graaft. De handehande-lingen tussen twee transporten kunnen als een eerste cyclus worden opgevat. Binnen deze cyclus wordt meerdere malen de graafbeweging gemaakt. Bij een nadere beschouwing blijken deze graafbewegingen niet allen gelijk te zijn, er valt onderscheid te maken. Zo komen voor, graafbewegingen voor:

a. het weggraven van de bovengrond of bouwvoor

b. het profilerend graven direkt langs de toekomstige leidingomtrek c. het ontgraven van het resterende of binnenste deel van de leiding.

Binnen de eerste cyclus valt nog een tweede cyclus of liever meer-dere cycli van handelingen te onderscheiden, die we graafcycli zullen

(5)

npemen. Iedere graafcyclus is opgebouwd uit een aantal handelingen die we afzonderlijk niet verder ontleden. Deze kleinste handelingseenheden, die worden waargenomen, worden elementen genoemd. Een element wordt omschreven als een karakteristiek deel van het totale werk of het pro-ces volgens de nomenclatuur arbeidsstudie NEN 3147 (WHITMORE, 1972).

We kennen diverse typen elementen. Allereerst wordt onderscheid gemaakt, afhankelijk van de basistijd van een element, tussen constan-te en variabele elemenconstan-ten. Alle elemenconstan-ten die in de graafcycli voorko-men hebben een variabele basistijd, het zijn dus variabele elevoorko-menten. Een tweede onderscheid wordt gemaakt al naar gelang het voorkomen van het element. Elementen die in iedere cyclus voorkomen worden repeteren-de elementen genoemd in tegenstelling met incirepeteren-dentele elementen die, wel een wezenlijk deel vormen van het werk doch, niet in iedere cyclus voorkomen. Een aantal elementen komen voor doch zij vormen geen nood-zakelijk of wezenlijk deel van het werk zij worden vreemde elementen genoemd (WHITMORE, 1972). Bij het graven van leidingen onderscheiden we binnen twee transporten de volgende elementen:

1 transport a 2 graven bovengrond 3 zwenken 4 lossen 5 terugzwenken 6 graven bovengrond 7 zwenken 8 lossen 9 terugzwenken 10 graven bovengrond 11 zwenken 12 lossen 13 terugzwenken 14 graven bovengrond 15 zwenken 16 lossen 17 terugzwenken 18 graven bovengrond 19 zwenken 20 lossen 21 diversen 22 terugzwenken 23 graven middendeel 24 zwenken 25 lossen 26 terugzwenken 27 profilerend graven 28 zwenken 29 lossen 30 terugzwenken 31 profileren graven 32 zwenken 33 lossen 34 terugzwenken 35 graven middendeel 36 zwenken

(6)

37 lossen 41 lossen

38 diversen 42 terugzwenken 39 profilerend graven 43 transport b 40 zwenken

Andere graafmethoden zijn mogelijk doch de hier voorgstelde wordt schematisch weergegeven in figuur 1.

Fig. 1. Schematische weergave graafmethode naar HORST (1979)

Binnen ieder transportcyclus onderscheiden we in ons geval 41 ele-menten die moeten worden opgenomen in tijd. De eleele-menten 'zwenken,

lossen en terugzwenken' zijn repeterend, 'graven bovengrond, graven middendeel, en profilerend graven' min of meer incidenteel en het ele-ment 'diversen' kan gezien worden als vreemd eleele-ment. De handelingen die tot deze diversen gerekend worden zijn elders (SPRIK en BOOGAARD, 1980) omschreven. Het zijn in ieder geval handelingen die geen wezen-lijk deel van het werk uitmaken doch waarmee later door middel van een zogenaamd opslagpercentage het mogelijk is om de brutoproduktie te be-palen.

Bij het graven van leidingen moeten, indien we het machinetrans-port meerekenen, een 8-tal verschillende elementen worden waargenomen. Eigenlijk zouden nog een tweetal elementen daarvoor in aanmerking ko-men, namelijk het ophalen van de bak na het graven en het in positie brengen van de bak voor het graven. Maar het eindpunt respectievelijk beginpunt van bedoelde elementen zijn praktisch niet te bepalen door-dat deze erg vloeiend in de volgende (zwenken) respectievelijk voor-gaande handeling (terugzwenken) overgaan, zodat beide elementen niet

(7)

afzonderlijk gezien zijn maar als onderdeel van 'het zwenken' en 'het terugzwenken'.

Bij andere bewerkingen met andere werktuigen zullen splitsingen in andere elementen worden gemaakt. Studies waarbij meer dan 8 ver-schillende elementen moeten worden waargenomen komen, zoals door ons is nagegaan, binnen dit kader niet voor.

2.2. D e o p n a m e n

In het voorgaande werd aangegeven hoe een bewerking opgebouwd is uit een aantal elementen. Bij de graafbewerking zijn dit elementen waarvan de opnametijd sterk uiteen loopt. De korte tijden worden waar-genomen bij de elementen lossen ( 3 - 5 cmin), transport ( 4 - 8 cmin) en zwenken ( 5 - 1 0 cmin) en de lange tijden bij het graven (14 - 17

cmin) en het terugzwenken (13 - 19 cmin) (HORST, 1979).

De ten aanzien van de hiervoor genoemde elementen uitgevoerde tijdopnamen werden voor het grootste gedeelte verricht met behulp van een analoge stopwatch voorzien van twee wijzers die gelijktijdig ge-start kunnen worden. Na uitvoering van deze ge-start_handeling wordt bij het einde van het eerste op te nemen element de tweede wijzer gestopt, terwijl de eerste blijft doorlopen. Bij ieder volgend op te nemen element moet de tweede wijzer voor het stoppen eerst worden bijgetrok-^ ken. Globaal genuinen meet de waarnemer voor het opnemen van een ele-ment de volgende handelingen verrichten nadat hij de tijdwaarde van het voorgaande element heeft genoteerd:

1. Stopwatch indrukken voor het bijtrekken van de tweede wijzer. 2. Observeren van het object.

3. Stopwatch indrukken voor stoppen tweede wijzer bij einde element. 4. Aflezen stopwatch (vergelijkende aflezing).

5. Noteren afgelezen waarde.

De hiergevolgde meetmethode wordt de cumulatieve meetmethode ge-noemd, aangezien steedt totaaltijden worden gemeten, doordat de twee-de wijzer steeds wordt bijgetrokken. Om twee-de tijtwee-den van ietwee-der element te berekenen zullen de totaal- of eindtijden van de opeenvolgende ele-menten van elkaar afgetrokken moeten worden. De gemeten tijden worden

(8)

weergegeven in c m m .

Een tweede gevolgde methode van meting vond plaats (BEUMER, 1980) met behulp van een speciaal voor de tijdstudie ontwikkeld electronisch meetbord voorzien van een digitale uitlezing. Betreffende de uitlezing kon aanvankelijk worden gekozen tussen een aanduiding met de welbeken-de LED-display of een display met cijferaanduiding door vloeibare kris-tallen (LCD). Aangezien het LED-display bij daglicht buiten moeilijk is af te lezen en onze opnamen altijd buiten plaats vinden, werd geko-zen voor de uitvoering met de vloeibare kristallen, die buiten goed is af te lezen. Bij lage buitentemperaturen circa 0 - 5 C blijkt dat de vloeibare kristallen langer tijd nodig hebben om cijfers te vormen. De gemiddelde duur hiervoor bedroeg dan circa 1 - 2 cmin. Het genoemde digitale tijdstudiebord was voorzien van twee displays, links en rechts op het bord geplaatst. Beide worden gelijktijdig gestart. Links wordt cumulatief (split timing) gemeten en het rechter geeft na elke volgen-de druk volgen-de tijd per gemeten element (lap timing), alhoewel het ook mo-gelijk is om zowel rechts als links mo-gelijktijdig cumulatief te meten. Het aangeven van de tijden vindt plaats in cmin. Globaal genomen moet de waarnemer voor het op te nemen element bij deze meetmethode de vol-gende handelingen verrichten nadat hij de tijdwaarde van het voorgaan-de element heeft genoteerd:

1. Observeren object.

2. Knop indrukken voor uitlezen lap-tijd.

3. Aflezen lap-tijd display (directe aflezing). 4. Noteren afgelezen waarde.

Beide meetmethoden hebben enige verschillen. In het kort komt het er op neer dat de waarnemer bij methode 2 één handeling minder behoeft te verrichten. Dit komt de tijdstudie ten goede. Alleen hierom zou me-thode 2 de voorkeur hebben.

Vergelijken we de bij de meetmethoden gebruikte meetinstrumenten, de stopwatch en het digitale tijdstudiebord, dan zal de voorkeur uit-gaan naar het studiebord. Bij deze laatste kan de waarnemer de tijd in cmin direkt aflezen in cijfers en hoeft hij niet de stand van de wijzer met de schaal te vergelijken. Hetgeen zonder meer de tijdstu-die ten goede komt. Voor de rest moet het digitale tijdstutijdstu-diebord op

(9)

één lijn gezien worden met de stopwatch. Een andere factor betreft het tragere oplichten van de vloeibare kristallen bij lagere

tempera-turen, hierdoor zal bij kortere tijden de overblijvende schrijftijd aan de korte kant kunnen zijn.

Met dit laatste zijn we nu aangeland op het terrein van de prak-tische uitvoerbaarheid van de tijdopname. Gebleken is namelijk dat vooral de kortere tijden moeilijkheden veroorzaken bij het opnemen. Het met zekere nauwkeurigheid meten van kortcyclisch werk of werk met korte elementsduur met behulp van een stopwatch (WHITMORE, 1972) wordt als één van de moeilijkheden en als zodanig een nadeel van de

tijdstudie gezien. Betreffende de betrouwbaarheid van de korte tijden werd het volgende medegedeeld (KONING, 1980):

tijden < 2 cmin zijn niet waar te nemen met een stopwatch

tijden « 5 cmin zijn onbetrouwbaar waar te nemen met een stopwatch tijden > 10 cmin zijn betrouwbaar waar te nemen met een stopwatch

Dit geldt vooral bij het doen van tijdopnamen gedurende langere tijd achtereen. In genoemde gevallen blijkt het meten met een stop-watch, of daarmee op één lijn gestelde, niet de juiste oplossing te

zijn. Deze laatste mening wordt nog gesterkt indien de volgende pun-ten in ogenschouw worden genomen.

- Door het hoge concentratievermogen benodigd tijdens het opnemen met behulp van een stopwatch is het niet mogelijk langer dan circa 30 min. achtereen een goede tijdopname te verrichten. Dit kan dus als nadeel gezien worden ten aanzien van de continue observatie. - Gedurende het opnemen dienen ook nog enkele achteraf niet meer te

bepalen factoren zoals bijvoorbeeld de vullingsgraad van de graafma-chinebak of het bulldozerblad te moeten worden geschat en genoteerd. Dit zijn factoren die direkt met de capaciteitsbepaling te maken hebben, ze dienen nauwkeurig bepaald te worden.

De hier aangehaalde punten noodzaakten het dat uitgezien moest worden naar:

a. een andere vorm van het doen van tijdopnamen of

b. een ander meetwerktuig waarmee het mogelijk is het aantal uit te voeren handelingen van de waarnemer te beperken.

(10)

Een aantal mogelijke oplossingen worden hier aangedragen in de vorm van andere opnamewij zen. Ze hebben gedeeltelijk gestalte gekregen door observatie van de waarnemer, gesprekken met leveranciers van tijdregi-stratie-apparatuur, enz. De voor ons belangrijksten worden in het vol-gende belicht.

3. ANDERE MOGELIJKE OPNAMEWIJZEN

3.1. A l g e m e e n

Bij het zoeken naar andere opnamewij zen hebben we ons de volgende voorwaarden gesteld:

a. Iedereen moet na enige oefening in staat zijn met het apparaat te kunnen werken.

b. Resultaten moeten zo mogelijk direkt beschikbaar zijn. c. Zo mogelijk continue observatie van het op te nemen object.

d. Enige uren achtereen (korte onderbrekening van enkele minuten niet meegerekend) opnamen maken.

e. De mogelijkheid om bakvullingsgraden in code in te voeren of in zijn geheel, moet aanwezig zijn.

f. Toelaatbare omgevingstemperatuur moet liggen tussen -2 en +45 C. g. Apparaat moet door 1 man draagbaar zijn.

h. Voeding door middel van een accu (ook autoaccu). i. Prijs moet op aanvaardbaar niveau liggen.

3.2. D e t i j d o p n a m e p r i n t e r

Mede gezien het gestelde in paragraaf 2.1. ten aanzien van het aantal op te nemen elementen dat de acht niet zou overschrijden heb-ben we ons het volgende overdacht.

'Indien we een printer de tijd laten afdrukken in cmin die ver-strijkt tussen het tijdstip dat een timer gestart wordt op het moment dat de tijdstudie een aanvang neemt en het tijdstip dat het op te ne-men elene-ment eindigt en deze aktie herhaald wordt voor het volgende element terwijl de timer door blijft tellen', dan is met deze gedachte

(11)

een eerste aanzet gegeven tot een mogelijk alternatief opnamesysteem. Vorm wordt gegeven aan dit patroon. Het maximum aantal elementen wordt begroot op 10. Vervolgens komt een handzaam drukknoppaneel naar voren, ter grootte van een handrekenmachine, voorzien van 10 druktoet-sen voor codering van de tijdprintopdracht. Het drukknoppaneel wordt aangesloten op een elders opgestelde printer. Met dit gevormde geheel, hetgeen geschetst is in figuur 2, en het programma van eisen kan een marktonderzoek gestart worden.

De firma's die daarvoor in aanmerking kwamen werden aangeschreven. Ook werd getracht in eigen beheer tot een ontwikkeling te komen. Bij dit laatste is gedacht aan een envoudige te programmeren handrekenma-chine in combinatie met een printer. Een dergelijke rekenmahandrekenma-chine zal een bepaald vast programma in een constante tijd, bijvoorbeeld in 1 cmin, afwerken. Indien de opdracht gegeven wordt, dat na starten (be-gin element) de machine een dergelijke berekening moet herhalen totdat nogmaals gedrukt wordt (ei,nde element), tot het uitprinten van het aantal malen dat de berekening is herhaald, levert dit de verstreken tijd (element tijd) op in cmin. Dit laatste is in overweging gegeven. Tot op heden werd hiervoor geen oplossing gevonden. Printer, program-meerbare rekenmachine en accuvoeding bleken op een dergelijke manier niet koppelbaar.

Na het marktonderzoek, waarvan een korte samenvatting met de daar-uit voortvloeiende offertes fn 4e bijlagen 1, 2, 3 en 4 wordt gegeven, heeft een afweging plaats gevonden. Bij de offerte van firma 5 dient nog vermeld te worden dat het toetsenbord niet in de hand gehouden kan worden doch op een statief dient te worden geplaatst, hetgeen de inr

stallatie minder hanteerbaar maakt. Tevens geldt voor deze offerte dat doordat het apparaat op privébasis wordt vervaardigd, de service bij het verhelpen van storingen veel tijd kan gaan kosten.

Na ampele overwegingen werd firma 2 verkozen als leverancier. Bij de aldus gevormde tijdstudieprinter zullen een aantal punten als gewenst worden opgenomen:

- Aansluiting kontaktdoos printer voorzien van verzonken stopkontakt op een door ons aan te geven plaats.

- Mogelijkheid tot uitbreiding van de kast met een bedieningseenheid met meerdere functietoetsen.

(12)

ELEMENT CODE PRINTER STROOK element tijd in code cmin 1 transport 2 terugzwenken 3 bouwvoor graven 4 rest graven 5 profilerend graven

6 zwenken

7 lossen 8 diversen 9 O

1

2

3

9

6

7

2

3

00008

00016

00022

00031

00035

00046

00054

1

2

6

7

2

8

00064

00067

00079

00103

em. TIJD PRINTER

I

ï

bladvullingsgraad

09 niiiniM>"!"•• wmiuiiitiiiiiiiiiiiiniiiniMC'1-11 ' iimiiiii

1

y » _ I 2DÎOB1 ff,T:lmL„ii,i .i,i«y bladvullingsgraad 12 (elders opgesteld) druipwaterdichte uitvoering (handzame vormgeving) DRUKKNOPPANEEL

Fig. 2. De tijdopnameprinter

10

(13)

- Plaatsen van één handvat op nader aan te geven plaats.

- Draagband + aansluiting bij een laag gewicht van het apparaat en anders een kort en een lang snoer.

- De extra toets kan gebruikt worden in verband met printcodering van de bakvullingsgraad. Daarvoor moet na indrukken toets '*' (zie fig. 2) en de daarop volgende tweemaal indrukken van één van de andere

cijfertoetsen, wel gecodeerd worden maar geen tijd worden afgedrukt.

3.3. H e t v i d e o s y s t e e m

Een andere opnamewij ze wordt gevonden door de bewegingen van het object vast te leggen en later bij reproduktie van de bewegingsbeelden de tijdsduur van de verschillende elementen te bepalen. Indien nood-zakelijk kan de beeldencyclus enige malen herhaald worden. Een systeem dat zich hiervoor goed zou kunnen lenen is het video-opnamesysteem.

Met behulp van een videocamera kunnen de meeste machine bewegingen worden gevolgd en vastgelegd op de videoband van een recorder. Door in een later stadium de band te voorzien van een tijd-aanduiding, door middel van een stuk electronica dat timer genoemd wordt, kan bij de reproduktie op het beeldscherm een grondige tijdstudie plaats vinden. Hiervoor moet de recorder in staat zijn weer te geven in slow-motion en stilstaand beeld (freeze of frame). Zodoende is het mogelijk het start- of eindpunt van een element langzaam te naderen en dan op het juiste moment (punt) de tijd met behulp van de timer in te stellen

respectievelijk af te lezen op het scherm. Deze slow-motion en stil

-staandbeeld weergave zijn eisen van de eerste orde, aangezien, zoals reeds eerder werd aangetoond, vele bewegingen van de op-te-nemen ma-chines vloeiend in elkaar overgaan en bovendien snel verlopen (circa 3 cmin). De combinatie recorder/scherm moet evenals de normale regi-strerende recorder zuiver gezien worden als een meetinstrument, waar-van de meetwaarde de basis vormt waar-van de later te bepalen calculatie-norm.

Een groot voordeel van het video-opnamesysteem wordt gevonden bij het schatten van de bakvullingsgraad. Door het stilstaande beeld kan namelijk iedere te schatten bakvulling nauwkeurig worden overwogen.

Een nadere uitleg van het videosysteem te gebruiken voor

(14)

dies, eigenlijk het enige systeem waarmee nauwkeurig elementen < 5 cmin kunnen worden gemeten (KONING, 1980) en waarbij direkt resulta-ten ter beschikking staan, wordt hier gegeven. De onderdelen van het systeem zijn de volgende:

De camera

De recorder

De timer

Dil; kan een eenvoudige zwart-wit camera zijn, voor-zien van een zoom-objectief (circa 6x) en liefst voorzien van een duidelijke electronische beeldzoe-ker met een liefst grote schermdiagonaal (10 x 10 cm). Door deze laatste is de waarnemer in staat van enige afstand, omdat tijdens de opamen ook ande-re metingen worden verricht, te zien of het object nog wel in het beeld valt.

De grote electronische beeldzoeker stelt de waarne-mer bovendien in staat het reeds opgenomene op de band eventueel voor controle-doeleinden in het veld af te draaien. De camera moet liefst strak en glad zijn afgewerkt, zodat deze weinig stof en vuilge-voelig is. Het geheel moet via de recorder- of auto-accu, 12 volt, gevoed kunnen worden.

De recorder moet draagbaar zijn en een voedingsspan-ning hebben van zowel 220 als 12 volt. De opnameduur moet groot zijn en liefst meer dan 1 uur bedragen. De uitvoering moet in zekere mate weerbestendig zijn of dit moet bereikt kunnen worden door het inpakken van het toestel in een kist. De recorder moet kunnen werken bij buitentemperaturen tot -2 C. Moet voorzien

zijn van een aansluiting om door middel van een timer de tijd in cmin later op de band te kunnen aanbrengen. Slow-motion en stilstaan beeld moeten tot de weerga-vemogelijkheden behoren. De stofgevoeligheid moet mi-nimaal zijn.

Hiermee moet het mogelijk zijn dat later na de opnamen de tijd in cmin wordt ingespoeld op de band, zodat bij weergave deze op een willekeurige te kiezen plaats op het scherm digitaal kan worden uitgelezen.

(15)

De monitor Deze moet gemakkelijk vervoerbaar zijn, een voe-dingsspanning van 220 volt hebben en een beelddia-gonaal van circa 40 cm.

Het statief Het moet zijn van degelijke constructie, zodat bij windbelasting (windstoten) een goede opname moge-lijk is.

Diverse toebehoren Dit zijn atributen die direkt tot de installatie behoren en noodzakelijk zijn voor het goed op elkaar afstemmen van onderdelen van verschillend fabrikaat. Het kunnen als zodanig kabels en dergelijke voorzie-ningen zijn, nodig voor een ruimer gebruik van de

installatie.

Uitgaande van de hier gegeven omschrijving heeft, evenals dat bij de ontwikkeling van de tijdopnameprinter heeft plaats gevonden, een aftasten van de markt plaats gehad. Met dit verschil dat hierbij ge-keken kon worden naar bestaande apparatuur. De specificatie van de verschillende in aanmerking komende systeemonderdelen, waarbij in ogenschouw werd genomen dat ook andere afdelingen van het ICW, met mogelijk andere wensen, delen moeten kunnen gebruiken, wordt in de bijlagen 5, 6, 7 en 8 gegeven.

Tijdens de kontakten met de diverse leveranciers kwam naar voren dat het verenigen van alle voorwaarden in éën enkele recorder vermoe-delijk niet mogelijk is. Indien het wel tot de mogelijkheden zou be-horen kan deze oplossing wel eens duurder zijn dan die waarbij gebruik wordt gemaakt van twee recorders (veld en thuis) en waarbij in de niet portable (thuis) recorder de slow-motion en stilstaandbeeld weergave aanwezig zijn. Op deze wijze zijn voor dit systeem een tweetal moge-lijkheden ontstaan, zie figuur 3.

De grote voordelen van het videosysteem met betrekking tot de tijd-studie is:

- Het direkt na de opname voorhanden zijn, zonder inmenging van derden, van de resultaten.

- Tijdens opnamen kan op groot beeldzoekerscherm opnamen worden gevolgd, ook van enige afstand.

(16)

ä\

I CAMERA RECORDER A

VELDOPSTELLING

THUISOPSTELLING

THUISOPSTELLING

Fig. 3. Twee koppelingsmogelijkheden van videosystemen

- Indien gebruik van cassette, snel te wisselen. - Lange opnameduur mogelijk.

- Relatief goedkoop door herhaaldelijk gebruik van banden (wissen). - Overspoelen eenvoudig.

- Inbrengen van tijd naderhand mogelijk, electronische overdracht.

Algemeen geldt voor die systemen die de bewegingen van het op te nemen object vastleggen:

- Begin en einde van elk element kunnen in slow-motion worden benaderd (zelfs beeld voor beeld) en op het juiste punt kan beeld worden stil-gezet.

- Herhaald observeren ook door anderen is mogelijk, zodat belangrijke beslissingen niet alleen door één man worden genomen.

- Indien naderhand twijfels ontstaan over de juistheid van het opgeno-men object, vermogen passend bij het type enz. is altijd

bewijsmate-riaal voorhanden, indien opgenomen banden worden opgeslagen.

(17)

- Opstelling van apparatuur dwars op de te leggen drainreeks maakt con-trole op de diepte bij drainage mogelijk.

3.4. H e t f i l m s y s t e e m

De opname mogelijkheden met behulp van filmcamera en filmprojector zijn bijna gelijk aan die van het videosysteem. Enkele voor en nadelen van het filmen ten opzichte van de laatst genoemde zijn de volgende:

voordelen: a_. filmapparatuur is in meeste gevallen voorhanden b_. apparatuur is altijd portable, lichter en compacter c_. bij storingen op vele plaatsen te repareren

d. zeer mobiel systeem

nadelen: a. ontwikkelen van de film wordt door derden uitgevoerd, dus niet direkt ter beschikking

b_. controle op de opname is niet direkt na afloop mogelijk £. invoeren tijd kan alleen door klok in beeld mee te laten

lopen, dit verhoogt het aantal handelingen van de waar-nemer. De starttijd is moeilijker op het juiste punt te leggen. Het maakt de installatie minder mobiel

3.5. H e t c o n t i n u e - r e g i s t r a t i e s y s t e e m

Door middel van een tachograaf kan bij vrachtwagens continue, aan de hand van getrokken lijnen op een draaiende diagramschijf, informa-tie verkregen worden omtrent de snelheid op ieder moment, de afgelegde weg, stilstaand met draaiende of niet draaiende motor, moment van bela-ding enz. Vliegtuigen zijn ook voorzien van een registratiesysteem voor: instructies, drukken in hydraulische systemen, temperaturen, mo-torcondities en dergelijke. Voor de registratie van deze gegevens zijn in de diverse systemen voelers ingebouwd. Hetgeen middels deze voelers wordt waargenomen wordt doorgegeven aan recorders waar opslag van

ge-gevens plaats vindt. In relatie tot de tijd is het achteraf mogelijk de diverse belangrijke opgeslagen gegevens na te lopen.

Een dergelijk systeem, met voelers op het mechanisch-, hydraulisch-of hydrostatischsysteem van het op te nemen werktuig, zou een continue registratie mogelijk maken van die elementen die daarvoor in aanmerking

(18)

komen. Het geschetste systeem zal vermoedelijk het meest nauwkeurige opnamesysteem zijn, waarbij exact de tijden worden gegeven en geen informatie verloren hoeft te gaan. Zoals eerder werd aangegeven gaat het hierbij om max. 10 elementen. De recorder, het registratiegedeel-te, is hiervoor leverbaar in 10 ä 15 kanaalsuitvoering. De kosten voor een dergelijke recorder bedragen momenteel ƒ 4200,- repectieve-lijk ƒ 4600,- *) excl. BTW. Per op te nemen element dient voorts re-kening te worden gehouden met aansluit- en plaatsingskosten voor voe-lers van globaal ƒ 1000,- per aansluitpunt. Gemiddeld zou dit per op te nemen werktuig neer komen op circa ƒ 12 000,- excl. BTW aan instal-latiekosten. Na afloop van de opnameperiode zal vermoedelijk alleen de recorder uit het werktuig geborgen kunnen worden. Zodat per opname een bedrag van circa ƒ 7000,- dient te worden afgeschreven.

De hoge kosten maken een dergelijke inbouw alleen uitvoerbaar in-dien door meerdere instellingen of door fabrikant/importeur wordt deel-genomen in de opzet.

4. CONCLUSIES

Betreffende de alternatieve opnamewij zen kon tot de volgende con-clusies worden gekomen.

Het continue registratiesysteem zou doordat het altijd aanwezig is in vele gevallen de nauwkeurigste studie mogelijk maken. Het con-tinue opnemen blijkt echter ten dele waar aangezien voor de prestatie bepaling (onder andere uitleveringsfactor) externe metingen moeten worden verricht die gerelateerd dienen te worden aan de

machinever-richtingen. De hoge montage kosten van het systeem plaatst deze manier van opnemen echter buiten spel.

Mede gezien de vaak voorkomende kleine elementtijden van 3 - 5 cmin gaat, voor het verkrijgen van meer nauwkeurige meetwaarden, ver-volgens de voorkeur uit naar het videosysteem.

*) Esterline Angus Event recorder

(19)

c a . c a . ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ 4 3 1 4 , 2 5 0 0 , 3 0 0 0 , 1 9 0 0 , 2 0 0 0 , -Het videosysteem blijkt door zijn voordelen (onder andere direct controleerbaar en beschikbaar) boven het filmsysteem te verkiezen. Uitgaande van het gestelde in hoofdstuk 3.2., ten aanzien van

video-apparatuur waarbij lange opnameduur, grote beeldzoekerdiagonaal, stil-staand beeld en slow-motion, temperatuurgebied omgeving en het draag-baar zijn van de installatie centraal staan, werd de voorkeur gegeven aan de volgende combinatie uit bijlage 5, 6, 7 en 8.

camera Philips LDH 226

recorder 1 Sony SL3000 E Betamax *) recorder 2 Sony SL-C7 Betamax *) timer For A VTG 33

statief, monitor enz. nader uit te zoeken

Totaal ƒ 13 714,- excl. BTW

Een videosysteem is echter niet in alle gevallen toepasbaar voor het doen van tijdopnamen aan werktuigen. In die gevallen waar het gaat om grotere afstanden waarover de werktuigen zich verplaatsen

(dumpers) zal de video te kort schieten doordat bepaalde handelingen niet meer kunnen worden waargenomen. Daarom is het gewenst dat naast het videosysteem voor deze gevallen en voor die waar men direct over

meetresultaten wil beschikken (videosysteem is hier indirect aangezien in ons geval later de tijd wordt ingespoeld en dan pas meetwaarden

beschikbaar zijn) beschikt over een tijdopnameprinter zoals die om-schreven wordt in hoofdstuk 3.1.

Naast het maken van opnamen voor de tijdstudie ten behoeve van het

vormen v a n produktienormen kan het videosysteem ook ingezet worden

voor controle doeleinden, studie machinebewegingen en dieptebepaling, tellen van aantal afwijkingen en dergelijke.

De toepassing van zowel het videosysteem als de tijdopnameprinter maakt het mogelijk dat de betrouwbaarheid van de metingen, zie hier-voor het gestelde in hoofdstuk 2.2., sterk kan stijgen ten opzichte van de voordien met stopwatch uitgevoerde werkzaamheden.

*) Het Betamax systeem is in latere instantie door ons verlaten aange-zien het VHS systeem doordat meerdere fabrikanten het verkozen heb-ben een grote gebruikswaarde werd toegekend.

(20)

LITERATUUR

BEUMER, J.G., 1980. Prestaties van hydraulische graafmachines en grond-werkers bij het leggen van dammen met PVC-duikers. ICW nota

1193.

HIJNE, M.P.J. en C.P. GLAS, 1980. Prestaties bij het leggen van drai-nage met machines. ICW nota 1214.

HORST, G.H., 1979. Prestaties van hydraulische graafmachines bij het graven van sloten en leidingen, ICW nota 1136.

, 1979. Prestaties van diepploegen bij het opploegen van (af te schuiven) ondergrond. ICW nota 1154.

KONING, W.R.M., 1980. Mondelinge mededelingen. Bureau Berenschot en Productivity Plus. Utrecht.

WHITMORE, D.A., 1972. Inleiding tot de arbeidskunde. Nive. Nederlandse Vereniging voor Management, Univers. Pers. R'dam.

(21)

Bijlage 1

•MARKTONDERZOEK TE ONTWIKKELEN TIJDOPNAMEPRINTER

Firma 1 Specialist in de fabrikage van stopwachtes en zeer nauwkeu-rige tijdopname apparatuur (autoraces enz.). Heeft in zijn programma:

a.. een printer (bij nader inzien merk x) gekoppeld aan een handbedieningsunit voorzien van twee knoppen. Na indruk-ken zorgen de knoppen dat de verstreindruk-ken tijd wordt uitge-print, voorzien van volgnummer van het indrukken. b_. professionele installatie, die eventueel omgewerkt kan

worden, doch in csec telt en ƒ 60 000,- kost zonder de

omwerking sko s ten.

Vraag: Kan a. omgewerkt worden tot hetgeen wij wensen. Antw.: Fabrikant ziet geen mogelijkheid dat te realiseren.

Firma 2 Leverancier van stopwatches en tijdmeetapparatuur voor onder andere tijdstudies. Heeft een dergelijke printer in zijn pro-gramma gehad, geheel mechanisch, doch in plaats van meerknop-pige bediening een enkelvoudige bediening van de

stopwatchprin-ter en bovendien geen coderingsmogelijkheid. Firma zal het opnemen met fabrikant.

Vraag: Kan fabrikant een door ons gewenst apparaat samenstellen. Antw.: Ja en wij zullen offerte maken.

Firma 3 Fabrikant van printer merk x (zie firma 1).

Vraag: Kunt U een stopwatchprinter leveren waarmee het mogelijk is om door middel van meerknoppige start/stop instructie elementen te meten.

Antw.: Het door U geconstateerde, dat printer van firma 1 van ons is, is juist. Doch printer x leveren wij uitsluitend aan firma 1 en deze verkoopt het uitsluitend als integraal onderdeel van zijn apparatuur. Voor hetgeen wat u wenst adviseren wij kontakt op te nemen met firma 4.

(22)

Bijlage 2

Firma 4 Een freelance electronica-technicus die door firma 3 als ter-zake kundig wordt geschetst.

Vraag; Kunt U een tijdopnameapparaat bouwen volgens onze wensen. Antw.: Ja dat kan, offerte zal zo spoedig mogelijk verschijnen.

Firma 5 Via gesprekken werd ook gewezen op de mogelijkheid tot het samenstellen van een door ons gewenst apparaat door middel van componenten zoals keyboard, printer, TV-computer of door gebruik te maken van een interface model (Rockwell 6500

AIM65) in combinatie met andere componenten enz. Bij êén van de betreffende firma's wordt iets dergelijks gevonden en de specialist die het wil samen bouwen.

Vraag; Kunt U een door ons gewenst tijdopnameapparaat samenstel-len.

Antw.: Wel het electronica gedeelte, doch niet de kast er om heen. Van het door mij te fabriceren deel zal ik offerte uitbrengen.

Firma 6 De reeds eerder aangeduide instantie die een koppeling van een programmeerbare rekenmachine en printer tot stand pro-beert te brengen.

Vraag: Kunt U zorgen voor een redelijk alternatief van een door ons gewenst tijdapparaat.

Antw.: Wij proberen het te realiseren en komen dan met offerte.

OFFERTES ONTVANGEN NA DE GENOEMDE VRAGEN

Offerte van firma 2 Printer type ZT 2001 (afgebeeld op de ontvangen

offerte) in waterwerende kast. Waterdichte bedie-ningseenheid waaraan kabel van circa 3 m lang

die verbonden wordt met de printer. Tijden worden afgedrukt in yr-r min, en wel 5-cijferig en geven de totaaltijd aan. Naast de tijden kunnen 10

ver-schillende codenummers worden meegestempeld waar-mee, het element kan worden aangegeven.

(23)

Bijlage 3

Een extra toets op de bedieningsunit kan voor een andere bepaalde handeling gebruikt worden

(bijvoorbeeld voor opdracht voorafgaande aan co-dering bakvullingsgraad). De printer is (in kast) voorzien van oplaadbare batterij voor 8 uur ge-bruik, doch kan ook op autoaccu van 12 V worden aangesloten.

Prijs ƒ 9610,- excl. BTW Retour (reeds eerder

geleverd en door deze aanschaf overbodig

ge-worden tijdstudiebord) ƒ 1250,-Korting ƒ 961,-Prijs van het geheel ƒ 7399,- excl. BTW

Bovendien zal rekening gehouden worden met wensen mits deze vroegtijdig worden doorgegeven.

Offerte van firma 4 Een transportable kast waarin gemonteerd:

1 drukknop tableau met 11 knoppen, waarbij 1 knop als start/reset knop fungeert en de overige knop-pen het apparaat al naar gelang het op te nemen element, het codenummer en de tijd in cmin zal laten afdrukken.

1 printer voor afdrukken van de gegevens.

1 tijdunit bestaande uit een tijdbasis (afgeleid van een RC kring) met 1 cmin als kleinste éénheid. 0 tot en met 1500 cmin kunnen worden afgedrukt. Het geheel is aansluitbaar op een voedingsspanning van 24 volt.

Prijs aflevering fabriek ƒ 10 200,- excl. BTW.

Offerte van firma 5 Z80 computersysteem (c.p.u. + sturing), printer, toetsenbord, timinggedeelte (referentie - tijd-basis) voeding + ontwikkeling restant electronica.

(24)

Bijlage 4

Prijs (excl. kast en niet

waterdicht toetsenbord) / 5042,- excl. BTW.

Bij deze dient nog de kast in druipwaterdichte uitvoering ( ƒ 2000,-) + de inbouw ( ƒ 500,-) en

waterdichte ombouw toetsenbord ( ƒ 500,-) gerekend te worden. Hetgeen totaal begroot wordt op

totaal ƒ

(25)

Bijlage 5 XI cd u u o o. 01 •V 01 m • M 3 ca Pu C L . 01 CO • O 01 6 0 C (LI c CS a o o •o 6 0 Video componenten e B o o C"l B O o > en < u o o u - i >•» I e CJ ° 5 CO < O CM c j C ï C C J en CM C ° 5 w o O 01 CM o, ~» m s-%eo u c en < u O 0 ) CM Q . - 3 t d > % r n 4 J B o > en < B 01 co S co • o • H 1 •» o o a\ —• i * o o o 1 M o o l O 1 * o o m CJ 0 o CO - 3 cd CO •--! e i CO Uu a o -u m h -ri •u a 3 "s ^-co CO c 1 #> m vO m cr. O 4J c j vo cd

£8

s » Pa P CJ -* o o <r Y , S eu •Ö • r l 1 » o o o\ l * o o o 1 • t o o u-i 1 f » o o m CJ 0 o co > * at co •r-l B l CM 01 en • cd uu U 0 u ~ ^ U - r l co o. 3 O. < cd 3 r U | cd o co « 6 en a o o o cd i/i • r I C O u V C fi 0) - 0 • r< « O o Ch O o o 1 o o 1 o o C J o o

£g

— m 01 U-I P . O 4-1 •u o. 3 • CO a •r-l i-l O • H O • c — CU > 1 m a\ cr\ «« «*-. O m o CU — • r l — Pd rU CJ • r l r J >

C

°,

Pu H J M O m p^ »— •-* v . e co co 00 CJ o Pd o > g •o o o o o o o o o o 01 o u u CO 4 J O . 4-1 CO - r l I 10 UU 3 1 » H V i r i cd cd 3 Pi • I - t R O vO CO a • H rU O • r l O r = CM Pu > | •> u-l a\ a\ c i v . O co O a — • r l — (6 r-l CJ • r i r J > • e a PU r J •» O U I P^ - M "~ "*, B 01 01 60 CJ o Pu CJ > fi CO • a • r i o o a\ <— o o o —• * o o u-I * o o u i O lu P. U 3 O m co co ru — O .C ,*! co vO O . IM • r l CM rU • r l PC jr, o PU r J 1 - 3 •—i CO <r • i - , o co o o,— • H r -^: • r l | J J= O PU r J BS > * O m r*. H , c 01 01 00 o • < d l Bi O O E l Pu > O O o\ _~ •K O o o •— v . M O o m H-, (S O o t r i •»-. PCS C J > C J o ui CO 4-1 UU CU O 01 ca cd i cn • 1 - 1 « r - j eo u - i cd — o Pu O OS PH co 4-1 rU CO co • o 01 60 e co 4J •r* 3 co u 0 3 •a co e cd c a, o cd >u co E <d CJ • — u 01 -o )U 0 ü 01 os •a H CO > * * 10 • r l 3 A u C CO T3 rU CO > Uu 0 ^«# CM lu 01 . ^ •O co U - H 0 3 o jr, CO 4J M ^ e o 4J cd en C 01 u o . c 01 01 O H O) 01 I S B cd cd o. cd T ) ni co uu -^. • H o uu A r U co co cd 6 0 4J J = • 01 O . co 6 co oi cd B co r U 01 O o. l-t co 3 M CO 01 vu O -3-I 3 -~3 U3 l u 01 •o l u O CJ 01 l u • O r U 01 > B CO c d l u 0 1 e cd c j u o o > co cd a 01 6 0 CO o T 3 U O 3 u co fi 01 01 6 0 01 6 0 T 3 en en H cj Pu t^

(26)

Bijlage 6 Video componenten . o ra u u O Cu O) 0) •O 01 60 e O) 3 Eu § Pu 0) <U • a o> 00 e (U e e SS o • o oi M M-l O § Pu o> 0) 60 e ai 3 •O i-i m O] v O Cu CM • H • H J 3 P u CM 33 O i J s 01 •o g T3 a t u • H V O m v O r~ • • , « O C f t ai o o a • H 00 « 4J u &% o m v O r->>, es o> 0) 00 s S •o • H H O O i A CO ! * • 1 c o o > w < * 1/1 r^ o CM •»-. 1 • t m r~ O CM "•-, e 3 TJ • H e <u •O • H ' n O m vc r~ V . 1 M O m l O r*. • ^ « e 0 • H 4 J w 55 c o ai 00 o en o 00 fr fe 01 o. C3 4 J m a i u-i a vo 0) r -• H H , O - 3 v O >•> 1 (3 O O X en Q 1 #> u - i o CTi v O " K m Ol o in 0) r-* T3 O O o Pu O • rl o u o ca oo a o o » w > -o u-i vO 3 3 T3

I

ra C O . O 3 ca e m u 01 01 •o lu TJ TJ O i-I i-u O 01 01 <u > > a Ol •o • H a Ol •o • H

S

•O •I-I 1 * O O en ~~ s-. I •» O o O l ^ M 1 o o O l ^ - t " • , 1 * o o o • * * " v . 1 * t o o o 1 o o o ^1 • » • . 1 M o o m v . 1 • 1 o o m i « O o l O V , 1 » o o i n " K 1 n o o u - i 1 * o o m • K ca • • - I ca •*-> ca • i - ï « • i - i 01 01 e ca • i n CJ o o ~3 l CM 1 u o o -3-| CM 1 C J O o -3-l i CM 1 01 Cu ca u ca o 01 4 J 4-J 01 0 ) CO ca ü 0) Cu ca 4-1 —. co ca o UU 4J O - H M S a - v UU 4J O - H ^ s Q . - ^ S N Uu 4-1 O 'i-I u S p . < 3 N n) • i - ï 01 01 c ca • i n 1 « -3-« M u i co CM • k . 1 • 3 -v O 0 0 m t—• 1 i n r~ CM ^M CM •»-. ca o (3 m o o • H 00 I-» ca c> S 3 SS " H a 01 T3 • H a 01 i « O O a\ ^^ l o o o> 1 « o o o 1 o o o 1 V I o o m 1 f t O o m i •» o o m " K * O o m ca • i - i «) •r-ï 01 01 c C3 •1-1 o 0 o < f 1 CM 1 o 0 o -* 1 1 01 •u • •U MU 4J oi o -i-i tn M :* o) O . - ^ ca s O N 01 o. ca • »u U uu 3 v . 0 U . lu l - l to CU & 01 01 G ca •1-1 1 n m CM v O co ^~ m CT\ v O CM

1

• o •1-1 o m I S r~ • • . C 01 01 60 • O • H "V, O o 8 o> 01 — . •o •l-< " K o o o o o — m ca o (3 co O O • H 00 4-1 ca > us z e 01 01 t>o co <i co Bi CJ O H &< > CO « : co PÄ o

o o CTi O o o o o o o o o o m o o m o o m o o m o o m oi ca oi o o - 3 CM ca i Ü 01 u • lu 4-1 UU 3 01 O 01 01 o) U i-l 01 to o. a c O 01 O Cu 01 ra 01 •.-, e o CJ O O lu uu 3 0 01 H i-l o H 3 01 01 01 a ca CM 01 y-^ • a (o lu - H 0 3 ü J3 01 J-> Pt! * - • C e 01 lu O J3 0> -O 01 o H Xi c TJ O ai u ca o u B <o | rU 3 ••-I O 13 ra 01 uu ~~-• H O Uu . o i-u 01 01 CJ oo 4-1 j : e 01 rU 01 o Cu • 0) Cu co E co 01 ra M 3 M 01 01 > m a -l m o-\ CM •3-M O l H U •3-M ï l Ô CO a 01 oo 01 o •a u o • 3 M 01 "O lu O U ca < • o) lu - - - U a e a. a) cri et) T3 O -U Ol CO O) S 01 0) > e C w 01 ' lu 4-1 O O > 4-1 <-* - O • H CJ C •O 3 -rU

(27)
(28)

Video componenten Bijlage 8

Buitengedeelte en binnengedeelte CONSUM. art. (Buitengedeelte altijd portable) Opname duur Camera Recorder 1 (veld) Recorder 2 (thuis) Timer Sony HVC 2000P ca. ƒ 2500,-Sony Betamax SL 3000E ca. ƒ 2500,-Sony**) SL-C7 Betamax ca. ƒ 3000,-F0R A VTG 33 ƒ 1900,-Ruim 3 uur Philips LDH 226 (prof.) ƒ 4314,-idem ƒ 2500,-idem ƒ 3000,-idem ƒ 1900,-Sony AVC-3450 LE (prof.) ƒ 2075,-idem ƒ 2500,-idem ƒ 3000,-idem ƒ 1900,-Monitor Statief Toebehoren Stilstaand beeld Slow-motion Temp. gebied*) Cassette of tape Kleur Overspoelen

tot. installatie ca.

ƒ 1000,-ƒ ƒ 500,-ja ja -2 - 40°C cas. ja ja ƒ 11900,-ƒ 1000,-ƒ ƒ 500,-ja ja -2 - 40°C cas. zw/wit ja ƒ 13714,-ƒ 1000,-ƒ ƒ 500,-ja ja -2 - 40°C cas. zw/wit ja ƒ

11475,-* dit geldt voor camera en veldrecorder

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemiddelde versnelling (in m/s 2 ) van de bal tijdens de eerste t seconden dat hij onder water is, is gelijk aan de helling van het verbindingslijnstuk tussen de punten op de

Oorspronkelijk bedoeld voor kinderen die niet meer te genezen zijn van kanker, maar nu voor alle chronisch zieke kinderen die thuis gaan sterven, wat daarvan ook de reden

Het ICAV wil interuniversitaire samenwerking realiseren bij het wetenschappe- lijk onderzoek in het domein van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht:.. een publicatiereeks

nog een dispuut met zo’n jong ding die het echt nog niet had begrepen dat als het mooi wordt de vondst dient te worden aangeboden aan de meer ervaren rotten, als ik het zo maar even

Ik kom dan nu toe aan de vraag wat de implicaties zijn van deze analyse voor de positie van de gedupeerde partij in het strafproces en herstelrecht.. Mijn voorstellen zouden

Alles wat je nodig hebt zijn 2 kleine, transparante langwerpige flessen van dezelfde groot- te en een rond stuk karton met de diameter van de flesopening (de fles omgedraaid op het

De suggestie wordt gedaan door een aanwezige dat mensen pas toe komen aan niet-technische revalidatie als de opties voor technische revalidatie uitgemolken zijn. Afsluiting

[r]