• No results found

De hybride oorlog van de Islamitische Staat: Hoe een rebellenorganisatie uitgroeide tot een hybride leger

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De hybride oorlog van de Islamitische Staat: Hoe een rebellenorganisatie uitgroeide tot een hybride leger"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De hybride oorlog van de

Islamitische Staat

Hoe een rebellenorganisatie

uitgroeide tot een hybride leger

Naam begeleider: Prof. Dr. W. Klinkert

Auteur: J.W.M. van de Vondervoort

(2)

Jilles van de Vondervoort

De hybride oorlog van de Islamitische Staat

Hoe een rebellenorganisatie uitgroeide tot een hybride leger (2003 – 2014)

(3)

Voorwoord

Het vinden van een interessant en geschikt onderwerp voor een master-scriptie is geen eenvoudige opdracht. Uiteindelijk heb ik gekeken naar wat ik het interessantste onderdeel van mijn studie vond en dat was het verklaren van hedendaagse conflicten. Hoe is de Islamitische Staat ontstaan en waarom zag bijna niemand dat aankomen?

Natuurlijk wil ik in mijn voorwoord ook een aantal mensen bedanken. Met name mijn begeleider Wim Klinkert, die enkele malen goed advies heeft gegeven over de richting van mijn scriptie en bruikbaar commentaar gaf op mijn voortgang. Door het onderwerp te voorzien van een theoretisch kader gaf het genoeg handvatten om een wetenschappelijke scriptie te schrijven over een nog recent onderwerp. Ten tweede wil ik graag mijn ouders bedanken voor het vertrouwen in het afronden van deze scriptie en het meelezen tijdens de voortgang.

Het schrijven van deze scriptie kwam moeizaam op gang maar het was een erg leerzame periode. Ik heb geleerd om voor een langere periode met een opdracht bezig te zijn en ik vond het lezen van met name de achtergrond-informatie erg interessant waardoor ik soms wat dreigde af te dwalen. Ik hoop met deze scriptie een goed beeld te geven van de Islamitische Staat als organisatie.

Ik hoop dat deze scriptie degenen kan bekoren die meer te weten willen komen over dit complexe conflict en een beter beeld willen over wat de Islamitische Staat voor militaire organisatie is.

(4)

Inhoudsopgave

Voorwoord...3 Inhoudsopgave...4 1. Inleiding...6 1.1 Aanleiding...6 1.2 Probleemstelling...11 1.3 Doelstelling...11 1.4 Relevantie...11 1.5 Vraagstelling...12 1.6 Theoretische Inbedding...13 1.7 Methode...15 1.8 Afbakeningen...15

1.9 Garanties voor betrouwbaarheid en validiteit...16

1.10 Opzet van de scriptie...16

2: De Islamitische Staat...18

2.1 Inleiding...18

2.2.1 Al-Zarqawi (oktober 2002-juni 2006)...19

2.2.2 Het verval (juni 2006 – december 2011)...20

2.2.3 Abu Bakr al-Baghdadi (januari 2012-heden)...22

2.3 De Oprichting van de Islamitische Staat...24

2.4 Ideologie van IS...25

2.5 Ba’athisme...27

2.6 Opbouw van de structuur van IS...29

3: Theoretisch Kader: Wat is hybride oorlogvoering?...32

3.1 Inleiding...32

3.2 Ontwikkeling van hybride oorlogvoering...32

3.3 Frank Hoffman...34

4: Welke (hybride) strategieën hanteert IS bij het verwezenlijken van haar doelstellingen?...38

4.1 Inleiding...38

4.2 Breaking the Walls...39

4.3 De inname van Mosul...42

(5)

5: IS – Hezbollah...50

5.1 Hezbollah als benchmark...50

5.2 De Hezbollah-oorlog...50 5.3 Conclusie...52 6: Conclusie en reflectie...53 6.1 Conclusie...53 6.2 Reflectie...55 7: Literatuurlijst...57 7.1 Literatuur...57 7.2 Internetbronnen...59

(6)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 10 juni 2014 wordt de wereld opgeschrikt door het bericht dat Mosul, de tweede stad van Irak, is veroverd door strijders van Islamitische Staat (IS).1 Het merkwaardige aan deze strijd, die slechts zes

dagen duurde, is dat een modern uitgerust Irakees leger werd verslagen door een groep strijders die ver in de minderheid was.2 Het Iraakse leger(ISF) had twee divisies gelegerd in Mosul die bij elkaar uit

ruim 30.000 militairen bestonden en uitgerust waren met moderne wapens en voertuigen van voornamelijk Amerikaanse herkomst. Dit leger werd na een korte strijd verslagen door amper 1.500 IS-strijders. Hoe was dit mogelijk? Het beeld dat in het Westen bestond was dat van een ongeorganiseerde bende die plunderend en moordend door Irak en Syrië trok. De gebeurtenissen in Mosul lieten echter zien dat er sprake was van een goed georganiseerde groepering die in staat was gebieden te veroveren; en nog belangrijker, te behouden.

Naar aanleiding van het snelle optrekken van IS in Irak en Syrië kwam ook het wetenschappelijke onderzoek naar IS op gang. De focus werd daarbij gelegd op het bestrijden van IS. De organisatie zelf en haar structuren kregen minder aandacht. Dit laat daarom ruimte voor onderzoek naar de organisatiestructuur van IS en het strategisch handelen van de organisatie. Vanwege het recente karakter van dit conflict bevindt het wetenschappelijke onderzoek ernaar zich nog in de beginfase. Het afgelopen jaar zijn er veel journalistieke boeken over IS verschenen zoals The Rise of Islamic State: ISIS and the New Sunni Revolution van de Ierse journalist Patrick Cockburn en ISIS: Inside the Army of Terror van de journalisten Michael Weiss en Hassan Hassan. Deze boeken, beide uit 2015, zijn uiterst nuttig bij het beschrijven van de structuur van de organisatie maar gaan verder niet gedetailleerd in op de strategie van IS.

Deze strategie wordt wel beschreven in rapporten van wetenschappelijke instituten zoals het ‘Combatting Terrorism Center’(CTC) en het ‘Institute for the Study of War’ (ISW). Beide instituten berichten over IS en met name het ISW richt zich daarbij op de strategie van IS. Elke week verschijnen er nieuwe kaarten en overzichten van de situatie in Irak en Syrië op de site van het ISW. Daarnaast beschrijven ze ook de situatie in verschillende rapporten waarin vaak gebruik wordt gemaakt van verslagen vanaf de grond. Deze instituten zorgen er samen met de vele journalisten op de grond voor dat het handelen van IS nauwkeurig in kaart wordt gebracht.

1 In deze scriptie komen verschillende benamingen voor de organisatie voor. Als oorsprong van de organisatie wordt Jamaat al-Tawhid wa al-Jihad (1999) gezien. Gevolgd door al-Qaida in Irak (2004), de Islamitische Staat van Irak en de Levant (2013) en uiteindelijk de Islamitische Staat (2014).

2 NOS, Mosul in handen van militanten’, <http://nos.nl/artikel/659118-mosul-in-handen-van-militanten.html> [geraadpleegd op 15-09-2015].

(7)

Deze rapporten en verslagen zijn noodzakelijk om de hoofdvraag van dit onderzoek te beantwoorden. Deze luidt: ‘Hoe verhoudt het strategisch handelen van IS zich tot het concept van

hybride oorlogvoering?’ Strategie is al eeuwenlang een onderwerp waar veel over is geschreven. Van

The Art of War van de Chinese generaal Sun Tsu rond 500 voor Christus via de werken van Clausewitz en Jomini in de 19e eeuw tot aan Liddell Hart in de 20ste eeuw.

Militaire strategie, het voorbereiden van oorlogvoering, werd door Clausewitz gedefinieerd als: “het gebruik van gevechten om het doel van de oorlog te winnen.”3 Als definitie van wat het begrip

strategie doet wordt uitgegaan van de gegeven betekenis door de wetenschappers Teitler, Bosch en Klinkert in het boek Militaire Strategie uit 2002. “Strategie, met andere woorden, is erop gericht in een conflict de gestelde doelen te behalen, maar tegen aanvaardbare kosten.”4

Het begrip strategie past binnen de verschillende niveaus van militair handelen. Er worden vijf niveaus onderscheiden bij de planning en uitvoering van militaire operaties namelijk:

 Het politiek-strategisch niveau;  Het militair-strategisch niveau;  Het operationele niveau;  Het tactische niveau;  Het technische niveau.5

De vraag is op welk(e) niveau(s) handelt IS?Daarvoor is het nodig naar de verschillende niveaus van strategisch handelen te kijken. Het hoogste niveau, het politiek-strategisch niveau, wordt ook wel de ‘grand strategy’ genoemd en bestaat uit alle middelen die een staat kan aanwenden. De strategische keuzes worden dus op het niveau van de hoogste politieke leiders van de staat gemaakt. Grondleggers van deze term zijn de Britse generaal J.F.C. Fuller (1878-1966) en de eveneens Britse militair (historicus) Basil Liddell Hart. (1895-1970) Volgens Hart was de definitie: “Grand strategy— higher strategy—is to coordinate all the resources of a nation, or a band of nations, towards the attainment of the political object of the war—the goal defined by fundamental policy.”6 Met alle

resources bedoelde Hart de economie van het land, de mankracht en ook het moreel. Dit moest allemaal in dienst staan van de oorlog. De strijdkrachten waren slechts één van de instrumenten van de ‘grand strategy’. Andere waren volgens Hart: “The power of financial pressure, of diplomatic 3 C. von Clausewitz, On War, vert. J.J. Col. Graham (Londen 2010) 165.

4 G. Teitler, J.M. J. Bosch en W.Klinkert, Militaire strategie (Amsterdam 2002) 13.

5 Koninklijke Landmacht, Land Doctrine Publicatie, Militaire Doctrine voor het Landoptreden (Amersfoort 2009) 26.

6 J. Boone Bartholomees Jr. (ed.), The U.S. Army college guide to national security issues. Volume 1: Theory of

(8)

pressure, of commercial pressure, and, not the least of ethical pressure, to weaken the opponent’s will....”7

De vraag of IS over een ‘grand strategy’ beschikt is een interessante maar die vraag staat niet centraal in deze scriptie. Een van de redenen daarvoor is dat het bij ‘grand strategy’ meestal over statelijke actoren gaat en bij IS is het nog maar de vraag of dat daar sprake van is. Verder ontbreekt in de praktijk vaak een duidelijke scheiding tussen het politiek-strategisch en militair-strategisch niveau. Civiele en militaire topambtenaren moeten intensief samenwerken om beslissingen voor de inzet van het militaire instrument van macht voor te bereiden en uit te werken. Bij IS is er echter nauwelijks sprake van een scheiding tussen de politieke en militaire leiding. Hierdoor is er geen duidelijk onderscheid te maken tussen de politieke en militaire strategie. Beide worden door dezelfde leiders aangestuurd zoals in het volgende hoofdstuk verder zal worden toegelicht.

Het tweede niveau is het militair-strategisch niveau. De Koninklijke Landmacht hanteert hiervoor als definitie: “Militaire strategie is de gecoördineerde, systematische ontwikkeling en aanwending van de militaire machtsmiddelen van een staat, bondgenootschap of coalitie om de militaire elementen van de doelstellingen van de grand strategy te bereiken.”8 Hierbij worden fundamentele beslissingen

genomen op militair gebied die de basis vormen van het verdere handelen. Hieronder vallen de drie volgende niveaus. Het operationele niveau is belast met de planning en het manoeuvreren van eenheden. Dit is de verbinding tussen het politiek/militair-strategische niveau waarop de plannen worden gemaakt en het uitvoerende tactische niveau. Tactiek is de wijze van inzet en optreden van formaties en eenheden om in een bepaalde samenhang en volgorde militaire activiteiten uit te voeren.9 Het technische niveau ten slotte gaat over de inzet en het optreden van kleine eenheden.

De verschillende niveaus lopen in praktijk vaak door elkaar heen en er is voortdurend sprake van interactie tussen de verschillende niveaus van optreden. In praktijk wordt er meestal over drie strategische niveaus gesproken in plaats van vijf. Hierbij worden de niveaus onderverdeeld in strategisch, operationeel en tactisch. Waarbij het politieke en militaire strategische niveau worden samengevoegd en het technische niveau onder het tactische niveau valt.10

7 J. Boone Bartholomees Jr. (ed.), The U.S. Army college guide to national security issues, 14. 8 Militaire Doctrine voor het Landoptreden, 27.

9 Ibidem, 30.

10 Doctrine Commissie Koninklijke Landmacht, Militaire Doctrine voor het Landoptreden (Utrecht 2014) 2/14-2/16.

(9)

Militair-strategisch Politiek-strategisch Operationeel Tactisch Technisch

Figuur 1: Samenhang en toegenomen interactie tussen de niveaus van militair optreden.

Een theorie om de verschillende niveaus samen te brengen is die van hybride oorlogvoering. Onder hybride oorlogvoering vallen verschillende strijdwijzen. Omdat het een nieuw begrip betreft is er nog geen algemeen erkende definitie. Hybride oorlogvoering is een typering van een wijze van optreden. Het combineert verschillende manieren van oorlogvoeren zoals onder andere conventionele oorlogvoering en irreguliere oorlogvoering zoals guerrilla en terrorisme. De keuze om over te gaan tot hybride oorlogvoering kan worden gezien als een strategische keuze van IS.

Deze term is ontstaan aan het begin van de 21ste eeuw en wordt gebruikt om de complexiteit weer te

geven van oorlogen waarin een breed spectrum van inzetmethoden en doelstellingen wordt gecombineerd en in onderlinge samenhang gebracht. Een van de wetenschappers die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan kennis over het begrip is de Amerikaanse strategisch analist Frank G. Hoffman. Volgens Hoffman kunnen zowel staten als niet-staten een hybride oorlogvoeren. Als definitie geeft hij: “Hybrid Wars incorporate a range of different modes of warfare, including conventional capabilities, irregular tactics and formations, terrorist acts including indiscriminate violence and coercion, and criminal disorder.”11 De opkomst van hybride oorlogen betekent volgens

hem niet het einde van de conventionele oorlog maar wel zullen oorlogen vaker een gecompliceerd karakter hebben. Op strategisch niveau bevatten veel oorlogen al meerdere componenten maar dat gebeurde vaak op verschillende momenten in verschillende situaties. Bij een hybride oorlog vervagen de lijnen tussen de verschillende manieren van oorlogvoering. Hoffman ziet het vervagen van de scheidslijnen als duidelijk signaal dat de manier van oorlogvoeren fundamenteel aan het veranderen is. Toch betekent dit volgens hem niet dat de conventionele manier verdwijnt maar het geeft aan dat

(10)

het voeren van oorlog steeds gecompliceerder wordt. In deze scriptie wordt geanalyseerd of dat de theorie van Hoffman ook toepasbaar is op de strijdwijze van IS.

Ook andere wetenschappers menen dat de strategie van IS binnen het kader van de hybride oorlogvoering te plaatsten is. Zo schrijven Scott Jasper en Scott Moreland in een artikel “The Islamic State is a Hybrid Threat: Why Does That Matter?” over de hybride dreiging van IS. “The Islamic State’s transnational aspirations, blended tactics, structured formations, and cruel use of terror as part of their arsenal can be described a hybrid threat.”12 Ook de Amerikaanse wetenschapper Jessica

Lewis beschrijft de hybride dreiging in een rapport namens het ISW. “ISIS is a hybridized enemy. ISIS has leveraged multiple styles over the last three years in Iraq and Syria, including terrorism, guerilla warfare, and conventional warfare, often in combination.”13

Behalve IS zijn er nog meer niet-westerse organisaties die gebruik maken van hybride oorlogvoering. Frank Hoffman heeft onderzoek gedaan naar de hybride oorlogvoering van de Libanese organisatie Hezbollah. Het conflict in 2006 tussen Israël en Hezbollah was volgens Hoffman een demonstratie van hybride oorlogvoering. “This case demonstrates the ability of non-state actors to study and deconstruct the vulnerabilities of Western style militaries.”14 Hoffman was van mening dat Hezbollah

het perfecte voorbeeld was van wat hij kwalificeerde als hybride oorlogvoering. “This is the clearest example of a modern Hybrid challenger.”15 Hezbollah liet, onder leiding van Hassan Nassrallah, zien

dat het beschikte over de militaire mogelijkheden om als gelijkwaardige van een staat op te treden. Onder meer door de strategie continue aan te passen en de bekwaamheid om zich aan te passen aan het steeds veranderende strijdtoneel.

Om na te gaan welke strategie(ën) IS hanteert is het belangrijk bronnen van binnen IS te hebben. IS maakt veelvuldig gebruik van sociale media en het internet om de wereld te laten zien waartoe ze in staat is. Dit zijn echter geen objectieve bronnen maar ze zijn wel bruikbaar om een beeld te krijgen van de omvang van de militaire mogelijkheden van IS. Zo brengt IS maandelijks een magazine uit, genaamd Dabiq, waarin het bericht over de laatste successen. In het eerste nummer staat een stappenplan beschreven dat laat zien dat IS voldoende georganiseerd was om niet uitsluitend als rebbellengroep te opereren:

12 S. Jasper en S. Moreland, ‘The Islamic State is a Hybrid Threat: Why Does That Matter?’, Small Wars Journal (2014) 1.

13 J. Lewis, ‘The ISIS Defense in Iraq and Syria: Countering an adaptive enemy’, Middle East Security Rapport

27, Institute for the Study of War (2015) 18.

14 F. Hoffman, Conflict in the 21st Century, 35-36.

(11)

“1. hijrah [emigration]; 2. jama’ah [congregation]; 3. destabilize taghut [idolatry] 4. tamkin [consolidation]; 5. Khalifah [Caliphate]”16

Dit plan is geschreven in 2000 door al-Zarqawi, de toenmalige leider van de voorloper van IS, Al-Qaida in Iraq (AQI). In het artikel in Dabiq legt Zarqawi uit hoe dit plan het fundament heeft gelegd voor het latere offensief van IS. Volgens Zarqawi heeft AQI al de eerste drie stappen volbracht voordat de organisatie opging in IS. Alle activiteiten van AQI waren onderdeel van een lange-termijn visie waarbij het kalifaat het einddoel was.17 De uitleg van Dabiq is gevalideerd door het verloop van

de geschiedenis en door onderschepte communicatie van Zarqawi.18 In februari 2004 werd er al een

brief onderschept waarin hij zijn plan voor een jihad in Irak uiteenzette. Op de transitie van AQI naar IS wordt dieper ingegaan in het volgende hoofdstuk.

1.2 Probleemstelling

In de populaire media wordt vaak een beeld geschetst van IS als ongecontroleerde rebellengroep die moordend en plunderend door het Midden-Oosten trekt.19 Het beeld dat in het Westen is ontstaan

strookt niet met de realiteit want IS functioneert als een modern leger met bijbehorende wapens waaronder veel modern Amerikaans wapentuig dat is buitgemaakt op het Irakese regeringsleger.20 Bij

de meeste artikelen over hybride oorlogvoering gaat het over hoe het Westen op moet treden tegen hybride dreigingen. Op de casus van Hoffman over Hezbollah na, is er nog maar weinig geschreven over hybride oorlogvoering door een niet-westers land of groepering. Dit onderzoek is geschreven om een duidelijker beeld te geven van wat de Islamitische Staat nu precies is en hoe ze een hybride strategie hanteerde tijdens de opkomst van de organisatie.

16 Islamitsche Staat, Dabiq uitgave 1 (juli 2014) 38.

17 H.K. Gambhir, ‘Dabiq: The Strategic Messaging of the Islamic State, Institute for the Study of War (2014) 8. 18 C. Bunzel, ‘From Paper State to Caliphate: The Ideology of the Islamic State’, Analysis Paper 19 (2015) 14. 19 Onder andere: Kareem Shaheen, ‘Isis video confirms destruction at Unesco world heritage site in Hatra’, The

Guardian, <

http://www.theguardian.com/world/2015/apr/05/isis-video-confirms-destruction-at-unesco-world-heritage-site-on-hatra> [geraadpleegd op 30-05-2016] en Rukmini Callimachi, ‘To Maintain Supply of Sex Slaves, ISIS Pushes Birth Control’, The New York Times, < http://www.nytimes.com/2016/03/13/

world/middleeast/to-maintain-supply-of-sex-slaves-isis-pushes-birth-control.html?_r=0> [geraadpleegd op 30-05-2016].

20 J. Harte en R.J. Smith, ‘Where does the Islamic State Gets Its Weapons?’, Foreign Policy,

<http://foreignpolicy.com/2014/10/06/where-does-the-islamic-state-get-its-weapons/> [geraadpleegd op 17-09-2015].

(12)

1.3 Doelstelling

Doelstelling van deze scriptie is het analyseren van de Islamitische Staat als leger en aantonen dat het concept van hybride oorlogvoering ook toepasbaar is op IS. Over de relatie tussen deze manier van oorlogvoering en IS is nog maar weinig geschreven en dat laat ruimte voor dit onderzoek. Het analyseren van de strategieën van IS draagt bij aan de kennis die er in het Westen is over het handelen van IS. Daarnaast is het interessant om een vergelijking te maken tussen het opereren van Hezbollah tijdens de Libanonoorlog en het opereren van IS tot aan de inname van Mosul. Hierbij geldt de analyse van Hezbollah als benchmark voor de hybride oorlogvoering van IS.

1.4 Relevantie

Het begrip hybride oorlogvoering is nog relatief jong. Er bestaat nog geen eenduidige definitie voor en verschilt het nog per auteur wat hij/zij precies verstaat onder het begrip. In deze scriptie wordt vastgehouden aan de definitie van Frank Hoffman: “Hybrid Wars incorporate a range of different modes of warfare, including conventional capabilities, irregular tactics and formations, terrorist acts including indiscriminate violence and coercion, and criminal disorder.”21 Deze definitie is de meest

voorkomende in de literatuur en Hoffman wordt als gezaghebbende wetenschapper beschouwd op het gebied van hybride oorlogvoering. Deze scriptie draagt bij aan de kennis over dit relatief nieuwe fenomeen, dat zeker in combinatie met niet-westerse landen nog maar weinig is onderzocht. Ook draagt het bij aan de verdere ontwikkeling van het theoretisch concept van hybride oorlogvoering. Hoffmans ideeën over hybride oorlogvoering in relatie tot de oorlog in Libanon blijken misschien wel minder geschikt voor de oorlog van IS.

1.5 Vraagstelling

Over het strategisch handelen van IS is nog niet veel geschreven. Zeker niet in combinatie met de theorie over hybride oorlogvoering. Door het strategisch handelen van IS te gebruiken als analysemodel voor de hybride oorlogvoering is het mogelijk meer inzicht te krijgen in de organisatie van IS. De hoofdvraag van de scriptie is dan ook: Hoe verhoudt het strategisch handelen van IS zich

tot het concept van hybride oorlogvoering?

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk eerst een duidelijk beeld te creëren van wat IS precies is en hoe het is georganiseerd. Vervolgens is het noodzakelijk de hybride oorlogvoering in te bedden in een theoretisch kader. In het derde hoofdstuk wordt er gekeken naar de strategieën van IS en of die passen binnen het kader van hybride oorlogvoering. Tenslotte zal de strategie van IS worden vergeleken met de hybride strategie van Hezbollah.

(13)

Deelvraag 1: Historisch kader: Hoe is de organisatiestructuur binnen de Islamitische Staat opgebouwd en heeft deze zich ontwikkeld?

Deelvraag 2: Theoretisch kader: Wat is hybride oorlogvoering?

Deelvraag 3: Welke (hybride) strategieën hanteert IS bij het verwezenlijken van haar doelstellingen?

Deelvraag 4: Welke parallellen op het gebied van hybride oorlogvoering zijn er te trekken tussen Hezbollah tijdens de Libanonoorlog en IS?

1.6 Theoretische Inbedding

De manier waarop oorlog wordt gevoerd verandert voortdurend. Wanneer we de moderne West-Europese geschiedenis in ogenschouw nemen, begint het denken over militaire strategie zoals we het nu kennen met de opkomst van Napoleon. Napoleon zocht de beslissing in één beslissende slag waarin de vijand verslagen moest worden. Ook stelde hij dat een staat of natie alle middelen in dienst moest kunnen stellen van de oorlog. Dit werd door latere theoretici uitgewerkt tot de grondslag van de ‘grand strategy’. Dit inspireerde de Pruisische generaal en militair theoreticus Carl von Clausewitz. Zijn werk Vom Kriege, over de aard van oorlogvoering, wordt nog steeds gezien als een van de belangrijkste werken die ooit over dit onderwerp is geschreven. Clausewitz zag oorlogvoeren niet alleen als een militaire aangelegenheid. Het was zowel een politiek als ook een cultureel en sociaal verschijnsel. Ook zag hij oorlogvoeren als een zaak van kans en onzekerheid. Een oorlog kon onverwachte wendingen hebben door onvoorzien gedrag van de vijand of de eigen troepen. “From the coup d'oeil and resolution we are naturally to speak of its kindred quality, presence of mind, which in a region of the unexpected like War must act a great part, for it is indeed nothing but a great conquest over the unexpected.”22 Maar belangrijker nog is dat hij stelde dat

iedere periode zijn eigen manier van oorlogvoeren kent met zijn eigen kenmerken. In zijn tijd waren statelijke actoren de voornaamste strijdende partijen terwijl nu niet-statelijke actoren een steeds grotere rol spelen.23

Een andere belangrijke militaire theoreticus uit de tijd van Napoleon was de Zwitser Antoine Henri Jomini. Net als Clausewitz schreef hij vanuit de ervaringen van de Napoleontische oorlogen. Echter speelden volgens hem toeval en emoties een te verwaarlozen rol bij oorlogvoering. Hij ging ervan uit dat oorlogvoering te vangen was in een aantal algemene regels. Wie deze regels kende en toepaste,

22 C. von Clausewitz, On War, vert. J.J. Col. Graham (Londen 2010) 109. 23 Alex Deep, ‘Hybrid War: Old Concept, New Techniques’, Small Wars Journal

(14)

kon succes op het strijdtoneel niet ontgaan.24 Beide theoretici schreven over strategieën bij

conventionele oorlogvoering in de betekenis van operationele planning.

Een andere manier van oorlogvoeren die belangrijk is voor het onderzoek naar IS is de guerrillaoorlogvoering. Guerrilla is een breed begrip dat in deze scriptie wordt gebruikt als militaire methode om bepaalde (politieke) doelstellingen te bereiken. Twee belangrijke historici die over de guerrilla-oorlog geschreven hebben zijn Samuel Huntington en Walter Laqueur. In 1962 geeft Samuel Huntington als definitie: “Guerrilla warfare is a form of warfare by which the strategically weaker side assumes the tactical offensive in selected form, times and places. Guerrilla warfare is the weapon of the weak. […] It is decisive only where the anti-guerrilla side puts a low value on defeating the guerrilla and does not commit its full resources to the struggle.”25 In 1977 reageert Laqueur daarop in

zijn boek Guerrilla, a Historical and Critical Study. Hij stelt dat het moeilijk is een exacte definitie te geven omdat het een erg breed begrip is. Toch is er wel een aantal kenmerken te onderscheiden volgens Laqueur. “Typical guerrilla operations include harassment of the enemy, evasion of decisive battles, cutting lines of communications, carrying out surprise attacks.”26 In de tweede helft van de

20ste eeuw werd de term guerrilla vaak geassocieerd met communistische revolutionaire bewegingen zoals in Vietnam, Nicaragua en China. Terwijl in bijvoorbeeld Afghanistan er juist tegen de communisten werd gevochten. Volgens Anthony J. Joes gaat het er bij het definiëren van guerrilla ook niet om het waarom, wanneer of waar maar om de vraag hoe? “Guerrilla war is a set of tactics. Guerrilla tactics are an effort to answer the question: How can the weak make war against the strong?”27

De Islamitische Staat hanteert voor het behalen van haar doelstellingen meerdere strijdwijzen. Het is daarom onmogelijk in te zoomen op één van de hierboven genoemde strategieën. Daarom focust deze scriptie zich op een relatief nieuw begrip, hybride oorlogvoering waarin verschillende strategieën zoals conventioneel en irregulier (guerrilla) samenvloeien en er dus niet meer een duidelijk onderscheid valt te maken tussen de strijdwijzen.

1.7 Methode

De gekozen methode is die van de analyserende onderzoeksmethode. Hierbij zal al de aanwezige wetenschappelijke literatuur aangaande het onderwerp worden geanalyseerd en geplaatst in een theoretisch kader. De gebruikte artikelen van onder meer nieuwssites en bronnen vanuit IS worden 24 Teitler, G., Bosch, J.M.J. en Klinkert, W., Militaire strategie, 46.

25 Franklin M. Osanka, Modern guerrilla warfare : fighting communist guerrilla movements, 1941-1961 (New York 1962) xvi.

26 Walter Laqueur, Guerilla: A Historical and Critical Study (Londen 1977) vi-vii.

27 Anthony J. Joes, Guerilla Warfare: A Historical, Biographical, and Bibliographical Sourcebook (Westport 1996) 4.

(15)

gebruikt om een duidelijker beeld te creëren van de strijdwijze van IS. Door het ontbreken van wetenschappelijke relevantie worden deze artikelen binnen het theoretische kader geplaatst om een completer beeld te creëren. Aangezien het een recent conflict betreft, is het niet mogelijk deze scriptie uitsluitend op wetenschappelijke artikelen te baseren. Het is daarbij wel noodzakelijk een strenge selectie te maken tussen welke nieuwsbronnen wel en niet relevant, betrouwbaar en bruikbaar zijn bij dit onderzoek.

1.8 Afbakeningen

Het is lastig een nog lopend conflict af te bakenen maar het is noodzakelijk voor het doen van onderzoek. Voor dit onderzoek is de Amerikaanse invasie in 2003 gekozen als startpunt van deze scriptie. Het omverwerpen van het regime van Saddam Hoessein creëerde de voedingsbodem waaruit IS ontstond. Omdat dit aantoonde dat IS in staat was steden en grote gebieden effectief in handen te nemen en te houden, hierbij een andere strategie kiezend dat Al Qaida voordien. Als eindpunt is gekozen voor de inname door IS van Mosul op 10 juni 2014 en het kort erna uitroepen van het kalifaat door al-Baghdadi.28 29 Dit was een van de momenten waarop de wereld zich

realiseerde hoe groot en sterk de organisatie was geworden.30 In amper vier jaar tijd ontwikkelde IS

zich van rebbelen-organisatie tot professioneel leger dat een eigen staat claimt op de grens van Syrië en Irak. Na een korte introductie van de organisatie gaat het verder in op de manier waarop IS oorlog voert. Hoe, met name het westen, hierop reageert komt niet aan bod in deze scriptie. De focus van de Westerse wereld ligt voor een groot deel bij de aanpak van IS, maar naar IS zelf is minder onderzoek gedaan. Tenslotte wordt een vergelijking gemaakt met Hezbollah omdat de Libanonoorlog de eerste moderne hybride oorlog was en daarom als ‘benchmark’ geldt.

1.9 Garanties voor betrouwbaarheid en validiteit

Vanwege het contemporaine karakter van het onderzoek is het geven van volledige garanties met betrekking tot de betrouwbaarheid moeilijk maar niet onmogelijk. Door het conflict duidelijk af te bakenen in zowel tijd als ruimte is geprobeerd dit onderzoek een zo hoog mogelijke garantie van betrouwbaarheid te geven. Het theoretisch kader zorgt hierbij voor houvast. Desondanks is de literatuur omtrent dit onderwerp niet geheel eenduidig. Dit heeft met name te maken met de actualiteit van het onderwerp en de aard van de studies. Toch is ook deze literatuur bruikbaar voor het onderzoek omdat zo het conflict van meerdere kanten kan worden belicht. Zo berichten twee 28 BBC, ‘Isis rebels declare 'Islamic state' in Iraq and Syria’ <http://www.bbc.com/news/world-middle-east-28082962> [geraadpleegd op 29-09-2015].

29 Abu Mohammed al-Adnani, This is the Promise of Allah video transcript van

http://triceratops.brynmawr.edu/dspace/bitstream/handle/10066/14242/ADN20140629.pdf?sequence=1 [geraadpleegd op 29-09-2015].

30 Liz Sly & Ahmed Ramadan, ‘Insurgents seize Iraqi city of Mosul as security forces flee’, The Washington Post, <

(16)

grote invloedrijke Amerikaanse tijdschriften, ‘Foreign Affairs’ en ‘Foreign Policy’, met grote regelmaat over het conflict in het Midden-Oosten. Ook invloedrijke kwaliteitskranten en tijdschriften als The Guardian, New York Times en Der Spiegel hebben journalisten in het gebied zitten. Het blijft bij elk artikel weer afwegen wat de betrouwbaarheid is maar dankzij het vergelijken van de geschreven artikelen ontstaat er toch een goed beeld van de huidige situatie in het Midden-Oosten. De journalistieke artikelen worden vooral gebruikt om de wetenschappelijke literatuur te ondersteunen en te verduidelijken. Deze literatuur wordt gedurende het onderzoek getoetst aan de reeds bestaande wetenschappelijke kaders.

1.10 Opzet van de scriptie

In het tweede hoofdstuk zal het historische kader worden geschetst. Hierin wordt gekeken naar de ontstaansgeschiedenis van de Islamitische Staat en naar de structuur van de organisatie. In hoofdstuk drie wordt het theoretische kader geanalyseerd. Eerst wordt er ingegaan op de theorieën van verschillende strategieën. Belangrijke namen daarbij zijn Clausewitz, Jomini en Laqueur. Het is onmogelijk de geschiedenis van het wetenschappelijke debat rondom strategie hier te beschrijven maar er zal een kader worden geschetst van de ontwikkeling van deze theorieën. Vervolgens wordt er ingezoomd op de strategie van hybride oorlogvoering. In hoofdstuk 4 worden de verschillende strategieën van IS geanalyseerd en wordt er onderzocht of dat er bij IS sprake is van hybride oorlogvoering. Tenslotte wordt er in hoofdstuk 5 gekeken of er een vergelijking valt te maken met Hezbollah op het gebied van hybride oorlogvoering. Hoffman heeft onderzoek gedaan naar deze organisatie en daarom is het interessant om deze twee organisaties te vergelijken. In de conclusie wordt tenslotte een antwoord gegeven op de hoofdvraag met behulp van de analyses in de voorgaande hoofdstukken.

2: De Islamitische Staat

2.1 Inleiding

De Amerikaanse inval in Irak in 2003 vormt een goed beginpunt voor onderzoek naar het ontstaan van de Islamitische Staat. Deze invasie was gericht op het omver werpen van het regime van Saddam

(17)

Hoessein. De invasie zorgde voor een verschuiving van de machtsbalans en de religieuze verhoudingen in Irak. In Irak wonen zowel soennieten als sjiieten, de twee grootste stromingen binnen de Islam. Volgens het CIA factbook is ongeveer 65% van de Irakezen sjiiet en ongeveer 17% van de Irakezen soenniet.31

Figuur 2: Verdeling van soennieten en sjiieten in Irak.

Ondanks deze minderheid waren de soennieten, onder leiding van Hoessein, aan de macht. Na de invasie en het omverwerpen van het regime van Hoessein veranderen de machtsverhoudingen. Er kwam een door sjiieten gedomineerde regering aan de macht. Dit is het begin van de onvrede van de soennieten die uiteindelijk een voedingsbodem voor de Islamitisch Staat zou blijken. De machtsstrijd tussen de soennieten en de sjiieten en de invloed van de Verenigde Staten daarbij, heeft grote invloed gehad op de snelle ontwikkeling van IS.

Op 5 februari 2003 spreekt de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.32 Door middel van een presentatie van verzameld bewijs

probeert hij de Veiligheidsraad ervan te overtuigen dat Irak in het bezit is van massavernietigingswapens en dat de VN een resolutie tegen Irak moet aannemen. Tijdens deze 31 CIA, ‘The World Factbook’ ,

<https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/iz.html#People> [geraadpleegd op 06-01-2016].

32 Verenigde Naties, ‘Briefing Security Council, US Secretary of State Powell presents evidence of Iraq’s failure to disarm’, Security Council Press Release, <http://www.un.org/press/en/2003/sc7658.doc.htm> [geraadpleegd op 06-01-2016].

(18)

presentatie wordt de naam genoemd van Abu Musab al-Zarqawi, de leider van een al-Qaida-cel in Irak en direct verbonden aan Osama bin Laden. Deze bewering blijkt achteraf niet juist omdat er van direct contact tussen Bin Laden en Zarqawi in 2003 nog geen sprake was. Dit zou pas in 2004 plaatsvinden.

2.2.1 Al-Zarqawi (oktober 2002-juni 2006)

Al-Zarqawi, geboren in Jordanië, wordt gezien als de grondlegger van het huidige IS. Hij radicaliseerde in Afghanistan waar hij in 2001 een trainingskamp opzette in Herat.33 Na 9/11 en de

geruchten van een aanstaande invasie van de VS, gaat Zarqawi van Afghanistan naar Irak. In Afghanistan leidde hij een trainingskamp van al-Qaida. In Irak gaf hij leiding aan de jihadistische militie Jama'at al-Tawhid wal-Jihad (Tawhid). Dit wordt als het begin gezien van de organisatie die later Islamitische Staat zou gaan heten. Het ontstaan van IS is grofweg in te delen in drie periodes waarvan de periode onder leiding van al-Zarqawi de eerste is.

Op 17 oktober 2004 zweert al-Zarqawi’s Tawhid trouw aan het al-Qaida van Bin Laden.34 De groep

gaat verder onder de naam al-Qaida in Irak (AQI). Het gevolg hiervan was een financiële boost voor de organisatie en het feit dat het gebruik kon maken van het enorme netwerk van al-Qaida. Al-Qaida had ook profijt van haar nieuwe bondgenoot vanwege de zware verliezen die het had geleden in Afghanistan na de invasie door de Amerikanen na 9/11.

Beide organisaties, AQI en al-Qaida, komen met elkaar in conflict over de koers die moet worden gevaren. In een brief aan Zarqawi roept een van de leiders van al-Qaida, al-Zawahiri, op te stoppen met het plegen van aanslagen op medemoslims.35 Hij waarschuwt Zarqawi dat overmatig geweld

ervoor kan zorgen dat er een burgeroorlog kan ontstaan tussen de soennieten en sjiieten en dat zou nadelige gevolgen hebben voor de organisatie. AQI onder leiding van Zarqawi was namelijk veel radicaler dan al-Qaida en roept zelfs op tot het doden van medemoslims die volgens hem niet trouw zijn aan de Islam. Dit roept grote weerstand op onder de moslimbevolking die de standpunten van AQI te radicaal vindt. Dit bereikt een hoogtepunt wanneer AQI een aanslag pleegt op drie hotels in Jordanië waarbij 60 mensen, voornamelijk moslims, omkomen.36

33 M. J. Kirdar, Al Qaida in Iraq, Center for Strategic & International Studies (Washington 2011) 3. 34 Jeffrey Pool, Zarqawi’s Pledge of Allegiance to Al-Qaeda, Terrorism Monitor Volume: 2 Issue: 24 (2004) 35 Vahid Brown, Cracks in the foundation: Leadership Schisms in al-Qa'ida from 1989-2006 (Westpoint 2007) 19-21.

(19)

Op 7 juni 2006 wordt Zarqawi tijdens een luchtaanval van het Amerikaanse leger gedood.37

Desondanks blijft AQI haar brute strijdwijze voortzetten. Vier maanden later, op 15 oktober, wordt de Islamitische Staat Irak (ISI) uitgeroepen.38 Dit was de samensmelting van AQI en een aantal andere

Soennitische milities. Ondanks de samensmelting bleef de groep voornamelijk bekend onder de oude naam. Abu Omar al-Baghdadi wordt de nieuwe leider van deze groep en de inzet was om opnieuw de steun van de lokale bevolking voor zich te winnen.

2.2.2 Het verval (juni 2006 – december 2011)

In het begin heeft ISI/AQI te maken met een teruglopende aanhang onder leiding van Omar al-Baghdadi door de lokale weerstand die de organisatie opriep. Voor een groot gedeelte van de soennitische bevolking in het noorden van Irak zijn de terreurmethoden van AQI namelijk te radicaal. De bevolking zag nu AQI als een groter gevaar dan de Verenigde Staten en veranderde daarom van tactiek. Deze verandering van strijdwijze werd de ‘Sunni Awakening’ genoemd en bestond uit twee delen. Ten eerste werd in de provincie Anbar in het Noordwesten van Irak in 2006 gestart met het uitroepen van de Anbar Awakening. Dit hield in dat verschillende soennitische milities begonnen met het bestrijden van AQI. Doordat de soennieten al-Qaida als een groter gevaar zagen dan de Verenigde Staten besloten de verschillende stammen meer samen te gaan werken met de Verenigde Staten om zo de gezamenlijke vijand te verslaan.

In 2007 startten de Amerikanen, onder leiding van generaal Petraeus, het programma ‘The Sons of Iraq’ (SoI).39 Dit hield in dat de soenitische milities door de Amerikanen zouden worden betaald om

te strijden tegen AQI in de hoop om deze milities later in te passen binnen het Iraakse leger. Dit was voor de soennieten belangrijk omdat ze na de omverwerping van Saddam Hoessein geen deel meer uitmaakten van de regering terwijl ze een ruime minderheid vormen in Irak. Door de Amerikanen te helpen met het bestrijden van al-Qaida hielpen ze niet alleen zichzelf maar hoopten ze ook meer invloed te krijgen binnen de Iraakse regering. De gecombineerde operatie was in eerste instantie een groot succes. Al-Qaida werd grotendeels teruggedrongen en verloor bijna al haar macht in het noorden. In juni 2010 claimde een Amerikaanse generaal dat in de afgelopen drie maanden al 34 van de top 42 leiders van al-Qaida waren opgepakt of gedood.40 AQI werd niet langer als een direct

gevaar gezien door de Amerikanen vanwege de grote verliezen die het had geleden tijdens de

37 John F. Burns, ‘U.S. Strike Hits Insurgent at Safehouse’, The New York Times,

<http://www.nytimes.com/2006/06/08/world/middleeast/08cnd-iraq.html?pagewanted=all&_r=0>

[geraadpleegd op 07-01-2016]. 38 M. J. Kirdar, Al Qaida in Iraq, 5.

39 Najim Abed Al-Jabouri & Sterling Jensen, The Iraqi and AQI Roles in the Sunni Awakening, PRISM 2 No. 1 (2010) 14.

40 Briefing generaal R. Odierno, 4 juni 2010.

(20)

Awakening. De soennitische milities zouden als onderdeel van het Iraakse leger voor de veiligheid in Noord-Irak kunnen zorgen zo was de gedachte van de Amerikanen.

De Iraakse regering onder leiding van de sjiitische premier al-Maliki dacht daar anders over. De regering had in eerste instantie de taak van de Amerikanen overgenomen om de soenitische milities te betalen maar daar stopte het al snel mee en startte met het vervolgen van de leden van de SoI. Dit leidde tot veel onvrede binnen de soennitische gemeenschap. De druppel die de emmer deed overlopen was het arrestatiebevel van Maliki aan het adres van de hoogstgeplaatste soennitische functionaris, de vicepresident Tariq al-Hashimi precies een dag nadat de laatste Amerikaanse troepen Irak hadden verlaten. De beschuldiging was dat de bodyguards van al-Hashimi een aanslag op sjiieten zouden hebben gepland.41 Al-Hashimi vluchtte naar het buitenland en werd bij verstek ter

dood veroordeeld. Overal in het noorden van Irak breken demonstraties uit tegen Maliki. Op 23 april 2013, drie dagen na de verkiezingen in Irak, vallen Iraakse regeringstroepen een demonstratie aan in de buurt van Kirkuk.42 Hierbij worden meer dan 20 soennieten gedood en meer dan 100 gewond. Als

reactie hierop breekt er overal in het land geweld uit tussen de soennieten en de sjiieten. De pogingen van de Verenigde Staten om de soennieten een stem te geven binnen de regering blijken nutteloos. De gevechten die vervolgens uitbreken waren een ideale voedingsbodem voor het haast verslagen AQI onder leiding van Abu Bakr al-Baghdadi. Onder de soennieten bestond namelijk het gevoel dat ze zichzelf moesten beschermen tegen de sjiitische regering en AQI bood die bescherming.

AQI maakte een plan voor het moment dat de Verenigde Staten zich zouden terugtrekken uit Irak.43

In 2010 verscheen er een boek genaamd ‘Khoutah Istratigya li Ta’aziz Moqif Siyasi alDawlat al-Islamyiah fi al-Iraq (A Strategic Plan to Improve the Political Position of the Islamic State of Iraq’ ). Hierin stond beschreven hoe de organisatie haar politieke en militaire positie moest verbeteren: “improve the position of Islamic state; therefore it will be more powerful politically and militarily… so the Islamic [State] project will be ready to take over all Iraq after the enemy troops withdraw.”44 Er

stonden vijf punten in die moesten bijdragen aan het stichten van een Islamitische Staat. Ten eerste moesten de jihadisten zich verenigen onder één vlag om zo voldoende draagkracht voor de staat te ontwikkelen. Vervolgens moest er een gedegen militaire planning komen waarbij de focus moest komen te liggen op het ondermijnen van het ISF. Door het plegen van aanslagen op het leger moest er angst worden gezaaid onder de militairen en moest het vertrouwen van de bevolking in het ISF 41 Ned Parker, ‘The Iraq We Left Behind, Welcome to the World’s Next Failed State’, Foreign Affairs 98. (2012) 42 Michael Weiss & Hassan Hassan, ISIS: Inside the Army of Terror (New York 2015) 96.

43 Murad Batal al-Shishani, The Islamic State’s Strategic and Tactical Plan for Iraq, Terrorism Monitor Vol. XII, 16 (2014) 6.

(21)

dalen. Ten derde moesten er jihadi ‘Awakening-councils’ komen. Deze moesten de lokale soenitische bevolking beschermen tegen het Iraakse leger en ervoor zorgen dat de sharia werd nageleefd. Ook moest er een leider worden gezocht die het symbool moest worden van de organisatie. Die werd enkele maanden later gevonden in de persoon van Abu Bakr al-Baghdadi. Tenslotte werd niet-moslims verzekerd dat ze gewoon konden blijven wonen in het veroverde gebied.

2.2.3 Abu Bakr al-Baghdadi (januari 2012-heden)

Na de dood van de twee leiders van AQI in 2010, al-Masri en Abu Omar al-Baghdadi, wordt de leiding binnen AQI overgenomen door Abu Bakr al-Baghdadi. Met een prijs van 10 miljoen dollar op zijn hoofd is hij tot op heden een van de meest gezochte terroristen ter wereld. Onder zijn leiding groeit AQI uit tot de enorme organisatie waarmee de westerse wereld in 2014 kennis maakt. Over al-Baghdadi is weinig bekend en veel zogenoemde feiten berusten op geruchten. Hoe was het mogelijk dat een volstrekt onbekende de leider wordt van wat binnen een paar jaar de machtigste terreurorganisatie ter wereld zou gaan worden? Volgens de Amerikaanse inlichtingendiensten is al-Baghdadi geboren in 1971 onder de naam Ibrahim Awwad Ali al Badri. Tot aan de invasie van Irak in 2003 had al-Baghdadi voor zover bekend geen connecties met al-Qaida of een andere terreurorganisatie.45 In 2004 wordt hij gevangen genomen door de Amerikanen vanwege het

opzetten van een soennitische militie genaamd ‘Jeish Ahl al-Sunnah al-Jamaah’. Dit was een van de vele milities die door de soennieten werden opgezet nadat hun leider, Saddam Hoessein, door de Amerikanen was afgezet en er een sjiitische regering aan de macht was gekomen. Dit waren dus dezelfde milities die in 2007 de Amerikanen hielpen met het verslaan van AQI en vervolgens dankzij het falende regeringsbeleid van al-Malaki zich voor een groot deel aansloten bij het huidige IS. Nadat al-Baghdadi gevangen was genomen kwam hij terecht in Camp Bucca. Eén van zijn mede-gevangen, Abu Ahmed schetste in een interview met The Guardian een beeld van al-Baghdadi als rustig maar bedachtzaam man.46 Hij probeerde via manipulatie iedereen voor zich te winnen en

volgens Ahmed heeft al-Baghdadi daar in Bucca de fundering gelegd voor wat later de Islamitische Staat zou worden. Eind 2004 komt al-Baghdadi vrij nadat de Amerikanen ervan overtuigd zijn dat hij geen gevaar meer vormt voor de coalitie of de Iraakse regering. In tegenstelling tot wat veel westerse bronnen schreven zat al-Baghdadi slechts een jaar in Bucca in plaats van vijf.47

In 2007 sluit hij zich aan bij de Mujahideen Shura Council, opgericht door al-Zarqawi om de soenitische opstand over het gehele land uit te breiden.48 Het is niet bekend of hij nog steeds lid was

45 Michael Weiss & Hassan Hassan, ISIS: Inside the Army of Terror, 118.

46 Martin Chulov, Isis: the inside story, The Guardian <http://www.theguardian.com/world/2014/dec/11/-sp-isis-the-inside-story> [geraadpleegd op 17-12-2015].

47 Michael Weiss & Hassan Hassan, ISIS: Inside the Army of Terror, 119. 48 Ibidem, 119.

(22)

van de organisatie op het moment dat hij in 2010 de leiding krijgt over AQI. Wanneer hij de leiding overneemt is AQI erg verzwakt dankzij de aanvallen van de Verenigde Staten en de ‘Awakening’. Dit verandert na het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Irak in 2011. Hierdoor ontstond met name in het noorden van Irak een machtsvacuüm waar Baghdadi handig gebruik van maakte in combinatie met de groeiende spanningen tussen de soennitische bevolking en de door sjiieten gedomineerde regering. Zo ontstond de ideale voedingsbodem voor AQI.49 Ondertussen zorgt ook de burgeroorlog

in Syrië ervoor dat de organisatie steeds sterker wordt. In juli 2011 stuurt Baghdadi een gedeelte van AQI naar Syrië om daar gevechtservaring op te doen en nieuwe strijders aan zich te binden.50 Ook

verandert de organisatie haar naam naar Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS).51 De groep strijders

in Syrië stond onder leiding van Abu Mohammed al-Golani en werd bekend onder de naam Jabbat al Nusra li Ahl al Sham (al-Nusra)52 Dankzij de wereldwijde aandacht voor de burgeroorlog in Syrië wist

Golani grote groepen buitenlandse strijders aan zich te binden. Baghdadi wilde duidelijk maken dat hij de leider was en verklaarde in april 2013 dat Golani ondergeschikt was aan hem en dus al-Nusra aan ISIS. Golani ontkende dat en stelde dat hij een onafhankelijke groepering van al-Qaida was. Baghdadi zag dit als verraad en richtte vervolgens zijn eigen groepering in Syrië op. Veel al-Nusra strijders sloten zich al snel bij hem aan waardoor hij al snel een dominante partij werd binnen de Syrische burgeroorlog.53

2.3 De Oprichting van de Islamitische Staat

Op 29 juni 2014, na de verovering van de Iraakse stad Mosul, wordt officieel de Islamitische Staat uitgeroepen.54 Dit hield in dat de organisatie het veroverde gebied in Irak en Syrië als het kalifaat ging

beschouwen. Al-Baghdadi werd de kalief, de hoogste leider binnen het nieuwe kalifaat.55 Een kalifaat

is een staat die geregeerd wordt door een kalief, een opvolger van de Islamitische profeet Mohammed. Het uitroepen van het kalifaat was bedoeld als oproep aan alle moslims, en met name de Salafisten/Takfiri, zich te vestigen binnen het kalifaat.

49 Ahmed S. Hashim, ‘The Islamic State: From al-Qaeda Affiliate to Caliphate’, Middle East Policy, Vol. XXI, No. 4 (2014) 73.

50 Radwan Mortada, ‘Al-Qaeda(s) in Syria: From foundation to fracture’, Al Akhbar English, <http://english.al-akhbar.com/print/20017> [geraadpleegd op 12-01-2016].

51 Stanford University, ‘Mapping Militant Organisations: The Islamic State’

<http://web.stanford.edu/group/mappingmilitants/cgi-bin/groups/view/1> [geraadpleegd op 10-11-2015]. 52 Richard Barrett, ‘The Islamic State’, The Soufan Group (2014) 12.

53 Suhaib Anjarini, The war in Syria: ISIS’s most successful investment yet, Al Akhbar English, <http://english.al-akhbar.com/print/20133> [geraadpleegd op 14-01-2016].

54 Ahmed S. Hashim, The Islamic State, 79.

(23)

Daarnaast was het uitroepen ook bedoeld om de autoriteit van Zawahiri te betwisten. In zijn eerste toespraak als kalief op 4 juli in een moskee in Mosul accepteerde Baghdadi zijn zelfverklaarde rol als kalief.56 Het zorgde echter niet voor een massale toestroom van moslims en er ontstond een

tweestrijd tussen IS en al-Qaida. Al-Qaida beloofde trouw aan Mullah-Omar, de leider van de Taliban in Afghanistan terwijl IS zichzelf als de enige echte vertegenwoordiger van de moslims beschouwde. Zoals te zien op het schema hieronder hebben beide organisaties een uitgebreid netwerk van allianties met andere groeperingen. Er is dus geen sprake van een duidelijke organisatie binnen de extremistische moslimbewegingen. Baghdadi sluit echter elke samenwerking uit omdat hij van mening is dat er maar één kalifaat kan zijn waartoe alle moslims in de wereld behoren.57 Als kalief

roept hij meteen alle moslims ter wereld op om naar het kalifaat te komen. Hierbij beroept hij zich op de plicht die elke moslim heeft om de kalief te gehoorzamen.58 Met name bij de meer radicale

stromingen van de islam zoals het salafisme krijgt deze oproep gehoor.

Figuur 3: Web van allianties van onder andere IS en al-Qaida.

2.4 Ideologie van IS

De ideologie van IS is een vrij extreme vorm van jihadi-salafisme en kan ook gedeeltelijk worden herleid tot het wahabisme. Deze extreme vormen zijn dan ook debet aan de groter wordende scheiding met al-Qaida die een mildere vorm aanhangt. De term Jihadi-Salafisme is een samenvoeging van ‘jihad’ en het ‘salafisme’. Jihad, Arabisch voor streven, staat voor de strijd die 56 Richard Barrett, The Islamic State, 13.

57 J.M. Berger, The Islamic State vs. al Qaeda: Who’s winning the war to become the jihadi superpower?

Foreign Policy < http://foreignpolicy.com/2014/09/02/the-islamic-state-vs-al-qaeda/ > [geraadpleegd op

11-11-2015].

(24)

moslims moeten voeren.59 Deze strijd is onder te verdelen in twee soorten, de innerlijke en de

uiterlijke jihad.60 De innerlijke jihad staat voor het streven dat iedere moslim moet hebben om het

geloof juist uit te voeren. De vijf dagelijkse gebeden juist en op tijd uitvoeren, het vasten tijdens de ramadan en de strijd tegen verleidingen worden allemaal gezien als onderdeel van de innerlijke jihad. IS bedoelt echter de tweede definitie, namelijk de uiterlijke jihad. Dit staat voor het voeren van een ‘heilige oorlog’ tegen de ongelovigen. Al komt het begrip ‘heilige oorlog’ niet voor in de Koran want iets dat op aarde voorkomt kan niet heilig zijn, dat is voorbehouden aan God zelf.61 Het begrip

jihad blijft uitermate complex en ook in de Koran is er geen eenduidige definitie voor het begrip. Het wordt wel vaak gebruikt in passages die gaan over het ten strijde trekken in de naam van Allah. Echter bevat de Koran ruim honderd passages die gaan over het strijden tegen ongelovigen maar slechts enkelen bevatten het woord jihad.62 De Dictionary of Islam heeft toch geprobeerd om een

definitie te geven aan het begrip jihad: “A religious war with those who are unbelievers in the mission of Muhammad. It is an incumbent religious duty, established in the Quran and in the Traditions as a divine institution, enjoined especially for the purpose of advancing Islam and of repelling evil from Muslims.”63 Sinds de aanslagen van 9/11 heeft het begrip een vogelvlucht

genomen binnen het wetenschappelijke debat.

De tweede fundamentalistische stroming binnen het soennisme is het salafisme. Salafieten zien zichzelf als de enige juiste moslims en beschouwen de overige moslims als afvalligen vanwege het aanbidden van meer dan alleen de Koran, de uitspraken van Mohammed en de uitspraken van de Sahaba, de metgezellen van Mohammed.64 Verder moet ongeloof worden bestreden en is de strikte

interpretatie van de Koran en de Hadith voldoende voor een moslim om een juist leven te lijden.65

Een stroming die vele gelijkenissen vertoont met het salafisme is het wahabisme. Dit is ook een fundamentalistische conservatieve stroming binnen het soennisme. Centraal binnen deze stroming staat de verwerping van afgoderij. Volgens het wahabisme is er slechts één enkele God en één enkele profeet. Elke verandering sinds de tijd van de profeet wordt afgewezen. Iedereen die zich niet aan deze vorm van de Islam houdt moet worden bekeerd of gedood volgens de wahabieten. Op deze manier verantwoordt IS haar daden. Het wil de Islam terugbrengen naar de voor IS juiste vorm en daarbij is alles veroorloofd. Sjiieten worden daarbij gezien als ongelovigen. Het wahabisme verbiedt te bidden voor heiligen en naasten, pelgrimstochten naar begraafplaatsen, religieuze festivals, het 59 Roel Meijer, Global Salafism (Oxford 2007) 245-246.

60 Youssef, H. Aboul-Enein, Militant Islamist Ideology, understanding the global threat (Annapolis 2010) 34-35. 61 Dianne Morgan, Essential Islam: A Comprehensive Guide to Belief and Practice (Santa Barbara 2010) 87-88. 62 Dianne Morgan, Essential Islam, 87-89.

63 Thomas Patrick Hughes, Dictionary of Islam (New Delhi 1995) 243. 64 Roel Meijer, Global Salafism, 38-39.

(25)

vieren van de verjaardag van de profeet Mohammed en zelfs het plaatsten van grafstenen wanneer mensen worden begraven.66 Een belangrijk verschil met het salafisme is dat salafisten zich nooit

wahabieten zullen noemen vanwege de aanbidding van een persoon, namelijk Mohammed ibn Abdul-Wahhab.

Aanhangers van het jihadi-salafisme vormen echter maar één procent van alle moslims in de wereld. Toch is de invloed van de groep aanzienlijk op de rest van de bevolking in Irak. Moslims in bezet gebied worden gedwongen om te leven volgens de regels van het salafisme. Door middel van terreur drukt IS iedere vorm van opstand de kop in en de lokale politie zorgt ervoor dat de regels van het salafisme worden nageleefd door de lokale bevolking.

2.5 Ba’athisme

Op organisatorisch vlak is IS vooral gestoeld op het ba’athisme. Tussen 2008 en 2010 sloten veel ex-ba’athisten zich aan bij IS.67 De Ba’ath-partij was de politieke partij onder leiding van Saddam

Hoessein die tot 2003 de macht had in Irak. Het ba’athisme is een Arabische nationalistische ideologie die streeft naar een verenigde Arabische staat onder leiding van een progressieve regering. Het is gebaseerd op de principes van het Arabisch nationalisme en is een seculiere ideologie. De Ba’ath-partij van Saddam Hoessein was voor een scheiding van kerk (moskee) en staat maar zag de ontwikkeling van de Islam wel als een bewijs voor de grootsheid van het Arabisch nationalisme. Na de inval van de Verenigde Staten in 2003 veranderde er veel in Irak. Saddam Hoessein werd afgezet en zijn partij werd verboden. Vervolgens begon er een proces dat ‘De-Ba'athification’ werd genoemd. Doel hiervan was de invloed van de Ba’athpartij binnen de publieke sector in Irak te minimaliseren. De uit voornamelijk soennieten bestaande ba’athisten werden door de nieuwe sjiitische regering verbannen uit de publieke sector.68 Dit zorgde ervoor dat bijna de gehele militaire staf werd

ontslagen of gearresteerd vanwege de banden met Saddam Hoessein. Maar hoe is het mogelijk dat de seculiere ba’athisten zich vervolgens aansloten bij het jihad-salafistische IS?

Gedurende het bewind van Saddam kreeg de Islam een steeds prominentere rol binnen de staat. Het was een middel om een zo groot mogelijk deel van de bevolking achter zich te krijgen. Het geloof bleef wel onder controle van de staat.69 Wat beide groeperingen delen is het geloof dat het volk

66 A. Crooke, You Can't Understand ISIS If You Don't Know the History of Wahhabism in Saudi Arabia, The

Huffington Post,

<http://www.huffingtonpost.com/alastair-crooke/isis-wahhabism-saudi-arabia_b_5717157.html> [geraadpleegd op 21-11-2015]. 67 Richard Barrett, The Islamic State, 18.

68 Paul Bremer, ‘Coalition Provisional Authority Order Number 1: De-Ba'athification of Iraqi Society,’< http://nsarchive.gwu.edu/NSAEBB/NSAEBB418/docs/9a%20- %20Coalition%20Provisional%20Authority% 20Order%20No%201%20-%205-16-03.pdf> [geraadpleegd op 06-01-2016].

69 Denise Natali, ‘The Islamic State’s Baathist roots’, Al-Monitor <

http://www.al-monitor.com/pulse/originals/2015/04/baathists-behind-the-islamic-state.html#> [geraadpleegd op 06-01-2015].

(26)

moet worden geregeerd door een kleine machtige elite die gelegitimeerd wordt dankzij de toewijding aan het ‘hogere’. Bij de salafisten is dat God, bij de ba’ahtisten is dat het voortbestaan van een Arabische staat.

Na de ‘De-Ba'athification’ werden veel partijleden van Saddam opgesloten in gevangeniskampen, waaronder het eerder genoemde Camp Bucca. Daar kwamen ze in aanraking met leden van AQI waarmee ze een gemeenschappelijke vijand deelde, namelijk de door de Verenigde Staten gesteunde regering in Irak.70 De belangrijkste groep van Saddam loyalisten was de Naqshbandi Army (JRTN).

Deze groep is opgericht in 2006 om in opstand te komen tegen de regering in Baghdad.71 De leider

van de groep was de vice-president van Saddams Revolutionaire Raad, Izzat Ibrahim al-Douri. De JRTN sloot een alliantie met IS omdat IS volgens hen de meeste kans maakte de regering in Baghdad omver te werpen.72 In het begin van de samenwerking hadden de Ba’athisten de overhand binnen IS

door hun militaire ervaring die juist bij IS ontbrak. Dit zorgde ervoor dat veel ex-ba’athisten terecht kwamen op hoge posities binnen AQI en later IS.73 De ervaring die deze oud-militairen meebrachten

was cruciaal voor de snelle opkomst van IS. Dit in combinatie met de onervarenheid van het Iraakse regeringsleger was een belangrijke factor in de snelle expansie die leidde tot de inname van Mosul op 10 juni 2014. Ook zorgden de oud-militairen voor een professionalisering van de commandostructuur van IS. Die later noodzakelijk bleek voor het voeren van een hybride oorlog. De invloed van de oud-partij leden van Saddam is ook zichtbaar bij de administratie van de organisatie. De partij van Saddam stond bekend om zijn enorme bureaucratie. Alles werd gedocumenteerd en vastgelegd en dit lijkt bij IS ook het geval te zijn. Deze uitgebreide administratie heeft vanaf 2007 bijgedragen aan de ontwikkeling en duurzaamheid van de organisatie.74 Hierin

onderscheidt de organisatie zich van alle andere terroristische organisaties. Figuur 4: Globale kaart van de structuur van IS.

70 Richard Barrett, The Islamic State, 19.

71 Shane Harris, ‘The Re-Baathification of Iraq’, Foreign Policy, < http://foreignpolicy.com/2014/08/21/the-re-baathification-of-iraq/?wp_login_redirect=0>, [geraadpleegd op 06-01-2015].

72 Shane Harris, ‘The Re-Baathification of Iraq’. 73 Richard Barrett, The Islamic State, 19-20.

74 Aymenn al-Tamimi, ‘The Evolution in Islamic State Administration: The Documentary Evidence’, Terrorism

Research Initiative, <http://www.terrorismanalysts.com/pt/index.php/pot/article/view/447/html>

(27)

2.6 Opbouw van de structuur van IS.

Aan het hoofd van de commandostructuur staat al-Baghdadi, die zichzelf tot kalief heeft uitgeroepen. Dit kon hij doen met de steun van Hajji Bakr, de toenmalige leider van de Shura Council. Bakr was een voormalig lid van de geheime dienst van Saddam Hoessein en werd daardoor gezien als ‘strategisch hoofd’ van IS.75 Hij maakte een plan voor de structuur van IS en hoe de organisatie het

snelst kon groeien. Hij maakte hierbij gebruik van kennis die hij had opgedaan in de militaire staf van Saddam.

De structuur van IS kan worden gekenmerkt als uiterst gecentraliseerd maar toch heeft Baghdadi twee gedeputeerden die respectievelijk de supervisie hebben over Irak en Syrië. Abu Muslim al-Turkmani is de tweede man bij IS en leidt IS in Irak terwijl Abu Ali al-Anbari dat doet in Syrië.76 Beide

mannen zijn voormalig lid van de ba’ath partij, de partij van Saddam Hoessein. Hieronder zijn verschillende adviesraden gevestigd die verantwoordelijk zijn voor de militaire en administratieve organisatie van de Islamitische Staat, advies geven aan Baghdadi en toezicht houden op de strategische planning en de militaire operaties.

De twee belangrijkste adviesraden zijn de Shura-raad en de Sharia-raad. De Shura-raad heeft theoretisch de macht om de kalief af te zetten wanneer die faalt in het uitvoeren van zijn taak. De Shura-raad moet er verder voor zorgen dat alle bevelen van Baghdadi worden doorgegeven en uitgevoerd. De Sharia-raad is het belangrijkste orgaan van de Islamitische Staat. Deze raad moet ervoor waken dat de Sharia-wetten goed worden nageleefd en dat er een strikte partijdiscipline heerst. Een van de eerste stappen die wordt ondernomen nadat IS een nieuw gebied heeft veroverd is ervoor zorgen dat er een Sharia-politiemacht wordt opgezet. Deze moet ervoor zorgen dat de Sharia strikt wordt nageleefd in de veroverde gebieden. Een andere belangrijke adviesraad van Baghdadi is de raad voor Veiligheid en Inlichtingen. Deze raad laat duidelijk zien dat IS veel overeenkomsten vertoont met een totalitaire staat. Baghdadi duldt geen enkele tegenspraak en deze raad zorgt er dan ook voor dat al zijn rivalen worden opgepakt/uitgeschakeld. De Militaire-adviesraad houdt zich bezig met het veroveren van nieuw gebied en met het behouden van gebied dat al veroverd is. Het interessante aan deze adviesraad is dat die wordt geleid door Omar al Shishami, een ex-Georgische sergeant die werd geboren in Tsjetsjenië.77 Hij is een van de hoogstgeplaatste

niet-Arabieren.

75 Christoph Reuter, ‘The Terror Strategist: Secret Files Reveal the Structure of Islamic State’, Der Spiegel <http://www.spiegel.de/international/world/islamic-state-files-show-structure-of-islamist-terror-group-a-1029274.html> [geraadpleegd op 19-11-15].

76 Richard Barrett, The Islamic State, 28. 77Ibidem, 32.

(28)

Om het veroverde gebied zo efficiënt mogelijk te besturen is het gebied opgedeeld in 18 provincies.78

Elke provincie heeft een eigen gouverneur (Wali) die ervoor moet zorgen dat het beleid van het centrale orgaan wordt uitgevoerd op lokaal niveau. Sommige adviesraden zoals de Shura en de Sharia hebben ook vaak eigen kantoren in de provincies. Op het kaartje hieronder zie je het geplande kalifaat ingedeeld in provincies waar IS op dat moment aanwezig was. Ook hier is de hoge mate van bureaucratie goed terug te zien binnen de organisatie.

Figuur 5: Map gepubliceerd door de Islamitische Staat in maart 2014

Een ander belangrijke council is die van de media. Deze is verantwoordelijke voor alle propaganda en media-uitingen van IS, voornamelijk op sociale media zoals Twitter en Youtube. Hiermee rekruteert de organisatie nieuwe leden, trekt het sponsoren aan en eist aanslagen op.79 Aan het hoofd van het

departement staat Abu Amr al-Shami, voormalig leider van IS in Aleppo. Hij geeft leiding aan een tiental schrijvers, bloggers en cameramannen die de beelden vanuit het kalifaat verzorgen. Het heeft mede gezorgd voor de internationale bekendheid van de organisatie door opnames van executies en aanslagen te delen via sociale media. Het belang van de sociale media werd onderstreept door het uitroepen van het kalifaat door Baghdadi eerst op Twitter te plaatsen en daarna pas via andere media-kanalen te verspreiden.80 Ook het uitbrengen van het magazine Dabiq valt onder dit

departement.

78 Ibidem, 33-34.

79 Richard Barrett, The Islamic State, 51. 80 Ibidem, 51.

(29)

Behalve de gecentraliseerde structuur bestaat IS ook uit cellen die gedeeltelijk onafhankelijk opereren. Volgens de theorie van Hoffman is IS als organisatie hybride te noemen. “The term “Hybrid” captures both their organization and their means. Organizationally, they may have a hierarchical political structure, coupled with decentralized cells or networked tactical units.”81 Zoals

hierboven al beschreven is er bij IS duidelijk sprake van een strenge hiërarchische structuur. Hiernaast bestaan er ook veel cellen verspreid door Irak en Syrië die namens IS aanslagen en aanvallen uitvoeren. Dit is duidelijk zichtbaar tijdens de campagne ‘Breaking the Walls’ waar in het vierde hoofdstuk verder op wordt ingegaan.

(30)

3: Theoretisch Kader: Wat is hybride oorlogvoering?

3.1 Inleiding

Voordat wordt ingegaan op oorlogvoering van IS is het eerst noodzakelijk de theorie van hybride oorlogvoering verder uit te werken. Ten eerste wordt de ontwikkeling en de geschiedenis van het concept beschreven. Vervolgens wordt er ingegaan op de theorie van Frank Hoffman die centraal staat in deze scriptie. Tenslotte wordt er nog gekeken naar reacties op de theorie van Hoffman door andere instanties en wetenschappers.

3.2 Ontwikkeling van hybride oorlogvoering

De militaire en strategische theorie gaat uit van twee verschillende type van oorlogvoeren, de conventionele en de irreguliere. Conventionele oorlogvoering is een oorlog tussen tenminste twee staten die elkaar met conventionele wapens bestrijden in een open confrontatie. Zo proberen ze de gestelde militaire en/of politieke doelstellingen te halen. Ook houden ze zich meestal beide aan internationaal opgestelde regels en wetten. Volgens Clausewitz is het vernietigen van de vijand op het slagveld het belangrijkste principe van oorlogvoeren.82

Irreguliere oorlogvoering is een gewelddadige strijd tussen een statelijke en één of meerdere niet-statelijke actoren voor legitimiteit en/of de invloed te verwerven over een bepaald gebied en haar inwoners. Binnen de irreguliere oorlogvoering bestaan verschillende concepten waaronder guerrillaoorlogvoering en terrorisme. Guerrillaoorlogvoering bestaat uit militaire en paramilitaire operaties door meestal inheemse troepen in vijandig gebied. Ze gebruiken overvallen en hinderlagen om zo de vaak sterkere vijand te kunnen uitschakelen.83 Laqueur, een toonaangevende

wetenschapper op het gebied van guerrillaoorlogvoering stelt dat het gebruikt kan worden voor revolutionaire oorlogen, opstanden, burgeroorlogen en terrorisme. Maar niet alle irreguliere oorlogen zijn automatisch guerrillaoorlogen.84 Typische guerrilla-tactieken zijn volgens Laqueur:

intimidatie van de vijand, het onderbreken van communicatielijnen, het ontwijken van beslissende gevechten en het plegen van verrassingsaanvallen.

Compound warfare is het gelijktijdig inzetten van zowel een regulier leger en een irregulier of guerrillaleger.85 Ook moet er sprake zijn van een hoge mate van coördinatie tussen beide legers. De

conventionele en irreguliere troepen vechten dus in grote mate onder hetzelfde gezag. Een verschil met hybride oorlogvoering is dat het met name gaat over samenwerking op het strategische niveau

82 C. von Clausewitz, On War, vert. J.J. Col. Graham, (Londen 2010), hoofdstuk 1. 83 Amerikaanse legerleiding, Joint Doctrine Encyclopedia (1997) 713-714. 84 Walter Laqueur, Guerilla: A Historical and Critical Study (Londen 1977) vi. 85 Thomas M. Huber, Compound Warfare: That Fatal Knot (Kansas 2002) 7-8.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De spreker krijgt voor zich een afkijkscherm zodat zijn of haar blik altijd naar het publiek gericht kan blijven en tegelijkertijd dui- delijk is welke beelden er getoond worden..

• Voorzetwand binnen; SuperQuilt met Kingspan, Isover, Knauf, URSA, Isovlas, Rockwool of Multipor.. • Voorzetwand buiten; SuperQuilt met Multipor

InvaSoft™ Hybrid maakt gebruik van een innovatieve combinatie van materialen en technologieën voor een betere drukverdeling, vermindering van schuif- en wrijfkrachten en zorgt

Er zijn twee belangrijke drijfveren bij de keuze voor online of face-to-face: hebben we de volledige set van non-verbale communicatie nodig en moet je heel snel op elkaar kunnen

Ook op de vier samengestelde variabelen die een beeld geven van de toekomstverwachtingen van de leraren op het gebied van hybride onderwijs zijn lineaire

Het ontwerp- en veranderproces van de Middelbare Horeca School (MHS) naar een hybride leeromgeving bouwde zoals gezegd in hoofdstuk 3 voort op de ervaringen opgedaan bij het

Bovendien kan dankzij de hybride werking tegelijkertijd verwarming worden geleverd met de Daikin Altherma warmtepomp en warm tapwater worden geleverd door de Intergas Kombi

Of anders gezegd: de theorie en praktijk zijn niet van elkaar gescheiden, maar worden aan elkaar verbonden en in elkaar verweven... manier ontstaat samenhang in het leertraject voor