• No results found

Privatisering en presidentiele kandidaten : een vergelijking tussen Amerikaanse nieuwsuitzendingen en kranten tijdens de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Privatisering en presidentiele kandidaten : een vergelijking tussen Amerikaanse nieuwsuitzendingen en kranten tijdens de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Privatisering en presidentiele kandidaten

Een vergelijking tussen Amerikaanse nieuwsuitzendingen en kranten tijdens de

aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016.

Charlotte Buts 10593829 AP Gemediatiseerde Campagnes Privatisering Jonas Lefevere 7896 woorden 06-06-2016

(2)

2

Inhoudsopgave

Samenvatting pg. 3 Inleiding pg. 4 Theoretisch kader pg. 8 Methode pg. 12 Resultaten pg. 15 Conclusie pg. 19 Discussie pg. 22 Literatuurlijst pg. 24 Bijlage pg. 29

(3)

3

Samenvatting

Veel presidentiele kandidaten in Amerika maken gebruik van privatisering tijdens hun campagnes, bijvoorbeeld wanneer een kandidaat zijn kinderen of vrouw noemt tijdens een speech. Wanneer een kandidaat gebruik maakt van privatisering wordt dit vaak overgenomen door de media. De voorverkiezingen zijn ontstaan om kiezers te informeren over de

ideologieën en de beleidsplannen van een kandidaat. Maar door de grote aandacht aan het privéleven kan het echter zijn dat kiezers eerder hun keuze baseren op de persoonlijkheid van een kandidaat of de mate waarin zijn privéleven wordt besproken dan op zijn ideologieën. In dit onderzoek is middels een kwantitatieve inhoudsanalyse (N = 1465) gekeken naar het verschil in de mate van privatisering tussen kranten en televisie tijdens de aanloop van de Amerikaanse voorverkiezingen van 2016. Er is gekeken naar de privatisering tussen de kranten New York Times en USA Today en de nieuwsuitzendingen van ABC World News, CBS Evening News en Fox Sunday News. Voorgaande onderzoeken gaven veel tegenstrijdige conclusies over de invloed van privatisering en over de mate van privatisering gebruikt door kranten en televisie. Uit de resultaten is gebleken dat er geen verschil is in de mate van privatisering tussen kranten en televisie. In Amerika maken zowel kranten als televisie evenveel gebruik van privatisering. Er kan wel geconcludeerd worden dat er een verschil bestaat in de mate van privatisering per kandidaat en wanneer er gekeken wordt naar republikeinse kandidaten en democratische kandidaten. Republikeinse kandidaten worden significant meer geprivatiseerd dan democratische kandidaten.

(4)

4

Inleiding

Primaries, oftewel voorverkiezingen, zijn een uniek aspect van de Amerikaanse

politiek. Ook al is de opkomst bij het stemmen vaak lager dan bij de normale verkiezingen, de voorverkiezingen zijn wel cruciaal om de nominatie voor de presidentiele verkiezingen te bekomen (Miller, Andsager & Riechert, 1998). In de aanloop naar de Amerikaanse

presidentiele verkiezingen wordt er in de media veel aandacht geschonken aan de kandidaten en zoeken de kandidaten zelf ook de media op om zich te presenteren en zo naamsbekendheid onder de burgers te creëren. Zowel de kandidaten die meedoen aan de voorverkiezingen als de media hebben vaak de neiging om tijdens een campagne de focus te leggen op persoonlijke kwaliteiten in plaats van de politieke beleidsstandpunten waar zij voor staan (Marshall, 1984). Wanneer het privéleven van een kandidaat in de spotlights komt te staan, kan dit de nekslag betekenen of het kan de kandidaat een boost geven naar de overwinning. Een voorbeeld hiervan zijn de affaires van zowel Gary Hart als Bill Clinton. Beide mannen hadden een affaire en bij beide kandidaten kwam deze aan het licht rond de voorverkiezingen. Het lukte Gary Hart niet om de focus van zowel de media als van het publiek van het onderwerp te krijgen terwijl vier jaar later hetzelfde gebeurde bij Bill Clinton in de voorverkiezing van 1992, alleen kreeg Clinton het voor elkaar om deze negatieve berichtgeving over zijn

privéleven te overwinnen en hij won uiteindelijk de voorverkiezingen en de presidentiele race (Payne & Mercuri, 1993). Ook in de voorverkiezing van 2016 worden de privélevens en de persoonlijke kenmerken van kandidaten benoemd en belicht. Donald Trump krijgt veel media-aandacht, niet alleen omdat hij het goed doet in de peilingen maar ook door onder andere zijn extreme uitspraken, zijn agressieve en luidruchtige twitterberichten over politieke issues, andere kandidaten en zijn eigen privéleven (Quealy, 2016). Een voorbeeld van die extreme uitspraken en luidruchtige twitterberichten is de ruzie tussen Donald Trump en Ted Cruz. Een aanhanger van Cruz had een foto geplaatst van een schaars geklede Mrs. Trump. Hier reageerde Trump op door een foto van zijn vrouw en de vrouw van Ted Cruz naast elkaar te plaatsten met de tekst: “An image is worth a thousand words.” (Ramdharie, 2016; Waldman, 2016; Schleifer & Manchester, 2016). De kandidaten zijn wereldwijd een veel besproken onderwerp in de media.

Bovenstaande voorbeelden zijn allemaal voorbeelden van privatisering. Kiezers zijn geneigd om zich te laten beïnvloeden door beelden, het uiterlijk en privéleven zoals het huwelijk of de kinderen van de kandidaten (Rosenberg, Kahn & Tan, 1991). Privatisering is

(5)

5 een onderdeel van personalisering, waarin er meer wordt gefocust op partijleden dan op de partij zelf (Van Aelst, Sheafer & Stanyer, 2011). Personalisering is de laatste jaren

toegenomen (Kriesi, 2011; Takens et al., 2013). In een land met een presidentieel systeem, zoals in Amerika, wordt er meer gefocust op de individuele kandidaten dan in een land met een parlementair stelsel, zoals in Nederland (Puig, 2002). Echter, de mate van personalisering en privatisering kan in sterke mate verschillen tussen verschillende media. Zowel kranten als televisienieuws publiceren en zenden dagelijks artikelen en nieuwsitems uit over de

voorverkiezingen en over de kandidaten. In Amerika is er niet per se sprake van specifieke kranten of televisiestations die een duidelijke conservatieve of liberale achtergrond hebben. Maar uit een onderzoek van Pew Research uit 2014 blijkt dat conservatieve en liberalen vaak wel een voorkeur en vertrouwen hebben in een specifiek televisienieuwskanaal. Wanneer kiezers een voorkeur hebben voor een specifieke zender of krant zal dit medium zich ook meer focussen op de kandidaten van die partij. Het blijkt dat democraten meer vertrouwen hebben in ABC News en CBS News terwijl republikeinen meer vertrouwen uiten in de nieuwszender Fox News. Dit blijkt ook uit onderzoek vanDellaVigna en Kaplan (2007). In het artikel wordt onder andere geconcludeerd dat na de komst van de zender Fox News, er meer republikeinen komen opdagen om te stemmen in hun eigen staat. Wanneer er gekeken wordt naar kranten, is er niet zoals in Nederland een duidelijk verschil tussen populaire en kwaliteitskranten. Maar als er gekeken wordt naar de politieke voorkeur van de lezers is er te zien dat liberale lezers iets meer voorkeur hebben voor The New York Times en dat evenveel liberalen als conservatieven de USA Today lezen (Engel, 2016).

Er is nog geen onderzoek uitgevoerd naar de mate van privatisering in verschillende media tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen, terwijl net in die verkiezingen de

presidentskandidaten de cruciale nominatie kunnen winnen. Door de stijl die de media in Amerika gebruiken tijdens de presidentiele verkiezingen is het interessant om te kijken of er sprake is van een verschil in de mate van privatisering tussen nieuwsuitzendingen op televisie en de artikelen in de krant. Daarom luidt de onderzoeksvraag in dit onderzoek als volgt:

RQ: In welke mate is er een verschil in privatisering van politici in

televisienieuwsuitzendingen en kranten in de Verenigde Staten tijdens de aanloop van de presidentiële voorverkiezingen van 2016?

(6)

6

Wetenschappelijke relevantie

Er is al veel onderzoek gedaan naar personalisering. Vaak wordt de term

personalisering echter te breed genomen en wordt er bij het ene onderzoek gesproken over personalisering terwijl er in werkelijkheid individualisering (er wordt meer gekeken naar de partijleider dan naar de partij zelf) onderzocht werd of juist privatisering (er wordt gekeken naar de persoonlijke kenmerken en het privéleven van een politicus) (van Aelst et al., 2011; Kriesi, 2011). Om onduidelijkheid te voorkomen zal in dit onderzoek de volgende definitie van privatisering aanhouden worden: Media privatisering houdt in dat een medium zich focust op de persoonlijke karaktertrekken en het persoonlijke leven van individuele kandidaten (Van Aelst et al., 2011; Rahat & Sheafer, 2007).

Hoewel er al relatief veel onderzoek naar privatisering is gedaan, blijven de voorverkiezingen nog erg onderbelicht terwijl de voorverkiezingen ontwikkeld zijn voor kiezers om een bewuste keuze te kunnen maken tussen verschillende kandidaten om mee te doen aan de presidentiele verkiezingen (Marshall, 1984). In 1984 heeft Marshall een

onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek werd er gekeken naar de persoonlijke kwaliteiten van presidentiele kandidaten tijdens de voorverkiezingen in Amerika. Uit het onderzoek bleek dat de persoonlijke kwaliteiten van kandidaten veel meer invloed hebben op de keuze van kiezers dan bijvoorbeeld ideologieën. Het onderzoek van Hart en Lind (2014) onderzoekt het

taalgebruik van kandidaten. Hieruit is gebleken dat kandidaten zich aanpassen aan de voorkeuren van de kiezers. Bijvoorbeeld een republikeinse kandidaat gebruikt niet alleen republikeinse taal, dit houdt in specifieke woorden of zinnen die typisch republikeins zijn, maar ze gebruiken ook democratische taal. Na het onderzoek van Marshall (1984) is er niet meer specifiek onderzoek uitgevoerd naar voorverkiezingen en de invloed van persoonlijke kwaliteiten en het privéleven van een kandidaat.

Uit het onderzoek van Brants en van Praag (2006) blijkt dat er een verschil is tussen de media verslaggeving over de hele wereld vergeleken met de Amerikaanse stijl van media verslaggeving. Het huidige onderzoek naar privatisering vindt echter vooral in andere landen plaats en niet zozeer in Amerika. Bijvoorbeeld in het onderzoek van Driessens,

Raeymaeckers, Verstraeten en Vandenbussche (2010) wordt er gekeken naar onder andere de privatisering in het Vlaamse deel van België, of het onderzoek van Van Santen en van Zoonen (2010) waar er wordt gekeken naar privatisering in Nederland. Omdat er een verschil bestaat in de manier van verslaggeving, wanneer Europa vergeleken wordt met Amerika, is het noodzakelijk om te kijken in welke mate privatisering voorkomt in Amerikaanse media.

(7)

7 Daarboven wordt in onderzoeken vaak gekeken naar ofwel kranten, ofwel

nieuwsuitzendingen (Langer, 2007; Langer, 2010; Reinemann & Wilke, 2007). De

onderzoeken die wél een vergelijking maakten, komen tot tegenstrijdige conclusies uit. Het onderzoek van Hayes (2009) geeft aan dat televisie zich meer focust op individuele politici en dat kranten meer geneigd zijn om de politiek in het algemeen te bespreken. Terwijl het

onderzoek van Kriesi (2011) juist aangeeft dat er weinig verschil is tussen kranten en televisie. In deze onderzoeken is er niet naar eenzelfde land gekeken, waardoor het lastig is om een vergelijking te maken. Onderzoeken kijken vaak naar individuele politici en door visuele beelden wordt er meer gelet op personalisering in televisiefragmenten. Er wordt ook meer gekeken naar inhoudelijke fragmenten als het gaat over kranten (Rahat & Sheafer, 2007; Druckman 2005; Hayes, 2009). Maar door de komst van het internet en sociale media zijn kranten ook steeds sneller geworden met informatie publiceren waardoor het niet meer vanzelfsprekend is dat kranten geen gebruik maken van personalisering en privatisering (Brants & Van Praag, 2006).

Maatschappelijke relevantie

Voorverkiezingen zijn een periode waar de partijen en kandidaten heel actief en intens bezig zijn om hun electorale steun van de kiezers te vergroten. Dit doen ze door in grote mate aanwezig te zijn in de media. Dankzij de komst van commerciële televisie is het makkelijker geworden voor politici om steeds meer aanwezig te zijn in de media (Zeh & Hopmann, 2013). De afgelopen jaren wordt er meer aandacht geschonken aan talkshows, kabeltelevisie en internet als het gaat over verkiezingsverslaggeving. Kiezers zijn hongerig naar verslaggeving die net een stapje verder gaat en zich meer focust op de kandidaten (Farnsworth & Lichter, 2011; Van Aelst, et al., 2011). Men heeft de behoefte om meer van het privéleven van een politicus te weten te komen. Wanneer men meer weet over het privéleven, zullen zij niet alleen meer vertrouwen hebben in de kandidaat maar kunnen zij zich ook beter identificeren in de politicus. Zelfs kiezers die beleidsmaatregelen boven personaliteit stellen geven aan dat ze wel vertrouwen in een kandidaat moeten hebben dat hij in staat is om zich op de juiste manier weet te gedragen (Benoit & McHale, 2003). Op die manier kunnen ze de politicus beoordelen als persoon en zal het leiden tot minder argwaan (Turner, 2008; Grazia, 2011). Doordat er veel gefocust wordt op de sensatie vergeet men nog weleens dat de

voorverkiezingen zijn ontstaan om bekend te worden met de ideologieën en de beleidsplannen van een kandidaat (Millers et al., 1998). Daarom is het belangrijk om te kijken hoeveel

(8)

8 wordt beïnvloed door privatisering. Daarnaast kan privatisering ertoe leiden dat de kwaliteit van politieke debatten inhoudelijk verslechterd, waardoor kiezers meer cynisch worden en ze zullen een grotere teleurstelling ondervinden wanneer een politicus zich niet aan zijn woord houdt (van Aelst et al., 2011). Kiezers ontwikkelen een voorkeur voor iemand en ze passen hun stemgedrag aan de hand van het gebruik van privatisering (Marshall, 1984; Benoit & McHale, 2003; Jebril, Albaek & de Vreese, 2013).

In het vervolg van dit onderzoek zal het theoretische kader besproken worden. Hierin wordt belangrijke literatuur besproken in het kader van personalisering, privatisering en de media kranten en televisienieuwsuitzendingen. Dit wordt allemaal in verband gebracht met de voorverkiezingen in Amerika. Daarna wordt de methode besproken waarin wordt uitgelegd waarom en op welke manier de kwantitatieve inhoudsanalyse is uitgevoerd. De resultaten zullen vervolgens besproken worden en hieruit wordt de conclusie getrokken. In de discussie worden belangrijke aandachtspunten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek besproken.

Theoretisch kader

Personalisering

Personalisering impliceert een verschuiving van de aandacht naar individuele

kandidaten of politici in plaats van partijen, instituties of thema’s en een verschuiving van de aandacht naar niet-politieke persoonlijke kernmerken in plaats van politiek gerelateerde problemen (Kriesi, 2011; Van Aelst et al., 2011;Van Zoonen & Holtz-Bacha, 2000). Personalisering wordt ook wel gezien als een complex samenspel tussen persoonlijke kenmerken van politici en hun bemiddeling via verschillende institutionele praktijken zoals campagnestrategieën en berichtgeving in de media. De perceptie van een politicus wordt op deze manier opgebouwd en deze perceptie zal per kiezer en per politicus weer anders zijn (Van Zoonen & Holtz-Bacha, 2000). Zowel de politicus als het publiek heeft meer behoefte aan privatisering en maakt hier ook meer gebruik van (Rahat & Sheafer, 2007; Farnsworth & Lichter, 2011; Van Aelst et al., 2011). Ook media hebben tegenwoordig meer de neiging en behoefte aan privatisering (Langer, 2010). In het onderzoek van Van Aelst et al. (2011) wordt personalisering in twee vormen gesplitst, individualisering en privatisering. Individualisering houdt in dat er gefocust wordt op de politicus in plaats van op de politieke partij en

privatisering houdt in dat er gefocust wordt op de persoonlijke kenmerken en het privéleven van een politicus. In de politiek wordt er vaak gekeken naar individualiseringmaar in

(9)

9 Amerika is er vaak al sprake van individualisering omdat er tijdens presidentiele verkiezingen vooral gekeken wordt naar de kandidaten en niet zozeer naar de partijen. Daarom zal dit onderzoek zich beperken tot privatisering, zowel de privékenmerken als het privéleven van politici.

Privatisering

Media privatisering houdt in dat een medium zich focust op de persoonlijke

karaktertrekken en het persoonlijke leven van individuele kandidaten (Van Aelst et al., 2011; Rahat & Sheafer, 2007). Wanneer privatisering in politieke mediafragmenten en artikelen voorkomt houdt dat in dat berichtgeving niet de politieke geschiktheid, prestaties of

doelstellingen maar ook de persoonlijke kenmerken van kandidaten belichten. De persoonlijke karaktereigenschappen van kandidaten zijn een sterke voorspeller voor welke keuze kiezers maken tijdens de voorverkiezingen en men laat zich grotendeels hierdoor beïnvloeden (Marshall, 1984; Benoit & McHale, 2003). Tijdens een verkiezing kunnen er verschillende meningen over kandidaten ontstaan doordat andere kandidaten bepaalde communicatie- en sociale vaardigheden wel bezitten en andere kandidaten niet. Ook heeft de verschijning van een kandidaat een grote invloed op kiezers die weinig verstand hebben van politiek. Kiezers laten hun stem grotendeels bepalen door een verschijning van een kandidaat (Baum & Jamison, 2006). Niet alleen het uiterlijk maar ook het charisma, de uitstraling en de mate waarin een kandidaat onderdelen van zijn privéleven wil delen met de samenleving, kan uiteindelijk de doorslag geven voor kiezers (Kriesi, 2011). Het verschijnen in de media en het praten over het privéleven is een belangrijke factor geworden voor kiezers en beelden van kandidaten hebben veel invloed op de keuze van een kiezer (van Santen en van Zoonen, 2010; Rosenberg, Kahn & Tan, 1991). Het is zelfs zo belangrijk dat wanneer dit niet goed wordt aangepakt door een politicus dat het zijn politieke ‘dood’ kan betekenen (O’Neill Savigny & Cann, 2015).

Sommige kandidaten hebben er minder problemen mee om onderdelen van hun privéleven te gebruiken tijdens campagnes. Privatisering kan bijvoorbeeld gebruikt worden door kandidaten om een punt te maken zoals Barack Obama meerdere keren heeft gedaan. Obama staat bekend om zijn sterke speeches en in deze speeches maakt hij onder andere gebruik van voorbeelden over zijn dochters. Ook het privéleven van Bill Clinton was een veel besproken onderwerp toen hij zich verkiesbaar stelde als kandidaat en later ook tijdens zijn presidentschap. Doordat privatisering ook op een negatieve manier ingezet kan worden,

(10)

10 bijvoorbeeld om een kandidaat zwart te maken, kiest niet elke kandidaat ervoor om zijn privéleven openbaar te maken en kan hij ervoor kiezen om zijn politieke kwaliteiten en ideologieën te belichten tijdens zijn campagne in plaats van zijn privéleven (Van Zoonen et al., 2007). De periode dat Tony Blair in het Britse parlement zat heeft veel invloed gehad op de personalisering en privatisering in de politiek (Langer, 2010). Blair was een van de eerste politici die veel over zijn persoonlijke leven vertelde. Na de periode van Blair zijn de

verwachtingen van onder andere de media over het inzetten van het persoonlijke leven door de politici omhoog gegaan (Langer, 2010). De mate waarin een kandidaat open is over zijn privéleven en de mate waarin hij dit inzet tijdens zijn campagne heeft weer invloed op de berichtgeving van journalisten. Journalisten gebruiken vervolgens deze informatie weer. Een voorbeeld uit de voorverkiezingen van 2016 in Amerika is de ruzie tussen Donald Trump en Ted Cruz. De media heeft uitgebreid verslag gedaan over deze ruzie (Ramdharie, 2016; Waldman, 2016;Schleifer & Manchester, 2016). Dit leidt tot de volgende hypothese:

H1a: De mate van privatisering zal per kandidaat verschillen in de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016.

Uit het onderzoek van Hayes (2009) blijkt dat republikeinse kiezers meer letten op persoonlijke eigenschappen van een kandidaat. Dit verschil is klein, wanneer republikeinen geneigd zijn meer te letten op persoonlijke eigenschappen, kan het voor republikeinse

kandidaten belangrijk zijn hierop in te spelen. Dit blijkt dan ook uit het onderzoek van Benoit en Glantz (2013). Volgens hen hebben republikeinse kandidaten meer de neiging om het over karaktereigenschappen te hebben dan over beleidsmaatregelen terwijl dit voor democratische kandidaten juist andersom geldt. Wanneer kandidaten het veel over hun privéleven of

karaktereigenschappen hebben zal dit ook overgenomen worden door de media. De media verwachten meer gebruik van het persoonlijke leven van kandidaten (Langer, 2010). Wanneer kandidaten vertellen over hun persoonlijke leven zal dit uitgebreid vermeldt worden door de media. Daarom de volgende stelling:

H1b: Republikeinen zullen meer geprivatiseerd worden in de media dan democraten in de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016.

Kranten en televisienieuws

Onderzoek naar het verschil tussen kranten en televisienieuwsuitzendingen geeft veel verschillende conclusies inzake privatisering (Benoit, Goode & Glanze, 2013; Hayes, 2009; Rahat & Sheafer, 2007; Kriesi; 2011; Brants & van Praag, 2006; Takens, Atteveldt, Hoof &

(11)

11 Kleinnijenhuis, 2013; Druckman, 2005). Kranten geven grondige, uitgebreide en substantieve informatie over politieke campagnes, politieke issues en publieke beleidsmaatregelen en de verslaggeving over de voorverkiezing zijn voor kiezers een belangrijke informatiebron om meer te weten te komen over de kandidaten en de beleidsmaatregelen die zij hanteren. Het blijkt dat burgers die kranten lezen eerder geneigd zijn te stemmen (Benoit, Goode, & Glantz, 2013). Hayes (2009) geeft aan dat een televisie format zich meer focust op individuele politici terwijl kranten meer geneigd zijn om te focussen op de gehele politieke strijd tussen partijen in plaats van politici. Doordat televisie gebruikt maakt van visueel beeld, wordt er geclaimd dat zij meer gebruik maken van personalisering en privatisering dan kranten (Rahat & Sheafer, 2007). Maar er zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd waaruit geconcludeerd kan worden dat er weinig verschil is gevonden tussen de mate van privatisering tussen kranten en televisie. Kriesi (2011) vergeleek de mate van gepersonaliseerde verslaggeving en kwam tot de conclusie dat er een verrassend klein verschil is tussen tabloids en de kwaliteitskranten, en hij vond ook een vergelijkbaar resultaat voor televisie nieuwsprogramma’s. De wensen en verlangens van de lezers en de kijkers worden steeds belangrijker gevonden, dit komt door de competitie van het internet en sociale media. Vooral kranten, maar ook televisie, moeten zich aanpassen aan wat mensen willen lezen en ze moeten het op een hogere snelheid publiceren dan voorheen (Brants & Van Praag, 2006). Ook blijkt uit het artikel van Takens, Atteveldt, Hoof & Kleinnijenhuis (2013) dat media steeds meer op elkaar zijn gaan lijken, dit is ook door te trekken naar de Amerikaanse media. Amerikaanse media, zoals kranten en

televisienieuws, net zoals de media in Nederland proberen de strijd aan te gaan met de nieuwe sociale media. Door onder andere deze strijd maken de klassieke media meer gebruik van sensatie en persoonlijke kwaliteiten en verhalen over politici (Millers et al., 1998). Druckman (2005) concludeert dat de inhoud van de verslaggeving over politiek nieuws niet verschilt als er gekeken wordt naar inhoud van artikelen en van nieuwsuitzendingen. Maar het uiterlijk, het charisma, het privéleven en bewegend beeld van een kandidaat zijn belangrijke factoren voor kiezers. Deze factoren zijn onderdeel van privatisering en komen makkelijker tot uiting bij televisie doordat bij bewegend beeld het gemakkelijker is om de familie van een kandidaat in beeld te brengen, bijvoorbeeld op de achtergrond tijdens een toespraak terwijl bij kranten expliciet genoemd moet worden (Kriesi, 2011; Rosenberg, Kahn & Tan, 1991). De volgende hypothese is opgesteld:

(12)

12

Methode

Er is gekozen om een kwantitatieve inhoudsanalyse uit te voeren om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag. Deze methode is gekozen omdat voorgaande onderzoeken met betrekking op privatisering ook gebruik maakte van een inhoudsanalyse (Rahat & Sheafer, 2007; Kriesi 2011). Er wordt gekeken naar verschillen in berichtgeving tussen verschillende media waardoor het voor de hand ligt om een inhoudsanalyse te gebruiken. Met een inhoudsanalyse is gemakkelijk om in een nieuwsitem of een krantenartikel te kijken of de bepaalde informatie wel of niet aanwezig is (Druckman, 2005). Aan de hand van een

inhoudsanalyse is het mogelijk om algemene gangbare indicatoren te ontwikkelen waardoor vergelijkingen tussen media makkelijker wordt.

In deze inhoudsanalyse is er gekeken naar de mate van privatisering tijdens de voorverkiezingen in Amerika in kranten en televisienieuwsuitzendingen. De officiële voorverkiezingen beginnen op 1 februari. Om te kijken naar de krantenartikelen en nieuwsuitzendingen is er echter gekeken naar de periode 1 november tot en met 31 maart. Deze periode is gekozen omdat kandidaten zich al enige tijd voor de eerste voorverkiezingen beginnen te profileren en er veel gepubliceerd en uitgezonden over de kandidaten. Voor diverse media was het echter niet mogelijk om nog verder in de tijd terug te gaan dan 1 november. Er is gekeken naar kranten en nieuwsuitzendingen. De kranten The New York Times en USA Today zijn gekozen omdat dit de kranten zijn met de grootste oplages in Amerika, wanneer er gekeken is naar kranten in het serieuzere segment (Pew Research, 2015).De Wall Street Journal is ook een krant die een hoge oplage heeft maar hier wordt veel economisch nieuws in gepubliceerd, waardoor het eerder een krant is met een specifiek doelpubliek, waardoor het minder interessant is voor dit onderzoek om naar deze krant te kijken. Voor televisie werd er gekozen om de nieuwsuitzendingen van CBS Evening News, ABC World News te analyseren omdat dit zenders zijn waar democraten de meeste

vertrouwen in hebben geuit (Pew Research, 2014) en Fox News Sunday is gekozen omdat republikeinen een duidelijke voorkeur voor deze zender hebben (DellaVigna & Kaplan, 2007). Daarnaast komen deze televisienieuwsuitzendingen in tijdstip, lengte van de

uitzendingen en soort format veel met elkaar overeen. Ook zijn deze specifieke Amerikaanse zenders gekozen omdat het mogelijk was om deze programma’s online terug te kijken.

(13)

13

Sample

Voor elke krant is er een random sample getrokken van 200 artikelen uit de periode van 1 november tot en met 31 maart. Via LexisNexis is een sample verkregen door gebruik te maken van de volgende zoekterm: (election! AND primaries) AND (Sanders OR Clinton OR

Lessig OR O’Malley OR Trump OR Carson OR Cruz OR Kasich OR Rubio OR Bush OR Gilmore OR Christie OR Fiorina OR Santorum OR Paul OR Huckabee OR Pataki OR Graham OR Jindal). Met andere woorden: in het krantenartikel moest minstens de naam van

één van de kandidaten genoemd worden en het artikel moest gaan over de voorverkiezingen. In totaal zijn 400 artikelen gecodeerd door vier studentes van de Universiteit van Amsterdam (The New York Times n = 200 en USA Today n = 200). Uit de 400 artikelen is er een

gestratificeerde steekproef getrokken, zowel per krant als door de tijd heen. Er is gekozen voor een gestratificeerde steekproef omdat er meer aandacht wordt besteed aan de kandidaten naar mate de verkiezingen dichterbij komen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een gestratificeerde steekproef zal een scheve populatie minder storend zijn (Khowaja, Ghufran, & Ahsan, 2013). Een artikel werd als niet relevant gecodeerd wanneer er geen enkele kandidaat niet meer dan één keer genoemd werd. Tijdens het proef coderen is duidelijk geworden dat een kandidaat minstens twee keer genoemd moet worden in een artikel, er was anders vaker sprake geweest van een niet relevant artikel.

Voor elke nieuwsuitzending is er een random sample getrokken van een aantal uitzendingen uit de periode van 1 november tot en met 31 maart. Fox News Sunday wordt elke zondag uitgezonden waardoor er voor gekozen is om alle uitzendingen van Fox News Sunday te coderen. Van CBS Evening News en ABC World News is er systematisch een geconstrueerde week als steekproef getrokken over 22 weken. De steekproef is zo getrokken dat in de eerste week van november maandag, woensdag en vrijdag gecodeerd zijn. De week erna zijn de dagen dinsdag en donderdag gecodeerd. De week daarna weer maandag,

woensdag en vrijdag, enzovoort. Uiteindelijk zijn er voor ABC World News en CBS Evening News beide 66 uitzendingen gecodeerd, en voor Fox News Sunday 12 uitzendingen. Elke nieuwsuitzending was in verschillende nieuwsitems verdeeld. De afbakening van nieuwsitems gebeurde door te kijken wanneer het nieuwsanker terug in beeld kwam om het volgende item aan te kondigen. Enkele relevante nieuwsitems werden gecodeerd: een nieuwsitem werd als niet relevant beschouwd wanneer geen enkele kandidaat niet meer dan één keer genoemd werd, dit werd gecodeerd door het aantal keren dat een kandidaat genoemd werd te turven of wanneer er geen sprake was van een politiek artikel met betrekking op de voorverkiezingen

(14)

14 van Amerika 2016. Met de vraag betreft het artikel/nieuwsitem Amerikaans politiek nieuws? met ja (1) en nee (0).

Variabelen

De afhankelijke variabele privatisering meet het al dan niet voorkomen van privatisering van een politieke actor in een krantenartikel of nieuwsitem. Deze somschaal, die varieert van 0 (privatisering volledig afwezig) tot 7 (privatisering volledig aanwezig) werd geconstrueerd op basis van zeven items: Komt de familie van de kandidaat naar voren in het item/artikel? (Langer, 2007), is er aandacht voor het liefdesverleden van de kandidaat? (van Aelst et al., 2011), is er aandacht voor de opvoeding van de kandidaat? (Langer, 2007), wordt er

gesproken over het leven van de kandidaat vóór zijn politieke carrière? (Langer, 2007), wordt er gesproken over het uiterlijk van de kandidaat? (Reinemann & Wilke, 2007), wordt er gesproken over (karakter)eigenschappen van de kandidaat? (Langer, 2007; Langer, 2010), wordt er gesproken over demografische kenmerken van de kandidaat? (Reinemann & Wilke, 2007). Er is een Mokken Scale uitgevoerd1. Er is geen gebruik gemaakt van een factoranalyse om te kijken of er een schaal gemaakt kon worden omdat de variabelen van privatisering gemeten zijn op dichotoom niveau. Uit de Mokken Scale blijkt dat er vier verschillende schalen van privatisering zijn en ze zijn allemaal significant. Elke schaal meet een ander stukje van privatisering waardoor ze niet als één schaal worden herkend. Toch zal er in dit onderzoek één schaal van privatisering samengesteld worden met de zeven losse variabelen van privatisering. Uit het onderzoek van zowel Van Aelst et al., (2011), Langer (2007), Langer (2010) en Reinemann en Wilke (2007) blijkt dat er meerdere manieren zijn om het begrip privatisering te formuleren en coderen. Alle gebruiken variabelen om privatisering te meten zijn door deze onderzoekers ook erkent en gebruikt als privatisering. De variabelen familie, liefdesleven, opvoeding, uiterlijk, eigenschappen en carrière zijn allemaal genoemd als onderdeel van privatisering in deze onderzoeken.

Voor elk van deze items konden codeurs aangeven of het item wel (1) of niet (0) voorkwam dus op dichotoom meetniveau. Alle items hebben betrekking op delen van

privatisering en wanneer een van de items genoemd werd in een krantenartikel of nieuwsitem is er sprake van privatisering. Om te onderzoeken of privatisering per kandidaat verschilt (H1a) is er gecodeerd op actorniveau, oftewel kandidaat. Binnen elk krantenartikel of

1

Schaal 1 bevat opvoeding (H = 0,64) en demografische kenmerken (H = 0,64). Schaal 2 bevat familie (H = 0,47) en liefdesleven (H = 0,47). Schaal 3 bevat uiterlijk (H = 0,39) en eigenschappen (H = 0,39). Carrière was niet bij een schaal ingedeeld. Alle schalen zijn significant (p < 0,001).

(15)

15 nieuwsitem werd elke kandidaat apart gecodeerd. De onafhankelijke variabele politieke partij meet of de kandidaat democraat (0) of republikein (1) is (H1b).

Hypothese 2 zal gemeten worden door te kijken naar de somschaal van privatisering van zowel kranten als televisienieuwsuitzendingen. Voor elk medium werd gecodeerd een van de volgende gecodeerd: USA Today (0), New York Times (1) ABC World News (2), CBS Evening News (3), Fox News Sunday (4). Vervolgens is er een dummyvariabele gemaakt ‘type medium’ van de variabele USA Today en New York Times die samen de variabele krant (0) vormt en van ABC World News, CBS Evening News en Fox News Sunday die samen de variabele nieuwsitem (1) vormt. Voor hypothese 2 wordt er gekeken of datum invloed heeft op het verschil in de mate van privatisering tussen kranten en

televisie-uitzendingen. Er is van de controlevariabele datum maanden gemaakt en vervolgens is er een dummyvariabele gemaakt met november, december en januari (0) en februari en maart (1).

Betrouwbaarheid

De intercodeur betrouwbaarheid werd getoetst door vier codeurs twee dezelfde nieuwsuitzendingen te laten coderen, dit kwam uit op 22 items en de vier codeurs hebben in totaal 10 krantenartikelen gecodeerd, dit kwam uit op 25 items. Alle variabelen van algemene informatie en relevantie liggen lag de Krippendorf’s alpha boven de 0,99, dit is zeer

betrouwbaar. Alle variabelen van privatisering lagen boven 0,80, dit is heel betrouwbaar. Voor de variabele privatisering; familie (α = 0,75) lag de Krippendorff’s alpha iets lager maar deze variabele worden wel meegenomen in het onderzoek omdat hij nog wel betrouwbaar genoeg is om te gebruiken.

Resultaten

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van dit onderzoek besproken. De hypotheses worden besproken in dezelfde volgorde als in het theoretische kader. In totaal zijn er 1465 gecodeerde items, zowel krantenartikelen (N = 750) als nieuwsitems (N = 715). Van de 1465 gecodeerde items waren er 1401 relevant. Van deze gecodeerde items was 51% krantenartikelen en 49% nieuwszenderitems. De mate waarin republikeinen en democraten worden genoemd in krantenartikelen en nieuwsitems verschilt (figuur 1). Het blijkt dat republikeinen vaker worden genoemd dan democraten, namelijk 64,7% in vergelijking met 30,3%. Er is in figuur 1 af te lezen dat er een vertekening is bij Fox Sunday News. Deze vertekening is te verklaren door het feit dat Fox Sunday News gebruik maakt van een ander

(16)

16 format dan ABC World News en CBS Evening News. Bij Fox Sunday News komen

kandidaten live in de uitzendingen om over politieke issues te praten. Hierdoor worden kandidaten minder bij naam genoemd bij Fox Sunday News.

Figuur 1

Frequentie benoeming republikeinen of democraten per krant of zender.

Republikeinse kandidaten worden in totaal in alle gecodeerde items 946 keer (67,6%) geprivatiseerd en democratische kandidaten 453 keer (32,4%). Dit wil zeggen dat in een krantenartikel of tijdens een nieuwsitem een kandidaat één of meerdere keren door een item van privatisering is gecodeerd. In figuur 2 is te zien dat de republikeinse kandidaten door zowel kranten als nieuwsitems meer geprivatiseerd wordt dan de democratische kandidaten.

Figuur 2

Frequentie mate van privatisering voor republikeinen en democraten per krant of zender.

Om de eerste hypothese te testen (de mate van privatisering zal per kandidaat

verschillen in de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016) is er een

eenwegs-0 50 100 150 200 250 300

USA today New York TimesABC world news CBS evening news Fox news sunday 0 50 100 150 200 250 300

USA Today New York Times ABC World News CBS Evening News Fox Sunday News Fre q u en tie m at e van p riv at is erin g Democraten Republikeinen

(17)

17 variantieanalyse voor onafhankelijke waarnemingen uitgevoerd, een ANOVA. Er is gekozen voor de ANOVA om te kijken of er ook nog een significant verschil is tussen privatisering en de kandidaten. Er is eerst een frequentietabel uitgedraaid om te kijken welke kandidaten veel genoemd worden in de items en aan de hand van die tabel is er gekozen om te kijken naar de kandidaten Clinton (N = 252), Sanders (N = 189), Cruz (N = 203), Rubio (N = 144) en Trump (N = 350)2. Er is gekozen om deze vijf kandidaten te gebruiken en de andere 19 niet omdat een ANOVA alleen uitgevoerd kan worden wanneer de groepen gelijk verdeeld zijn of wanneer de N > 100. Omdat niet elke kandidaat evenveel genoemd is, is er gekozen voor de kandidaten die meer dan 100 keer genoemd zijn (figuur 3).

Figuur 3

Percentage voorverkiezingskandidaten benoeming over het aantal items (N = 1401)

Vervolgens is er een eenwegs-variantieanalyse uitgevoerd, een ANOVA. Er is een significant, klein effect van privatisering, gevonden bij de kandidaten, F (4, 1131) = 4,167, p = 0,002, eta² = 0,01. Dat wil zeggen dat niet elke kandidaat op dezelfde manier geprivatiseerd wordt. De hypothese kan aangenomen worden. Uit een post-hoc

meervoudige-vergelijkingentoets blijkt dat het significante verschil te verklaren is door de Trump en Sanders. Er is te zien dat Trump M = 0,31 (SD = 0,08, p = 0,001) hoger scoort op privatisering dan Sanders. Er is geen significant verschil tussen de andere kandidaten en privatisering gevonden. De verschillen tussen de kandidaten waren klein, Clinton (M = 0,62,

2

Kandidaten De frequentie genoemde namen andere kandidaten: John Kasich (N = 79), Jeb Bush (N = 65), Ben Carson (N = 38), Chris Cristie (N = 34), Carly Fiorina (N = 17).

0 50 100 150 200 250 300 350

Trump Clinton Cruz Sanders Rubio Kasich Bush Carson Cristie Fiorina O'malley Graham Paul Santorum Huckabee Jindal Biden Gilmore Pataki

(18)

18 SD = 0,81), Sanders (0,40, SD = 0,62), Cruz (M = 0,62, SD = 0,84), Rubio (M = 0,64, SD = 0,98) en Trump (0,71, SD = 0,92). H1a kan aangenomen worden.

Om de tweede hypothese te testen (republikeinen zullen meer geprivatiseerd worden

in de media dan democraten in de aanloop van de presidentiele voorverkiezingen van 2016) is

er een independent t-test uitgevoerd om te kijken of er een significant verschil is tussen republikeinse en democratische kandidaten en de mate van privatisering. Republikeinen worden gemiddeld 0,63 geprivatiseerd op een schaal van 0 tot 7 in krantenartikelen of

nieuwsitems (SD = 0,89) terwijl de democraten gemiddeld 0,52 geprivatiseerd worden op een schaal van 0 tot 5 (SD = 0,74). Er is een klein significant verschil gevonden tussen de mate van privatisering bij republikeinen en democraten, t (1051,75) = 2,44, p = 0,02, CI = [0,20, -0,02], d = -2,44. Er kan geconcludeerd worden dat er een verschil is in privatisering tussen republikeinen en democraten en dat de republikeinse voorverkiezingskandidaten meer geprivatiseerd worden dan de democratische voorverkiezingskandidaten. De hypothese kan aangenomen worden.

De derde hypothese is: H2: De mate van privatisering zal in nieuwsuitzendingen hoger

liggen dan in krantenartikelen tijdens de aanloop van de voorverkiezingen van 2016 in

Amerika. Om deze hypothese te toetsen is een independent t-test uitgevoerd om te kijken of er

een significant verschil is tussen de mate van privatisering in nieuwsuitzendingen en kranten. Zoals verwacht wordt in nieuwsuitzendingen gemiddeld meer geprivatiseerd (M = 0,63, SD = 0,89) dan bij krantenartikelen (M = 0,55, SD = 0,79). Er is een Levene’s test uitgevoerd en hieruit bleek dat de variantie niet gelijk waren. Er is geen significant verschil gevonden, t (1373,72) = -1,65, p = 0,10, CI = [-0,16, 0,014]. Vervolgens is er een multivariate

regressieanalyse uitgevoerd, een lineaire regressie. Deze analyse werd als controle uitgevoerd om te kijken of er mogelijke andere variabelen zijn die invloed uitoefenen op privatisering. Er is gekeken naar het medium, de partij van een kandidaat en de datum. Het regressiemodel met het verschil in mate van privatisering wordt gebruikt als afhankelijke variabelen en het soort

medium, partij van de kandidaat en de datum als onafhankelijke variabelen. Uit de analyse

komt dat het model significant is, F (3, 1291) = 4,27, p = 0,005. Het regressiemodel is dus bruikbaar om het verschil in mate van privatisering tussen krantenartikelen en televisie-uitzendingen, partij van de kandidaat en tijd te voorspellen. De voorspelling is qua sterkte zeer zwak: 1 procent van de verschillen in mate van privatisering kunnen voorspeld worden op grond van soort medium, partij kandidaat en tijd (R² = 0,01). Medium, b* = 0,05, t = 1,72,

(19)

19 p = 0,09 en maanden, b* = 0,05, t = 1,61, p = 0,11 hebben beide geen significante samenhang met de mate van privatisering. Maar partij kandidaat, b*= 0,08, t = 2,79, p < 0,01 heeft wel een significante samenhang met de mate van privatisering (tabel 1), dit kwam ook al uit de eerdere uitgevoerde independent t-test bij H1b.

Tabel 1: lineaire regressie van privatisering. Coefficienten in kolom 1 zijn ongestandaardiseerde regressiecoefficienten, in kolom 2 staat de standaardfout.

B SE Privatisering ,394** ,058 Maanden ,077 ,048 Medium ,080 ,046 Partij kandidaat ,139** ,050 0,01 Noot: ** = p < .01

Hieruit kan geconcludeerd worden dat er geen verschil is in de mate van privatisering tussen krantenartikelen en televisienieuwsitems, ook niet als er gekeken wordt naar de variabele tijd. De hypothese kan niet aangenomen worden.

Conclusie

Het doel van dit onderzoek was om te achterhalen in welke mate er gebruik werd gemaakt van privatisering in kranten en televisie in Amerika tijdens de presidentiele

voorverkiezingen van 2016. Het is van belang dat dit onderzoek werd uitgevoerd omdat het voor kiezers relevant is om te weten of en in welke mate er gebruik wordt gemaakt van privatisering tijdens de voorverkiezingen. In Amerika is er sprake van een presidentieel systeem met voorverkiezingen. Vaak vergeten mensen dat de voorverkiezingen zijn ontstaan om bekend te worden met de ideologieën en de beleidsplannen van een kandidaat (Millers et al., 1998). Kiezers baseren hun keuze echter eerder op de persoonlijkheid van een kandidaat en de mate waarin zijn privéleven wordt besproken dan op zijn ideologieën (Marshall, 1984; van Santen en van Zoonen, 2010; Rosenberg, Kahn & Tan, 1991). Voorgaande onderzoeken gaven veel tegenstrijdige conclusies over de invloed van privatisering en over de mate van privatisering gebruikt door kranten en televisie. Zowel Hayes (2009), Benoit et al. (2013) en Rahat & Sheafer (2007) concluderen in hun onderzoeken dat er een verschil bestaat tussen de

(20)

20 mate van privatisering tijdens de politieke verslaggeving van kranten en televisie. Kranten geven een grondige en uitgebreide verslaggeving over de voorverkiezingen terwijl televisie zich meer focust op de individuele politici en de manier hoe hij overkomt op beeld. Doordat televisie gebruik maakt van visueel beeld, wordt er geclaimd dat zij meer gebruik maken van personalisering en privatisering dan kranten (Hayes, 2009; Benoit et al., 2013; Rahat & Sheafer, 2007). Maar er zijn ook meerdere onderzoeken die aangeven dat door onder andere de komst van sociale media er steeds minder verschil is ontstaan in de manier van politieke verslaggeving tussen kranten en televisie (Brants & Van Praag, 2006; Millers et al., 1998; Takens, Atteveldt, Hoof & Kleinnijenhuis 2013). Daarom is voor dit onderzoek de volgende onderzoeksvraag samengesteld: In welke mate is er een verschil in privatisering van politici in

televisienieuwsuitzendingen en kranten in de Verenigde Staten tijdens de aanloop van de presidentiële voorverkiezingen van 2016?

Allereerst is er gekeken naar het verschil in de mate van privatisering per kandidaat (H1a). Er was duidelijk te zien dat de kandidaten Clinton, Sanders, Trump, Cruz en Rubio veel genoemde kandidaten waren tijdens de voorverkiezingen van 2016. Uit het onderzoek is gebleken dat er een significant verschil is in de mate van privatisering wanneer er gekeken wordt naar deze kandidaten, maar dit verschil was klein. De hypothese kan worden

aangenomen. Niet elke kandidaat die zich verkiesbaar heeft gesteld is in dezelfde mate geprivatiseerd als de andere kandidaten. Dit komt overeen met de eerder besproken literatuur. Niet elke kandidaat is even open over zijn privéleven en sommige kandidaten kiezen er eerder voor om hun politieke kwaliteiten en ideologieën te belichten tijdens hun campagne (Van Zoonen et al., 2007). Maar de media verwacht dat kandidaten meer open zijn over hun privéleven (Langer, 2010). Kandidaten zoals Donald Trump en Hillary Clinton zijn opmerkelijke kandidaten in de voorverkiezingen van 2016 en werden dan ook veel

geprivatiseerd. Trump is een kandidaat die nog weinig politieke ervaring heeft en staat bekend als ‘reality’ zakenman terwijl Clinton juist veel ervaring heeft in de politiek en zelfs al kennis heeft over het Witte Huis, als voormalige first lady. Kandidaten zoals Mike Huckabee of Lawrence Lessig zijn kandidaten waar in het begin van de race al weinig over werd gesproken in de media of over hun privéleven, dit kan één van de mogelijke redenen zijn geweest dat deze politici niet zijn opgevallen en dat ze zich hebben teruggetrokken uit de race (O’Neill Savigny & Cann, 2015).

(21)

21 Ten tweede is gekeken naar het verschil in de mate van privatisering tussen

republikeinen en democraten (H1b). Uit de analyse is gebleken dat wanneer we kijken naar het verschil in de mate van privatisering tussen republikeinse en democratische

voorverkiezingskandidaten dat de republikeinse kandidaten meer geprivatiseerd worden dan de democratische kandidaten, dus de hypothese kan worden aangenomen maar de verschillen waren klein. Volgens Hayes (2009) en Benoit en Glantz (2013) hebben republikeinse kiezers meer de neiging te letten op de persoonlijke eigenschappen dan democratische kiezers en blijkt dat republikeinse kandidaten ook meer de neiging hebben om over hun eigen karaktereigenschappen te praten in plaats van over de beleidsmaatregelen. Doordat

republikeinse kandidaten meer gebruik maken van privatisering en republikeinse kiezers meer vraag hebben naar privatisering, nemen journalisten, kranten en televisie-uitzendingen dit ook over. Er is dus aangetoond dat er niet alleen verschillen zijn tussen kandidaten, maar ook dat politieke partijen onderling systematisch kunnen verschillen.

Ten derde is er gekeken naar het verschil in de mate van privatisering tussen kranten en televisie, met de hypothese dat nieuwsuitzendingen meer privatiseren dan kranten (H2). Uit het onderzoek is gebleken dat er geen significant verschil is tussen de mate van

privatisering wanneer kranten en televisie met elkaar vergeleken wordt. Wel is gebleken dat de gemiddeldes in lijn van de verwachting lagen. Zowel kranten als televisie maken evenveel gebruik van privatisering op het gebied van politieke berichtgeving dus kranten zijn niet per se inhoudelijker dan televisie zoals was gebleken uit het onderzoek van Benoit, Goode en Glantz (2013). Deze bevindingen liggen in lijn met de eerdere bevinden van Brants & Van Praag (2006), Millers et al. (1998), Takens, Atteveldt, Hoof & Kleinnijenhuis (2013). Kranten waren een grondige, substantieve en uitgebreide bron over politieke campagnes maar een van de mogelijke redenen dat dit niet meer het geval is, kan zijn de opkomst van sociale media (Brants & Van Praag, 2006). Ook is er gekeken of er een verschil was in de mate van

privatisering in de begin periode, november, december en januari in vergelijking met februari en maart en of de partij van een kandidaat invloed heeft op de mate van privatisering bij kranten en televisie-uitzendingen. Het is gebleken dat het niet uitmaakt in welke periode er gekeken wordt naar privatisering, zowel kranten als televisie maken evenveel gebruik van privatisering, maar er is wel een significant verschil gevonden tussen de mate van

privatisering bij media en de partij van een kandidaat zoals al was gevonden bij H1b. Hoewel vorig onderzoek enigszins gemengde resultaten gaf, lijkt ook dit onderzoek te bevestigen dat er geen verschil is in de mate van privatisering tussen kranten en televisie.

(22)

22 Het antwoord op de onderzoeksvraag is dat er geen verschil is in de mate van

privatisering wanneer er gekeken wordt naar de politieke verslaggeving in kranten en op televisie. Wanneer er gekeken wordt naar de mate van privatisering tussen kandidaten en de mate van privatisering tussen republikeinen en democraten kan er geconcludeerd worden dat daar wel een verschil plaatsvindt. Niet elke kandidaat die zich verkiesbaar stelt wordt in dezelfde mate geprivatiseerd. Ook kan er geconcludeerd worden dat in de voorverkiezingen van 2016, de republikeinse kandidaten meer geprivatiseerd werden dan de democratische kandidaten.

Discussie

Hoewel dit onderzoek heeft bijgedragen aan de literatuur zijn er een aantal

beperkingen. Ten eerste is er alleen gekeken naar de voorverkiezingen van 2016 waardoor dit onderzoek niet representatief is voor de voorgaande en toekomstige voorverkiezingsjaren. De voorverkiezingen van 2016 hebben een scheve verdeling als er gekeken wordt naar het aantal democratische en republikeinse kandidaten die meedoen. Al snel ging de strijd bij de

democraten tussen Clinton en Sanders terwijl bij de republikeinen de strijd lang tussen meerdere kandidaten plaatsvond. Ook is er per voorverkiezingsjaar sprake van “extreme” kandidaten. Door de komst van Donald Trump, die heel weinig politieke ervaring had, is dit voorverkiezingsjaar weer heel anders dan die van bijvoorbeeld acht jaar terug. Dat was een jaar waar voor het eerst een afro-Amerikaanse kandidaat zich verkiesbaar had gesteld en ver kwam in de race. De afro-Amerikaanse afkomst van Obama was een veel besproken aspect in de media. In 2011 werd er een complottheorie bedacht, waarin werd beweerd dat Obama officieel niet een Amerikaanse burger zou zijn. Dit zou dan betekenen dat hij zich niet verkiesbaar mocht stellen (Shear, 2011). Of als er gekeken wordt naar Hilary Clinton die misschien wel de eerste vrouwelijke president van Amerika wordt. Clinton wordt ook veel geprivatiseerd in de media door haar huwelijk met voormalige president Bill Clinton. Voor een vervolgonderzoek zou het dus interessant zijn als er een longitudinaal onderzoek wordt uitgevoerd om een representatiever beeld te vormen. Er kan dan gekeken worden of er per voorverkiezingsjaar meer of minder geprivatiseerd wordt en of de mate van privatisering eventueel verklaard kan worden door de verschillende kandidaten die meedoen. Een andere beperking is het format van de nieuwsprogramma’s. Zowel ABC World News als CBS Evening News lijken veel op elkaar maar Fox Sunday News is qua format anders. In de nieuwsuitzendingen van Fox Sunday News komen veel kandidaten live in de uitzending en

(23)

23 worden er meerdere discussies met de kandidaten gehouden terwijl bij ABC World News en CBS Evening News vooral journalisten en nieuwsankers aan het woord zijn. Ook worden bij ABC en CBS korte fragmenten laten zien wanneer kandidaten tijdens rally’s aan het woord zijn. Tijdens zulke fragmenten kan er meer sprake zijn van privatisering, bijvoorbeeld wanneer het gezin van een kandidaat in beeld komt. Dit kan mogelijk invloed hebben op de mate van privatisering van televisie-uitzendingen. Voor een vervolgonderzoek zou er gekeken kunnen worden naar zowel CBS Evening News, ABC World News, Fox News als CNN. Uit het onderzoek van Pew Search (2014) blijkt dat volwassenen het meest vertrouwen hebben in CNN in vergelijking met CBS, ABC en Fox. CNN wordt het meest vertrouwd door

democraten. Volgens DellaVigna en Kaplan (2007) heeft onder andere het format van Fox Sunday News ervoor gezorgd dat er meer mensen naar de stembussen zijn gegaan om te stemmen in hun staat. CNN Tonight heeft hetzelfde format als Fox Sunday News, bij beide duren de afleveringen een uur en worden kandidaten uitgenodigd in de uitzending waardoor CNN Tonight een goede zender is om in het vervolgonderzoek mee te nemen. En ten slotte is er in dit onderzoek gekeken naar de periode van 1 november tot 31 maart. Officieel begonnen de campagnes van de kandidaten al voor deze periode. Het zou beter zijn geweest een grotere periode te kiezen om te onderzoeken omdat in de eerste maanden de kandidaten zich gaan voorstellen en hier kan veel sprake zijn van privatisering. Het enige wat voor moeilijkheden kan zorgen is de beperking van het terugkijken van nieuwsuitzendingen in Amerika.

Ondanks de beperkingen binnen deze thesis, heeft dit onderzoek ervoor gezorgd dat er meer duidelijkheid is gekomen rondom het aspect privatisering. Deze thesis heeft bevestigd dat privatisering per kandidaat verschilt, dat republikeinen meer geprivatiseerd worden dan democraten en dat er geen verschil plaatsvindt tussen de mate van privatisering tussen kranten en televisie. Dit maakt een weg open voor een vervolgonderzoek om te kijken of dit ook bij elke voorverkiezing het geval is.

(24)

24

Literatuurlijst

Baum, M., & Jamison, A. (2006). The Oprah Effect: How Soft News Helps Inattentive Citizens Vote Consistently. Journal of Politics, 68(4), 946-959.

Benoit, W., & Glantz, M. (2013). A Functional Analysis of 2008 and 2012 Presidential Candidacy Announcement Speeches. Speaker & Gavel, 50(1), 47-62.

Benoit, W., & McHale, J., (2003). Presidential candidates’ television spots and personal qualities. Southern Communication Journal, 68 (4), 319-334.

http://dx.doi.org/10.1080/10417940309373270

Benoit, W., Goode, J., & Glantz, G., (2013). Newspaper Coverage of the 2008 General Election Presidential Campaigns. Speaker & Gavel, 50(1).

Brants, K., & Van Praag, P. (2006)., Signs of Media Logic Half a Century of Political Communication in the Netherlands. Javnost - The Public, 13(1), 25-40.

http://dx.doi.org/10.1080/13183222.2006.11008905

DellaVigna, S., & Kaplan, E. (2007). The Fox News Effect: Media Bias and Voting. The

Quarterly Journal Of Economics, 122(3), 1187-1234.

http://dx.doi.org/10.1162/qjec.122.3.1187

Driessens, O., Raeymaeckers, K., Verstraeten, H., & Vandenbussche, S., (2010). Personalization according to politicians: A practice theoretical analysis of

mediatization. Communications,35(3). http://dx.doi.org/10.1515/comm.2010.017 Druckman, J.N. (2005). Media Matter: How Newspapers and Television News Cover Campaigns and Influence Voters. Political Communication, 22(4), 463-481.

DOI:10.1080/10584600500311394

Engel, P. (2016). Here's How Liberal Or Conservative Major News Sources Really

Are. Business Insider. Retrieved 25 February 2016, from

http://www.businessinsider.com/what-your-preferred-news-outlet-says-about-your-political-ideology-2014-10?IR=T

Farnsworth, S., & Lichter, S., (2011). Network Television's Coverage of the 2008 Presidential Election. American Behavioral Scientist, 55(4), 354-370.

(25)

25 Garzia, D. (2011). The personalization of politics in Western democracies: Causes and

consequences on leader–follower relationships. The Leadership Quarterly, 22(4), 697-709. Hart, R. & Lind, C. (2014). The Blended Language of Partisanship in the 2012 Presidential Campaign. American Behavioral Scientist, 58(4), 591-616.

http://dx.doi.org/10.1177/0002764213506220

Hayes, D. (2008). Has Television Personalized Voting Behavior? Political Behavior, 31(2), 231-260. http://dx.doi.org/10.1007/s11109-008-9070-0

Jebril, N., Albaek, E., & de Vreese, C. (2013). Infotainment, cynicism and democracy: The effects of privatization vs personalization in the news. European Journal Of

Communication, 28(2), 105-121. http://dx.doi.org/10.1177/0267323112468683

Khowaja, S., Ghufran, S., & Ahsan, M. (2013). On the Problem of Compromise Allocation in Multi-Response Stratified Sample Surveys. Communications In Statistics - Simulation And

Computation, 42(4), 790-799. http://dx.doi.org/10.1080/03610918.2011.650262

Kriesi, H., (2011). Personalization of national election campaigns. Party Politics, 18(6), 825-844. http://dx.doi.org/10.1177/1354068810389643

Langer, A.I., (2007). A historical exploration of the personalisation of politics in the print media: The British prime ministers 1945-1999. Parliamentary Affairs 60(3), 371–387. Langer, A.I., (2010). The politicization of private persona: Exceptional leaders or the new rule? The case of the United Kingdom and the Blair effect. International Journal of Press

Politics 15(1), 60–76.

Marshall, T., (1984). Issues, personalities, and presidential primary voters. Social Science

Quarterly, 65, 750-76.

Miller, M., Andsager, J., & Riechert, B. (1998). Framing the Candidates in Presidential Primaries: Issues and Images in Press Releases and News Coverage. Journalism & Mass

Communication Quarterly, 75(2), 312-324. http://dx.doi.org/10.1177/107769909807500207

O’Neill, D., Savigny, H., & Cann, V. (2015). Women politicians in the UK press: not seen and not heard? Feminist Media Studies, 1-15.

(26)

26 Payne, J., & Mercuri, K. (1993). Private Lives, Public Officials: The Challenge to Mainstream Media. American Behavioral Scientist, 37(2), 291-301.

http://dx.doi.org/10.1177/0002764293037002016

Pew Research Centre. (2014). Here's how liberal or conservative major news sources really are. Retrieved 24 February, from http://www.businessinsider.com/what-your-preferred-news-outlet-says-about-your-political-ideology-2014-10?IR=T

Pew Research Centre. (2014). Which news organization is the most trusted? The answer is complicated. Retrieved 24 February 2016, from

http://www.pewresearch.org/fact-tank/2014/10/30/which-news-organization-is-the-most-trusted-the-answer-is-complicated/ Pew Research Centre. (2014).Newspapers: Circulation at the Top 5 U.S. Newspapers Reporting Monday-Friday Averages. Retrieved 24 February 2016, from

http://www.journalism.org/media-indicators/average-circulation-at-the-top-5-u-s-newspapers-reporting-monday-friday-averages/

Puig, G. (2002). Parliamentary versus Presidential Government. Australian Quarterly, 74(5), 9-11.

Quealy, J. (2016). The 199 People, Places and Things Donald Trump Has Insulted on

Twitter: A Complete List. Nytimes.com. Retrieved 24 February 2016, from

http://www.nytimes.com/interactive/2016/01/28/upshot/donald-trump-twitter-insults.html?_r=0

Rahat, G., & Sheafer, T. (2007). The Personalization(s) of Politics: Israel, 1949–

2003.Political Communication, 24(1), 65-80. http://dx.doi.org/10.1080/10584600601128739 Ramdharie, S. (2016). de Volkskrant | Strijd Trump-Cruz is ontaard in ordinair

moddergevecht. Volkskrant.nl. Retrieved 5 May 2016, from

http://www.volkskrant.nl/buitenland/strijd-trump-cruz-is-ontaard-in-ordinair-moddergevecht~a4271849/

Reinemann, C. & Wilke, J., (2007). It’s the debates, stupid! How the introduction of televised debates changed the portrayal of chancellor candidates in the German press, 1949–2005. The

(27)

27 Rosenberg, S., Kahn, S. & Tran, T. (1991). Creating a political image: Shaping appearance and manipulating the vote. Political Behavior, 13(4), 345-367.

http://dx.doi.org/10.1007/bf00992868

Schleifer, T. & Manchester, J. (2016). Donald Trump makes wild threat to 'spill the beans' on

Ted Cruz's wife. CNN. Retrieved 5 May 2016, from

http://edition.cnn.com/2016/03/22/politics/ted-cruz-melania-trump-twitter-donald-trump-heidi/

Shear, M. (2011). Obama Releases Long-Form Birth Certificate. The Caucus. Retrieved 30 May 2016, from http://thecaucus.blogs.nytimes.com/2011/04/27/obamas-long-form-birth-

certificate-released/?rref=collection%2Ftimestopic%2FBirther%20Movement&action=click&contentCol lection=timestopics&region=stream&module=stream_unit&version=search&contentPlaceme nt=7&pgtype=collection&_r=0

Takens, J., van Atteveldt, W., van Hoof, A., & Kleinnijenhuis, J.(2013). Media logic in election campaign coverage. European Journal of Communication, 28(3), 277-293. http://dx.doi.org/10.1177/0267323113478522

The Huffington Post. (2016). A Democrat Explains Why She’s Voting For Donald Trump. Retrieved 24 February 2016, from http://www.huffingtonpost.com/entry/democrat-voting-donald-trump_us_56ad5d02e4b0010e80ea6021

Turner, J. (2008). We want our Clinton moment | The Times. The Times. Retrieved 25 February 2016, from

http://www.thetimes.co.uk/tto/opinion/columnists/janiceturner/article2050788.ece

Van Aelst, P., Sheafer, T., & Stanyer, J. (2011). The personalization of mediated political communication: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 13(2), 203-220. http://dx.doi.org/10.1177/1464884911427802

Van Santen, R., & Van Zoonen, L. (2010). The personal in political television biographies.

Biographical Research Center 33(1). 46-67.

Waldman, P. (2016). The Washington Post | Ted Cruz and Donald Trump are fighting over

their wives. This was inevitable.. The Washington Post. Retrieved 5 May 2016, from

https://www.washingtonpost.com/blogs/plum-line/wp/2016/03/25/ted-cruz-and-donald-trump-are-fighting-over-their-wives-this-was-inevitable/

(28)

28 Zeh, R., & Hopmann, D. (2013). Effects of mediatization? Two decades of televised election campaign coverage. European Journal Of Communication.

http://dx.doi.org/10.1177/0267323113475409

Van Zoonen, L., & Holtz-Bacha, C. (2000). Personalisation in Dutch and German Politics: The Case of Talk Show. Javnost - The Public, 7(2), 45-56.

http://dx.doi.org/10.1080/13183222.2000.11008743

van Zoonen, L., Muller, F., Alinejad, D., Dekker, M., Duits, L., van Romondt Vis, P., & Wittenberg, W. (2007). Dr. Phil Meets the Candidates: How Family Life and Personal Experience Produce Political Discussions. Critical Studies In Media Communication, 24(4), 322-338. http://dx.doi.org/10.1080/07393180701560849

(29)

29

Bijlage

CODEBOEK VOORVERKIEZINGEN VS (2008-)2016

Dit codeboek is van toepassing op de analyse van zowel Amerikaanse kranten als

Amerikaanse nieuwsuitzendingen. De gecodeerde Amerikaanse kranten zijn USA Today en de New York Times. De gecodeerde nieuwsprogramma’s zijn ABC World News, CBS Evening News en Fox News Sunday. Omdat er twee verschillende type media geanalyseerd worden, zal er bij de specifieke vragen omtrent de media aangegeven worden of dit een item is voor krantenartikelen of nieuwszenders. Voorbeeld: A4. Naam van de krant (alleen kranten). Ook zal er bij deze vragen de extra antwoordoptie ‘niet van toepassing’ gegeven worden, zodat er geen lege hokjes ontstaan.

Er zal gecodeerd worden met het Microsoft Office programma Excel.

SELECTIE MEDIABERICHTEN

Kranten

Er wordt een selectie gemaakt van de artikelen uit de kranten The New York Times en USA Today. De kranten zijn verkregen via LexisNexis door een combinatie van verschillende zoektermen. ZOEKTERMEN; (elections AND primaries) AND (Sanders OR Clinton OR Lessig OR O’Malley OR Trump OR Carson OR Cruz OR Kasich OR Rubio OR Bush OR Gilmore OR Christie OR Fiorina OR Santorum OR Paul OR Huckabee OR Pataki OR Graham OR Jindal).

Via de site random.org zal er per krant en per jaar (2015/2016) een random steekproef getrokken worden uit de gevonden artikelen.

Nieuwsprogramma’s

De nieuwsprogramma’s zijn verkregen via de website Hulu.com. Op deze website zijn de doordeweekse uitzendingen van ABC World News en CBS Evening News in de periode november 2015 tot en met maart 2016 terug te vinden. Van Fox News Sunday kunnen de zondaguitzendingen vanaf 2016 bekeken worden. Bij Fox News Sunday zullen dus alle uitzendingen bekeken worden, terwijl er van de nieuwsuitzendingen bij ABC en CBS een systematische steekproef getrokken wordt door middel van een geconstrueerde week. De geconstrueerde week werkt als volgt: Voor ABC worden er uitzendingen gecodeerd in een periode van 22 weken (november tot en met maart). In de eerste volle week van november (vanaf 2 november) zal er gecodeerd worden op maandag, woensdag en vrijdag. De week

(30)

30 hierop worden alleen dinsdag en donderdag gecodeerd. De derde week worden alleen

maandag, woensdag en vrijdag weer gecodeerd. De vierde week worden weer alleen de uitzendingen op dinsdag en donderdag gecodeerd, en zo verder. Uiteindelijk zal er een totaal van 66 uitzendingen van ABC gecodeerd zijn.

REGELS EN AFSPRAKEN

De algemene richtlijnen voor zowel krantenartikelen als nieuwsprogramma’s zijn als volgt:

1. De registratie-eenheid is op actor-niveau. De actoren zijn in dit geval de potentiële presidentskandidaten tijdens de voorverkiezingen van 2016 (voor kranten en nieuwszenders). De potentiële presidentskandidaten zullen in het vervolg van het codeboek enkel kandidaten (of kandidaat) genoemd worden.

2. De naam van eenzelfde kandidaat moet minstens twee keer genoemd worden in een artikel of nieuwsitem om mee te kunnen worden genomen in de analyse. De reden hiervoor is om opsommingen en korte nieuwsberichten/nieuwsitems te voorkomen.

3. De registratie van presidentskandidaten per artikel of nieuwsitem stopt bij 10 presidentskandidaten.

4. De items in nieuwsuitzendingen worden bij deze analyse afgebakend door van anker tot anker te tellen. Voorbeeld: Nieuwslezer leidt onderwerp in. Er komt een

correspondent in beeld. De nieuwslezer gaat het gesprek aan met de correspondent. De nieuwslezer bedankt de correspondent en begint met nieuw onderwerp. Het item duurt dan vanaf de inleiding van het onderwerp tot en met het bedanken van de

correspondent.

(31)

31

A. ALGEMENE INFORMATIE A1. Itemnummer

Krantenartikelen

Het nummer van krantenartikelen is het nummer dat via LexisNexis is toegedeeld inclusief een K.

Voorbeeld: LexisNexis nummer aan krantenartikel is 101. Itemnummer dat je invult, is K101.

Nieuwsuitzendingen

Het nummer van de items is allereerst afhankelijk van welke codeur je bent. Sacha schrijft de itemnummers vanaf 1000; Lizel vanaf 2000; Marit vanaf 3000 en Charlotte vanaf 4000. Het itemnummer is daarnaast afhankelijk van de lengte van het item in de nieuwsuitzending. Het item begint bij de opening van het onderwerp door het anker en eindigt bij het thuisbeeld van het anker in vol scherm (dus niet als het anker het beeld deelt met een correspondent). Zie voor meer informatie richtlijn 4.

Voorbeeld: Lizel haar vierde item schrijft ze als 2004.

<open antwoord> A2. Codeur 0. Sacha 1. Lizel 2. Marit 3. Charlotte A3. Datum

De datum moet worden gecodeerd als DD/MM/JJJJ Voorbeeld: 21/01/2001. LET OP: Als je dit via excel automatisch probeert te doen, moeten de jaartallen nog goed lopen en niet van 2016 naar 2017 en 2018 gaan.

<open antwoord>

A4. Naam van het medium 0. USA Today

1. New York Times 2. ABC World News

(32)

32 3. CBS Evening News

4. Fox News Sunday

A5. Lengte artikel (alleen kranten)

De lengte van het artikel wordt aangeduid door het aantal woorden. Dit wordt via LexisNexis bij de artikelen weergegeven. Als het om nieuwsuitzendingen gaat, codeer je een 0.

<open antwoord>

A6. Lengte item (alleen nieuwsuitzendingen)

De lengte van het item wordt berekend op basis van de algemene richtlijnen. De lengte reken je om in secondes. Omdat het om secondewerk zal gaan, is het de bedoeling dat we coderen per 5 secondes. Voorbeeld: Indien een item ongeveer 1 minuut en 13 seconden duurt, moet dit gecodeerd worden als 75. Indien een item 5 minuten en 1 seconde duurt, moet dit gecodeerd worden als 300. Indien het item 2 minuten en 3 seconden duurt, moet er naar boven afgerond worden, naar 125. Als het om krantenartikelen gaat, codeer je een 0.

(33)

33

B. RELEVANTIE

Vervolg kranten

Lees het artikel scannend om te bepalen of het relevant is (lees: politiek nieuws, zie B1). Dit houdt in dat de titel en de eerste paragraaf worden gelezen. Indien dit niet duidelijk is, wordt het gehele artikel gelezen. Beantwoord altijd vraag B1. Indien het artikel niet relevant is, stop na B1 met coderen. Daarentegen codeer je verder als het artikel relevant is.

Vervolg nieuwsuitzendingen

Bepaal aan de hand van de inleiding van het anker (de nieuwslezer/nieuwslezeres) of het item relevant is (lees: politiek nieuws, zie B1). Dit houdt in dat de gehele inleiding van het anker wordt bekeken. Bij twijfel wordt het gehele item bekeken. Beantwoord altijd vraag B1. Indien het item niet relevant is, stop je met coderen na beantwoording van B1. Daarentegen codeer je verder als het artikel relevant is.

B1. Betreft het artikel Amerikaans politiek nieuws?

Kranten

Wat is politiek nieuws? Het betreft politiek nieuws wanneer er minimaal één actor (zie definitie actor hieronder) in het artikel voorkomt en deze actor een politieke actor is. Er moet minimaal 1 politieke actor of ‘keyword’ (zoals: primaries, presidential elections, elections, presidential candidates, candidates) voorkomen in het artikel.

Nieuwsuitzendingen

Bij nieuwsitems is er sprake van politiek nieuws indien er (1) minimaal één actor in het item voorkomt, (2) deze actor een politieke actor is, of als het item gaat over de (voor)verkiezingen in de VS van 2016. Een politieke actor kunnen zowel een groep of personen zijn.

Voorbeelden zijn de democratische partij, de republikeinse partij, een politicus, een senator en de president.

0. Nee 1. Ja

INDIEN HET ANTWOORD NEE IS, DAN NIET VERDER CODEREN. LEGE KOLOMMEN OPVULLEN MET 999.

(34)

34

B2. Om welke voorverkiezingen gaat het?

Dit is vaak al af te lezen aan de datum van het artikel/de uitzending. Indien het onduidelijk is om welke voorverkiezingen het gaat, kies voor optie 2.

0. 2007/2008 1. 2015/2016

2. Niet van toepassing

B3. Wordt er gesproken over een kandidaat tijdens de voorverkiezingen?

Volgens de algemene richtlijnen, moet de kandidaat minstens twee keer met naam in het artikel/item genoemd worden.

0. Nee 1. Ja

INDIEN HET ANTWOORD NEE IS, DAN NIET VERDER CODEREN. KOLOMMEN OPVULLEN MET 999.

B4. Welke kandidaat komt in het artikel voor?

De kandidaat moet minstens twee keer in het artikel/item genoemd worden (zie algemene richtlijnen). Verwijzingen naar de kandidaat zoals hij/zij worden niet meegeteld.

Voor nieuwsuitzendingen mag de kandidaat alleen worden meegenomen, als deze twee keer genoemd is, ongeacht of dat in de aankondiging is. Namen van kandidaten visueel zichtbaar in beeld tellen niet mee.

De eerste kandidaat die voorkomt vanaf het artikel/item (titel telt niet mee) wordt als eerste actor geregistreerd, de tweede kandidaat is de tweede registratie-eenheid en zo verder. Zoals in de algemene richtlijnen te lezen is, is er een maximum van 10 registratie-eenheden per artikel of nieuwsitem.

Code Kandidaat Partij Jaar

(35)

35

2 Bernie Sanders DEM 2016

3 Lawrence Lessig DEM 2016

4 Martin O’Malley DEM 2016

5 Jim Webb DEM 2016

6 Joseph R. Biden JR DEM 2016 (not running)

7 Elizabeth Warren DEM 2016 (not running)

8 Ben Carson REP 2016

9 Ted Cruz REP 2016

10 John Kasich REP 2016

11 Marco Rubio REP 2016

12 Donald Trump REP 2016

13 Jeb Bush REP 2016

14 Chris Cristie REP 2016

15 Carly Fiorina REP 2016

16 Jim Gilmore REP 2016

17 Lindsay Graham

(man)

REP 2016

18 Mike Huckabee REP 2016

19 Bobby Jindal REP 2016

20 George Pataki REP 2016

21 Rand Paul REP 2016

22 Rick Perry REP 2016

(36)

36

24 Scott Walker REP 2016

VANAF NU CODEER JE PER ACTOR OP EEN APARTE REGEL VERDER. DE EERDERE INFORMATIE COPY PASTE JE VOOR ALLE ACTOREN.

B7. Uit welke partij komt de kandidaat?

Zie bovenstaande informatie achter elke kandidaat. DEM betekent democratisch, terwijl REP een republikeinse kandidaat is.

0. Democraten 1. Republikeinen

B8. Is de kandidaat een man of een vrouw? 0. Man

1. Vrouw

B9. Wordt de kandidaat in de titel van het artikel genoemd? (alleen kranten) 0. Nee

1. Ja

2. Niet van toepassing

C. PRIVATISERING

C1. Wordt er gesproken over het politieke leven van de kandidaat?

Met het politieke leven van de kandidaat wordt alle politiek gerelateerde aspecten van het politieke leven van die kandidaat bedoeld. Voorbeelden zijn welke partij de kandidaat vertegenwoordigt, het aantal stemmen dat een kandidaat heeft gekregen, politieke beslissingen die de kandidaat heeft genomen of wil nemen, etc.

0. Nee 1. Ja

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toch werd de PTT in 1994 naar de beurs gebracht, nog voor concurrentie een feit was, een voorbeeld dat laat zien dat het Nederlandse beleid vooral pragmatisch is: principes worden

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Dat wil zeggen: dat de M inister bij zijn afw e­ ging over het al dan niet afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor export van Nederlands afval tevens

Met deze overblijvende variabelen wordt, samen met een dummy variabele G die een waarde van 1 aanneemt voor publieke sector IPOs en een waarde van 0 aanneemt voor

Niet alleen door het milieu waarin de eco­ noom zich beweegt, maar meer nog door een wijze van belichting waarin armoede uit het beeld verdwijnt en plaats maakt voor bezit dat

Ook voor het ingaande effluent kan dit van belang zijn omdat algen nog een deel van de organische stikstof en fosfor kunnen opnemen nadat deze is afgebroken door bacteriën.. • In

Het vertrekpunt voor het denken over meervoudig ruimtegebruik wordt zodoende niet gevormd door wat technisch mogelijk is maar vertrekt primair van de verschillende tijd-

Er kan op basis van de internationale literatuur, rekening houdend met de weging van de studies, de hiervoor besproken conclusies over de effecten op kwaliteit en gegeven diverse