• No results found

Grip op Licht: Plantmonitoring bij phalaenopsis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Grip op Licht: Plantmonitoring bij phalaenopsis"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• Het Nieuwe Telen bespaart energie door meer licht toe te laten, de temperatuur overdag hoger op te laten lopen en ’s nachts verder te laten zakken.

• Bij potplanten zorgt het risico op lichtschade ervoor dat de tuinder

de grenzen niet kan/durft op te zoeken en minder energie bespaart.

Grip op Licht: Plantmonitoring bij phalaenopsis

Jan Snel, Filip van Noort en Leo Marcelis

1

Wageningen UR Glastuinbouw,

1

per 01-12-2013: Wageningen Universiteit Tuinbouwketens

Achtergrond

Doelstelling

Realiseren van 50% energiebesparing (16 i.p.v. 32 m3/m2 gas) bij

gelijke kwaliteit en teeltduur door:

• energie besparen door HNT en minder belichten,

• verhogen productie door meer diffuus licht toe te laten,

verbeterde plantmonitoring om lichtschade te voorkomen.

Conclusies

Introductie

Resultaten

• Plantmonitoring (Fig. 2, 3). Plantivity kan nu potentiële ETR (fotosynthese) en lichtschade meten.

• Lichtbenutting (Fig.4). ETR aan begin en einde lichtperiode is veel lager dan potentiële ETR (27% over de hele dag) in koelfase.

• Lichtschade (Fig. 5). Phalaenopsis cv Ikaria heeft in de opkweek geen last van lichtschade. Lichte symptomen in koelfase.

• Energiebesparing (Fig.4). Plant benut assimilatielicht aan het

begin van de dag niet efficiënt. Alleen belichten als potentiële ETR haalbaar is, kan in koelfase flink elektriciteit besparen.

• Planten gebruiken licht primair voor fotosynthese. Overtollig

licht kan veilig omgezet worden in warmte maar ook tot

lichtschade leiden.

• Lichtschade is onzichtbaar voor het oog, maar uit zich als een verlaging van de maximale

lichtbenutting.

• De Plantivity kan lichtbenutting, risico op lichtschade en

licht-schade monitoren.

Plantmonitoring

Figuur 2. Monitoren van lichtbenutting,

risico op lichtschade en lichtschade bij

phalaenopsis met de experimentele Plantivity. Figuur 3. Potentiële ETR (=fotosynthese),

bepaald uit metingen potentiële ETR vroeg in de morgen, en ETR metingen gedurende het verdere verloop van de dag.

Figuur 4. Dagverloop van PAR, ETR (bladfotosynthese) en potentiële ETR bij Phalaenopsis cv

Golden Beauty tijdens de koelfase.

Dit Event werd mede georganiseerd door: Experimentele Plantivity kan potentiële ETR (fotosynthese) bepalen:

• Vroeg in de morgen wordt blad bijbelicht met interne witte LED, • Bij elk lichtniveau wordt ETR gemeten,

• Potentiële ETR wordt berekend uit fit aan gemeten ETR waarden. Figuur 5. Verloop maximale lichtbenutting (indicator voor lichtschade) en bladtemperatuur bij Phalaenopsis cv Ikaria onder diffuus glas. Maximale lichtbenutting en bladtemperatuur werden

's nachts gemeten. Een gezond blad heeft een maximale lichtbenutting van 0.8 of hoger.

Lichtbenutting

0.8

Lichtschade

Figuur 1. Verwerking licht door blad. Bij een

bepaalde lichtintensiteit is de hoogte van het rode deel een maat voor de kans op schade.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hieruit volgt dus dat we bij een onbelemmerd vochttransport een bloei vermeerdering van 15>3$ verkregen. Bij de behandeling wel afdekken met turfmolm of niet afdekken lagen de

In Bijlage 1 zijn neerslag, actuele verdamping, grondwaterstand en actuele vullingsgraad bodem weergegeven voor respectievelijk een modelberekening met remote

Aangezien deze bedrijven ook groter zijn, zou de hogere rentabiliteit verklaard kunnen worden door de bedrijfsomvang, waarbij het ICT-gebruik een ondersteunende functie

Het doel van het Programma Nieuwe natuur is om een duurzame verbinding te realiseren tussen natuur, burger en landschap, via een open planproces, bottom up via een open aanvraag

Voor de vervanging van granen en melasse, in het algemeen van zetmeel of suiker bevat- tende gewassen als leveranciers van grondstoffen voor de microbiolo- gische bereiding

de zuivering (vergiftiging) van bepaalde vakken, niet uitgevoerd worden. Bovendien zal het langs de stammen stromende water de beschildering beslist niet ten goede gekomen zijn.

Voor de vol- ledige resultaten van deze opname wordt verwezen naar CELOS (1969c). De opname te Blakawatra vond plaats 36 maanden na het branden van het terrein, die te

:n een gewas kan worden berekend vanuit waarnerningen in een Stevenson-hut zijn daartoe ontwikkeld (Goudriaan and \Vaggoner, 1972; .Goudriaan, 1977). Deze modellen die