• No results found

De betrekkelijkheid van economische prikkels : een reactie op Keuzenkamp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De betrekkelijkheid van economische prikkels : een reactie op Keuzenkamp"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

372

s&..D7/82ool

PEN OP PAPIER

De betrekkelijkheid van

economische prikkels

Een reactie op Keuzenkamp

In S&D van mei 2oo1 houdt Hugo Keuzenkamp een pleidooi voor een aange-paste Zalrnnorm, waar ik

PAUL BORDEWIJK Of mensen bereid zijn

tot extra werk, hangt niet alleen af van de beloning van dat extra werk, maar ook

publicist

het van harte mee eens kan zijn. Het heeft geen zin

om op dit moment extra geld voor de publieke sector beschikbaar te stellen, en extra mensen in dienst te nemen, wanneer de overheid over een paar jaar weer gedwongen wordt tot bezuinigingen, wanneer het weer slechter gaat. De nieuw aangeworven mensen moeten dan weer ontslagen worden, in een situatie

waarin het moeilljker voor ze wordt om ander werk te krijgen.

De Tweede-Kamerfractie lijkt zich deze risico's onvoldoende bewust. Te vee! zoekt men de oorzaak

van de huidige welvaart in het gevoerde beleid, en te weinig in chaotische zelfversterkende processen die de economie nu eenmaal kenmerken- gaat het goed,

dan het gaat aileen daardoor al beter- of in cyclische processen die zich aan de macht van bestuurders en

politici onttrekken, zoals de Kondratieff cyclus. De huidige welvaartgolf past volledig in het patroon van voor-en tegenspoed die elkaar om de vijfentwintig

jaar afwisselen, zoals in 19 2 6 door Kondratieff on-derkend.

Keuzenkamps pleidooi ten gunste van de Zalmnorm gaat echter gepaard met twee stellingen uit het reper-toire van Nieuw Rechts, die onderschreven worden door de meeste hedendaagse economen, maar daarom nog niet juist zijn. De eerste is dat hoge belas

-tingen leiden tot een verminderde economische

acti-viteit, de tweede heeft betrekking op de armoedeval.

Wat ligt meer voor de hand, dan dat wie kan kiezen om wei of niet extra te werken, daarbij geleid wordt de verdienste van het extra werk. Belastingen ver-minderen die verdienste, en dus lei den hoge belastin-gen tot minder werk. Toch leert de empirie anders. Belastingen leiden tot lagere netto-inkomens, maar !age netto-inkomens lei den niet tot minder werk. De afgelopen vijftigjaar zijn de netto-inkomens aanzien-lijk gestegen. Oat heeft niet tot een langere werk

-week geleid, maar tot een kortere.

van de vraag in hoeverre zij in staat zijn met de belo-ning voor het werk dat zij al doen, in hun meest es

-sentiele behoeften te voorzien. Nemen de netto-in

-komens per uur toe, dan is dat laatste eerder het

geval, en zal de behoefte aan vrije tijd een belangrij

-ker rol gaan spelen bij hun keuze inzake extra werk, ook wanneer de netto-beloning voor het extra werk evenredig hoger is.

Economen voor wie arbeidsparticipatie het

hoog-ste op aarde is, zouden juist moeten pleiten voor een

hoge belastingdruk, omdat daarmee mensen

ge-dwongen worden om lang te werken om in hun be-hoeften te voorzien. Wei kan een extreme progressie in de belastingheffmg werk ontmoedigen, maar gelet

op de werktijden van topmanagers is dat geen acuut

probleem.

Een ander effect van hoge belastingtarieven kan

zijn dat mensen werkzaamheden in huis liever zelf

uitvoeren dan daar geschoold personeel voor in te

huren dat dat werk sneller kan. Door de hoge belas-ting kan dat person eel per saldo meer kosten dan wat

de doe-het-zelver anders netto bij zijn baas had kun

-nen verdienen. Maar dit probleem speelt maar in een

heel klein deel van de huidige economie. De restau

-rants hebben daar tot nu toe niet onder te lijden. De tweede stelling van Keuzenkamp heeft betrek

-king op de armoedeval. Hoge uitkeringen maken dat

wie een baan krijgt er nog maar weinig op vooruit gaat, en dat gaat ten koste van de motivering om weer

aan de slag te gaan. Hetwordt ook in kabinetsstukken als een ernstig probleem aangemerkt. Ongetwijfeld

zijn er ook individuele gevallen waar dit speelt. Voor

wie een studieschuld moet terug betalen en tegelij-kertijd nog huursubsidie heeft, is het niet aantrekke-lijk om laagbetaald werk aan.te nemen.

Toch speelt over het geheel de armoedeval een veel

minder grote rol dan men in het algemeen geneigd is aan te nemen. Door hun lagere uitkering gaan alleen

-staanden er vee! meer op vooruit wanneer zij werk

aanno cate~ marg van c cent (echt veell dan c

Je

omd: frauc de val ren r ook1 bijsta werk val z, we in. Ee mind dank

(2)

jn let

1m

bk 0-t S- 111-let dj-·k, ·rk I

•g-en re-' >e -sie let JUt :an :elf te as -IVat m-!en au- ek-dat ·uit eer ken :eld oor !lij - :ke-;eel :dis :en -rerk s &.o 7/8 2oo1

aannemen dan kostwinners. Het is juist deze laatste

categoric die geconfronteerd wordt met een extreem

marginaal tarief, van soms wei 1 oo procent. Toch had

van de alleenstaanden halverwege vorigjaar 8,3

pro-cent een bijstandsuitkering, tegen 1 ,4 procent van de

(echt)paren. Kennelijk zijn allerlei andere factoren

vee! belangrijker voor de vraag of iemand werk vindt dan de armoedeval.

Je kunt veronderstellen dat het verschil ontstaat

omdat vee! samenwonende bijstandsgerechtigenden

frauderen, maar dan nog betekent dat dat de

armoe-deval zoals die geldt voor samenwonenden en

echtpa-ren maar in weinig gevallen van betekenis is. Je kunt

ook verondcrstellen dat echtparen maar weinig in de

bijstand komen, omdat daarvoor beide partners

werkloos moeten zijn. Maar ook dan is de

armoede-val zoals die geldt voor echtparen voor de praktijk

weinig relevant.

Een derde verklaringsgrond is dat alleenstaanden

rninder sociale druk ondervinden om werk te zoeken

dan kostwinnaars. Oat houdt in dat niet-economische

prikkels belangrijker zijn dan economische. Mij Ujkt

de voornaamste verklaring dat de gemiddelde alleen

-staande sociaal minder vaardig is. Dezelfde eigen

-schappen waardoor mensen geen partner hebben,

maken het ook moeilijker om aan werk te komen. En

ook dat relativeert het belang van de armoedeval.

Socialisten streven van oudsher naar een maatschap

-pij met goede publieke voorzieningen en geringe in

-komensverschillen. Op beide pun ten hebben zij de

si-tuatie de afgelopen twintigjaar zien verslechteren, of

de PvdA nu in de oppositie zat of in de regering. De

vraag is of we de komende regeringsperiode in staat

zullen zijn om de achterstand in de publieke

voorzie-ningen weer in te !open, en de inkomensteruggang

voor wie buiten het arbeidsproces is komen te staan,

beperkt te houden. Daarbij moet de PvdA zich niet

op een dwaalspoor Iaten brengen door argumenten

vanuit een theorie waarin aileen economische

prik-kels tellen, wanneer die argumenten in de praktijk niet op blijken te gaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het onderzoek naar de relatie tussen de hemoglo- bineconcentratie en het aantal EC’s dat getransfun- deerd wordt, bleek dat de hemoglobineconcentratie op grond waarvan besloten

These workshops should not only empower people with knowledge and understanding of relational well-being and relational qualities and the impact thereof on a school community,

De D66-fractie heeft dit verwoord in haar eerdergenoemde vragen, echter u heeft in uw beantwoording van onze vragen er toen voor gekozen om hier niet op in te gaan en te volstaan

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756... Een Nieuw Lied, gemaakt op de Victory, Bevogten door de Koning

Onder commerciële waarde zou echter ook kunnen worden verstaan de waarde van het pensioen zoals de uitvoerder van het pensioen in eigen beheer dit in de jaarrekening moet opnemen

- met grassen onderzaaide graangewassen zijn geschikt als voedselgebied tijdens de zomer omdat hierin meer insecten kunnen voorkomen; de gesloten stoppel van deze akkers is

Zeker is wel dat er een perceptieprobleem is met betrekking tot de gevolgen van een beperking voor de kwaliteit van de controle: diverse gerelateerde betrokkenen verwachten

2p 35 Geef de formules van twee deeltjes die, naast water, in elk geval moeten voorkomen in (zure) aluminiumhoudende grond (regels 4 tot en met 6). 2p 37 Geef de vergelijking