Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
MASTITIS, BORSTABCES:
PUERPERALE INFECTIE IN AFWEZIGHEID VAN EEN BORSTIMPLANTAAT
• Klinische aspecten en commentaren o Treedt op bij borstvoedende patiënten.
o Bij mastitis in een vroegtijdig stadium, kan een toename van de frequentie van de borstvoeding voldoende zijn als behandeling (geen risico’s voor de gezondheid van pasgeborene, zuigeling of kind).
o Borstvoedende patiënten met puerperale mastitis of borstabces moeten aangemoedigd worden de borst-voeding niet te onderbreken (of de melk af te kolven) zelfs na (kleine) incisie en drainage van een abces. o Echografie voor bevestiging van de diagnose en om de punctie voor de drainage te geleiden indien 48 tot
72 uur na het opstarten van een conservatieve behandeling (antibiotica + verbeteren van de borstvoedings-techniek) geen duidelijke verbetering is opgetreden.
o Postpartum infecties door CA-MRSA gerapporteerd. • Betrokken pathogenen
o Staphylococcus aureus.
o Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes). o Groep B streptokokken (Streptococcus agalactiae). o Staphylococcus lugdunensis.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes en standaard posologieën.
Eerste keuze: flucloxacilline (500 mg po q6h). Alternatief: clindamycine (600 mg po q8h).
o Totale duur van de geschikte (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: 10 tot 14 da-gen.