UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
Culturele ondernemers in de Gouden Eeuw: De artistieke en
sociaal-economische strategieën van Jacob Backer, Govert Flinck, Ferdinand Bol en
Joachim von Sandrart
Kok, E.E.
Publication date
2013
Link to publication
Citation for published version (APA):
Kok, E. E. (2013). Culturele ondernemers in de Gouden Eeuw: De artistieke en
sociaal-economische strategieën van Jacob Backer, Govert Flinck, Ferdinand Bol en Joachim von
Sandrart.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.
7
Voorwoord
Spannend, grillig en ongewis was het schrijven van deze dissertatie. Een uniek proces waarbij ik van veel mensen advies, medewerking, steun en meer kreeg. Het boek is af en ik voel me vereerd dat ik in het proces naar dit resultaat werd begeleid door Eric Jan Sluijter, mijn promotor. Ik dank hem voor het vertrouwen dat hij in mij stelde en voor het respect waarmee hij mij en mijn werk steeds tegemoet trad. Door zijn kennis, visie en enthousiasme heeft hij mij intellectueel uitgedaagd en gestimuleerd om heel precies te kijken naar kunstwerken én hun betekenis serieus te nemen. Daar zal ik altijd plezier en profijt van hebben.
Mijn waardering en dank gaat ook uit naar Marten Jan Bok die, als collega en co-promotor, altijd klaarstond om mijn vragen te beantwoorden en om mij van deskun-dig advies te voorzien. Elmer Kolfin, Frauke Laarman en Harm Nijboer dank ik voor de samenwerking in het NWO-project ECARTICO. Door de financiering van NWO werd mijn onderzoek mogelijk gemaakt, waarvoor ik zeer erkentelijk ben.
De collega’s van het Kunsthistorisch Instituut in Amsterdam en daarbuiten die hun belangstelling toonden wil ik bedanken, waarvan enkelen in het bijzonder. Ik genoot de collegialiteit en vriendschap van Madelon Simons, Machteld Löwenstein, Margriet van Eikema Hommes en Piet Bakker, veel dank voor jullie betrokkenheid, steun en stimulans. Piet maakte zonder aarzeling tijd om op de valreep nog het eerste hoofdstuk te redigeren; ik voel me vereerd dat hij mij als paranimf wil bijstaan.
Luuc Kooijmans en Clé Lesger lazen het eerste hoofdstuk in de prilste versie. Ik ben hen dankbaar voor hun commentaar dat mij stimuleerde om verder te werken aan wat de kern van mijn boek is geworden - het model van ‘de economie van dienst en we-derdienst’. Anderszins ondervond ik ook steun. Van Maarten Rijkens die mij behoedde voor de valkuilen in het genealogisch onderzoek, ik dank hem voor zijn betrokkenheid en de voortvarendheid waarmee hij de opdrachtgevers van Jacob Backer in een overzich-telijk genealogie tekende. Jacquelyn Coutré leverde stipt op tijd de Engelse samenvatting. Marga van der Aa ontwierp alle mooie illustraties en verzorgde onder druk van de laatste deadlines met veel toewijding de vormgeving.
8
Vriendschap is alom aanwezig in dit boek, maar om dat op schrift te krijgen was een solitaire inspanning. Desondanks was ik omringd door familie en vrienden die meeleef-den. Een paar wil ik met name noemen. Blij ben ik met mijn oudste vriendin Elisabeth Petronella Mastenbroek, omdat we elkaar over welk onderwerp dan ook altijd weten te vinden. Voor zijn onvermoeibare aanmoediging ben ik Paul Rijkens dankbaar, evenals voor zijn vriendschap, respect en meer. Dat Yvonne Belonje mij wil bijstaan als paranimf is voor mij een kroon op onze vriendschap. Irene Gret dank ik voor haar betrokkenheid bij mij en mijn onderzoek en het onverminderde enthousiasme waarmee zij gedurende al deze jaren telkens weer mijn lange teksten las en corrigeerde. Jacques van Rooijen ben ik dankbaar voor zijn vriendschap, vertrouwen en begrip in alle tijden en onder alle omstandigheden. Omdat hij er is dank ik Dick, mijn getalenteerde broer die in wie hij is en wat hij doet, mij met trots vervult. Mijn moeder Elizabeth Margaretha Bons wil ik danken voor de waarden die ik van haar meekreeg, maar in het bijzonder dat zij mij leerde om niet op te geven. Aan Elizabeth draag ik dit boek op, omdat zij als geen ander weet wat het betekent om grenzen te verleggen.