• No results found

Groepshuisvesting van zeugen in de kraam- en zoogperiode

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Groepshuisvesting van zeugen in de kraam- en zoogperiode"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Groepshuisvesting van zeugen in de

kraam- en zoogperiode

Gerard Plagge, VPB-Raalte

Voorzover groepshuisvesting van zeugen wordt toegepast, heeft dit tot nu toe hoofdzakelijk betrekking op drachtige zeugen. Uitbreiding van het onderzoek heeft plaats door ook te dekken en pas geïnsemineerde zeugen in groepen te houden. Op het Proefstation te Rosmalen worden de mogelijkheden van groepshuisvesting van te dekken zeugen onderzocht. Op het Varkensproefbedrijf te Raalte wordt in het nieu-we gedeelte van de vermeerderingsafdeling een proef met groepshuisvesting van zeugen in de kraamstal opgestart.

In dit onderzoek worden zes zeugen, afkomstig uit eenzelfde groep dragende zeugen, ongeveer een week voor de verwachte werpdatum ver-plaatst naar een “groepskraamafdeling”. Deze afdeling bestaat uit zes kraamhokken en uit een gemeenschappelijke ruimte voor de zeugen. De zeugen kunnen het kraamhok verlaten om in de gemeenschappelijke ruimte te eten, te drinken en te mesten en om “sociale” kontakten op te doen. Het is de bedoeling dat de biggen de eer-ste weken na de geboorte het kraamhok niet verlaten. Hiervoor zullen speciale voorzieningen in de doorgang van het kraamhok naar de gemeenschappelijke ruimte worden aange-bracht. Geëxperimenteerd zal moeten worden

met voorzieningen om te voorkomen dat de gemeenschappelijke ruimte als ligruimte wordt gebruikt.

Het doel van het onderzoek is om voor de praktijk een geschikte vorm van groepshuisves-ting tijdens de kraam- en zoogperiode te ont-wikkelen, zodat groepshuisvesting tijdens de gehele reproduktiecyclus kan worden toegepast. In het eerste jaar zal het onderzoek een oriën-terend karakter hebben om knelpunten op te sporen en eventueel op te lossen. In een later stadium kan dan een vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd tussen individueel kramen en zogen en groepskramen en zogen. H

0,70 2,30 m 3,00 m 2,30 m 0,70 torsleh-ibbel E 0 -ruimte voergang biggennest met vloerverwarming

Phttegrond van de afdeling voor groepskramen. I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In Natura 2000 gebieden is scheuren en herinzaai van blijvend grasland niet toegestaan, terwijl ook voor die percelen er argumenten kunnen zijn om grasland te willen

80 cm ,(= afstand maaiveld S27/105 tot Ulmusval) dikke, plaatselijk relatief sterk humeuze laag van al het Atlantisch pollen,door subboreaal stuifmeel mogelijk is. Voorts, dat

Behalve extract van tomaat (Lycopersicum excelentum) werd ook stuifmeel van enkele andere Lycopersicjim soorten gebruikt, te weten Lycopersicum peruvianum en Lycopersicum

Voor de onderscheiding van deze rassen zijn enkele kenmerken van belang, die bij de overige rassen minder opvallend ziin. In de eerste plaats de nerfhoek. Beter dan

Het is dan ook onzin om zware ingrepen te rechtvaardigen met de opmerking dat ‘nieuwe cultuurhistorie’ wordt gemaakt, zoals de ecoloog Frans Vera doet: “Hoewel daarbij nu be-

Grote aaneengesloten percelen van enige tientallen ha's met één gewas (tarwe, gerst, bieten) komen op deze grote akkerbouwbedrijven in Noord- Frankrijk vrij veel voor

Samen met de gezamenlijke trekken van vorig jaar zijn er in totaal 12 trekken uitgevoerd, waarmee de twee schip specifieke vangstsuccesseries kunnen worden omgezet in één

Voor de beide tuigklassen is voor de doelsoorten tong en schol, voor de twee meest aangelande bijvangst soorten schar en bot en voor de rest-aanlandingen, de gemiddelde