1 Projectnummer: 3250190200
Effectiviteit APT-kistenreiniger tegen
quarantaine nematode Globodera
pallida
Auteurs:
Willemien Runia & Leendert Molendijk
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO-AGV)
Een initiatief van: Productschap Akkerbouw, Productschap Tuinbouw en LTO Nederland Dit project maakt deel uit van het Actieplan Aaltjesbeheersing, een initiatief van het Productschap Akkerbouw, Productschap Tuinbouw en LTO Nederland. Binnen het
Actieplan voeren diverse partijen gezamenlijk onderzoeks- en voorlichtingsprojecten uit op het gebied van aaltjesbeheersing om de continuïteit van teelten voor de Nederlandse land- en tuinbouw te waarborgen.
Informatie over het Actieplan Aaltjesbeheersing
Tjitse Bouwkamp Postbus 29739 2502 LS Den Haag Telefoon: 070 - 370 84 26 Fax : 070 - 370 83 10 E-mail : aaltjesbeheersing@hpa.agro.nl Internet : www.kennisakker.nl
2 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
PPO-agv
Adres : Edelhertweg 1, Lelystad : Postbus 430, 8200 AK Lelystad Tel. : 0320 - 29 11 11
Fax : 0320 - 23 04 79 E-mail : willemien.runia@wur.nl
Internet :
www.ppo.wur.nlDit rapport is een uitgave van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving
Sector Akkerbouw, Groene ruimte en Vollegrondsgroenten
Edelhertweg 1, 8219 PH Lelystad Postbus 430 8200 AK Lelystad Telefoon: 032 – 029 11 11 Fax : 032 – 023 04 79 E-mail : willemien.runia@wur.nl Internet: www.ppo.wur.nl
© 2012, januari Lelystad, PPO - AGV.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van PPO – AGV.
Hoewel de inhoud van deze uitgave met zorg is samengesteld, kunnen hieraan op geen enkele wijze rechten worden ontleend.
3
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ... 5 1 INLEIDING ... 7 2 PROEFOPZET EN UITVOERING ... 9 2.1 Kistenreiniger ... 9 2.2 Behandelingen ...12 3 Resultaten ...15 5 LITERATUUR ...195 SAMENVATTING
Een van de mogelijkheden tot verspreiding van quarantaine organismen is fust
(aardappelkisten, groentekisten, etc. Dit geldt zowel voor bacteriën zoals ringrot (Clavibacter
michiganensis subsp. sepedonicus) als voor aardappelcysteaaltjes (Globodera rostochiensis/ G. pallida).
Aardappelcysteaaltjes worden onder anderen verspreid door pootaardappelen of grond (EPPO datasheet Globodera spp.). In kisten kunnen restanten besmette grond aanwezig zijn maar mogelijk ook schillen of stukjes aardappel met daarop cysten.
Agro Proces Techniek heeft in samenwerking met het kistenreinigingsbedrijf van Frans Renne te Biddinghuizen een nieuwe APT-kistenreiniger ontwikkeld op basis van ozon. In één werkgang worden de kisten gereinigd met geozoniseerd water en ontsmet met ozon. Het spoelwater wordt hergebruikt.
Het Productschap Akkerbouw heeft in het kader van het Actieplan Aaltjesbeheersing PPO-AGV opdracht gegeven te onderzoeken of de APT- kistenreiniger in staat is om het
quarantaine aardappelcysteaaltje Globodera pallida te doden.
Cysten in zakjes zijn op de bodem van de kisten bevestigd waarna de kisten met
verschillende snelheden door de kistenreiniger zijn gegaan. De maximale verblijftijd was daarbij hooguit 2 minuten. De ozonconcentratie was volgens opgave van APT meer dan 28 g per m3 water, maar is niet gemeten.
Gebleken is dat in de huidige uitvoering er geen effect was van de kistenreiniging op de vitaliteit van de cystinhoud van cysten van Globodera pallida.
Verlenging van de behandelingstijd en maximale verhoging van de ozonconcentratie zal nodig zijn om een adequate ontsmetting in de kistenreiniger te realiseren.
7 1 INLEIDING
Een van de mogelijkheden tot verspreiding van quarantaine organismen is fust
(aardappelkisten, groentekisten, etc. Dit geldt zowel voor bacteriën zoals ringrot (Clavibacter
michiganensis subsp. sepedonicus) als voor aardappelcysteaaltjes (Globodera rostochiensis/ G. pallida), wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne chitwoodi en M. fallax) en stengelaaltjes
(Ditylenchus dipsaci).
Fust speelt een rol bij de verspreiding van ringrot. Uit onderzoek is gebleken dat
ringrotbacteriën maanden tot zelfs enkele jaren kunnen overleven op droge kisten waardoor nieuwe partijen aardappelen besmet kunnen raken (van der Wolf e.a., 2009).
Aardappelcysteaaltjes worden onder anderen verspreid door pootaardappelen of grond (EPPO datasheet Globodera spp.). In kisten kunnen restanten besmette grond aanwezig zijn maar mogelijk ook schillen of stukjes aardappel met daarop cysten. Dezelfde
verspreidingsbronnen van knollen en grond gelden ook voor de wortelknobbelaaltjes
Meloidogyne chitwoodi en M. fallax (EPPO datasheets Meloidgyne chitwoodi en Meloidogyne fallax). Vrouwtjes met eipakketten kunnen aanwezig zijn in de grond of in
schillen van aardappels. Ook het stengelaaltje Ditylenchus dipsaci kan uitdroging vele jaren doorstaan en overleeft ook jarenlang zonder waardplant (EPPO datasheet Ditylenchus
dipsaci). Besmette materialen en machines zijn een andere bron van verspreiding van dit
zeer schadelijke aaltje.
Agro Proces Techniek heeft in samenwerking met het kistenreinigingsbedrijf van Frans Renne te Biddinghuizen een nieuwe APT-kistenreiniger ontwikkeld op basis van ozon. In één werkgang worden de kisten gereinigd met geozoniseerd water en ontsmet met ozon. Het spoelwater wordt hergebruikt.
Ozon is een zeer krachtig oxidatiemiddel en wordt gebruikt voor het ontsmetten van
drinkwater en industrieel en huishoudelijk afvalwater. In de agrarische sector werd ozon al in de negentiger jaren van de vorige eeuw gebruikt voor het ontsmetten van recirculatiewater in gesloten teeltsystemen in de tuinbouw. De effectiviteit tegen (niet)schadelijke schimmels, virussen en bacteriën is afhankelijk van het te bestrijden organisme, de ozonconcentratie in het water, de pH van het water en de blootstellingstijd (Runia, 1994). Voor het bestrijden van het voor Anthurium schadelijke aaltje Radopholus similis was een concentratie van 20 gram per uur per m3 recirculatiewater nodig. Dit was de dubbele dosis ten opzichte van virussen en schimmels (Runia & Amsing, 1996).
In 2009 is een labtoets uitgevoerd door PRI om de effectiviteit van ozon tegen de ringrotbacterie Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus (Cms) vast te stellen De maximale ozonconcentratie van deze testinstallatie (Excellent Ozon Systems, Eerbeek) was 3,8 mg ozon per l water bij 10oC. Deze dosis was voldoende om de ringrotbacterie na 5 minuten inwerktijd in kraanwater te doden evenals de bacterie Dickeya spp. (= Erwinia
chrysanthemi). Organisch materiaal in het spoelwater, dat afkomstig was uit kisten van het
kistenreinigingsbedrijf, werd door de ozon echter ook geoxideerd zodat onvoldoende ozon resteerde en derhalve geen effectiviteit tegen de organismen meer kon worden vastgesteld, zelfs niet na een blootstellingstijd van maximaal 10 minuten. Deze behandeltijd is veel langer dan bij de kistenreiniging zal kunnen worden gerealiseerd (van der Wolf e.a., 2009).
Het Productschap Akkerbouw heeft in het kader van het Actieplan Aaltjesbeheersing PPO-AGV opdracht gegeven te onderzoeken of de APT- kistenreiniger in staat is om het
quarantaine aardappelcysteaaltje Globodera pallida te doden. Aanvankelijk was de wens van de begeleidingsgroep om dit onderzoek in een labopstelling uit te voeren. Vanwege de slechte resutaten met Cms en Dickeya in de labtoets en het feit dat inmiddels duidelijk was dat de praktijkinstallatie een veel hogere dosis kon produceren is alsnog besloten de bedrijfsklare praktijkinstallatie te testen.
9 2 PROEFOPZET EN UITVOERING
2.1 Kistenreiniger
In onderstaande foto’s zijn de verschillende fasen in de kistenreiniger te onderscheiden.
Foto 1 APT-kistenreiniger
10 Foto 3 Kist in kistenkantelaar
11 Foto 5 Invoer kist in reinigingsunit, waarna rolgordijn sluit
12 2.2 Behandelingen
De proef is uitgevoerd op 18 mei 2011. De kisten zijn met drie verschillende snelheden door de kistenreiniger getransporteerd. De maximale capaciteit van de machine is 50 kisten per uur.
20 kisten per uur; het hele reinigingsproces duurt 3 minuten per kist. 25 kisten per uur; het hele reinigingsproces duurt 2,4 minuten per kist. 45 kisten per uur; het hele reinigingsproces duurt 1,3 minuten per kist. De watertemperatuur van het reinigingswater bedroeg 15oC.
De ozonconcentratie is niet gemeten tijdens de proef. In november 2010 is door de leverancier van de ozongenerator (Lentech) een concentratie gemeten van 28 mg/l in het desinfectiewater wat het maximale bereik van de meter was en dus mogelijk een
onderschatting van de reeële waarde. De verwachting van APT was dat door optimalisatie de ozonconcentratie nog kon worden verhoogd.
Bij de watertemperatuur van 15oC, zoals tijdens de proef, zou theoretisch volgens APTde ozonconcentratie maximaal 50 mg/l kunnen bedragen.
Op twee plaatsen in de te ontsmetten kisten zijn Monodur gaaszakjes met elk 2000
cysten/zakje van Globodera pallida aangebracht. Op de bodem in de hoek (foto 7) en op de bodemlat (foto 8).
Alle behandelingen zijn in drievoud uitgevoerd; dus 9 kisten totaal met in elke kist op twee plaatsen een zakje met cysten.
Na behandeling zijn deze zakjes weer verwijderd uit de kisten en gedroogd en na 5 dagen onder geconditioneerde omstandigheden bewaard bij 10oC en 40% r.v., evenals
onbehandelde cysten, tot de beoordeling in een loktoets.
13 Foto 8 Cystenzakje met cysten van G.pallida op bodemlat van behandelde kist
De effectiviteit van de behandelingen is vastgesteld in een lange loktoets waarin eieren uit behandelde cysten van aardappelcysteaaltjes (Globodera pallida) te lokken zijn gelegd. De cysten uit de zakjes zijn na inweken vermalen en vanuit deze suspensies zijn per behandeling in duplo minimaal 1200 eieren te lokken gelegd op een zeefje/gaasbuisje, boven een wekstof. Deze wekstof bestaat uit wortelexudaat van aardappel en is ten behoeve van de loktoets verzameld. Gedurende zes weken is wekelijks de wekstof afgetapt en
ververst en zijn de juvenielen geteld die uit de eieren door het gaasbuisje zijn gekropen en in de wekstof terecht gekomen zijn. Daarna was de lokking dermate afgenomen dat er besloten is te stoppen.
15 3 Resultaten
In tabel 1 zijn de resultaten opgenomen van de loktoets. Daarin staat het percentage lokking van vitale juvenielen uit de cysten van G. pallida vermeld per behandeling en herhaling en gemiddeld over de drie herhalingen.
Tabel 1 Lokkingspercentage van vitale juvenielen uit eieren van G. pallida
Uit tabel 1 blijkt dat uit 44% van de eieren van de onbehandelde cysten, die op het gaasbuisje te lokken zijn gelegd, onder invloed van de wekstof, vitale juvenielen zijn gekomen, die door het gaasbuisje heen in de wekstof terecht zijn gekomen.
Bij alle behandelingen is dit percentage hoger, wat tot de conclusie leidt dat er geen enkel effect van de ozonbehandeling is op de cystinhoud van de cysten van G. pallida.
Ook is er geen verschil te zien tussen de diverse snelheden van behandeling. Behandeling lokatie kist Herhaling lokking (%) gemiddeld (%)
Onbehandeld geen 1 47 44 Onbehandeld geen 2 40 20 kisten/uur hoek 1 42 48 20 kisten/uur hoek 2 43 20 kisten/uur hoek 3 59 20 kisten/uur bodemlat 1 49 50 20 kisten/uur bodemlat 2 49 20 kisten/uur bodemlat 3 52 25 kisten/uur hoek 1 53 65 25 kisten/uur hoek 2 85 25 kisten/uur hoek 3 56 25 kisten/uur bodemlat 1 50 53 25 kisten/uur bodemlat 2 48 25 kisten/uur bodemlat 3 60 44 kisten/uur hoek 1 45 50 44 kisten/uur hoek 2 54 44 kisten/uur hoek 3 51 44 kisten/uur bodemlat 1 50 52 44 kisten/uur bodemlat 2 50 44 kisten/uur bodemlat 3 57
17 4 DISCUSSIE EN CONCLUSIE
Cysten van het aardappelcysteaaltje Globodera pallida zijn door de ozonbehandeling in de kistenreiniger niet gedood. De vraag is wat de reden hiervoor kan zijn. Voor een effectieve ozonbehandeling zijn er twee voorwaarden; een voldoende hoge concentratie en een voldoende hoge behandelingstijd.
Bovendien hangt het ontsmettende effect sterk af van de vervuilingsgraad van de kisten. De ozonconcentratie is niet gemeten tijdens de proef maar was op een eerder tijdstip wel gemeten en zou volgens APT meer dan 28 mg per liter water zijn ofwel 28 g per m3 water. De totale behandelingstijd van reiniging en ontsmetting was in de proef maximaal 2 minuten bij 20 kisten per uur bij een inschatting dat voor de aan- en afvoer van de kist naar en uit de ontsmettingsunit hooguit 30 seconden nodig is. Bij toenemende capaciteit is de
behandelingstijd nog korter.
Zoals in de inleiding reeds vermeld was in recirculatiewater in substraatteelten in de tuinbouw voor het doden van het aaltje Radopholus similis een behandeling van een uur nodig bij een ozonconcentratie van 20 gram per m3 recirculatiewater. Dit type water is enigszins te vergelijken met het vervuilde water uit de kisten. Naast het feit dat de ozonconcentratie onbekend was tijdens het wasproces is het zeer waarschijnlijk dat de behandelingstijd veel te kort was voor een betrouwbare ontsmetting tegen cysten van G.
pallida.
Omdat er geen enkel effect was tegen G. pallida kan van de kistenreiniger in zijn huidige vorm ook geen adequate ontsmetting worden verwacht tegen de andere quarantaine aaltjes
Meloidogyne chitwoodi en Ditylenchus dipsaci.
Verlenging van de behandelingstijd is de meest logische optie voor verbetering van de ontsmetting met ozon omdat de ozonconcentratie bij een verdubbeling tegen de grenzen aanloopt van de oplosbaarheid in water.
19 5 LITERATUUR
Data Sheets on Quarantine Pests, Globodera rostochiensis and Globodera pallida. Prepared by CABI and EPPO for the EU under Contract 90/399003. EPPO A2 list nrs. 124/125. Data Sheets on Quarantine Pests, Meloidogyne chitwoodi. EPPO A2 list no. 227.
Data Sheets on Quarantine Pests, Meloidogyne fallax. EPPO A2 list no. 295. Data Sheets on Quarantine Pests, Ditylenchus dipsaci. Prepared
by CABI and EPPO for the EU under Contract 90/399003. EPPO A2 list no. 174. Runia, W. Th. (1994). Disinfection of recirculation water from closed cultivation systems with
ozone. Acta Horticulturae 361: 388-396. International Sympiosium on New Cultivation Systems in Greenhouse. Internet: www.ishs.org
Runia, W.Th.& Amsing, J.J. (1996). Disinfestation of nematode-infested recirculation water by ozone and activated hydrogen peroxide. Proceedings Ninth International Congress on Soilless Culture; 381-394.
Van der Wolf, J., Bergervoet, J., Kastelein, P. & van der Zouwen, P. (2009).