• No results found

PROO-bulletin, 413.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "PROO-bulletin, 413."

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

413 PEDAGOGISCHE STUDIËN 2005 (82) 413

PROO start nieuw cohortonderzoek

De Programmaraad voor het Onderwijs-onderzoek (PROO) heeft een nieuw longitu-dinaal onderwijsonderzoek in voorbereiding. Dit onderzoek moet de vervanging worden voor het cohortonderzoek in het primair onderwijs (PRIMA) en dat in het voorgezet onderwijs (VOCL).

Beide projecten vormen een rijke infor-matiebron voor wetenschap en beleid over de ontwikkeling van leerlingen in de twee onderwijssectoren, en factoren die daarop van invloed zijn. Ze leveren zeer omvangrijke databestanden die regelmatig worden aange-vuld met nieuwe gegevens. Een belangrijk nadeel van deze projecten is dat het niet mo-gelijk is de ontwikkeling van leerlingen te volgen van het basis- naar het voortgezet on-derwijs. Dat hangt samen met de structuur van het Nederlandse onderwijsbestel: na de basisschool waaieren de leerlingen uit over een groot aantal scholen in het voortgezet on-derwijs. Het is tot nu toe niet goed mogelijk deze jongeren op te sporen en ze te blijven betrekken in het onderzoek.

De invoering van het onderwijsnummer brengt verandering in deze situatie. Van elke leerling die wordt ingeschreven in een school, wordt centraal het onderwijsnummer genoteerd. In het databestand worden ook ge-gevens opgenomen over de achtergronden van de leerlingen. Elke wijziging in de schoolloopbaan, zoals een verandering van school of het overgaan naar een volgend leer-jaar, wordt doorgegeven en in het bestand verwerkt. Ook profielkeuzes in het voortge-zet onderwijs en eindexamenresultaten wor-den opgenomen. Na verloop van tijd ontstaat zo een schat aan gegevens over individuele schoolloopbanen van basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs.

De nieuwe opzet van het longitudinale co-hortonderzoek die de PROO voor ogen staat, leunt in hoge mate op deze gegevens. Ze wor-den aangevuld met informatie over prestaties van de leerlingen op een aantal momenten,

hun psychosociale ontwikkeling en hun thuissituatie. Dit vormt de basis voor het co-hortonderzoek.

Aan deze basis kunnen extra projecten ge-koppeld worden in de vorm van modules. Dit kunnen eenmalige dataverzamelingen of ana-lyses zijn, maar ook langer lopende onder-zoeksprojecten. De PROO reserveert hier-voor geld en zal periodiek de mogelijkheid bieden subsidieaanvragen hiervoor in te die-nen.

Het onderwijsnummer is al ingevoerd in het voortgezet onderwijs; het primair en middelbaar beroepsonderwijs volgen nog. De bestanden worden zorgvuldig beheerd en be-waard door het CBS. De PROO en het CBS maken samen afspraken over een goed ge-bruik van de gegevens voor het onderwijs-onderzoek.

De PROO heeft voor de basisdataverza-meling een globale opzet geschetst die hij wenselijk acht. In de zomer van 2005 hebben enkele groepen onderzoeksinstituten gewerkt aan de uitwerking van die opzet in de vorm van subsidieaanvragen. In het najaar worden deze plannen beoordeeld, en begin 2006 zal besloten worden wie het project kunnen gaan uitvoeren.

PROO-Bulletin

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leraren in onder andere Flevoland, Amsterdam en Den Haag hebben, in vergelijking met hun collega’s elders in het land, relatief vaak een tijdelijk dienstverband: minimaal 8 procent

Op scholen waar bijna alle leerlingen een migratieachter- grond hebben, haalt soms 18%, maar soms ook 69% van de leerlingen het streefniveau bij lezen.. Op deze scholen komt

Verder beantwoordt de inspectie de vraag of Parkendaal, voor zover daar onderwijs wordt gegeven als bedoeld in de WPO een dagschool is en of de bevoegdheden van de leraren, voor

Verder beantwoordt de inspectie de vraag of Sanyu, voor zover daar onderwijs wordt gegeven als bedoeld in de WPO een dagschool is en of de bevoegdheden van de leraren, voor zover

Van de leerlingen in groep 8 (2019) behaalt 73 procent minimaal niveau 1F voor schrijfvaardigheid; slechts 28 procent van de leerlingen beheerst ook het streefniveau 2F (Inspectie

Kwaliteitszorg besturen en scholen  Van alle 926 besturen in het primair onderwijs heeft 89 procent geen enkele onvoldoende of zeer zwakke vestiging in 2018.. Hoewel het

Sturen op kwaliteit Fries kan beter • Uit het onderzoek Fries in 2018/2019 waarin voor het primair onderwijs 42 besturen, 329 schooldirecties, 1.201 leraren en meer dan

Verschillen tussen leerlingen en scholen  Vooral leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder goede resultaten bij lezen, taalverzorging en rekenen, ook