Vochtproblemen in een wijk in Vianen
Citation for published version (APA):
Wijnant, E. (1987). Vochtproblemen in een wijk in Vianen. (TU Eindhoven. Fac. Bouwkunde : publicaties Bouwkundewinkel). Technische Universiteit Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1987 Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
Vochtproblemen in een wijk in Vianen
student Ellen Wijnant
namens de Bouwkunde Winkel begeleiding Hr Wolfs
DE Bouwkundewinkel is een van de acht Wetenschapswinkels aan de Technische Universiteit Eindhoven.
De TUE aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan personen
en zaken die voortvloeien uit de toepassing of het gebruik van
resultaten van het verrichte onderzoek,behoudens in geval
van opzet,grove schuld of grove nalatigheid van de TUE of de
Samenvatting
Naar aanleiding van een aanvraag bij de Bouwkunde Winkel
Eindhoven (BWE) omtrent ernstige vochtproblemen (condens en
schimmel in woningen) is een onderzoek ingesteld waarvan dit het
rapport is.Het onderzoek houdt in het meten van de binnen en
buitenvochtigheden in de twee betreffende woningen in Vianen.dit
was een hoekwoning aan het Lippe Detmoldplein 1 en een
tussenwoning aan de Reinoud IIIstraat 9.Met behulp hiervan is
geconstateerd dat een ext erne vochtbron aanwezig is in een van de
woningen.De metingen hebben plaatsgevonden van 7 januari tot 3
februari 1987.Daar er een sterk vermoeden bestaat dat de
kruipruimte de oorzaak is zijn hierop enkele aanbevelingen
gebaseerd.
Inhoud 1 1.1 1.1.1 1.1. 2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.1.8 1.2 1.3 1.3.1 1. 3.2 2 Samenvatting I I nhoud I I Inleiding 1
Inleidende begrippen. vaktermen en symbolen 1a
Vochtproblemen 1a
Bouwvocht 1a
Optrekkend vocht 1a
Condesatievocht 1b
Vochtproductie door bewoners 1b
Doorslaand vocht 1b Voehtige kruipruimte 1e Bouwfouten 1e Venti latie 1e Verklaring symbolen 1e Verklaring vaktermen 1e Koudebruggen 1e Geometrisehe koudebruggen 1e Toegepaste Formules 1f
Prob leemste11ing 2
Klaehten fam.Bottenberg 3 Gedrag 3 Bouwkundige Situatie 3 Klaehten fam.Groenendijk 4 Gedrag 4 Bouwkundge Situatie 4 Meetmethode 5 Aanname Vochtproduetie 6 Gebruikte apparatuur 6a Meting 7 Meetresu1taten 8 Conelusie thermohygrograafmeting 9
Volumestroom uit de kruipruimte 10
Aanbevelingen voor renovatie 11
Li teratuur 12
Bijlagen III
Meetstroken thermohygrograaf .
Tabel meetresultaten th.hy.graaf .
Meetgegevens KNMI .
Grafiek I .invloed van ventilatie via
kruipruimte .
Tabel dampdrukspanningen .
Conclusie onder zoek door firma Injection
Grafiek I I Ci en Ce waarde uitgezet tegen de
t ij d .
Inleiding
Woensdag 10 december hebben W1J ,Marlien Bleumink en Bert Cornet
en ikzelf, Ellen Wijnant een bezoek gebracht aan Vianen en Den
Bosch waar zich vochtproblemen voordoen in eengezinswoningen.
In Vianen ,waarover dit verslag handelt betreft het een gehele
wijk (1963-1964) waar bij verschillende woningen dit probleem
zich voordoet.Het probleem verergert de laatste jaren en de
buurtvereniging"Ons belang is wonen" heeft al meerdere pogingen
gedaan het euvel te verhelpen voordat zij zich tot de BWE
(Bouwkunde Winkel Eindhoven) heeft gewend.
Volgens de heer van Schaik,wiens woning ook vochtproblemen heeft
is er een duidelijk verband tussen het optredende probleem en de
grondwaterstand.De woningen hebben toebehoord aan een
stichting,die deze woningen via bedrijven aan werknemers
verhuurde.Drie en een half jaar geleden zijn de huizen ,zonder
tijdig inlichten van bewoners verkocht aan de huidige verhuurder.
Deze eigenaar wil de huizen aan de bewoners verkopen,wat in
enkele gevallen ook gebeurd is.Onderhoud en reparaties worden
minimaal verricht.Huurverhogingsweigering is in een aantal keren
succesvol door de bewoners toegepast.De verhuurder komt ook voor
andere gevallen. o.a. woningen in Leerdam. bij de huurcommissie
ter sprake.
Een eerder verricht onderzoek door het bedrijf injection is
gebruikt bij een aanklacht.De uitspraak van deze rechtzaak is
negatief uitgevallen voor de verhuurder.die binnen een reparaties
zou moeten verrichten.De bewoners hebben de door de verhuurder
oorgestelde reparaties geweigerd,omdat dit zeer ingrijpende
werkzaamheden waren. die bovendien volgens de bewoners geen enkele oplossing zouden brengen.
veel watergebruik voor
cement en gips. bezit de
oplevering een verhoogde
meestal
met een
van het
1.INLEIDENDE BEGRIPPEN
LVAKTERMEN EN SYMBOLEN.
Daar van een deel van de doelgroep, waarvoor dit rapport is
geschreven niet verwacht mag worden dat ZlJ enige relevante
kennis van de bij het probleem behorende bouwfysica bezit, worden enkele begrippen nader toegelicht.
Woorden aangeduid met (*) worden, om de tekst leesbaar te houden,
in 1.2. toegelicht.
Waar twee [ . . . . j zijn opgenomen betreft het een:
-Literatuurverwijzing opgenomen in hoofdstuk 8. in geval van
cijfers.
-Tekeningen/grafiekenverwijzing opgenomen in de bijlagen in geval van Romeinse cijfers.
1.1. Vochtproblemen.
Vochtproblemen kunnen door verschillende oorzaken ontstaan t~
weten:
1) BouWYocht.
2) Optrekkend vocht. 3) Condensatie vocht.
4) Vochtproductie door bewoning. 5) Doorslaand vocht.
6) Vochtige kruipruimten. 7) Bouwfouten.
8) Te geringe ventilatie. 1.1.1. BouWYocht.
Daar het bouwen gepaard gaat met
bijvoorbeeld het aanmaken van beton,
woning de eerste twee jaar na de
vochtconcentratie.
Deze "tijdelijke" verhoogde vochtconcentratie kan aanleiding geven tot vochtproblemen in de constructie, die zich vaak uit aan de oppervlakken van de betreffende bouwdelen.
1.1.2. Optrekkend vocht.
Optrekkend vocht, is vocht dat door de constructie (
fundering) opgenomen wordt als gevolg van aanraking
vochtige of natte ondergrond en door capillaire werking
materiaal naar boven wordt getransporteerd.
Het optrekkend vocht uit zich vlak boven het vloerniveau aan de
oppervlakken van de wanden. In oude woningen met een gemetselde
fundering en een houten vloerbalklaag kan dit schade geven aan de in de muur opgelegde balkkoppen door rotting. Door de hedendaagse
toepassing van betonnen funderingen speelt dit probleem
1.1.3. Condensatie vocht.
Lucht bevat altijd een hoeveelheid vocht. Des te hoger de
temperatuur van de lucht des te meer vocht de lucht kan bevatten.
Daar in het algemeen de lucht binnenshuis meer vocht bevat in
absolute zin, dan de lucht buitenshuis zal er een vochttransport,
als gevolg van dit dampdrukverschil van binnen naar buiten
plaats vinden.
In de verscheidende constructie zal, door het verschil van
binnen- en buitentemperatuur, een temperatuurgradient aanwezig
zijn.
Nu bestaat de mogelijkheid dat de vochtstroom in de constructie
ergens gaat condenseren doordat de vochtstroom een te lage
temperatuur ontmoet.
Condensatie treedt dus op wanneer de partiele dampdruk Pw (*) bij
verlaging van de temperatuur de verzadigingsdruk Ps(*) bereikt.
De temperatuur waarbij Pw = Ps noemt men het dauwpunt Td(*) .
Ligt dit dauwpunt aan de oppervlakte van de constructie (
bijvoorbeeld enkel glas) dan spreekt men van oppervlakte
condensatie.
Oppervlaktecondensatie wordt dus bepaald door de
oppervlaktetemperatuur van de constructie en door de dampdruk
binnen.
1.1.4. Vochtproductie door bewoning.
Bewoners produceren zowel indirect als direct vocht. Indirecte vochtbronnen:
-Ademen
-Transpireren,vochtverlies aan de huid Directe vochtbronnen: -Koken -Wassen -Was drogen -Afwassen -Douchen en Baden -Planten -Dweilen
-Geiser zonder afvoer
1.1.5. Doorslaand vocht
Doorslaand vocht onstaat ten gevolge van regendoorslag. De spouw
dient er voor om het doorgeslagen vocht door middel van
ventilatie(als waterdamp) en door middel van de open stootvoegen
( als water) af te voeren.
Open stootvoegen of ventilatieroosters die verstopt zijn met vuil
en/of valspecie kunnen een slechte water(damp) afvoer tot gevolg
hebben, waardoor er een transport naar de woning toe kan plaats
vinden.
Verbindingen tussen het binnen- en buitenspouwblad ten gevolge van
verkeerd(e) (uitgevoerde) details, mortel of steen resten in de
spouw kunnen een vochtbrug doen ontstaan, waardoor er ook een
vochttransport naar de woning toe kan plaatsvinden.
1.1.6. Vochtige kruipruimten
Kruipruimten die een min of meer vochtig aanvoelende bodem hebben
of kruipruimten die vaak blank staan hebben een zeer hoge
relatieve vochtigheid RV(*) ,
Hierdoor onstaat een dampdrukverschil tussen de kruipruimte en
de woning. Bij een hogere dampdruk in de kruipruimte, kan door
een open verbinding vocht de woning binnen dringen. Open verbindingen kunnen zijn:
kruipruimteluiken, meterkasten met leidingdoorvoeren en in
mindere mate aansluitingen tussen vloeren en wanden.
Luchtvochtigheidsverhoging in de woning ten gevolge van een
luchtvochtigheid in de kruipruimte kan door middel van
transportmechanismen plaatsvinden. [ 1 ],
1)Dampdi f fus ie.
2)Capillair vochttransport, 3)Luchttransport.
hoge drie
Dampdiffusie
Vochttransport ten gevolge van diffusie door steenachtige vloeren
is verwaarloosbaar ten opzichte van punt 3. Capillair vochttransport
Capillair vochttransport kan alleen via
plaatsvinden en is gewoonlijk verwaarloosbaar ten
punt 3.
de fundering
opzichte van
Luchttransport
Een luchtstroom van de kruipruimte naar de woning kan aIleen
ontstaan indien aan de volgende drie voorwaarden wordt voldoen: A)De kruipruimte heeft een open verbinding met de buitenlucht, B)Er zijn luchtlekken tussen de kruipruimte en de woning,
C)Er heerst een drukverschil tussen de kruipruimte en de woning, ad A) Kruipruimten geventileerd voldaan. moeten worden,
door middel van ventilatieroosters
zodat aan deze voorwaarden altijd wordt
ad B)
Luchtlekken tussen kruipruimte en woning kunnen ontstaan door
leidingdoorvoeren, aansluitingen tussen vloeren en wanden,
kruipruimteluiken en door kieren in de vloer zelf.
De grootte hiervan is afhankelijk van het gekozen vloersysteem en
de uitvoering en kan door een combinatie van een opblaasproef en
een zogenaamde "traces-gas"-meting bepaald worden.Dit is een kostbare meting,
Schoorsteeneffect
Drukverschillen zijn tijdens het stookseizoen altijd aanwezig.
Het temperatuurverschil tussen binnen en buiten veroorzaakt een
hydrostatisch drukverschil.
De wijze waarop dit drukverschil zich over de gevels zal
verdelen. hangt af van de verdeling van de verschillende
luchtlekken over de ruimte.
,
....
...
\...
/..
I-
-1
/:
Drukverdellng over da gavel blJ evenredlge lekverdellng ever de heogt.e. Drukverdellng over degevel ; het grootste
1ek bevlndt zlch
bo-vent
De basis hierbij is steeds. dat de lucht die ten gevolge van de
onderdruk binnenstroomt. als gevolg van de overdruk weer naar buiten moet stromen.
Het drukverschil aldus [1] wordt bij benadering gegeven door de
volgende formule:
P=p*g*h*AT . waarin:
T
P=hydrostatisch drukverschil
=dichtheid van lucht (circa 1.2 kg/m3 bij Te=20 C)
g=gravitaiteversnelling (circa 9.8 m/s2) h-hoogte beschouwde ruimte of gebouw (m) T-binnentemperatuur (K)
T= temperatuur verschil tussen binnen en buiten (K)
C(- 293 K) C(- 273 K) h"'5 a 6 ca 5 Pa. Bij een Ti ... 20 Te" 0 geeft dit.bij drukverschil van
m(van kruipruimte tot dak) .een
blijken in de praktijk bij een lekke woning
klein te ZlJn. echter hoe groter de luchtdichtheid
des te "groter" de onderdruk kan zijn. Mechanische afzuiging
Een mechanische afzuiging
veroorzaken.
Deze drukken
(verwaarloos) van de woning
kan een onderdruk in de woning
Winddruk
Ten gevolge van de wind ontstaan rond een gebouw onder en
overdrukken.
Daar in de regel de onderdruk een groter oppervlak bestrijkt dan
de overdruk zal in de woning een onderdruk ontstaan.
De afzonderlijke invloeden geven gesommeerd de totale onderdruk
1.1.7. Bouwfouten
Verschillende vochtproblemen kunnen ontstaan door bouwfouten.
Voorbeelden hiervan zijn: puin in de spouw, open verbindingen met de kruipruimte en koudebruggen(*) .
1.1.8. Ventilatie
Een verkeerde ventilatie door de bewoner of een bouwfout kan
aanleiding geven tot voehtproblemen ( bijvoorbeeld eondensatie),
doordat niet genoeg vocht afgevoerd kan worden.
Verbeterde ventilatie voorzieningen al of niet mechaniseh moeten
dan tot een oplossing leiden.
1.2. Verklaring van symbolen
Pw De partiele dampdruk.
De hoeveelheid vocht die de lucht bij een bepaalde
temperatuur bevat.
Ps De verzadigings dampdruk.
De maximale hoeveelheid vocht die de lueht bij een
bepaalde temperatuur kan bevatten.
TO Dauwpuntstemperatuur.
De dauwpuntstemperatuur is die temperatuur waarbij de partiele dampdruk van de in de lucht aanwezige waterdamp gelijk is aan de verzadigingsdampdruk behorende bij die temperatuur.
RV De Relatieve Vochtigheid
=
Pw/Ps.De relatieve vochtigheid geeft geen indicatie van de hoeveelheid vocht in de lueht.
DB Droge-Bol-temperatuur.
De droge-bol-temperatuur is de temperatuur van de lucht.
NB Natte-Bol-temperatuur.
De natte-bol-temperatuur is de temperatuur waarbij
evenwicht met de luehtvochtigheid wordt bereikt. 1.3.Verklaring van vaktermen.
1.3.1. Koudebruggen.
Constructieonderdelen die van binnen uit gezien ten gevolge van
een lagere warmteweerstand een lagere temperatuur hebben dan de
omgevende eonstruetie, waardoor gevaar voor eondensatie kan
optreden of voehtbruggen kunnen ontstaan.
( bijvoorbeeld volledig opgelegde vloeren en doorgaande lateien) 1.3.2. Geometrisehe koudebruggen.
Een koudebrug die zich manifesteerd ten gevolge van een
afkoelende buiten oppervlak dat veel groter is dan het opwarmend
2.Toegepaste formules 2.1 pi - pe =G*f. waarin:
n*V
pi
..
dampdruk binnen (Pa) pe .. dampdruk buiten (Pa)G - vochtproduktie ( g/h)
V - volume ( [kub] m)
n - ventilatievoud per uur
f
-
ornrekenfactor 462 x T. waarin T de absolutetemperatuur binnen is (J/kg.K) 2.2 R - d/ . waarin: R - warmteweerstand [vierkant.]mK/W) d .. dikte (m) - warmtegeleidingscoefficient. (W/mK) 2.3 q T/R. waarin: q - warmtestroomdichtheid. (W/[vierk.]m) T = temperatuurverschil (K of C) R - warmteweerstand ( [vierk.]mK/W) 2.4Tp-Te-B Ti-Te
Rl
Tp Te Ti RRl
.waarin: - temperatuur op plaats p - buitentemperatuur .. binnentemperatuur- warmteweerstand van buiten tot en met p = warmteweerstand lucht tot lucht.
Ri + Rconstr + Re
Probleemstelling
De wijk is gebouwd vlakbij de Lek,waar de grondwaterstand vrij
hoog is.De bouwgrond is volgens de bewoners niet opgehoogd bij de
aanleg van de wijk.Er is bij veel woningen vrijwel voortdurend
water in de kruipruimte.Er zijn zelfs gevallen,waar de kelder
onder water heeft gestaan en/of nog staat.
De begane grond vloer is een houten planken vloer,die niet
geisoleerd is.De onderzochte woningen hadden weI onder de
vloerbedekking en het parket een isolerende laag (geschat op
ongeveer 1,5 em).
Klachten zijn voornamelijk vochtige muren en schimmel.Het water
loopt langs de muren naar beneden met name achter kasten.Bij een
gezin was de achterwand van een kast weggerot.Het behang en de
vloerbedekking worden aangetast en ook de gordijnen gaan muf
ruiken.Er is veel condens op de ramen.Bij aIle woningen waar
we geweest zijn stond een raam vrijwel de gehele dag open.
Een duidelijk verband met hog ere stookkosten is niet vastgesteld
C.q. daarover bestond / was geen eensgezindheid.ln een
kopwoning,waar een kast was weggerot en waar vocht langs de wand
liep waren de stookkosten weI vrij hoog volgens de bewoners.Een
andere woning, dit maal een tussenwoning was de temperatuur
zonder veel moeite aangenaam te krijgen.ln deze laatste woning
betrof de klacht vooral schimmel in de badkamer,die zich op de
bovenverdieping bevindt.Overigens bleef in geen enkele woning het vochtprobleem tot de begane grond beperkt.
Bij verschillende woningen zijn ook in de geveis scheuren
geconstateerd.
Frappant is dat niet aIle woningen deze problemen hebben.Dewoning
van Mevrouw Pele,secretaris van de buurtvereniging heeft geen
last van vocht.Toen zij er pas woonde,dat is 22 a 23 jaar
geleden,was er weI water in de kelder,maar na wandafsluitende
reparaties is de kelder aItijd droog gebleven.Haar beide buren
hebben weI last van vocht.Er schijnt volgens de bewoners verband
te zijn met de loop van sloten e.d. voordat de wijk gebouwd
werd.Een plattegrond van de toemalige situatie is niet bij de
gemeente te verkrijgen.
Andere oorzaken voor het feit dat niet aIle woningen problemen
hebben kunnen gezocht worden in
-andere bewoning;gemiddeid aantal personen -continue ventilatie en verwarming
-gebruik van wasemkap in de keuken en ventilatieraampje in de
badkamer
-andere woning inrichting;vloerbedekking minder belemmerende
pt)
Klaehten Familie Bottenberg
Familie Bottenberg bestaande uit twee volwassenen,een kind en een poes wonen aan het Lippe Detmoldplein l;Dit is een kopwoning. De klachten luidden ;schimmel achter meubilair
schimmel onder het parket
vocht in de keukenkastjes
schimmel op de buitenzijgevel
vochtklachten op de eerste verdieping,waar
geen verwarming is (met uitzondering van de kamer waar de schoorsteen 1
Gedrag
-Moeder en kind ZlJn nagenoeg continu thuis.
-Was wordt gedaan in de schuur aehter het huis,waar de was ook
wordt gedroogd(of drogen geschiedt buiten) . -Er zijn niet overdreven veel planten
-Elke dag wordt eenmaal gedoueht waarna het raam OP de badkamer 1
kwartier wordt geopend.
-Tijdens het koken wordt de ventilator aangezet
-Het kind wordt elke dag in de badkamer gewassen,als het erg koud is gebeurd dit in de woonkamer.
-s'Oehtends wordt een kwartier a een half uur gelucht,op de
eerste verdieping zijn de ramen langer open ,maar wel beperkt tot de ochtend.Het is tijdens de meetperiode een keer voorgekomen dat de ramen vastgevroren waren en er dus niet gelucht kon worden. -Op de bovenverdieping wordt niet verwarmd.
Bouwkundige Situatie
-Baksteen wanden ,buitenwanden met ongeisoleerde spouw
-Houten vloer,waarop een dunne laag tempex(ca.l em) en bekleding
in de vorm van parket
-Er is geen C.V., in de woonkamer is een gaskachel
-Eris alleen enkel glas toegepast. Entree -op de vloer ligt zeil
-in de kast onder de trap zit schimmel op de buitengevel -de vouwdeur naar de woonkamer is gewoonlijk gesloten -in het kruipruimte luik is heet vochtig
Woonkamer-gaskachel aanwezig
-enkelglas waarop regelmatig condens optreedt -parket waaronder schimmel optreedt
-achter de bank bevindt zich schimmel
-air-conditioner aanwezig,die alleen op warme zomerdagen wordt gebruikt
Keuken-ventilator aan tijdens het koken
-schimmel in kastjes en op tegels tegen de buitengevel Bovenverdieping-geen verwarming
-schimmelvorming geweest,behoudens kamer waar
sehoorsteen loopt
Voor een plattegrond,zie bijlage.
Klachten Familie Groenendijk
Famillie Groenendijk woont in een woning,die qua indeling en
grootte gelijk is aan die van de familie Bottenberg.Het enige
verschil is dat het hier een tussenwoning betreft aan de Reinoud
III straat 9.
Familie Groenendijk bestaat uit twee volwassenen en twee
schoolgaande kinderen.
De klachten luiden schimmel vooral in de badkamer condens op enkelglas
water in de kruipruimte
De schimmel is in de woonkamer en de slaapkamers.Condens is er
voornamelijk beneden maar als boven mensen aanwezig zijn (b.v.
studerende kinderen) en wanneer er verwarmd wordt en de ramen
gesloten blijven treedt ook hier condensvorming op.De kruipruimte
staat onder water,de hoogte van het water is volgens de bewoners
afhankelijk van het waterpeil van o.a. de Lek. Gedrag
-Ruime delen van de dag is er niemand in huis aanwezig
-Er wordt ongeveer 10 keer per week gewassen en wanneer enigzins
mogenlijk wordt de was buiten gedroogd -Er zijn niet veel planten
-Elke dag wordt er vier keer gedoucht(vier volwassenen) -Tijdens het koken is de afzuigkap in werking.
-s'Ochtends wordt voor een Korte tijd een klepraampje geopend -De woonkamer en keuken worden met gaskachels verwarmd
-Op de bovenverdieping wordt eventueel met electrische kachels
verwarmd
-Door het openen van de keukendeur is er ook de mogenlijkheidom
met de warme lucht uit de keuken de bovenverdieping enigzins te
verwarmen.
Bouwkundige Situatie
-Baksteen wanden,buitenwanden met ongeisoleerde spouw
-Houten vIoer,waarop ondertapijt,daarop vloerbedekking met rubber rug
-Geen C.V.,in de woonkamer en keuken gaskachels,op de
bovenverdieping wordt eventueel electrisch verwarmd
-Er is aIleen enkel glas. toegepast
Entree-op de vloer vloerbedekking(als in de woonkamer) -deur naar de keuken soms geopend
-deur naar woonkamer gewoonlijk gesloten -in de kruipruimte staat water
Woonkamer-kachel aanwezig
-enkelglas waarop regelmatig condens optreedt -tapijt met rubbere rug en ondertapijt
-schimmel op de wanden
Keuken-in de kruipruimte achter de kelderkast staat water -afzuigkap in werking tijdens het koken
Bovenverdieping-schimmel en condens in de slaapkamer -aIleen wanneer nodig electrisch verwarmd Badkamer-schimmel op wanden
Meetmethode
In de woningen in Vianen is hoge vochtigheid
geconstateerd,waardoor er zich schimmel en condens
voordoet.Vochtigheid kunnen we registreren door gebruik te maken
van een thermohygrograaf of psychrometer(zie hoofdstuk Gebruikte
apparatuur) .We meten met deze apparaten de vochtigheid en
temperatuur binnen.De vochtigheid en temperatuur buiten wordt
opgevraagd bij vliegveld Volkel.Het verschil tussen deze gegevens
moet gelijk zijn aan de interne vochtproductie.Deze rekensom
wordt vertaald in de volgende globale formule Ci - Ce + #/(V.n)
hierin is Ci- interne vochtigheid Ce- externe vochtigheid
# =interne vochtproductie V =volume woning n -ventilatievoud gr/m.m.m gr/m.m.m gr/h m.m.m l/h
We zien dat ook ventilatie in de formule een rol speeIt.De
ventilatie van een woning heeft nameIijk invloed op de
hoeveelheid vocht.die van buiten in de woning komt en nog
belangrijker.de hoeveelheid vocht.die intern geproduceerd
wordt(koken,wassen etc.len naar buiten kan verdwijnen.
De in- en externe vochtigheid wordt gemeten.Voor de
vochtproductie worden op basis van Iiteratuur aannames gedaan.Is
er geen evenwicht,dat wil zeggen is de interne vochtigheid groter
dan de volgens de formule berekende waarde,dan mogen we daaruit
concluderen dat er een extra vochtbron is.
IN dit geval.waar zich in de kruipruimte en keider vocht
geconstateerd is.zou vocht door de vloer in de woning kunnen
Aanname vochtproductie Familie GrOenendlJk
samenstelling ;vier volwassenen
Blj de lage waarde is een reductie ingevoerd voor geringe
aanwezigheid (40% p.p)en voor gebruik van wasemkap (50% bij
afwassen en koken) vochtproductie gezin (50 gr.p.p.); wassen en drogen ci,:;uchen en baden planten kd:en afwassen ::ilTil i Ie BcV:.enberg hoog 200 gr/h 100 gr/h 40 gr/h 5 gr/h 80 gr/h 40 gr/h 465 grih =1';,2 v:g ;ci6.g laag 140 gr/h 100 gr/h 40 gr/h 5 gr/h 40 gr/h 20 gr/h 345gr/dag) =8.3 kg/dag
samensteillng twee voiwassenen
een kind een poes
B1J de lage waarde 1S een reductie
aa~wez1gheid(40%p.p.len voar gebrUIK van
en afwassenJ
1ngevoerd voorgerlnge
wasemkap (S()% bij koken
hoog laag 'v',)cht product1e gezin ( 50 gr. f.!. p,) ;150 gr/h 130 gr/h douchen 20 gr/h 20 gr/h p.anten 5 gr/h 5 gr/h koken 80 gr/h 40 gr/h arVlassen 40 gr/h 20 gr/h kruipruimte 10 gr/h
a
gr/h wassen 10 gr/h 10 gr/h --- -315 gr/h 220 gr/h =7,6 kg/dag =5,3 kg/hVaor het ventilatievoud wordt bij woningen tussen de 0,5 en 1,0
per uur gerekend.Het ventilatievoud is de waarde,die aangeeft
hoevaak een hoeveelheid lucht gelijk aan het volume van de woning
per uur naar buiten geventileerd wordt.De aanname 0,5 of 1,0 of
daartussenin berust op de aangetroffen toestand c.q.de ventilatie
gewoonte van de bewoners en waarden die aangetroffen ziJn tijdens
4.3 Gebruikte apparatuur
Bij
de
meting is gebruik gemaakt van een drietal
apparaten
te
weten:
1) Thermohygrograaf.
2) Psychrometer.
3) Multimeter met temperatuurvoeler.
4.3.1 Thermohygrograaf
Dit is een zelfregistrerend apparaat,
waarbij de luchtvochigheid
ten opzichte van de luchttemperatuur wordt uitgezet.
De nauwkeurigheid van het apparaat is 1 a 2 C.
Door
een
veer
op
te
winden wordt een
rol
langzaam
in
een
draaiende beweging gebracht.
Door
op
deze
rol
een hiervoor
bestemd
grafieken
papier
te
bevestigen
waarbij de tijdsindeling overeenkomt met de
snelheid
van
de
cilinder
is het mogelijk om de luchttemperatuur
en
de
luchtvochtigheid gedurende enkele dagen
Cqweken te registreren.
De
luchttemperatuur
wordt
door middel van een
wijzer
en
een
thermometer geregistreerd.
De
luchtvochtigheid wordt door middel van een wijzer die op
een
bepaalde
manier
verbonden
is
aan
een
streng
paardehaar
geregistreerd.
De
nauwkeurigheid
is
afhankelijk
van
de
afstelling
en
de
vervuiling van het apparaat (ca 5%)
4.3.2. Psychrometer
Door
een
Yin,
die door middel van een veer wordt
aangedreven.
wordt lucht langs twee kwikthermometers gezogen.
Door
een thermometer,
die omgeven is door een
kousje.
nat
te
maken. daalt de temperatuur tot evenwicht met de luchtvochtigheid
van
de
omgeven de lucht is bereikt.
Bij evenwicht kan
de
NB-Natte-Bol-temperatuur(*) afgelezen worden.
De
andere
thermometer meet de DB-Droge Bol-temperatuur(*)
van
de
omgevende lucht.
Aan
de
hand
van deze twee temperaturen kan de
RV
-relatieve
vochtigheid (*) bepaald worden.
4.3.3. Multimeter met temperatuuropnemer.
Een multimeter is een meter die voor verschillende metingen wordt
gebruikt.
Door
een temperatuur opnemer aan de multimeter te
verbinden
is
het mogelijk om via een thermokoppel de oppervlaktetemperatuur en
de luchttemperatuur te bepalen.
De temperatuur is op een display
Meting
Er
zijn twee korte duur
metingen gedaan.waarbij binnen
.buiten
en in de kruipruimte is gemeten (zie tabel 1).
Verder
zijn er gedurende vier weken thermohygrografen
geplaatst
in
de
woonkamer
van
de
familie
Groenendijk
en
familie
Bottenberg.Deze metingen zijn in de bijlage bijgevoegd.
In
tabel 2 zijn de daaruit berekende gemiddelde waarden per
dag
geregistreerd.Uit
deze tabel zien we
het verschil tussen binnen
en buitenvochtigheid
(Ci en Ce) voor beide woningen.
Uit
de
formule Ci-Ce+t/(n*V}
lezen we dat de waarde
van
Ci-Ce
gelijk moet zijn aan de factor t/(n*V) .
+/(n*V) familie Bottenberg
+-315 gr/hn-1 Ih
V-165 m.m.m
+-315 gr/hn-0.5 Ih
V-165 m.m.m
315/(1*165)-1.9gr/m.m.m
315/(0.5*165)-3.8 gr/m.m.m
*/(n*V) fammilie groenendijk
+-465 gr/hn-1 Ih
465/(1*165)-2.8gr/m.m.m
V-165m.m.m
*-465 gr/hn-0.5 Ih
V-165 m.m.m
465/(0.5*165)-5.6 gr/m.m.m
Deze
berekende
verge
1ij ken.Temperatuurmeting
waarde
kunnen
we
met
de
gemeten
waarde
T-23.0 gr. C
Door temperatuur te meten op
veschillende hoogte concluderen
we dat het nabij de begane
grond vloer aanzienlijk kouder
is dan op grotere hoogte.De
vloer is niet geisoleerd.
waardoor een groot
warmte-verlies optreedt naar de
kruip-ruimte.
T-20.6 gr. C
T-15.6 gr. C
beg. grond vloer
TABEL 1
WOONKAMER KRUIPRUIMTE BUlTEN
DB NB RV Ci DB RV Ck DB NB RV Ce
B1 21,4 14,0 40 7,5 12,3 65 7,1 0,8 -1,2 67 3,4
B2 19,2 14,7 62 10,2 10,3 90 8,6 10,3 9,3 88 8,5
G1 22,2 14,0 62 7,6 10,5 90 8,7 0,8 -1,2 67 3,4
G2 25,2 16,2 39 9,0 11,5 92 9,5 10,3 9,3 88 8,5
DB-droge bol meting (psychrometer)
NB-nattebol meting ( It )
RV-relatieve vochtigheid (%) Ci-vochtigheid binnen (gr/m.m.m)
Ck-vochtigheid in de kruipruimte (gr/m.m.m) Ce-vochtigheid buiten (gr/m.m.m)
B1-eerste meting bij f~ilie bottenberg,7 januari
B2-tweede meting bij de familie bottenberg,3 februari
G1-eerste meting bij f~ilie groenendijk,7 januari
G2-tweede meting bij de f~ilie groenendijk,3 februari
TABEL2 (zie ook grafiek II) volgens thermohygrograaf
Ce CiG-Ce CiB-Ce Ce CiG-Ce CiB-Ce
7-1 3,3 1.8 2,7 21-1 4,0 2,0 1.6 8-1 3,5 1,9 2,4 22-1 4,8 1,0 1,3 9-1 4,0 1,7 2,5 23-1 6,0 0,2 0,8 10-1 2,5 2,5 3,3 24-1 5.4 1.4 1,8 11-1 1,6 3.0 3.6 25-1 5,2 1,5 2,0 12-1 1,8 2.8 3,1 26-1 5,4 0,7 1,4 13-1 1,9 2,8 2,8 27-1 4.0 1,8 2.2 14-1 1,4 2,8 3,0 28-1 4,9 1,0 1,8 15-1 1.6 2,6 3,0 29-1 3,0 2,1 3,1 16-1 2,0 2,0 3.5 30-1 4,0 3,0 3,9 17-1 2.5 1.0 2,7 31-1 2,2 2,8 3,7 18-1 2,9 1,5 2.8 1-2 2,6 2,4 3,5 19-1 2,7 2.0 2.7 2-2 3,1 2,1 3,2 20-1 3.3 1.5 2,0 3-2 4,5 1,0 2.2
CiG-vochtigheid binnen bij de familie Groenendijk CiB-vochtigheid binnen bij de familie Bottenberg
gemeten
21-1
Ci-Ce.
eigen
van
de
Opmerkingen in verband met de grafiek II (zie bijlage)
*Ckr is slechts bekend van twee metingen bij bezoek van de woning
(7-1 en 3-2 1987)
*Uit ervaring is bekend dat kruipruimtevochtigheid en temperatuur
een grote stabiliteit vertonen
*OP basis van de gemeten waarde ende kennis t.a.v. stabiel gedrag
is het niveau van de kruipruimtevochtigheid geschat op ;
aanvang
7.1 a 8.7 gr/m.m
eind
8.6 a 9.5 gr/m.m
Dit is in de grafiek als het niveau van de Ckr weergegeven.
Wat is te lezen uit de grafiek
*Ce is altijd lager dan Ci (beide woningen)
*Ckr
is
altijd
ruim
boven
Ce.terwijl
de
kruipruimte
(goed.spaarzaam) geventileerd zijn.
Dit
wijst
opeen
voortdurerende
vochtproductie
in
de
kruipruimte.De
kruipruimte-ventilatie
dien t
gecontroleerd
te
worden;nodig
is:2
c~m.mvloer (MBV) doorlaatopening
zo
nodig
corrigeren.
*Ci
t.o.v.
Ck.De
binnenvochtigheid is altijd lager dan de /-kruipr.vocht.h.
.m.a.w.
diffusie
en
luchtstroming(eventueel
optredend) geven een vochtbijdrage naar de woonruimte.
*Ci
t.o.v.
Ce.De
binnenvochtigheid
voIgt
de
Ce(buitenvochtigheid)vrijwel
direkt.Dit
wijst
op
een
vrijwel
continue ventilatie.Vergelijk bijvoorbeeld de vochtigheden op
26-1 tim 3-2.
Noteren
W1Juit
de vochtproductie
berekende
toename
van
de
vochtigheid met dCi.dan is te steIIen (bij n is ca. 1);
woning Bottenberg;
*dCi-3gr/m.m.m
is praktisch altijd kleiner dan de
Ci-Ce;
Beschouwen
we
de
relatief
warme
peride
van
tim
28-1 niet mee.
dan is dCi ca.
1 gr/m.m.m lager dan
*De
gemeten
vochtigheden
overschrijden
de
vochtproductie (bij
n-l~(-1.8 gr/m.m.m) gedurende
3/4gemeten tijd
*Oe
gemeeten
vochtigheden
overschrijden
de
eigen
vochtproductie (bij
n-0.5) (-3.6 gr/m.m.m) gedurende
1/5van
de
gemeten tijd
*
Aangenomen
dat het ventilatiegedrag(tussen 0.5 en
1.0
Ih)
en de
vochtproductie redelijk constant is.is de vochtbalans
slechts
in
evenwicht te krijgen door een extra
vochtbron
te
veronderstellen.
14 "415 graden)
erg
laag.Deze
opstelling.
*
De
metingen
vertonen naar het einde van
de
dag
oplopende
lijn;er is dan minder ventilatie en er zijn meer
personen aanwezig.
*De tempertuur binnen is erg laag (overdag
Vergeleken
met het temperatuurverschil ts ze ook
metingen zijn misschien gevolg van een ongunstige
woning Groenendijk
*dCi-3gr/m.m.m
is gewoonlijk niet kleiner dan de
gemeten
Ci-Ce ;t.b.v. een sluitende vochtbalans is nauwlijks een bijdrage
van de kruipruimte nodig.
*
Slechts
op
2 dagen van de 28 gemeten dagen
wordt
de
eigen
vochtproductie bij n-l.OC-2.8 gr/m.m.m) door de
gemeten
waarde
overschreden.
*
De vochtsituatie is dus niet bovenmatig
*
Eventuele verbetering is mogenlijk door de kieren
naar
de
kruipruimte te dichten.onder de vloer is het
namelijk
erg
vochtig.
*
De
invloed van de kruipruimte is al erg
beperkt
door
type
vloerbedekking.
*Het
vochtniveau
in de woning is minder hoog dan bij
de
woning Bottenberg.
*Het ventilatiegedrag in de woning Groenendijk is wellicht
spaarzamer dan in de woning Bottenberg.
Conclusie
We
kunnen voor de woning van de familie
Bottenberg
concluderen
dat
er
een
extra
vochtbron
aanwezig
moet
zijn.De
eigen
vochtproductie
is
redelijkerwijs
niet
in
staat
het
gemeten
concentratieverschil bi-bu (Ci-Ce) te veroorzaken.;Bovendien zijn
aIle voorwaarde voor vochtproductie aanwezig
Voor
de
woning
van de familie Groenendijk
is
de
vochtbalans
redeliik sluitend te krijgen op basis van eigen vochtproductie en
gemeten
Ci-Ce.De
eigen
vochtproductie in de
badkamer
is
bij
voorkeur
te elimineren.Een extra ventilatievoorziening zou
hier
Volumestroom vanuit de kruipruimte
De
volumestroom
door
een element van een woningschil
kan
worden berekend uit het luchtdrukverschil over dat element met de
volgende formule(Uit literatuurbron 1) .
Qv-A * (2 * dP)Vrt * (l/r)V&
kg/m*m*m
m*m*mls
m*m
Pa
waarin
Qv-volumestroom
A-netto lekoppervlak
dP-luchtdrukverschil over A
n-exponent die verband houdt met de
aard van de luchtstroming door de
kieren of openingen.n ligt in tussen
1
en
2r-de volumieke Massa of soortelijke
Massa van lucht.1.2 kg/m*m*m bij
20 gr. C.
A- kierbreedte * lengte(-19.6 m)
Voor de kierbreedte gebruiken we 0.1 0.5 en 1,0 rom
Voor de dP gebruiken we 2 en 4 Pa.
Voor n nemen we de waarde 1.5
Stel kb -0,5 mm en dP-2 Pa.
A-0,0005 * 19.6-0.0098
m*m (kierbreedte 0,5 romJ
Qv-0,0098* (4)·...
7*
(1/1.2)0," -0.0226Qv-0.0226 *3600- 81.5
m*m*m~In een
TABEL
Kb
1.0
0.5
0,1
rom
dP
r - - -,
2 Pa
163.0
81.5
, 16. 3
~4 Pa
259.4
129.7
I64.8
\ 1 - - - _ _I*luchtlekkage
via
19,6 m kieren vanuit
de
kruipruimte
naar de beg. grond. (woonkamer)
tA",./h,
meest waarschijnlijke situatie fam.Bottenberg
meest waarschijnlijke situatie fam. Groenendijk.
Fam.Bottenberg
Wordt
het
ventilatievoud van de woning (165m.m.m) geschat
OP1
a1,2 dan is dus bij 81.5 m.m.m/h uit de kruipruimte p-0.4 a 0.5.
We kunnen nu uit grafiek 1 (literatuur 2) aflezen wat de bijdrage
van de kruipruimte is
ongeisoleerde vloer--) gebied II in de grafiek
p- 0.5
Fam. Groenendijk
De ventilatiestroom is hier 16.3 a 64.8.zodat p-0.1 a 0.3
We zien dan in de grafiek dat dei-0.5 a 1.5 gr/m.m.m.
Met deze vochtinfiltraties is de vochtbalans redelijk sluitend te krijgen.
Bekijken we de gemeten waarden dan blijkt inderdaad een groot
deel van de metingen een dergelijke hoge waarde aantoont.Hiermee
is dus een mogenlijke verklaring voor de gemeten vochtigheden.
Warmte weerstand
Vergelijkt men de warmte weerstand van de beg.grond vloer Rc is
ca.0.1 m.m.K/W)met de huidige eis(MBV 1987) ,waar een Rc wordt
geeist van 1.3 m.m.K/W dan is weI duidelijk dat de bestaande
constructie vanuit het oogpunt van energiebesparing en
behaaglijkheid niet voldoet.Bovendien geldt deze eis voor de
bouwkundige vloerconstructie (dus excl. v loerbedekking of
parket) .
Aanbevelingen voor renovatie
*
Alhoewel de invloed van vocht uit de kruipruimte
niet
strikt
bewezen is .is ze vrij waarschijnlijk.
*Het
beperken
van
vocht uit
de kruipruimte
kan
verwezenlijkt
worden door -isolatie t.b.v.de begane grond vloer
-kierdichting t.b.v.de begane grond vloer.
(zie
suggestie
voor
verbetering
beg.grond
vloer.bijlage)
*Te verwachten resultaten -warmere woning (stookkosten)
-warmere voeten
-minder vochtdoorlating
Fam. Groenendijk;
-ventilatiegewoonte wat wijzigen
.na douchen
.continu luchten
Fam. Bottenberg;
-kopgevelisolatie
.als spouwinspectie gunstig uitvalt dan na
verbetering vochtsituatie spouwisolatie
(bijy.ps-parels) aanbrengen.
9Geraadpleegde literatuur
l-Schaap L.E.J.J .•
Kruipruimte en luchtvochtigheid in de woning.
Bouwwereld nummer 5. 7 maart 1986.
2-Wolfs B.G .•
Vochtigheid in woningen.
Pfaff.J.C.
Vent. bewonersgedrag en vocht in woningen
Bouwkunde en civiele techniek nummer 4. april 1986.
3-N.V. Nederlandse Gasunie.
Condensatie.
Blauwdruk. januari 1985.
4-NEN 1068
5-Dekkers J.A.M .•
Beperking van de vochtigheid in de kruipruimte.
Bouwwereld nummer 6. 21 maart 1986.
6-N.V. Nederlandse Gasunie.
Problemen met kruipruimte.
Blauwdruk. april 1984.
7-TNO-onderzoek voor de bouw.
Vochtproblemen. een technisch mankement of bewonersgedrag?
Bouwwereld nummer 23. 15 november 1985
8-Schild E .• Casselmann H.F .• Dahmen G.• Pohlenz R.•
Bauphysik. planung und anwendung. 1977.
9-Pleysier J.A .•
Schimmelgroei als gevolg van vocht.
Bouwwereld nummer 3.
7 februari
1986.
10-Lichtveld W.J .•
Vochtontmoeting tussen woon- en bouwcultuur.
Bouwwereld nummer 3. 7 februari 1986.
ll-Nederland Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting.
Vochtproblemen en oplossingen.
Bouwwereld nummer 10. 16 mei 1986.
12-Linden van der A.C .• Veerman J.C.M .• Vos H.•
Ventilatie. condensatie. isolatie .•
PT/Bouwtechniek 39 nummer 1. 1984.
13-SBR 151. Vochtproblemen in bestaande woningen.
14-Modelbouwverordening. Vereniging Nederlandse Gemeenten
1987
temperaturen en vochtigheden gemiddeld over 6 uur binnenomstandigheden fam. Groenendijk
Te RV Cmax Ce Ti RV Cmax Ci Ci-Ce
7-1 -2.0 89 4.1 3.6 19.5 33 16.8 5.5 1.9 7-1 -3.7 95 3.6 3.4 20.0 35 17.3 6.1 1.7 8-1 -8.9 96 2.4 2.3 16.5 35 14.0 4.9 2.6 8-1 -5.8 96 3.1 3.0 17.0 34 14.5 4.9 1.9 8-1 -0.8 94 4.5 4.2 18.0 34 15.4 5.2 1.0 8-1 0.0 90 4.8 4.3 20.0 34 17.3 5.9 1.6 9-1 -1.3 89 4.3 3.9 17.0 37 14.5 5.4 1.5 9-1 -1.6 90 4.3 3.9 17.0 36 14.5 5.2 1.3 9-1 -1.2 91 4.4 4.0 19.0 36 16.3 5.9 1.9 9-1 -1.7 92 4.3 4.0 20.5 36 17.8 6.4 2.4 10-1 -5.0 92 3.3 3.0 17.0 36 14.5 5.2 2.2 10-1 -7.0 84 2.8 2.4 15.0 34 12.9 4.3 1.9 10-1 -7.1 83 2.8 2.3 18.0 32 15.4 4.9 2.6 10-1 -7.4 84 2.7 2.3 21.0 30 18.4 5.5 3.2 11-1 -9.6 82 2.2 1.8 15.5 32 13.3 4.2 2.4 11-1 -10.9 84 2.0 1.7 15.0 31 12.9 4.0 2.3 11-1 -11.0 73 2.0 1.5 19.0 30 16.3 4.9 3.4 11-1 -12.2 81 1.8 1.5 21.5 28 18.9 5.3 3.8 12-1 -12.9 88 1.7 1.5 14.5 31 12.5 3.9 2.4 12-1 -8.9 88 2.4 2.1 17.0 28 14.5 4.1 2.0 12-1 -9.1 82 2.3 1,9 20,0 29 17.3 5.0 3,1 12-1 -10.8 90 1.9 1.7 22.0 28 19.4 5.4 3.7 13-1 -8.9 90 2,4 2.2 15,0 32 12.9 4.1 1.9 13-1 -8.3 84 2.5 2.1 17.0 30 14.5 4.3 2.2 13-1 -8.4 80 2.6 2.1 20.5 28 17.8 5.0 2.9 13-1 -12.7 79 1.7 1.3 22.0 27 19.4 5.2 3.9 14-1 -14.3 81 1.5 1,2 16.5 27 13.1 3.5 2.4 14-1 -13.7 77 1.6 1.2 17.0 26 14.5 3.8 2.6 14-1 -9.7 72 2.2 1,6 19.5 28 16.8 4.7 3.1 14-1 -12.3 79 1.8 1.4 22.0 25 19.4 4.9 3.5 15-1 -12.4 73 1,8 1.3 15.0 28 12.9 3.6 2.3 15-1 -11.2 70 2.0 1.4 17.0 25 14.5 3.6 2.2 15-1 -8.8 76 2.4 1.8 20.5 26 17.8 4.6 2.8 15-1 -8.4 76 2.4 1.8 21.5 26 18.8 4.9 3.1 16-1 -8.6 78 2.4 1.9 15.5 29 12.3 3.5 1.6 16-1 -8.4 79 2.4 1.9 16.5 27 14.1 3.8 1.9 16-1 -7.8 82 2.5 2.1 20.5 26 17.8 4.6 2.5 16-1 -7.6 83 2.5 2.1 22.0 27 19.4 5.2 3.1 17-1 -7.7 89 2.5 2.2 16.0 27 13.7 3.7 1.5 17-1 -7.3 93 2.7 2.5 15.0 28 12.9 3.6 1.1 17-1 -6.3 91 2.9 2.6 13.5 29 11.7 3.4 0.8 17-1 -5.7 90 3.1 2.8 13.0 30 11.4 3.4 0.6 18-1 -4.9 91 3.3 3.0 13.0 31 11.4 3.5 0.5 18-1 -5.3 92 3.2 2.9 13.0 32 11.4 3.6 0.7 18-1 -5.8 90 3.1 2.8 20.0 29 17.3 2.2 2.2 18-1 -5.7 86 3.1 2.7 22.0 28 19.4 5.4 2.7 19-1 -6.8 87 2.8 2.4 17.0 29 14.5 4.2 1.8
vervolg tabel
20-1 -5,2 93 3,2 3,0 17,0 29 14,5 4,2 1,2 20-1 -4,0 92 3,5 3,2 17,0 29 14,5 4,2 2,4 20-1 -3,4 95 3,8 3,6 18,0 33 14,4 4,8 0,9 20-1 -3,7 97 3,6 3,5 20,0 34 17,3 5,9 2,4 21-1 -3,6 97 3,7 3,6 16,0 33 13,7 4,5 0,9 21-1 -3,3 97 3,8 3,7 17,0 35 14,5 5,1 1,4 21-1 -1,4 96 4,3 4,1 20,0 37 17,3 6,4 2,3 21-1 -0,8 98 4,7 4,6 21,5 42 18,8 7,8 3,2 22-1 -0,2 97 4,8 4,6 17,0 39 14,5 5,7 1,1 22-1 0,6 98 5,0 4,9 17,0 37 14,5 5,3 0,4 22-1 1,2 98 5,3 5,2 19,5 37 16,8 6,2 1,0 22-1 0,9 98 5,2 5,1 21,0 37 18,4 6,8 1,7 23-1 1,4 98 5,4 5,3 16,5 37 14,0 5,2 -0,1 23-1 3,2 98 6,1 6,0 16,5 37 14,0 5,2 -0,4 23-1 4,6 98 6,6 6,5 19,5 42 16,8 7,1 0,6 23-1 3,9 98 6,4 6,3 20,0 41 17,3 7,1 0,8 24-1 3,2 97 6,1 5,9 17,0 42 14,5 6,1 0,2 24-1 2,1 98 5,6 5,5 17,0 40 14,5 5,8 0,3 24-1 1,5 97 5,4 5,2 21,0 38 18,4 7,0 1,8 24-1 0,3 97 4,9 4,8 23,0 39 20,6 8,0 3,2 25-1 0,1 97 4,9 4,8 17,0 39 14,5 5,6 0,8 25-1 0,9 98 5,2 5,1 17,0 39 14,5 5,7 0,6 25-1 1,9 98 5,6 5,5 22,0 41 19,4 8,0 2,5 25-1 2,1 98 5,6 5,5 22,0 39 19,4 7,6 2,1 26-1 2,7 98 5,9 5,8 16,0 38 13,6 5,2 -0,6 26-1 3,3 95 6,1 5,8 17,0 40 14,5 5,8 0,0 26-1 1,8 92 5,5 5,1 19,0 39 16,3 6,4 1,3 26-1 0,6 96 5,0 4,8 20,5 39 17,8 6,9 2,1 27-1 -2,8 97 3,8 3,7 16,0 38 13,6 5,2 1,5 27-1 -2,8 97 3,8 3,7 15,5 39 13,2 5,1 1,4 27-1 -1,5 97 4,3 4,2 18,0 39 15,4 6,0 1,8 27-1 -1,0 97 4,5 4,4 20,5 38 17,8 6,8 2,4 28-1 0,7 98 5,1 5,0 16,5 40 14,0 5,6 0,6 28-1 2,1 96 5,6 3,4 16,0 40 13,6 5,4 0,0 28-1 2,8 84 5,9 5,0 17,5 39 14,9 5,8 0,8 28-1 0,5 92 5,0 4,2 20,0 38 17,3 6,6 2,4 29-1 -2,8 96 3,8 3,6 15,5 38 13,2 5,0 1,4 29-1 -1,7 85 4,2 3,6 16,5 37 14,0 5,2 1,6 29-1 -0,9 60 4,4 2,6 18,0 36 15,4 5,5 2,9 29-1 -5,1 72 3,2 2,3 21,0 33 18,4 5,5 2,6 30-1 -8,3 78 2,5 2,0 14,5 34 12,5 4,3 2,3 30-1 -7,2 72 2,7 1,9 16,0 33 13,6 4,5 2,6 30-1 -4,4 61 3,4 2,1 18,0 33 15,4 5,1 3,0 30-1 -7,1 79 2,7 2,1 21,5 33 18,9 6,2 4,1 31-1 -8,3 79 2,5 2,0 17,0 34 14,5 4,9 2,9 31-1 -6,0 69 3,0 2,1 16,0 32 13,7 4,4 2,3 31-1 -1,2 57 4,4 2,5 18,0 32 15,4 4,9 2,4 31-1 -7,4 85 2,7 2,3 21,0 33 18,4 6,0 3,7vervolg tabel
1-2 -7,9 84 2,6 2,2 15,0 35 12,9 4,5 2,3 1-2 -5,0 83 3,3 2,7 14,0 35 12,1 4,2 1,5 1-2 0,1 62 4,9 3,0 18,0 34 15,4 5,2 2,2 1-2 -4,1 71 3,5 2,5 20,5 33 17,8 5,9 3,4 2-2 -6,4 82 2,8 2,3 15,0 34 12,9 4,4 2,1 2-2 -3,5 77 3,6 2,8 17,0 32 14,5 4,6 1,8 2-2 0,8 66 5,2 3,4 19,0 32 16,3 5,2 1,8 2-2 -1,8 75 4,1 3,1 21,0 32 18,4 5,9 2,8 3-2 -1,6 77 4,2 3,2 16,0 32 13,7 4,4 1,2 3-2 1,1 77 5,2 4,0 17,0 33 14,5 4,8 0,8 3-2 1,8 96 5,5 5,3 18,5 35 19,4 7,0 1,6 3-2 1,8 98 5,5 5,4 22,0 36 19,4 7,0 1,6temperaturen en vochtigheden gemiddeld over 6 uur binnenomstandigheden fam. Bottenberg
datum Ce Ti
RV
Cmax Ci Ci-Ce7-1 3.6 14.0 52 12.1 6.2 2.6 7-1 3.4 14.0 52 12.1 6.2 2.8 8-1 2.3 11.0 53 10.0 5.3 3.0 8-1 3.0 12.0 53 10.7 5.7 2.7 8-1 4.2 14.0 52 12.1 6.2 2.0 8-1 4.3 14.0 52 12.1 6.2 1,9 9-1 3.9 10.0 53 9.4 5.0 1.1 9-1 3.9 12.0 53 10.7 5.7 1.8 9-1 4.0 14.0 53 12.1 6.4 2.4 9-1 4.0 15.0 52 12.9 6.7 3.7 10-1 3.0 12.0 50 10.7 5.4 2.4 10-1 2.4 12.0 50 10.7 5.4 3.0 10-1 2.3 13.5 51 11,7 6.0 3.7 10-1 2.3 15.0 49 12.9 6.3 4.0 11-1 1,8 11.0 48 10.0 4.8 3.0 11-1 1,7 12.0 48 10.7 5.1 3.4 11-1 1,5 14.0 47 12.1 5.7 3.4 11-1 1,5 13.0 46 11,4 5.2 3.8 12-1 1,5 9.0 47 8.8 4.1 2.6 12-1 2.1 11.0 48 10.0 4.8 2.7 12-1 1,9 13.0 47 11,4 5.4 3.5 12-1 1,7 13.0 47 11,7 5.5 3.8 13-1 2.2 9.5 49 9.1 4.4 2.2 13-1 2.1 11,5 48 10.3 4.9 2.1 13-1 2.1 12.0 48 10.7 5.1 3.0 13-1 1.3 12.0 47 10.7 5.0 3.7 14-1 1,2 8.0 47 8.3 3.9 2.7 14-1 1,2 9.5 47 9.1 4.3 3.1 14-1 1.6 12.0 46 10.7 4.9 3.3 14-1 1,4 12.0 45 10.7 4.8 3.4 15-1 1,3 9.0 45 8.8 4.0 2.7 15-1 1,4 10.0 46 9.4 4.3 2.9 15-1 1.8 12.0 46 10.7 4.9 3.1 15-1 1,8 13.0 46 11.4 5.2 3.4 16-1 1.9 9.0 47 8.8 4.1 2.2 16-1 1,9 11.5 47 10.3 4.8 2.9 16-1 2.1 12.5 47 11,1 5.2 3.1 16-1 2.1 15.0 46 12.9 5.9 3.8 17-1 2.2 10.0 48 9.4 4.5 2.3 17-1 2.5 11,0 50 10.0 5.0 2.5 17-1 2.6 12.0 50 10.7 5.3 2.7 17-1 2.8 14.5 48 12.4 6.0 3.2 18-1 3.0 12.0 48 10.7 5.1 2.1 18-1 2.9 12.0 49 10.7 5.2 2.7 18-1 2.8 14.0 49 12.0 5.9 3.1 18-1 2.7 14.5 49 12.4 6.1 3.4 19-1 2.4 11,0 50 10.0 5.0 2.6 19-1 2.6 11.5 50 10.3 5.2 2.6 19-1 2.8 12.5 50 11,1 5.6 2.8 19-1 2.9 13.0 50 11,4 5.7 2.8 20-1 3.0 10.0 50 9.4 4.7 1.7 20-1 3.2 12.0 50 10.7 5.3 2.1 20-1 3.6 12.0 51 10.7 5.5 1,9 20-1 3.5 13.0 52 11.4 5.9 2.4
21-1 3.6 10.0 53 9.4 5.0 1.4 21-1 3,7 11.5 53 10,3 5.5 1.8 21-1 4.1 12.5 52 11.1 5.8 1.7 21-1 4.6 14.0 52 12.0 6,2 1.6 22-1 4,6 12,0 53 10,7 5.7 1.1 22-1 4,9 13,5 55 11.7 6.4 1.5 22-1 5,2 14,0 55 12,0 6.6 1.4 22-1 5,1 14.5 55 12.4 6.3 1.2 23-1 5.3 12,5 55 11,0 6.1 0,8 23-1 6,0 13,5 57 11.7 6,7 0,7 23-1 6.5 14.5 57 12.5 7.1 0.6 23-1 6,3 15.5 55 13,3 7.3 1.0 24-1 5,9 13.5 56 11.7 6.9 1.0 24-1 5.5 14.0 56 12,1 6.8 1,3 24-1 5,2 15.5 53 13,3 7,0 1.8 24-1 4.8 17.5 53 14.9 7.9 3.1 25-1 4.8 14,0 55 12.1 6.7 2.9 25-1 5.1 14.0 55 12,1 6,7 1.6 25-1 5.5 15,0 55 12,9 7.1 1.6 25-1 5.5 16,0 55 12,9 7.5 2.0 26-1 5.8 13,0 56 11.4 6.4 0.6 26-1 5.8 14.0 54 12.1 6.5 0,7 26-1 5,1 15.5 54 13.3 7.2 2.1 26-1 4,8 15.0 54 12.9 7.0 2.1 27-1 3,7 11.0 55 10.0 5.5 1,8 27-1 3.7 12.0 53 10,7 5,7 2.0 27-1 4.2 15.0 52 12.9 6.7 2.5 27-1 4.4 15,0 53 12.9 6.8 2.4 28-1 5.0 11.5 55 10,3 5.6 0.6 28-1 5.4 13.5 53 11.7 6.2 0,8 28-1 5.0 15.0 53 12.9 6.8 1.8 28-1 4.2 15.5 52 13.3 6.9 2.7 29-1 3.6 11.5 55 10.3 5.7 2.1 29-1 3.6 13.0 53 11.4 6.0 2.4 29-1 2,6 14.5 52 12.5 6.5 3.9 29-1 2.3 15 0 50 12,9 6.5 4.2 30-1 2.0 11.5 50 10.3 5,2 3.2 30-1 1.9 13.0 50 11.4 5.7 3.8 30-1 2.1 14,0 50 12,1 6.1 4,0 30-1 2.1 15.0 50 12.9 6,5 4,4 31-1 2.0 11.5 49 10,3 5.0 3.0 31-1 2.1 14.0 50 12,1 6.1 4.0 31-1 2.5 14.5 50 12.5 6,3 3,8 31-1 2,3 14,0 50 12,1 6.1 3,8 1-2 2,2 11.0 51 10.0 5,1 2,9 1-2 2,7 13,5 51 11.7 6,0 3.3 1-2 3,0 15,0 50 12,9 6,5 3,5 1-2 2,5 15,5 50 13,3 6,7 4,2 2-2 2,3 12,0 51 10.7 5,5 3,2 2-2 2,8 13,5 51 11.7 6.0 3.2 2-2 3.4 14.5 51 12.5 6.4 3.0 2-2 3.1 15.0 51 12,9 6.7 3.6 3-2 3.2 12.0 52 10.7 5.6 2.4 3-2 4.0 15.0 52 12.9 6,7 2.7 3-2 5.3 16.0 53 13,7 7.2 1.9 3-2 5.4 16.0 53 13.7 7.2 1.8 4-2 5.6 14.0 53 12.1 6,4 0,8
I
;
i$Olo1iE. 50
"'IJ\
PS
folie
Q1'"111
fI'{(i~otie.
50
inti' ~; ~ ~~HM~~H9~~HM~~rH~~~HM~~HM~~HM~~~HM~~HM~~H9~++~~++~HM~~HM;+~HM~~~~~~HM~~~
: G
'~
grafiek I " . I (volgens thermohygrograat} -',
...
1--
Te o ; 1 . t .~ · 4 · - -J -.,-... ", ...
L -2 -6' -I ,.
.
If
-10 -'1'.
,
1 --"
,
-\ 1 2.
,
-5-SEite 6 Entwurf DIN 4108 Teil 5
Tabelle 2. Wasserdampfsanigungsdruck uber Wasser bzw. Eis bei Lufnemperaturen yon +30 bis -20 cC
Luft·
!
temper.tur ~ I°c
,0 i 30 4244 ! 29 4006 ! ! 28 3781 I 27 3566 I ! 26 3362 ! 25 3169I
24 2985I
I 23 2810 : i 22 2645 , I !I
21 2487 i I 20 2340 I i 2197 !.
19 I,
18 2055 , i ! 17 1937 j 16 letS ; uber Wasser,
15 1706!
14 1599 ! 13 1498 : 12 1403 : , , 11 1312 i 10. 1228i
I
9 8 "48 10.73I
7 10.02 : I i I 6 935 ; ;.
5 872 i I I 4 813 I , 3 759 iI
2 70.5I
1 657 Ii
0. 611 ! -0 611 , i ! -1 562 ! ! -2 517 -3 476 i -4 437 -5 401I
-6 368 i -7 337.
i I -8 310 I,
! -9 284 I 1_10. I 260 .,Wasserdampfsattigungsdruck uber Wasser bzw. Eis Pa
I
-,1 I ,2 ,3 ,4 4269I
4294I
4319 i 4344 4030 4053I
4071I
4101,
3e03 3826 3848 3871I
I
I 3588 3609 3631!
3652I
3382 3403 I 3423 I 3443 3188 I 3208I
3227 I 3246 3003:
3021 3040 ,i
3059·
2827 , 2845 2863 i 2880 2661 I 2618 2695 , ! 2111 2504I
2518,
2535 , 2551 2354!
2369 I 2384 I 2399I
, 2212 ; 2227 2241 : 2254·
I
2079 2091 2105 ! 2119I
, 1950 1963 1976 ! 1988 1830 ! 1841 i 1854 : 1866 1717I
1729 I 1739 i 1750·
1610I
1621I
1631 ; 1642,
1508 1518 I 1528 1538!
!I
, 1413 1422 I 1431 1441 I I 1321 1330 I 1340 1349 I.
i
1237I
1245 1254 1262 1156 1163 1171 I 1179 1081 I 1088 1096 1103 I , 10.0.8 I 1016 1023 j 1030 I!
942 i 949 955 , 961 878,
, 884i
890,
896I
I 819 825 831 I 837 765 I 770 I 776I
781I
I 710. 716 I 721 727 i!
662 667 I 672 677 616 621I
626 : 630 60.5·
600. I 595 l 592 I ! 557 I 552 I 547 i 543 514 509 : 505 501 i ; , 472 468 464.
461 433 ! 430 , 426 , 423 398 ! . 395 : , 391 I 388 365 I 362 359,
356 I i I I 336 333 I 330. I 327 II
306 ! 304,
! 301 298 281 I 279 I 276 I 274,
258 I 255,
253 251f :.
N/C4t4.
~
/. :: f+'t
c.o.A'.
=-
1-
6
"f.T __
"fi,
J or fr-t~I
I
I i i !I
,
I
I
I
i I , ! I i ! I I ! I I I I !I
II
I
I I I i I I , : !i
r G..kr / ... ,.
(h.
0J
I
,5 ,6I
4369I
4394I
4124 i 4148 3894I
3916i
3674 3695I
3463 3484 , 3266 ! 3284I
3077 ! 3095I
2897 I 2915i
I 2127 2744I
2566I
2582 2413 , 2428 I ,I
2268 , , 2283 2132 I 2145,
! I 2001 i 2014 I 1878 ; 1889 ! 1762 ii
1773 I!
1603 1663 ! 1548 1559!
1451 ! 1460 I I 135B ! 1367 : I i 1270I
1279i
1187I
1195,
1110. 1117I
I
103B I 10.45 ! 968 I 975I
902!
907 i 843I
849I
787 793 732 -I 737I
682 ! 687 I 635 ; 640 587 : 582 i!
!
538 534 496 492 I 456 ! 452 I j I 419i
415 I 385 382!
! 350 , 353I
I 324 321I
296 294I
I
272 269 249 246 ,7 ,8 4419 4445 4172 4196 3939 3961 3717 3793 3504 .• 3525 3304 I 3324 3114 i,
,
3132 -2932 I 2950I
2761 27n 2598 2613 2443I
2457 2297 I 2310 2158 i 2172 i 2027,
2039 1901I
1914 1784-, i 1795 1674I
1684 1559 : 1578 1470 I 1479 I 1375 I 1385 i 1287 I 1296 1203I
1211 1125 , 1133 10.52 ! I 1059 982!
98B 913I
919 854I
861 798 I 803I
743 748 691 696 645 I 648 577 j - 572 531I
I 527 489 I 484 448 ! 444 412 • 408 379 375 347 : I 343 318i
315 291I
288 267I
264 244 i 242I
,9 4459 4219 3984 3759 3544 I 3:343I
3151 2968 2794 i!
2629.
2473 i I 2324 I 2185 Ii
2052 1926I
1806I
1695 I 1588I
1488 I 1394 I I,
1304 1218 1140 1066 ~I
925I
866 SOB 753 I I 700 : 653 : 567 I ! 522 i 480 i £40 I 405 : 372 I 340 ~ I 312 ! 286I
262 i 239Temperature dry element ·C - I - 4 - I - 2 - I
t
2 S 4 1•
7•
•
~ to· tI 12 13 14 15 11 17 18 I ' -20 22 24 28 28 ~ 32 34 36 38 40 45 10 55 10 15 70 15 10 IS 10 15Humidity
TEMPERATURE DIFFERENCE BETWEEN DRY AND WET ELEMENT (OC)
0.51.01.52.02.53.03.54.04.55.05.56.06.57.0 7.5s,09.0 10 11 12131415 16 1~ 18 1920 21 222324 2S 84 76 64 52 42 33 26 19 13 6 87 77 67 57 47 38 29 22 16 9 89 79 69 60 50 42 32 25 19 12 90 80 70 62 53 45 3S 28 22 15 .It 81 72 63 55 48 38 31 25 18 . - ' 81 B2 73 65 56 49 41 33 28 21 6 • " 83 74 67 59 52 43 3631 24 10 3 82 84 75"68 61 54 46 38 34 27 15 9 82 84 76 69 62 56 48 41 36 29 21 14 8 82 IS 77 71 64 57 so 43 38 31 25 18 12
Translation of temperature Into relative humidity:
.. Read the highest temperature on recorder or Indicator (temperature dry element).
b. Find thle temperature in the left·hand table. The relative humidity will be on the horizontal line.
e. Read difference In temperature between highest and Iowe.t value.
7 d. Find thl. value In the top of the table. The relative humidity wtll be on the vertical line.
13 86 78 72 65 58 52 45 40 33 28 21 15 12
13 86 79 73 66 60 54 -47 42 36 31 24 18 15 •. The Intersection of the horizontal and the vertical line will
13 87 80 74 68 61 56 49 44 38 33 27 21 17 .how the reative humidity In %.
13 87 81 75 69 62 57 51 46 40 36 29 24 20 13 7 The flow at the temperature element
13 88 B2 76 70 64 59 53 48 42 37 32 26 22 15 12 may not be amaller than 3 mlsee.
94 aB2 77 71 65 60 64 49 44 39 34 29 24 19 15 94 89 B3 77 72 66 81 56 51 46 41 :36 31 27 22 18 8 94 89 84 78 73 67 63 57 53 47 43 38 34 29 25 20 12 94 90 as 79 74 68 64 58 54 49 44 40 36 31 27 23 15 6 1M 90 as 80 75 70 65 60 56 51 46 42 38 33 30 25 18 10 9S 90 86 80 75 71 66 81 57 53 47 44 .eO 36 32 28 21 14 as 91 86 81 76 72 67 62 59 54 49 45 42 38 34 3023 16 8 as 91 86 82 77 73 68 63 60 55 SO 47 44 40 36 32 26 19 11 9S 91 87 82 77 73 69 64 61 56 52 48 45 41 37 33 28 22 14 95 91 87 B2 78 74 69 65 62 .~J 53 49 46 42 38 35 30 24 17 7 95 92 87 82 78 74 70 66 63 58 54 SO 47 43.@P 36 31 26 19 11 96 92 87 B3 79 75 71 68 64 60 57 53 SO 46 43,-39 34 28 22 16 9 96 92 88 84 80 76 73 69 66 62 59 55 52 49 46 ';i(2 38 32 26 20 15 9 4 96 92 88 84 81 77 74 70 67 64 61 57 54 51 48 44 40 35 29 24 19 I.e 9 96 92 88 85 82 78 75 71 68 65 62 59 56 53 SO 46 42 37 32 27 22 17 13 7 96 93 89 86 82 79 76 72 69 67 64 61 55 55 52 49 44 39 35 29 2S 21 16 12 8 96 93 ~ bO 83 i9 77 73 11 sa 65 6~ t:tl 56 ~ SO 40 4i ;;'/ :u l8 24 19 t5~.! 8 S 97 93 90 87 83 80 78 74 72 69 66 64 61 58 55 52 48 43 39 34 30 26 22 18 15 12 8 97 93 90 87 84 81 787573 70 67 65 62 59 56 53 494541 37 32 2824 21 18 1 ... 11 8 97 93 90 87 84 82 79 76 73 71 68 66 63 60 58 54 SO 46 42 38 ~ 30 26 23 20 1i 14 11 97 93 eo 88 as 82 79 77 74 72-69 67 64 61 595651 47 "'3 40 36 32 282522 19 17 14 97 94 91 88 66 S3 80 78 75 73 71 68 66 63 61 59 54 51 ",7 44 40 37 33 3D 27 24 22 19 9794928987848279nmnro67~63625754SO~44~37~~29~~ 9794929087~82~n~Mn6967~63605653SO~44M38~32~~ 97 9S 92 90 88 8S B3 81 79 77 75 73 71 69 67 55 62 5955 52 49 ",6 4340 37 35 33 30 28 26 24 21 19 .9S93~88~8482~n~~n716967646057S4~~~~40373533~~~~22 e9S93~89878SS3~79n~~72ro~~~585552~4644~39373S33~292725 ~as93~898788848280n~mnn696663605754~G~44~39373S33~~27 9B 96 94 92 90 88 87 as B3 81 79 77 76 74 72 71 67 64 61 58 56 53 50 48 46 43 41 39 37 3S 33 31 29 .96949290n87as83~79n~~73n69~6260~5452~~~aM39373533~ .969492~8987888482~n77~Mn696764~585653~~~44~~3837~33 ~9B9493~.88888482~7977n~n706864~60~S52SOe~44~~~3634 D.51.ot.52.02.53.03.54.o4.55.05.5&.06.57.o 7.58.09.01011 12 13 14 1516 17 18 18 2D 21 22 23 2425 tEMPERATURE DIFFERENCE BETWEEN DRY AND WET ELEMENT
rC)
z
~ \ 0 J ~ ~ c 0 ~ < m ~ ~ 0 ~ -~ ~ ~~rlrt~~~~~HM~~HM~~~~+rHM~~HMrlrt+4~~++~~++~HM~~HM~+rHM~++~~~~rlrt++~HM~Tti~~++~~~J~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
09
0 Q 0 ~ 6 6 ~ I ~ ~ m ci Z./~"
INJEC110N
Marconlweg" • 4124 PO Vi.n.n (Z..HJ Induatrle-temtln Hagesteln Tel. (03473) 7577"-Telex nr.70558 AFICOM NL Postbus 230 • 4130EE VlenenBank: Amrobank Utrecht, rek.nr.45.64.45.161
Girobank 2800
Mevrouw T.Appelhof,
Reinhoud.llle straat,no. 41,
4131
ZN VIANEN
Onze ref.:B.Roggeband/ef/
Geachte mevrouw,
VI.nen,26 januari 1984.
Gevolggevend aan
Owverzoek heeft onze heer B.Roggeband
op 18 januari j.l. de situatie ter plaatse beoordeeld.
Onze zienswijze vermelden wij als voIgt:
Klachten:
-
~ehuizen worden ervaren als zeer vochtig en op de
binnenzijde van kopgevels en voor- en achtergevel
is dUidelijk te zien, dat
er~condensatieop-treedt.
Constructie:
De huisjes zijn opgetrokken in een spouwconstructie. Deze
spouw staat op een betonnen funderingsbalk. De spouw zit
vrij diep in de grond. Bet bUitenspouwblad is opgetrokken
uit een rode steen, de binnenspouw is opgetrokken in
kalk-zandsteen.
De spouw is niet geisoleerd.
Onder de houten begane grond vloer bevindt zich geen
bodem-afsluiter. Onder Dleerdere huizen bevindt zich vochtige
grond of staat op dit moment water.
De spouw van de kopgevel heeft geen
ventilatieopeninge~jes.De kruipruimte wordt geventileerd via de gebruikelijke
recht-opstaande stenen in voor- en achtergevel.
Bet is voelbaar dat luchtverplaatsing aanwezig is.
Onderzoek:
Met een endoscoop is de spouw geinfecteerd;in de spouw bevindt
zich geen valspecie ofpuin.
.
Op slechts twee plaatsen is een speciebrug aanwezig van
val-specie.
Daar de gevel op het oosten staat is dit van geen belang.
zie vervolgblad no.1.
,I
Vervolgblad nr. Van onze brief d.d. Aan:1
26 januari 1984
Mevrouw Appelhof te Vianen.
i
--1
Met een C.M.apparaat is het vochtpercentage bepaald
van het kalkzandsteenbladop een hoogte van
20em.
boven de vloer.
De steen·bevat ter plaatse een vochtpercentage van
3%
van het gewicht. Dit percentage is niet hoog.·
Be~
is derhalve niet aannemelijk,dat de kalkzandsteen
vanwege zijn sterk hyqroscopische eiqenschappen vocht
opneemt vanuit de kruipruimte en dit transporteert naar
een warmer qedeelte boven de vloer.
Conclusie:
De vochtproblemen worden niet
veroorzaakt door bouwkundige
mankementen.
De problemen zijn het gevolg van de onderstaande zaken:
1.
Onder het huis is geen afsluitende vloer of een andere
voorziening aanwezig.
Grote hoeveelheden waterdamp komen via de houten vloer
in de woning.
2. De diep in de grond staande spouw vormt enigszins eer.
koude-brug.
Daar de onderkant van de spouw het koudste gedeelte van
de muur is, treedt met grote regelmaat
oppervlakte-conden-satie Ope
De problematiek is alleen te verhelpen wanneer
Ude overmaat
aan dampdiffusie van beneden uit wegneemt.
Pas wanneer dit is gebeurd kunt
Uoverwegen om eventueel
de kopgevel te laten isoleren.
Wanneer U de dampaanvoer niet reduceert en toch de
warmte-weerstand van
Uwmuren gaat opvoeren, zal de condensatie
zich verplaatsen naar andere vlakken.
In dit geval zal de houten vloerconstructie
en het
venster-glas
dit zijn.
De werkzaamheden welke nodig zijn om de situatie ter plekke
te verbeteren worden niet uitgevoerd door INJECTION NEDERLAND
B.V.
Wij verwijzen U naar de firma Van Dijk in Maasland, die
gespe-cialiseerd is in het aanbrengen van isolatie
inde vorm van
een luchtbelvormende beton in de kruipruimte.
zie vervolgblad no.2.
AI onze offertes zljn vrljblljvend
Leverlngen geschieden volgens onze leverings- en betalingsvoorwaarden gedeponeerd blj de Arrondissementsrechtbank te Utrecht nr. :
~
I Vervolgblad nr.
Van onze brief d.d. 'Aan:
2
26 januari
1984.Mevrouw Appelhof te Vianen.
Dit materiaal is om meerdere redenen zeer efficient.
Wij nemen aan"U met deze informatie naar behoren te hebben
1ngelicht, en verblijven
AI onze offertes zijn vrijblijvend