63 AFZETTINGEN WTKG 28(3),2007
Het bodemarchief
van
zuidwest Nederland
ofwel de
Deltaboringen
Anton Janse*
Geschiedenis
De historische
aanleiding
hiertoe,is zowelsimpel
alsge-compliceerd.
Het
simpele
deelis,
dat in ditgebied
de bodemdaalt,
ter-wijl
inonsrecenteinterglaciaal,
dezeespiegel
nog steedsaan het
rijzen
is. De Laat-HoloceneTransgressie,
zoals Maartenvan den Boschdat, mijns
inziens nietonterecht,
uitdrukt.
Hiertegen
hebbenwij
ons in deafgelopen
eeu-wen
gewapend,
doorwaterbeheersing,
drooglegging
endijkbouw. Geologisch gezien
is dit dweilenmetde kraan open.Drooglegging
laat deondergrond inklinken, terwijl
dijkbouw
de sedimentatievanrivierenen zeetegenhoudt.
Hierdoor wordt het niveauverschiltussenhetons
omrin-gende
water en hetdrooggelegde
stukje
moeras,waar-op we onze
bevolking plus
economie hebbengehuisvest
steedsgroter.De crisis
jaren
’30endeoorlogsjaren
daarna hebben hetbudget
voor de waterstaatswerkenafgeroomd.
Het pro-bleemwasonderkend,
hetverslag
van eenStaatscommis-sie meldt in 1925 de noodzaakvan
kustverkortig
endijk-verhoging.
Deafsluiting
vande Zuiderzee in 1932endegeleidelijke inpoldering
vanhetachterliggende gebied
waseenresultaat daarvan. De
bedoeling
washetlandbouware-aal uitte
breiden,
naast onzekoloniale inkomsten deba-sis van onzenationale economie. De
daaropvolgende
we-deropbouw
wasbelangrijker
dandijkonderhoud.
Voor dital is de dure
les,
in devorm vandeWatersnoodramp
van1953ons
gepresenteerd.
In 1950 is alsnaoorlogs begin
deBrielse Maas
afgedamd, hetgeen
deomgeving
vanRotter-damvoor een groteronheil heeft behoed.
Als het kalf verdronken is.... In 1958 wordt door de
rege-ring
de Deltawet aangenomen. Een ambitieusplan,
we-tenschappelijk
onderbouwd. Dekustlijn
moet met700 ki-lometer wordeningekort.
Bestaandezeeweringen
dienenteworden
verhoogd,
tot‘Delta-hoogte’, 8,50
meterboven NAP. Eengrotesomgelds
wordt uitonzeoverheidsbegro-ting gedurende
eenreeks vanjaren uitgetrokken,
om eenrampals
meegemaakt
tevoorkomen.Dijken
in het noorden des lands wordenopgehoogd,
als-mede de duinkust in hetwesten. Hetzwaartepuntvan deinvesteringen ligt
in hetzuidwestelijk gebied,
waarook demeesteslachtoffers
zijn gevallen.
Degrotezeearmenmoe-tenworden
afgesloten
enhet rivierwater dientoverdit ge-biedgereguleerd
tewordengedistribueerd.
Uitvoering boringen
Om op
lange termijn
degevolgen
ook in dediepere
onder-grond
tekunnenvolgen,
iseenmeetpuntennetopgezet.Eenaantaloverhet
gebied verspreide boringen,
metin iederewaterhoudende
laag
eenfilter. Hieruit kanperiodiek
eenmonster genomen wordenende drukenkwaliteit in het
pakket
wordengemeten.Een
speciale afdeling
vanRijkswaterstaat
werdmetdezetaak belast. Het
huidige
boorarchiefomvatruim 200bo-ringen,
het materiaalisgoed geconserveerd
engedocu-menteerd. De meeste
boringen
zijn steek-,
spoel-
ofspuitboringen
engaantotomstreeks 50meter
diepte.
Deze dienden alsvoorberei-ding
voorontgronding, fundering
ofophoging
van
dijklichamen.
Een
twintigtal boringen
gaattot groterediep-te,zo
mogelijk
totaandeBoomse klei. In hetnoordelijk
deelvan de delta wordt zelfs hetTertiair niet
bereikt,
inboring
Brielle wordtop 326meterzelfs het Plioceen nogniet
aan-getroffen.
Dezediepe boringen
vormende basisvan het
grondwater-meetpunten-net.
Demon-stersvandeze laatste
categorie
komen het bestvanpasvoor een
uitgebreid vergelijkend
onder-zoek. Al dezeboringen zijn gepulst,
voorwaardevoor een
juiste diepteaanduiding
vandemon-In de nachtvan31
januari
op 1 februari1953,
werdNe-derland
geconfronteerd
meteenstormvloedvanhetkali-bervande
Sint-Elizabethsvloed,
uit degeschiedenisboeken
bekend.
Bij
deze vloed in1421,
verdronkeengrootdeelvan de
delta,
in hetcentrumvan ditgebied
is door latereopwasdeBiesboschontstaan.
Grote delenvanhet
kustgebied
werdenoverstroomd, 1851mensenverdronkenenduizenden stuks veekwamenom.
Kortomeenemotioneleeneconomischerampteisterde de
AFZETTINGEN WTKG 28(3), 2007 64
stersen
weinig
contaminatiedoorvermenging
uitboven-liggende lagen.
Deze
boringen,
die ik deDeltaboringen
noem,zijn
nauw-keurig gemonsterd
engedocumenteerd.
Opgeslagen
bij
de Deltadienst vormden
zij
het bodemarchiefvanzuid-westNederland.
Maartenvanden Bosch heeft als boormeester
bij
genoem-de diensthier
zijn bijdrage
aangeleverd.
Nadien ishij
alsconservator in dienst
getreden bij
hetRijksmuseum
voorGeologie
enMineralogie
in Leiden.Toen in 1972 deDeltadienst werd
opgeheven,
heefthij
zorggedragen
dat hetbelangrijkste
deelvandeboringcollecie
naarditmuseumis verhuisd. Een klein deelvandeze
mas-sais onderzocht.ArieJanssenheefteeninventarisatie ge-maaktvande
boringen
OuwerkerkenHaamstede.Wim
Kuyper
heeft deeerste 100metervanboring
Briefteop zoetwatermollusken onderzocht
(lit. 1).
Uit dezebo-ring
is ook door Van der MeuleneenPleistocene muisge-publiceerd (lit. 2).
Gebrek aanmenskrachten
capaciteit
hebben steedsver-hinderdom
intergraal
aandeze hoeveelheidinformatieon-derzoektedoen.
Inventarisatieen
bewerking
Bij
deverhuizing
naarhetnieuwe Naturalismuseumma-nifesteerde zicheen
gebrek
aanmagazijnruimte.
Voor detweede maal
dreigde
het niet onderzochte materiaalnaarde
afvalhoop
teverhuizen.Dringende
verzoekenaanmijn
adres hebben
mij overtuigd
om het onderzoeknaardebo-ringen
ter handtenemen, teneinde devernietiging
vandit bodemarchieftevoorkomen.
Bijkomstigheden hierbij
Overzicht vandeDeltaboringen.
AFZETTINGEN WTKG 28(3),2007 65
waren:
mijn ophanden
zijnde pensionering
enmijn
jaren-lange ervaring
eninteressevoor materiaal uit deZeeuw-sestromen.
Geholpen
door CharlesBamard,
die het materiaalvandeslibfractie ontdoetenFrank
Wesselingh
die demonstersbij mij
aflevert(beiden
werkzaambij Naturalis)
ben ikaandeze
uitdaging begonnen.
Ruw
plan
vanaanpak
uit degigantische berg
materiaalwasom eenaantal
diepe boringen
teonderzoeken dieeennoord-zuid transect vormen.
Vervolgens boringen
uittezoeken welke eenoost-west
profiel
vormen.Het is inmiddels
vijfjaar
later,ruim 2000meterboormon-steris
geïnventariseerd,
veelgeleerd,
leukedingen
aange-troffen,
maarooklange
zoutelozeenvooral fossiellozetra-jecten
onder ogengehad.
Deze laatstezijn
echter ook vanbelang,
soms duidenzij
opontkalking
doorpercolerend
grondwater,
meestal is heteengevolg
van eenkoude,
arc-tische
periode,
waarin dezeespiegel
flinkwatlager
was.Eenfraaie
stratigrafische opeenvolging
isopheteerste ge-zichtver tezoeken. Ineen
deltagebied,
waarin dezeespie-gel
vele malen isgewisseld
en inwarmeperioden
grotehoeveelheden smeltwater de
aanwezige
sedimentenver-plaatsten
enomwerkten wordt heteenpuzzel
om tussendeontstane hiaten ietsvan
chronologische
laagopbouw
teherkennen.
Om tocheenbeeldte
krijgen
vande ouderdomvandeaf-zetting,
wordtgekeken
naarde conservatietoestandvanhetmateriaal,
matevantransportslijtage,
kleurenin de laatsteplaats,
of hetobject
ervolgens
onzekenniserwel in ‘thuishoort’.
Voorbeeldenhiervanzijn Limopsis
aurita uitboring
Vrouwenpolder.
Dezesoortisonshoofzakelijk
bekend uitMiocene
afzettingen,
inVrouwenpolder
eenexplosie
vangoedbewaarde kleppen
endoublettenineen aanhetvroeg-Plioceenterelateren
laag.
Abratenuis,recentbekendvande Kalooten
Terschelling,
representantvan een
wadachtig milieu,
duiktop inboringen
Brielle,
DirkslandenHaamstede ineenvroeg-Pleistoceen
milieu. Onbekende zakenvoor een
strandverzamelaar,
vra-gen het
nodige
onderzoekencorrespondentie,
zoals:Megayoldia thraciaeformis,
eenPacifischeimmigrant,
re-presentantvoor het
Prae-Tiglien (lit. 3).
Devonia
perrieri, symbioot
opzeekomkommers,
in eenvroeg-Pleistocene laag
vanboring
Zuurland.‘Spaniorinus
nortoni’,
eenprovisorische
naam(meded.
Tom
Meijer)
voor eenevenals devorige genoemde
soort, dunschelpje,
niet zeldzaam in vroeg Pleistoceneafzet-tingen.
Sinds
enige tijd
kunt uvan een aantalopmerkelijke
offraaie zaken
meegenieten
in de korte rubriek‘Snoepjes
uit deDelta’. Meerenserieuzerepublicaties zijn
invoorbe-reiding,
onder anderevanAndréSlupik (Natuurmuseum
Rotterdam). Hij
onderzoekt delithologie
vandeboringen,
in
samenwerking
metdemolluskenuitkomsten,
wordtge-poogd
eenreconstructievan degeologische achtergrond
vande boormonsterstemaken
(lit.
4en5).
Hetgaatnogde
nodige tijd
kostenomdevolgende
2kilo-meterboorsedimentuittewerken. Een interessante
bezig-heid,
hoe zouteloossommige trajecten
somsookzijn,
al-tijd
is hetweerspannend
wanneer eriets nieuws ofonver-wachts het oogpasseert.
Referenties
1
Meulen,
A.J.vanderenW.H.Zagwijn. 1974,
Microtus( Allophaiomys ) pliocaenicus
ffom the LowerPleisto-cene near
Brielle,
The Netherlands.Scripta
Geol. 21:1-12.
2
Knijper, W.J.,
1973. Kwartaire land-enzoetwatermol-lusken uiteen
boring bij Brielle,
Nederland. Meded.WTKG
10(4):
111-137.3
Janse,
AntonC.,
Peter W.Moerdijk
& TomMeijer,
2003. First record ofMegayoldia thraciaeformis
(Sto-rer,
1838) (Bivalvia)
from the Pleistocene of the North Sea Basin. CainozoicResarch,
2(1-2):
139-142. 4Slupik,
A.A.,
F.P.Wesselingh,
A.C. Janse & J. W.F.Reu-mer,200X,The
stratigraphy
of theNeogene
-
Quater-nary succession in the south-west Netherlands ffomthe
Schelphoek
borehole(42G4-11).
Asequence-stratigrap-hic
approach. (In press).
5
Slupik,
A.A. & A.C.Janse,200X,
Thesratigraphy
of the Breda Formation in the subsurface of the Island of Noord-Beveland(Province
ofZeeland,
TheNether-lands)
ffomtheColijnsplaat
borehole(42G24-1).
Ase-quence-stratigraphic approach. (In press).
*
AntonJanse, Gerard van Voomestraat165, 3232 BE
Brielle, tel.0181-416238,email: