• No results found

Bewaartemperatuurproef bij Ornithogalum thyrsoides, 1954 - 1955

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bewaartemperatuurproef bij Ornithogalum thyrsoides, 1954 - 1955"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ôo

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk Jr.L 1 N 23

SFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Bewaartemperatuurproef bij Ornithogalura thyrsoides,195^ -

1955-door:

A.G.A.v

.d

.Nes, T.Dijkhuizen.

Naaldwijk,1959'

(2)

/ y <* I

,

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te^lmaldwi jk.

'

\\

<%. 4 " "

\

\

\

'ç-

*

*

%

« >4

Bewaartemperatuur proef bij Ornithogalum thyrsoides 1954-'55» %:

Inleiding»

Op verzoek van een kweker werd een orienterende proef opgezet om na te gaan of beinvloeding van het bloeitijdstip bij dit gewas mogelijk is.

Doel.

Het vinden van een methode om de bloei te vervroegen en daardoor een sprei­ ding van de aanvoer te bevorderen. Door middel van een temperatuur behandeling-tijdens de bewaartijd is getracht dit doel te bereiken.

Opzet van de proef.

De bollen werden in 15 groepjes van 28 bollen verdeeld. De totale duur van de temperatuur behandeling was voor alle groepen gelijk, n.l. 13 weken.

De volgende behandelingen werden gegeven:

Ho. Behandeling

Tan af Tot temp. temp.

1 10 juli uitplanten 9°C

2 11 18 september 9°c daarna tot uitplanten 20°C '

3 M 18 september 9°C tl u uitplanten 3 0° c 4 11 uitîplanten 17°c

5

i t 18 september 17°C t i » uitplanten 30° C 6 11 18 september 17°C 11 11 uitplanten 9°C 7 M uitplanten 20° C 8 II 18 september 20°C H II uitplanten 30°C 9 It 18 september 20°C 11 H uitplanten 9 ° c 10 II uitplanten

25,5°c

11 II 18 september 25,5°c Il t t uitplanten 30°C 12 It 18 september

25,5°c

II tl uitplanten 9°C 13 tl uitplanten 30°C 14 II 18 september 3 0°c II II uitplanten 20°C 15 II 18 september 3 0°c It II uitplanten 9°c

(3)

2

Teeltmethode.

De tollen werden uitgeplant op een ted van 1 m treed in kas 8. De regelaf­ stand bedroeg 15 cm, per regel werden 7 tollen uitgeplant« De plantdatum was voox alle groepen 11 oktober. Ha het uitplanten werd een dunne laag turfmolm aange­ bracht om het uitdrogen van de grond te voorkomen.

De normaleUmaatregelen, zoals gieten, ziektebestrijding en oogsten der bloemen

werden tijdig uitgevoerd.

Tevens is tweemaal de opkomstdata genoteerd van 10 en 9<ler spruiten.

In het laatst van april zijn de bollen opgerooid. Resultaten.

De groepen

4

t/m 15 die gedurende de eerste maanden bij 17°C en hoger wer­ den bewaard vertoonden weinig vei-schil in opkomst (25/10-28/10).

De groepen 1 t/m 3 kwamen naarmate ze bij een lagere temperatuur werden bewaard later op. Groep 3 op 13 nov. en groep 2 op 29 nov.

De opkomst van groep 1 was zeer onregelmatig en slecht.

De eerste bloei werd verkregen bij àe groepen, welke vanaf 10 juli tot 18 septem­ ber bij 17°^ en daarna tot het uitplanten bij 9°^ bewaard zijn en die, welke tot 18 september bij 20°^, vervolgens tot uitplanten bij 9°^ bewaard werden, ^e bloemproductie was echter, vooral bij de eerstgenoemde groep laag. De knollen v/elke constant bij 9°C bewaard zijn, vertoonden in het geheel geen bloei, ter­ wijl de bladontwikkeling zeer gering was.

Het beste resultaat is bereikt bij de groep waarbij gestart is met 17°C tot 18 september, waarna tot het uitplanten 30°C is gegeven. Dit goede resultaat bleef gehandhaafd bij alle groepen welke na 18 september bij 20 en 30°C bewaard werden, mits de aanvangtemperatuur 17°C of hoger was.

Alle planten waren in erge mate door virus aangetast. Samenvatting.

De opkomst was slechter en later, naarmate de knollen bij een lagere tempe­ ratuur waren bewaard. Voornamelijk bij die groepen, welke tot 18 september bij 9°C bewaard werden. De ongunstige invloed van een lagere bewaartemperatuur was ook duidelijk in de bloemproductie waar te nemen.

Naarmate de eindtemperatuur tijdens de bewaring hoger werd was de bloemproductie beter. Er was weinig verschil tussen de behandelingen die bij verschillende tem­ peraturen boven 17°C werden bewaard.

november 1959» AvB

De Proefnemer, T. Dijkhuizen.

(4)

Bijlage 1 Ornithogalum 1954-1955« No. 24 mrt 29 mrt 2 apr Oo 4 ap 1 2 3 4 1 4 1 5 2 3 6 4 3 1 7 2 4 " • 8 5 4 8 9 • 5 6 10 10 2 3 11 3 12 2 4 13 14 * t t 3 1 15 j 3 4 Oogstdata 1 5 5 6 3 4 1 6 1 ? 8 ' 9

r 7 apr ji3 apr 15 apr 19 apr totaal opkomst

\ 4 7 11 29/11 3 6 2 12 I3/II 2 3 2 18 26/10 3 9 5 5 32 8 25/IO 28/IO 4 5 4 25 25/IO 4 1 2 28 25/IO 1 1 18 26/10 3 5 1 3 21 25/IO 2 11 5 22 26/10 4 16 25/IO 6 10 2 19 26/10 6 ! 10 1 28 25/IO 4 | 20 26/10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De sedimenthuishouding van het waddengebied wordt gekenmerkt door een zeer dynamisch samenspel van tij, wind en menselijk handelen. Het gedrag van zand, slib en mengsels van beide

Het gaat hierbij met name om de status van de verleden 'werkelijkheid', die er immers per definitie niet meer is, maar desondanks door een historicus als werkelijk wordt

inschatting te maken van de mate waarin de verschillende responsen autonoom in onderlinge interactie zullen optreden. De vraag wat het werkelijke effect is van het instellen van

Soortenversterking ten behoeve van de natuur: activiteiten gericht op de introductie van soorten of de uitbreiding van populaties of levensgemeenschappen die belangrijk zijn voor

Slechts zeven bijdragen kunnen duidelijk met de Reinaert in verband worden gebracht; niet minder dan zeven bijdragen hebben in mijn ogen niets te maken met de Reinaert, terwijl

Figuur 4.2b Gegevens over de jaren in voor- (blauw) en najaar (grijs) voor een aantal frequent gevangen soorten. 2010: geen bemonstering, 2020:

Deze bundels bevatten de discussiestukken van de conferenties, georganiseerd door historici van de universiteiten van Cambridge, Yogjakarta, Delhi en Leiden en die tot doel hebben,

De technische innovaties heeft Eliane Grubin alleen beschouwd in zover zij betekenisvol zijn geweest voor de doorbraak van de mechanische vlasspinnerij.. Meer precieze informatie