Voorrechten
p. 1254 e.v. Wetboek 2§1. Algemene regels inzake voorrechten
Begrip:
Een voorrecht is een recht dat door de wet wordt verleend aan een SE wegens de bijzondere aarde van zijn SV, waardoor die SE in geval van samenloop bij voorrang betaald wordt uit de opbrengst v/h vermogen (of gedeelte daarvan) v.d. SA.
Een voorrecht speelt enkel in de verhouding tussen SE’s bij samenloop. De goederen moeten identificeerbaar blijven om voorrecht te kunnen uitoefenen.
Kenmerken:
- Accessoir karakter: lot gewaarborgde hoofdschuld bepaalt lot voorrecht - Geen voorrecht zonder wet
- Volgorde tussen de voorrechten: volgens aard voorrecht art. 13 Hyp.W
- Publiciteit vereist, verschilt naargelang de goederen waarop het voorrecht betrekking heeft:
o Roerende goederen: geen publ. vereist (uitzondering: pandhouder handelszaak: inschrijving) o Onroerende goederen: wel publ. vereist, inschrijving voorrecht (uitzondering: voorrecht
gerechtskosten art. 29 Hyp.W)
- Vertoont zakerechtelijke kenmerken, maar is geen zakelijk recht!
- Voorrechten = voorrechten die pandrechten zijn + eigenlijke voorrechten Soorten voorrechten:
(1) Algemene voorrechten:
Op alle roerende en onroerende goederen art. 17 Hyp.W
Op alle roerende goederen art. 19
Hierbij geen band tussen bevoorrechte SV en te vereffenen vermogen. Algemeen voorrang. Maar moet wachten tot de vereffening tot hij zijn voorrangsrecht kan uitoefenen op de opbrengsten. (2) Bijzondere voorrechten:
Op bepaalde roerende goederen art. 20 Hyp.W Op bepaalde onroerende goederen art. 27 Hyp.W
Specifieke band tussen bevoorrechte SV en bevoorrechte goed(eren). Subrogatie mogelijk. Slechts voorrang indien SE uitdrukkelijk op zijn bijzonder voorrecht beroept. Bijzondere bevoorrechte SE worden beschouwd als separatisten bij faillissement en buitengewone SE’s in de opschorting bij gerechtelijke reorganisatie.
§2. Algemene voorrechten op roerende en onroerende goederen
Het voorrecht van gerechtskosten
Art. 17; 19,1°; 21; 25 Hyp.W
= kosten die nodig zijn om een vermogen om te zetten in geld of om het vermogen te bewaren.
Curatorkosten o.a.
= voorrecht van kosten van uitwinning en boedelredding. Relativiteit van het voorrecht:
Voorrecht van gerechtskosten bestaat slechts ten aanzien v.d. SE’s in wier belang ze gemaalt zijn:
Personeel aspect: beperkt tot de SE’s die de gerechtskosten moeten dragen, voor wie deze kosten
relevant zijn.
Materieel aspect: beperkt tot de goederen waarop het voorrecht slaat, niet op alle goederen van de schuldenaar.
1. Voorwaarden
Het moeten nuttige kosten zijn die in het belang v.d. SE’s, op gerechtelijk gezag, zijn gemaakt. Het kan enkel uitgeoefend worden op de opbrengst v.d. geredde of uitgewonnen goederen.
2. Plaats van voorrecht Art. 17; 19,1°; 21; 25 Hyp.W
Super voorrecht:
Primeert op alle andere, maar uiteraard relativiteit van het voorrecht! Laatst gemaakte gerechtskosten worden eerst uitbetaald.
De kosten van vereffening in faill. zijn “boedelschulden”, geen voorrecht van gerechtskosten! Maar indien specifieke goederen, waarop voorrangsrecht van separatisten rusten, ten gelde worden gemaakt door curator, zullen de kosten van de curator wel als gerechtskosten van de opbrengst gehouden worden, alvorens ze uitbetaald worden.
§3. Alegemene voorrechten op roerende goederen
(onvolledige) opsomming art. 19 Hyp.W
= voorrechten die kunnen uitgeoefend worden op de verkoopprijs van alle roerende goederen v.d. SA.
§4. Bijzondere voorrechten op roerende goederen
= meest omvangrijke categorie van voorrechten
Naast art. 20 Hyp.W bestaan er ook enkele bijzondere voorrechten op roerende goederen in afzonderlijke wetten.
A. Voorrecht m.b.t. kosten tot behoud van de zaak
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 20,4° Hyp.W
Omschrijving: de gemaakte kosten zonder dewelke de zaak geheel of gedeeltelijk teniet zou gaan of ongeschikt zou worden voor gebruik waarvoor ze bestemd is. Kosten gemaakt, om de zaak feitelijk te bewaren. Vb. herstellingskosten
2. Voorwaarden
Gewaarborgde SV:
Voorrecht dekt enkel de hoofdschuld, niet eventuele verschuldigde interesten of bijkomende schadebedingen. Deze dekt zowel de kosten tot behoud in de materiële zin als in juridische zin.
Het voorrecht dekt nooit de kosten tot verbetering, tot verandering, tot verfraaiing. Het voorrecht dekt nooit de kosten tot behoud van onroerende zaken.
Het voorrecht dekt nooit algemeenheden, enkel bepaalde roerende goederen (specifiek). Uitoefening voorrecht:
Voorrecht geldt enkel t.a.v. de SE’s voor wie de kosten nuttig waren.
3. Plaats van het voorrecht Art. 22 Hyp.W: tweede rang na voorrecht v. gerechtskosten
MAAR zo is rangregeling:
Alle voorrechten die vóór de kosten tot behoud zijn gemaakt (op gerechtskosten na) zijn ondergesteld aan het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak. Na de kosten tot behoud van de zaak, primeren alle voorrechten (behalve die van art. 19,3°) op het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak, zowel de algemene als de bijzondere voorrechten. TENZIJ jongste SE met nieuwe voorrecht kennis heeft van bestaande voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak, dan is het tegenwerpelijk aan hem.
Indien er meerdere SE’s kosten tot behoud van dezelfde zaak hebben gemaakt, zullen de laatst gemaakte kosten voorgaan.
B. Voorrecht van de niet-betaalde verhuurder
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 20,1° Hyp.W
Omschrijving: defenitie zie artikel; in te roepen door verhuurder, zowel eigenaar als niet-eigenaar. Verhuring van alle onroerende goederen, NOOIT bij verhuring van roerende goederen.
2. Voorwaarden
Welke huurgelden worden er gewaarborgd? Art. 20,1°, lid 2
Waarop heeft het voorrecht betrekking? Inboedel verhuurd onroerend goed als geheel.
Zie art. 23, lid 2 ! Indien en slecht indien de verhuurder geen weet heeft van nog openstaande facturen, is hij ter goeder trouw en heeft voorrang op andere voorrechten.
3. Plaats van het voorrecht
‘nummer 3’: na gerechtskosten en kosten tot behoud van de zaak (tenzij deze laatste eerder zijn gemaakt) Voorrecht niet-betaakde verkoper primeert op voorrecht van de verhuurder bij kennisgeving door verkoper. Art. 23
C. Voorrecht van de pandhouder
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 2073 B.W. en art. 20,3° Hyp.W
Omschrijving: voorrecht van de pandhouder op de opbrengst van de in pand gegeven zaak.
2. Voorwaarden
Gewaarborgde SV: Betaling van de hoofdsom, interesten en kosten (art. 2082 B.W.) Waarop heeft het voorrecht betrekking? De In pand gegeven zaak
Uitoefening voorrecht:
Bij samenloop: voorrecht speelt ten colle, tegeldmaking: regels insolventieprocedure
Geen samenloop: voorrecht speelt niet, tegeldmaking: hangt af van soort goed in pand gegeven 3. Plaats van het voorrecht
1. Gerechtskosten
2. Voorrecht van kosten tot behoud v.d. zaak 3. Voorrecht van de pandhouder
4. Voorrecht van de onbetaalde verkoper (tenzij pandhouder kennis van niet betaalde prijs) D. Voorrecht van de hotelhouder
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 20,6° Hyp.W
Omschrijving: De hotelhouder is bevoorrecht voor de SV’en op zijn gasten op de goederen die deze gasten in het hotel hebben binnengebracht.
2. Voorwaarden
Waarop betrekking? Op alle goederen die zijn binnengebracht in het hotel door reiziger, ook al behoren deze de reiziger niet toe! Ter goeder trouw, kan ook voorrecht geslagen worden op andersmans zaken. Werking van voorrecht enkel in situatie van samenloop en wnr hotelhouder de goederen bezit.
Retentierecht op de goederen, evenwel geen revindicatierecht!
3. Plaats van het voorrecht
1. Gerechtskosten
2. Voorrecht van kosten tot behoud v.d. zaak
3. Voorrecht van de hotelhouder
E. Voorrecht van de vervoerder
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 20,7° Hyp.W
Omschrijving: de vracht en de bijkomende kosten inzake vervoer zijn bevoorrecht op de vervoerde zaak.
2. Voorwaarden
Waarop betrekking?
Op vervoerde zaak zolang verdoerder deze onder zich heeft en gedurende 24u die volgen op de aflevering aan de eigenaar of de geadresseerde. Tijdens deze 24u heeft de vervoerder revindicatierecht. Hij heeft ook retentierecht om zijn voorrecht te bewaren.
3. Plaats van het voorrecht
1. Gerechtskosten
2. Voorrecht van kosten tot behoud v.d. zaak
3. Voorrecht van de vervoerder
4. Voorrecht van de onbetaalde verkoper (tenzij vervoerder kennis van niet betaalde prijs) F. Voorrechten van de niet-betaalde verkoper
Verweermiddelen die de niet-betaalde verkoper naast zijn voorrecht beschikt om zijn positie te versterken 1. Niet-uivoeringsexeptie (exeptio non adimpleti contractus) ENAC: art. 1612 B.W.
2. Ontbindingsrecht: art. 1654 B.W.
a. Vóór samenloop: steeds mogelijk (enkel verdachte periode kan ontbinding aanvechten) b. Na samenloop:
i. Goed nog niet geleverd vóór samenloop: mogelijk om verkoop te ontbinden na samenloop.
ii. Goed reeds geleverd vóór samenloop: ontbinding niet mogelijk, tenzij voorwaarden art. 20, 5°, lid 7 en 8 Hyp.W vervuld zijn.
3. Revindicatierecht: art. 20,5°, lid 7 Hyp.W Voorwaarden:
Verkoop van roerend goed
Geen betalingstermijn voor de koper
Goederen nog in bezit (vermogen) v.d. koper Goederen in dezelfde staat
Uitoefening van revindicatie binnen 8 dagen
Op deze manier kan goed terug in bezit gebracht worden en retentierecht uitgeoefend worden. 4. Eigendomsvoorbehoud van de verkoper: optioneel contractueel vast te leggen
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 20,5° Hyp.W
Omschrijving: niet-betaalde verkoper is bevoorrecht op de verkochte roerende goederen, op voorwaarde dat deze zich nog bevinden bij de koper, onafhankelijk of de koop gebeurde onder tijdsbepaling.
2. Voorwaarden
De gewaarborgde SV:
Betaling van prijs roerend goed + interesten + accessoria Waarop voorrecht betrekking? Waarde verkocht goed Voorwaarden ten aanzien van verkocht goed:
o Enkel koop van roerende lichamelijke of onlichamelijke goederen o Koper in bezit gebleven
o Goed mag geen bewerkingen ondergaan hebben
o Goed mag niet onroerend door bestemming / incorporatie geworden zijn. Uitzondering: voorrecht van verkoper van bedrijfsuitrusting: voor duurzaam bedrijfsmateriaal blijft voorrecht bewaard gedurende 5 jaar vanaf levering, ook al werden de goederen onroerend ondertussen. Uitoefening voorrecht
Bescherming voorrecht via revindicatie.
3. Plaats van het voorrecht
1. Gerechtskosten
2. Voorrecht van kosten tot behoud v.d. zaak (tenzij ouder)
3. Voorrecht van de vervoerder, de hotelier, de pandhoudende SE (tenzij deze kennis hadden van niet betaalde prijs)
4. Voorrecht van de niet-betaalde verhuurder, tenzij deze kennis hadden van niet betaalde prijs
5. Voorrecht van de niet-betaalde verkoper
§5. Bijzondere voorrechten op onroerende goederen
Sterke gelijkenis tussen onroerende voorrechten en hypotheken: beiden zijn onderworpen aan (1) publiciteitsverplichting en genieten van (2) volgrecht.
Conflicten tussen onroerende voorrechten en hypotheken worden meestal opgelost in het voordeel van onroerende voorrechten.
Opdat voorrecht op onroerende goed tegenstelbaar zou zijn, moet het ingeschreven worden in de registers v.d. hypotheekbewaarder art. 29-40 Hyp.W
Uitzondering: voorrecht van gerechtskosten en verzekeraar.
A. Voorrecht van een niet-betaalde verkoper van een onroerend goed
1. Begrip en omvang
Grondslag: art. 27,1° Hyp.W
Omschrijving: voorrecht voor de niet-betaalde verkoper v.e. onroerend goed ten belope v.d. prijs v/h goed
2. Voorwaarden - Verkoop onroerend goed
- Prijs geheel of gedeeltelijk niet betaald
- Verkoopakte moet overgeschreven worden
3. Plaats van het voorrecht
(1) Conflicten tss onroerende voorrechten onderling:
Anterioriteit o.b.v. datum van inschrijving (art. 123 Hyp.W)
(2) Conflicten tss onroerende voorrecht van niet-betaalde verkoper en hypotheken:
Voorrecht primeert op later toegestane hypotheken door koper van onroerend goed
(!) voorrecht van niet-betaalde verkoper v. onroerend goed zal nooit primeren op eerder