• No results found

Tweede kwartaal zeugenhouderij: resultaten blijven goed

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tweede kwartaal zeugenhouderij: resultaten blijven goed"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

TWEEDE KWARTAAL ZEUGENHOUDERIJ: RESULTATEN BLIJVEN GOED

Arjan Wisman en Jan Bolhuis

In het eerste halfjaar van 2005 zijn er bijna 220.000 biggen meer uitgevoerd dan in de vergelijkbare periode van vorig jaar. Van de 2 miljoen uitgevoerde biggen ging de helft naar Duitsland. Met name in het tweede kwartaal is de uitvoer naar onze oosterburen sterk toegenomen. Als gevolg van de hogere binnenlandse productie van biggen in Spanje, liep de vraag vanuit dit land iets terug. Nieuwe EU-lidstaten, zoals Polen en Hongarije, zijn belangrijke afnemers geworden van de kwalitatief wat mindere biggen die voorheen vaak naar Spanje werden uitgevoerd. De dalende vraag vanuit Zuid-Europa en de lagere varkensprijzen in april hadden tot gevolg dat de biggenprijzen onder druk kwamen te staan (figuur 1). In de loop van het tweede kwartaal trad wel enige prijsherstel op door de opleving op de varkensmarkt maar de biggen bleven door het ruime aanbod moeilijk te plaatsen. Tegen het eind van het tweede kwartaal tendeerden de prijzen lager omdat de vleesvarkenshouders wat huiverig werden om dure biggen op te leggen. De gemiddelde prijs in het tweede kwartaal lag ruim 11 euro hoger dan in de vergelijkbare periode van vorig jaar. Op de Duitse markt nam de concurrentie toe door het ruimere aanbod van biggen uit Denemarken. De prijzen van de slachtzeugen gingen in april fors onderuit, maar wisten zich in de loop van het kwartaal weer enigszins te herstellen.

2003 2004 2005 0 10 20 30 40 50 60

jan feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec Euro per big van 23 kilo

Figuur 1 Prijsontwikkeling van biggen (23 kg. Af boerderij), per maand (2003-2005)

Saldo hoog

De biggenprijs is sterk bepalend voor het saldo, maar ook de voerprijzen en de prijzen van slachtzeugen zijn van belang voor de saldo-ontwikkeling. In het tweede kwartaal waren de biggenprijzen 33% hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Daarnaast leverden de 10% lagere voerprijzen ook een bijdrage aan het goede kwartaalsaldo van bijna 50.000 euro per bedrijf. Het saldo per bedrijf was ruim tweemaal zo hoog als in hetzelfde kwartaal van 2004. Vergeleken met het tweede kwartaal van 2004 zijn de resultaten dus sterk verbeterd. Door de kleine daling van de biggenprijzen in het tweede kwartaal is het saldo in het tweede kwartaal wel met 13.000 euro per bedrijf gedaald (figuur 2). Desondanks zijn er in de afgelopen vier jaar slechts twee kwartalen geweest die een hoger saldo scoorden. Dat was het eerste kwartaal van 2005 en het eerste kwartaal van 2001. In 2001 werd dat hoge saldo vooral veroorzaakt door de uitbraak van MKZ, waardoor de niet-getroffen bedrijven hoge prijzen ontvingen voor hun biggen vanwege de grote schaarste. In het eerste kwartaal van 2001 was de gemiddelde biggenprijs ruim 60 euro per stuk, terwijl de biggenprijs in het eerste kwartaal van 2005 iets boven de 50 euro lag. Vooral dankzij de grotere biggenproductie per zeug en het lagere voerverbruik zijn de productiekosten in vier jaar tijd flink gedaald. Bij een vergelijkbaar prijspeil resulteert dat in een hoger saldo per eenheid. Veel kleinere bedrijven zijn in de afgelopen jaren gestopt zodat de 'blijvers' gemiddeld groter worden, die bij een positief saldo per zeug ook een hoger

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw bedrijfssaldo behalen. Cumulatief was het saldo in het eerste halfjaar 110.000 euro per bedrijf. Dat is in de afgelopen jaren niet meer bereikt; in 2004 bleef het bijvoorbeeld steken op ongeveer 65.000 euro. De biggenprijzen zitten in het begin van het derde kwartaal in een licht dalende trend, zodat lagere saldi zijn te verwachten in het tweede halfjaar. Dat is echter niet ongebruikelijk omdat de piek van de biggenprijzen meestal in het voorjaar ligt door de sterke vraag uit de Zuid-Europese landen. Bijzondere omstandigheden daargelaten, zal het bedrijfssaldo in 2005 op jaarbasis de saldi in de afgelopen drie jaren ruim overtreffen. Dat is ook hard nodig omdat die periode de boeken is ingegaan als matig tot slecht.

;; ;; ;; ;; ; ; ; ;; ;; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; 0 10 20 30 40 50 60 70

1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

Euro pe r bed rijf x 1.000

; 2002 ; ; 2003 2004 2005 Figuu 2 Saldo pe kwa taal op fokvarkensbed ijven (bij een omvang van 350 zeugen per bedrijfr r r r

Uitgangspunten kwartaalrapportage

Het verloop van het saldo in de zeugenhouderij wordt in beeld gebracht op basis van prijsontwikkelingen van biggen en slachtzeugen (opbrengsten) en van voer en opfokzeugen (kosten). De overige toegerekende kosten (zoals gezondheidszorg en energie) zijn vastgesteld op een constant bedrag per bedrijf per jaar. In de berekeningen wordt uitgegaan van een standaard bedrijfsomvang van 350 zeugen per bedrijf. In het saldo worden de totale verkopen verminderd met de genoemde toegerekende kosten. De waardeverandering van de dieren op de begin- en eindbalans zijn bij de kwartaalresultaten niet meegenomen, maar wel in de jaarresultaten die het LEI publiceert. De ontwikkeling van het saldo per kwartaal is niettemin een belangrijke indicator voor de stemming in de sector en bepaalt grotendeels de ontwikkeling van het uiteindelijke inkomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1p 18 Bereken het bedrag dat SDO per 31 maart 2007 onder de post ‘Vooruit ontvangen contributie’ op de balans zal opnemen.. 2p 19 Staat deze post debet of credit op

The process of research included among others, literature review as well as empirical research in order to test the validity of the hypothesis that effective policy

greatheadii contains a variety of compounds (esp. polyphenols and phytosterols) with confirmed antioxidant capacity, and putative therapeutic actions (including blood

This is the case, in spite of the fact that evidence from unemployment research in the fields of labour and development economics point toward substantial segmentation

Die Gereformeerde Teologiese Skool het studerite sowel as skoliere gehuisves. Die Kuratore het riglyne vir die voor- bereidende onden1ys neergele om as integrale

Shortly after Stow's death Lloyd began negotiations with his widow in order to purchase the entire collection of copies a s she intended including them in a publication of

It is structured to provide a brief background on the IPDM project and the context within which it emerged; outline the nature of the evidence-based spatial simulation

Sportwetenskaplike publikasies bly die belangrikste bronne om relevante inligting na belanghebbendes deur te gee. 'n Besondere paging moet egter gemaak word om te