13 juni 2012, pag. 17
Ontdekkingen in het Oud-Fries
Het negentiende
filo-logencongres dat
vandaag, donderdag
en vrijdag bij de
Fryske Akademy
plaatsvindt, is
vol-gens historicus Han
Nijdam van de
Frys-ke Akademy ,,ien
grut frisistysk
bar-ren.’’
MARIA DEL GROSSO
Wie komen er deze dagen nu eigen-lijk bij elkaar?
Volgens Nijdam is filologie een verouderde term. Het is ook geen vak dat je kunt studeren. Filolo-gen zijn taalkundiFilolo-gen die zich vooral richten op dode talen. Op het driedaags congres gaat het om de Friese taal- en letterkunde. Deskundigen op dit gebied ver-tellen elkaar met welk onderzoek ze bezig zijn en er wordt bekeken wat de stand van zaken op weten-schappelijk gebied is.
Op het programma staat de presen-tatie van de Codex Unia. Waar heb-ben we het dan over?
Van het Oud-Fries, de periode tus-sen 1250 en 1550, is maar heel wei-nig bewaard gebleven, aldus Nij-dam. Wat er gevonden is, zijn vooral wetteksten die erop wijzen dat de Friezen heel trots waren op hun autonomie en de daarbij ho-rende eigen wetgeving. Er zijn maar 20 oude handschriften en 1100 oorkondes teruggevonden. Daarvan zijn slechts 3 handschrif-ten in het Westerlauwers Fries. De Codex Unia is daar een van en be-vat het meest oude Westerlau-wers Fries.
En die Codex Unia wordt nu in boek-vorm gepresenteerd?
De andere twee, Jus Municipale Frisonum en Freeska Landriucht/ Druk, zijn wel in boekvorm be-schikbaar. Maar deze codex wordt digitaal gepresenteerd. Volgens Nijdam omdat de publi-catie nog steeds in ontwikkeling is. De eerste fase met de weergave van de originele teksten in Oud-Fries is klaar, maar er volgt ook nog een Engelse vertaling. ,,Jo moatte jo ek ôffreegje hoefolle
minsken sa’n boek ha wolle. It pu-blyk is fansels beheind.’’ Maar dat de codex digitaal beschikbaar is, is al bijzonder. ,,Der binne yn de foarige ieu ferskate pogings dien om dizze kodeks út te jaan.’’
Waar komt de naam vandaan?
Codex Unia verwijst naar Sydzo Wningha, oftewel Sieds van Unia, die in 1475 wetteksten uit het ver-leden opschreef. Zijn handschrift is nooit teruggevonden, maar wel kopieën ervan. Bijna
tweehon-derd jaar later schreef Franciscus Junius het werk van Van Unia over, waarschijnlijk voor zijn stu-die naar oud-Germaanse talen. ,,It wie noch in hiele toer om de oarspronklike folchoarder van de codex te ûntdekken’’, vertelt Nij-dam. ,,Junius skreau it troch inoar op, mar neamde wol hokker side fan de kodeks hy brûkt hie.’’ Daar komt bij dat Junius van alles in de kantlijn schreef. ,,Dit soarte pu-zelstikjes bin dus echt it wurk fan filologen.’’
Waarom is er zo weinig van het Wes-terlauwers Oud-Fries bewaard geble-ven?
Dat heeft twee oorzaken, stelt Nij-dam. Friesland was vroeger veel groter dan het gebied dat we er nu onder verstaan. Het hele Gronin-ger gebied hoorde er ook bij. Na 1400 stierf het Fries daar uit. De Ommelanden kwamen onder de heerschappij van Groningen en daar was het Duits de overheer-sende taal. Vanaf 1498 was het bo-vendien gedaan met de Friese
vrijheid door de overheersing van Graaf Albrecht van Saksen. ,,It Frysk rjocht koe by it âld papier, allinnich Romeinsk rjocht jilde noch.’’
Is de Codex Unia het sluitstuk van wat er gevonden is aan Oud-Friese wet-teksten?
Nu raakt Nijdam vol vuur. Hij is namelijk een van de mede-ont-dekkers van de codex Siccama, een vierde codex, waarvan het be-staan nog niet bekend was. Si-brandus Siccama publiceerde in 1617 een versie van de Lex Frisio-num, waarbij hij duidelijk geen gebruik maakte van bestaande bronnen zoals de codex Jus of de codex Druk. Het manuscript waarop hij zich gebaseerd moet hebben en dat verloren is gegaan, wordt door wetenschappers nu aangeduid als de codex Siccama.