• No results found

View of M.R. Kremer, Huwelijk en Vermogen. Een (rechts)historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of M.R. Kremer, Huwelijk en Vermogen. Een (rechts)historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

naar Zwitserland. Toen de betrokkenen, door de Duitsers onderschept, dood-geschoten werden, rekende de illegaliteit dit Schoup aan, naast andere financiële malversaties. Schoup werd in 1944 doodgeschoten door leden van een Rotter-damse knokploeg. Aan een avontuurlijk leven in de marge van de samenleving, waarin waarheid en verdichtsel door elkaar gevlochten waren, kwam een einde.

Over Schoup zou een spannend, boeiend boek geschreven kunnen worden. Dat is Wielaert echter niet gelukt. De structuur van zijn relaas is chaotisch. Het wordt bovendien ontsierd door veel dubbelingen, heen en weer schieten in de tijd en nodeloze uitwijdingen. Zijn aan Leonhard Huizinga’s ‘Adriaan en Olivier’ den-kende wijdlopige schrijfstijl leidt daarnaast erg af. De biografie is in veel opzichten niet geslaagd, net als het leven dat de auteur beschrijft.

Hans Buiter Utrecht

M.R. Kremer, Huwelijk en Vermogen. Een (rechts)historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809). (Amster-dam: Kluwer, 2013) 671 p. geen ISBN, proefschrift UvA.

Juist omdat huwelijken tot ver in de twintigste eeuw in principe duurden‘tot de dood ons scheidt’ vormden huwelijkssluitingen belangrijke aangelegenheden om vooruit te kijken en zaken vast te leggen die betrekking hebben op de econo-mische positie van de weduwe of weduwnaar. Het proefschrift van Marcel Kremer gaat in op de juridische maatregelen die trouwlustige koppels namen met het oog op de zorg voor de echtgenoot die overbleef na het overlijden van de partner.

Kremer combineert daarbij een rechtshistorisch onderzoek met een sociaal-economische invalshoek. Wat betreft de eerste component kijkt Kremer niet zoz-eer naar de formele maatregelen, zoals geformulzoz-eerd in het geldende huwelijks- en vermogensrecht, als wel naar de manier waarop daaraan in de praktijk invulling werd gegeven. Tussen formeel recht en praktisch gebruik kunnen immers verschil-len bestaan. Bovendien biedt deze insteek zicht op verzorgingsmaatregeverschil-len die niet wettelijk waren vastgelegd en, door afspraken te koppelen aan specifieke personen, op hoe sociaaleconomische achtergronden concrete afspraken konden beïnvloeden. De historische component krijgt bij Kremer vorm met de vraag in hoeverre sociaaleconomische achtergronden van beide huwelijkspartners de spe-cifieke juridische keuzes beïnvloedden.

Kremer kiest ervoor zijn onderzoek te beperken tot één specifieke groep, namelijk de lidmaten van de Groninger Oude Vlamingen (een doopsgezinde

ge-AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0138

<TSEG1601_06_RECE_1Kv36_proef2 ▪ 12-04-16 ▪ 14:23>

138 VOL. 13, NO. 1, 2016

(2)

meente) in de achttiende eeuw. Hij combineert daarbij een prosopografisch on-derzoek naar huwelijkspartners (465 huwelijken) met een rechtsinhoudelijke stu-die naar de afspraken stu-die in huwelijksvoorwaarden (totaal 198) werden vastgelegd. Deze huwelijksvoorwaarden die koppels afsloten, vaak geassisteerd door familie-leden en vrienden, vormen ook Kremer’s belangrijkste bron. Opvallend is het hoge percentage van aanstaande echtgenoten dat besloot om extra afspraken te maken bovenop of in afwijking van de reguliere wettelijke gemeenschap: 43% is een percentage dat zelfs in vergelijking met vandaag de dag uitzonderlijk hoog is.

In het tweede deel van het boek bespreekt Kremer uitgebreid de verschillende inhoudelijke afspraken die in huwelijksvoorwaarden werden gemaakt met het oog op de bescherming van de langstlevende. Hij laat zien dat de manier waarop de Groninger Oude Vlamingen deze bescherming vormgaven, vaak een verzwakking impliceerde van de vermogensrechtelijke bescherming van de langstlevende in vergelijking met het geldende Groningse recht. Die negatieve effecten werden echter grotendeels teniet gedaan door de versterking van de erfrechtelijke positie van de langstlevende partner. Kremer laat daarbij zien hoe koppels de bestaande juridische speelruimte invulden met verschillende algemene en bijzondere rege-lingen. Dit resulteerde in het nodige maatwerk, waarbij rekening gehouden kon worden met de verschillen in welstand van de beide partners en bestaande familietradities.

De rest van het boek vormt een omlijsting van dit juridisch inhoudelijke deel. Kremer vult deze met uiteenzettingen over verschillende aspecten die op een of andere manier raken aan het onderzoeksthema. Dat varieert van een uiteenzetting over de doopsgezinde huwelijksmarkt tot en met de organisatie van de feestelijke huwelijksdag, van de positie van de Groninger doopsgezinden in het politieke en maatschappelijke leven van hun woonplaats tot hun kleedgedrag en de invloed van nieuwe modes. Het resultaat is een breed en gevarieerd beeld van de Gronin-ger doopsgezinden in de achttiende eeuw, uitvoerig onderbouwd met de nodige voorbeelden en geïllustreerd met portretten van de hoofdrolspelers.

Tegelijkertijd is niet altijd even duidelijk wat al deze gegevens en informatie precies toevoegen aan de beantwoording van de centrale vragen. Bovendien had een uitwerking van de relatie tussen concrete juridische maatregelen en de meer sociaalhistorische context het proefschrift een verdere diepgang kunnen geven en mogelijk verklaringen kunnen bieden voor de beschreven bevindingen. Kremer concludeert bijvoorbeeld dat de manier waarop de Groninger doopsgezinden via hun huwelijksvoorwaarden de zorg voor de langstlevenden invulling gaven, af-week van wat we weten over de rest van de Groninger bevolking. Een ander opvallend punt is het al hierboven genoemde hoge percentage van huwelijksvoor-waarden: terwijl het afsluiten hiervan onder de Groninger bevolking beperkt was, nam dit aantal onder de doopsgezinde koppels in de achttiende eeuw toe. Een

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0139

<TSEG1601_06_RECE_1Kv36_proef2 ▪ 12-04-16 ▪ 14:23>

139

VOL. 13, NO. 1, 2016

(3)

verklaring voor deze afwijkende praktijk ontbreekt echter. Waarom kozen de Groninger Doopsgezinde koppels relatief vaak om af te wijken van het stadsrecht en te kiezen voor alternatieve regelingen om de verzorging voor de langstlevende zeker te stellen? Hangt dit samen met de specifieke positie van deze groep binnen de Groninger gemeenschap en een beperkte toegankelijkheid tot alternatieve zorgvoorzieningen?

Jammer is verder dat een bredere inkadering in bestaand historisch onderzoek, bijvoorbeeld dat naar de positie van weduwen ten tijde van de Republiek, ont-breekt (denk bijvoorbeeld aan het onderzoek van Ariadne Schmidt). Hetzelfde geldt voor een breder internationaal kader naar de rechtspositie van de langstle-vende zoals die via huwelijksvoorwaarden of testamenten werd vastgelegd (de 19 pagina’s lange literatuurlijst bevat slechts een handvol internationale publicaties). Deze bredere inkadering had informatie kunnen geven over de bijzonderheid van de onderzochte Groninger doopsgezinden en mogelijke verklaringen kunnen bie-den voor hun keuzes.

Tegelijkertijd blijft Huwelijk en Vermogen natuurlijk in de eerste plaats een juridisch proefschrift. Aan historici de uitdaging om deze gedetailleerde informa-tie te plaatsen in een breder vergelijkend perspecinforma-tief.

Anita Boele Universiteit Utrecht

Rebecca M. Herzig, Plucked. A History of Hair Removal (New York/Londen: New York Uni-versity Press, 2015). 287 p. ISBN 978-1-4798-4082-3.

Dat IS in Mosul alle vrouwelijke inwoners dwingt tot het dragen van hoofd- en gezichtsbedekking en alle mannen tot het dragen van baarden, geeft aan hoe belangrijk en politiek geladen haardracht kan zijn. Rebecca Herzig begint haar boek Plucked. A History of Hair Removal daarom met het voorbeeld van het ge-dwongen afscheren van hoofdhaar en baarden van Moslimmannen die gevangen gehouden werden op Guantánamo Bay: zij ziet dit als vorm van marteling die, in tegenstelling tot waterboarding, weinig aandacht heeft gekregen. Het belangrijkste inzicht dat haar boek dan ook geeft, is dat (de geschiedenis van) haar ten onrechte vaak gezien wordt als triviaal, terwijl de bestudering van haar en ontharingsprak-tijken juist toegang kan geven tot veel grotere thema’s zoals disciplinering, discri-minatie en de definitie van wetenschap.

De studie van Herzig is gericht op de geschiedenis van ontharing in de Vere-nigde Staten van de achttiende eeuw tot nu. Haar verhaal begint bij Amerikaanse

AUP – 156 x 234 – 3B2-APP flow Pag. 0140

<TSEG1601_06_RECE_1Kv36_proef2 ▪ 12-04-16 ▪ 14:23>

140 VOL. 13, NO. 1, 2016

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

We hebben de lijsttrekkers in de drie gemeenten gevraagd wat men in het algemeen van de aandacht van lokale en regionale media voor de verkiezingscampagne vond en vervolgens hoe

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Dit document is tot stand gekomen in het kader van de verkenning van de directie B&amp;I, ministerie van BZK, naar de betekenis van ontwikkelingen en trends in de samenleving voor

In het NCO 2012 zijn het semipublieke sectoren (zorg, woningcorporaties) waar de toegenomen aansprakelijkheid over de laatste 10 jaar het grootste wordt geacht (zie tabel

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten