• No results found

Opschalen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opschalen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 07 december 2013

Opschalen

taalcultuur

Opschalen

Leonie Cornips (1960, Heerlen), bijzonder hoogleraar Taalcultuur

in Limburg aan de Universiteit Maastricht, doet onderzoek naar

de relatie tussen de gesproken talen en dialecten in Limburg en

de identiteit die eraan ontleend wordt. Hier doet ze tweewekelijks

persoonlijk verslag van haar zoektocht.

I

n Den Haag heb ik pas een nieuw woord geleerd. Ik was met een handjevol weten-schappers uitgenodigd voor een expertmeeting over

‘lokale/regionale identiteit’ bij het mi-nisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De reden voor het overleg was dat lokale iden-titeit een van de thema’s is in de zo-genaamde strategische kennisagenda van BZK in het kader van goed be-stuur voor burgers. Deze kennisagen-da heeft ook de participatiesamenle-ving tot thema uitgeroepen. Participa-tiesamenleving is net door 1.300 be-tiesamenleving is net

zoekers van het On-ze Taal-congres ge-kozen tot hét woord van 2013. Concurrerende woorden waren pietitie, socialbesi-tas, selfie en slet-vrees.

In die

expertmeet-ing viel in de eerste

twee minuten het woord ‘opschalen’, dat daarna het twee uur durende overleg domineer-de. Opschalen klinkt niet bijzon-der bemoedigend, waarschijnlijk door al die associaties met andere werk-woorden waarin het kleine woordje ‘op’

het kleine woordje ‘op’ grote gevol-gen voor de betekenis kan hebben, zoals in opzouten, opdonderen, op-rotten, opruien en opschroeven.

Het werkwoord opschalen is in elk geval heel toepasselijk voor het ge-bouw van het ministerie waarin ik me bevond. Het is het grootste Rijks-kantoor van Nederland, in oktober geopend door de koning, en bij aan-komst moet je je hoofd flink in je nek leggen en een stukje door je knie-ën zakken om het gebouw te over-zien. Zo’n stuk of tien beveiligings-mensen helpen je bij het binnenko-men verder om door het imbinnenko-mense gebouw te laveren. Ik had mijn over-leg op de 36ste verdieping (circa 140 meter hoog) en alleen al met de lift naar boven is een uitje. De kooi schommelde zachtjes, de wind leek om je oren te suizen en het uitzicht was adembenemend. Ik kan me voor-stellen dat bestuurders die letterlijk met hun voeten in de wolken verke-ren en met hun blik tot ver achter de horizon reiken, goed met opschalen uit de voeten kunnen.

Herindelingen hebben het aantal gemeentes in Nederland al drastisch opgeschaald; in Limburg van 104 naar 47 in de afgelopen 25 jaar. En nu is er het idee van minister Plasterk

om provincies op te schalen. Maar op-schalingen veroorzaken commotie en protesten. Burgers beroepen zich op hun lokale identiteit omdat zij vre-zen dat opschalen het eigen en unie-ke in hun dagelijkse omgeving onge-daan zal maken. En deze zienswijze brengt hevige emoties voort. Kijk maar hoe gepassioneerd en heftig me-nigeen reageert op eventuele wijzigin-gen in het vieren van het als uniek en eigen beleefd sinterklaasfeest.

Heb ik in dit overleg iets kunnen betekenen vanuit taalcultureel per-spectief? Mijn mede-wetenschappers waren vooral rekenaars die een ‘iden-rekenaars die een

‘iden-titeit’ willen meten aan de hand van ‘factoren’ zoals de hoeveelheid subsi-die uit Europa en het aantal scholen, schouwburgen en ziekenhuizen in een regio. Volgens hen staat of valt een ‘positieve’ identiteit ook met het succes waarin steden of regio’s met een nieuw imago erin slagen toeristen en bedrij-ven te trekken.

Maar dit is van ondergeschikt be-lang. Natuurlijk is het belangrijk dat er dicht bij een zie-inkelcentrum is, maar kenhuis of winkelcentrum is, maar mensen identificeren zich niet auto-matisch met een regio vanwege goe-de voorzieningen. Voor goe-de construc-tie van lokale identiteit zijn inzet en inspanning vereist. Mensen maken een fysieke ruimte tot een plek die voor hen betekenis heeft, waardevol en vertrouwd is, vergeleken met een plek elders. Vandaar dat wijzigingen in die ruimte emoties met zich mee-brengen. Hoe identificatie met eigen dorp, stad of streek plaatsvindt, is vrij onvoorspelbaar en afhankelijk van hoe anderen dit interpreteren. Boven-dien is de beleving van een lokale identiteit nooit voor iedereen dezelf-de omdat elke gemeenschap uit wis-selende subgroepen bestaat. Daarom zou het al mooi zijn als de overheid bij opschalen laat zien zich bewust te zijn van het bestaan van al die ver-schillende identiteiten. Misschien helpt dat om bij grootschalige be-stuurlijke veranderingen al te heftige gevoelens en tegenreacties te voorko-men. En voor mijn mede-weten-schappers die zo graag willen reke-nen: de verbondenheid die mensen onderling creëren, beleven en waar-deren is uitermate grillig, nauwelijks te meten, in factoren te vangen of in euro’s uit te drukken.

door 1.300

be-op’ grote

gevol-waren vooral rekenaars

kenhuis of winkelcentrum

TAALCULTUUR

LEONIE CORNIPS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deel 3 Nabeschouwingen en aanbevelingen.. Opvoedingsondersteuning binnen de dienstverlening van OCMW’s.. Deel 1 Opdracht

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

De vertrouwenspersoon heeft vrije toegang tot de gebouwen van de gemeente voor zover deze gebruikt worden voor de toeleiding naar, advisering over en de bepaling van de

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Figuur 2: Aantalpercentages van de gevangen vissen in de Dommel tijdens de campagne april 2007 paling 30% riviergrondel 23% baars 11% blankvoorn 8% zonnebaars 7% snoek 7

In het noordwestelijk deel kan gebruik gemaakt worden van de bestaande dijk, zo moet geen nieuwe dijk worden aangelegd en wordt een deel van het Natura 2000 gebied ontzien. Vanuit

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden

Het volledige netwerk van integrale en gerichte reservaten in bossen moet een coherent geheel worden, en geen samenvoeging van een groot aantal losstaande initiatieven. Een