• No results found

De sleutel tot vermindering van voedselverspilling en welvaartsziekten : 3- dimensionaal verkleinen van verpakkingen, inzichten van professionals en consumenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De sleutel tot vermindering van voedselverspilling en welvaartsziekten : 3- dimensionaal verkleinen van verpakkingen, inzichten van professionals en consumenten"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2017

‘De sleutel tot vermindering van

voedselverspilling en welvaartsziekten’

3- dimensionaal verkleinen van verpakkingen, inzichten van professionals en consumenten

BACHELOROPLEIDING VOEDING EN DIETETIEK

DIFFERENTIATIE NUTRITION AND NEW PRODUCT MANAGEMENT HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM

LISA CLAASSEN EN LISANNE GROOT AFSTUDEEROPDRACHT 2016/2017 JANUARI 2017

(2)

Opdrachtgever:

Lectoraat Gewichtsmanagement Hogeschool van Amsterdam

Opleidingsinstituut

Hogeschool van Amsterdam

Faculteit Bewegen Sport en Voeding Opleiding Voeding en Diëtetiek

Auteurs

Lisa Claassen Lisanne Groot

Voedingsdeskundige i.o. Voedingsdeskundige i.o.

Afstudeeropdracht Afstudeernummer

2016/2017 2017120

Praktijkbegeleider/docentbegeleider Examinator

(3)

VOORW OORD / DANKW OORD

Deze scriptie, waarvoor een kwalitatief onderzoek is uitgevoerd, dient ter afronding van onze Bachelor studie Voeding en Diëtetiek met de differentiatie Nutrition and New Product Management aan de Hogeschool van Amsterdam. Het rapport is bedoeld voor professionals van

voedingsbedrijven, verpakkingsbedrijven en designbureaus die werkzaam zijn in de voedingsindustrie.

Het onderzoek is tot stand gekomen naar aanleiding van het deelnemen aan het honoursprogramma Psychologie van het Eten in het derde jaar door één van de studenten. De student is toen in de materie Psychologie en Marketing gedoken, specifiek in de wetenschappelijke artikelen van Dr. Pierre Chandon over het 1-dimensionaal en 3-dimensionaal verkleinen en/of vergroten van verpakkingen en de perceptie van de mens op deze verandering.

In dit onderzoek wordt niet alleen onderzocht of het verkleinen van verpakkingen een rol kan spelen bij het verminderen van voedselverspilling en welvaarziekten, maar ook of andere factoren een mogelijke rol kunnen spelen.

Graag bedanken wij iedereen die aan ons onderzoek heeft meegewerkt, zoals de consumenten en de professionals die tijd en aandacht vrij hebben gemaakt voor dit onderzoek. In het bijzonder willen wij Dr. Hanna Zijlstra bedanken voor haar steun tijdens het onderzoek en voor het begeleiden van het honoursprogramma Psychologie van het Eten.

Lisa Claassen en Lisanne Groot Amsterdam, januari 2017

(4)

SAM ENVATTING

Er wordt gemiddeld 50 kilo per persoon per jaar aan voedsel verspild in Nederland. Wereldwijd sterven per jaar 2,8 miljoen mensen aan de gevolgen van obesitas of overgewicht.

Doelstelling

Door het verzamelen van kennis vanuit twee groepen, de professionals welke werkzaam zijn in de voedingsindustrie en de consumenten, kunnen verbanden getrokken worden tot een eventuele oplossing voor welvaartziekten, voedselverspilling en de genuttigde portie-grootte. Hierin wordt ook gekeken of het eventueel verkleinen van verpakkingen hier een rol in kunnen gaan spelen. De professionals in de voedingsindustrie kunnen de informatie gebruiken in hun dagelijkse werkveld omdat ze meer informatie hebben over het gedrag van de consumenten en de uitkomsten uit de literatuur.

Methoden en materialen

Er is een literatuuronderzoek en een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Het literatuuronderzoek was gericht op het vinden van wetenschappelijke informatie over verpakkingen in relatie tot

voedselverspilling, welvaartziekten en portie-grootte. De onderwerpen zijn gezocht in verband met elkaar, los van elkaar en met verpakkingen, marketing en perceptie. Het kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd bij twee groepen, consumenten en professionals. Bij deze groepen zijn half-

gestructureerde interviews afgenomen bij 12 consumenten en 5 professionals. Er is ook gekeken naar eventuele verbanden tussen consumenten onderling, professionals onderling en tussen consumenten en professionals.

Resultaten

Het literatuuronderzoek gaf aan dat er een interdisciplinaire aanpak nodig is om voedselverspilling en welvaartziekten tegen te gaan. ‘Downsizen’ kan volgens de literatuur ongemerkt gebeuren en in voordeel zijn voor zowel de bedrijven als consumenten. De literatuur gaf ook aan dat de consument zelf rekening kan houden met zijn gezondheid door te letten op het consumeren van

suikerhoudende dranken en snacks met een hoogenergetische waarde. De diepte-interviews gaven aan dat zowel de professionals als de consumenten het belangrijk vinden dat er voorlichting gegeven wordt om de kennis te vergroten en reclame te voeren voor gezonde producten zoals groente. Maar ook een voedselplan voor supermarkten, zodat het overige voedsel dat anders verspild wordt een nieuwe bestemming krijgt, en om voorzichtig om te gaan met logo’s en keurmerken omdat deze vooral veel verwarring kunnen scheppen bij de consumenten. Tevens is het ook belangrijk dat de bedrijven transparant zijn tegenover de consumenten, zodat de partijen elkaar beter begrijpen en het vertrouwen onderling zal groeien.

Conclusie

Een aanpassing van de portie-grootte kan beter aansluiten bij de huishoudens van de consumenten, waardoor deze een beter inkoopbeleid kunnen hanteren. Hierdoor wordt minder en voldoende geconsumeerd en minder voedsel weggegooid. De overhead kan wel meer voorlichting geven om zo de kennis van de consument te vergroten, maar een deel van de verantwoordelijkheid zal blijven liggen bij de consument zelf. De verpakking veranderen in 1 of 3 dimensies hangt af of het bedrijf het risico wil nemen om de verpakking te veranderen terwijl de consument hier niks van merkt. Hierbij is het risico dat wanneer de consument erachter komt, deze het bedrijf zal wantrouwen. Maar wanneer het bedrijf transparant is in zijn handelen zal de consument het eerder begrijpen en accepteren.

(5)

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord / dankwoord ... 3

Samenvatting ... 4

Verklarende woordenlijst ... 6

1. Inleiding ... 7

1.1. Aanleiding ... 7 1.2. Doelstelling ... 8 1.3. Onderzoeksvraag ... 8 1.4. Leeswijzer ... 8

2. Methode en materialen ... 9

2.1. Literatuuronderzoek ... 9 2.2. Kwalitatief onderzoek ... 9 2.3. Onderzoekspopulatie ... 9

2.4. Werven van deelnemers ... 10

2.5. Analyse van de gegevens ... 10

3. Resultaten ... 11

3.1. Literatuuronderzoek ... 11 3.1.a. Voedselverspilling ... 11 3.1.b. Welvaartsziekten ... 12 3.1.c. Psychologie ... 13 3.1.d. Marketing ... 15 3.2. Kwalitatief onderzoek ... 16 3.2.A. Professionals ... 16 3.2.B. Consumenten ... 20 3.2.C. Verschilllen en overeenkomsten ... 24 3.3. Codeboom ... 26

4. Discussie ... 27

4.1. Resultaten vergeleken met literatuur... 27

4.2. Sterke en zwakke kanten ... 28

5. Conclusie ... 29

6. Aanbevelingen ... 30

Literatuurlijst ... 31

Bijlagen ... 33

1. Resultaten interviews professionals ... 33

2. Resultaten interviews consumenten ... 37

(6)

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Vinkje Het vinkje is te vinden op producten in de basis- en niet-basis voedingsmiddelencategorie. En geeft aan wat de gezondste keuze is binnen de desbetreffende productcategorie.

Stoplichtsysteem Het stoplichtsysteem geeft aan doormiddel van groen, oranje en rood of de voedingswaarde gezond of ongezond zijn.

Keyhole-symbool Het Keyhole-symbool is een simpel symbool/label dat duidelijk te herkennen is en gebruikt kan worden om gezonde snacks te promoten.

Commercialisatie Sociaal proces waarbij goederen en diensten in toenemende mate worden uitgebaat vanuit een winstoogmerk in plaats van

wederkerigheid (verplichting om een gift te beantwoorden met een gift).

Empirisch Een empirisch onderzoek omvat elke wetenschappelijke onderzoek- activiteit die directe, eigen waarnemingen gebruikt.

Perceptie Ook wel waarneming genoemd, is het proces van het verwerven, registreren, interpreteren, selecteren en ordenen van zintuigelijke informatie zoals zien, horen, voelen, proeven en ruiken.

Cognitief/cognitie Geestelijk vermogen, processen van de menselijke geest die verband houden met het bevattingsvermogen, met denken en onthouden.

Marges Met marge wordt het verschil tussen de contractrente (verkoop) en de fundingrente (inkoop) bedoeld. De winstmarge is de verhouding tussen de omzet en de winst, anders gezegd: hoeveel procent van de omzet overblijft als winst voor de onderneming.

Professionals Professionals welke werkzaam zijn in de voedingsindustrie.

Consumenten Consumenten die niet werkzaam in de voedingsindustrie en dagelijks/wekelijks boodschappen doen bij de supermarkt.

(7)

1. INLEIDING

1.1. AANLEIDING

De afgelopen jaren is de voedselverspilling toegenomen. Het aanbod van voedingsmiddelen is in de afgelopen jaren ook toegenomen, consumenten hebben meer keus uit verschillende

voedingsmiddelen per productcategorie (H. Williams et al. 2010). In de Europese Unie wordt elke dag miljoenen aan voedsel verspild. In westerse landen wordt 40% van de producten afgewezen tijdens de commercialisatie en consumptie en gaan dan ook verloren. De FOA (Food and Agriculture organization) definieert voedselverspilling als de vermindering van de kwaliteit en kwantiteit van voedsel. In Nederland wordt ongeveer 50 kilo voedsel per persoon per jaar verspild. Daarnaast zorgen producten die wel geproduceerd worden maar niet geconsumeerd worden, ook voor een verlies van grondstoffen en fossiele grondstoffen (2). We weten dat 20 tot 25% van het verspilde voedsel komt door te grote of verkeerde verpakkingen. Niet alleen de grootte van verpakkingen spelen een rol bij voedselverspilling, er zijn ook andere factoren zoals het niet hebben van voldoende kennis over het bewaren van voedsel of houdbaarheidsdatums (1). In het figuur

hieronder is te zien dat het merendeel (53%) van de voedselverspilling plaatsvindt bij de consument thuis. Het overige wordt verspild tijdens de productie, proces en voedsel service (47%). Hiervan gaat nog het meeste verloren tijdens het proces.

Sinds 1980 is obesitas een probleem geworden en begint het langzaam epidemische vormen aan te nemen (3). Obesitas, maar ook overgewicht, zijn verantwoordelijk voor op zijn minst 2.8 miljoen doden per jaar wereldwijd (4). Veranderingen die invloed hebben op het eetgedrag en eetomgeving zijn onder andere de genuttigde portie-grootte, het consumeren van voedsel buiten het huis, de hoeveelheid/frequentie dat er gegeten wordt en de consumptie van suikerhoudende dranken en voedsel met hoge energetische waarde is toegenomen (5).

De perceptie van de consument over voedsel beïnvloedt het eetgedrag en verschilt in vele

dimensies, zoals gezondheid en smaak. Zulke percepties kunnen de voedselselectie beïnvloeden en daarmee ook de energie-inname (6). Elke keer wanneer men op het punt staat om voedsel en dranken te consumeren gaat er een keuze aan vooraf. Gedurende de afgelopen decennia zijn portie- groottes die geserveerd worden, zowel in huis als buitenshuis, toegenomen. Consumenten baseren hun aankoop deels op de grootte van de verpakking; verschillende maten bieden verschillende doelen van gemak. De consumentenvoorkeur voor de verpakkingsgrootte geeft bedrijven de kans om de verpakkingsgrootte te gebruiken als concurrentievoordeel, op deze manier kunnen ze de marges verhogen tegenover lagere productiekosten (7).

(8)

De perceptie van de consument zou te misleiden zijn door het 3-dimensionaal veranderen van de verpakkingsvorm. Wanneer dit gebeurt met niet meer dan 26% per dimensie kan de consument dit niet waarnemen. 1- dimensionaal verkleinen betekent dat een fabrikant zijn voedselverpakking in één bepaalde richting verkleint, bijvoorbeeld in de breedte, hoogte of diepte. Bij 3- dimensionaal verkleinen wordt de voedselverpakking verkleint in alle drie de richtingen, zowel in de breedte, hoogte als de diepte. Figuur 1 en figuur 2 hieronder geven een duidelijk voorbeeld (38).

1.2. DOELSTELLING

Doordat we weten dat er gemiddeld 50 kilo per persoon per jaar aan voedsel verspild wordt in Nederland en dat 2.8 miljoen mensen sterven aan de gevolgen van obesitas of overgewicht, is het voor dit onderzoek belangrijk om te kijken of verpakkingen een eventuele rol kunnen spelen bij het oplossen of verminderen van welvaartsziekten en voedselverspilling. Hierin is het belangrijk dat informatie/opinies van beide doelgroepen (professionals en consumenten) wordt verzameld. Er kan pas een oplossing gevormd worden wanneer het probleem duidelijk is of wanneer het duidelijk is op welke zaken de consumenten en markteers niet op één lijn liggen.

1.3. ONDERZOEKSVRAAG

Welke meningen hebben professionals en consumenten over het 3-dimensionaal verkleinen van productverpakkingen in de categorie snacks en dranken in relatie tot voedselverspilling,

welvaartsziekten en de genuttigde portie- grootte? 1.4. LEESW IJZER

Het onderzoeksverslag is in hoofdstukken opgedeeld. Hoofdstuk 2 beschrijft de gebruikte methode en materialen. In hoofdstuk 3 staan de resultaten beschreven van het literatuuronderzoek en de kwalitatieve diepte-interviews. In hoofdstuk 4 volgt de discussie en hoofdstuk 5 geeft de conclusie. In hoofdstuk 6 staan de aanbevelingen voor de ‘professionals’. Na de aanbevelingen zal de

literatuurlijst volgen en de bijlagen waarin extra informatie te vinden is zoals de interviews van professionals en consumenten evenals het literatuuroverzicht.

(9)

2. METHODE EN MATERIALEN

2.1. LITERATUURONDERZOEK

Voor het literatuuronderzoek naar het 3- dimensionaal verkleinen van verpakkingen, is gebruik gemaakt van de bibliotheek van de Hogeschool van Amsterdam en Google Scholar. Databasissen die geraadpleegd zijn waren onder andere; Pubmed, Science Direct en Cochrane. Wetenschappelijke artikelen die gebruikt werden voldeden aan een aantal eisen. Zo werden er uitsluitend

wetenschappelijke artikelen gebruikt die niet meer dan vijf jaar oud waren, uitschieters werden toegestaan. Verder werd er bij het selecteren van de artikelen gelet op de level of evidence. Level of evidence geeft de mate van bewijs aan. Waarbij niveau A1 de hoogste mate van bewijs levert en niveau D het laagst. Niveau A1 betreft systematische reviews, meta-analyses en gerandomiseerd placebogecontroleerde dubbelblinde onderzoeken. Niveau A2 en Niveau B zijn vergelijkende onderzoeken. Onder Niveau C worden niet-vergelijkende onderzoeken verstaan en niveau D geeft de opinie van deskundige weer. Tijdens dit onderzoek werden uitsluitend artikelen gebruikt met een niveau B of hoger. Naast de leeftijd van het artikel en level of evidence werd er ook gekeken naar de impactfactor. Impactfactor wordt gebruikt om het belang van een artikel in te schatten. Hoe meer een tijdschrift wordt geciteerd, hoe hoger de impactfactor (9). Bij dit literatuuronderzoek is gebruikt gemaakt van een impactfactor minimaal 1,5. In bijlage 3 is het totale literatuuroverzicht te vinden waarin de level of evidence en de impactfactor af te lezen zijn.

2.2. KWALITATIEF ONDERZOEK

Het inzicht van zowel de professionals als de consumenten werden verkregen via half

gestructureerde interviews. Dit houdt in dat de vragen nog niet vast stonden maar de thema’s wel. De topics zijn voedselverspilling, welvaartsziekten, portie-grootte en marketing. Interviews duurde gemiddeld een uur en werden gehouden in afgesloten ruimte in de werkomgeving van de

geïnterviewden en met toestemming van de geïnterviewden werden de gesprekken opgenomen. Om de privacy van de geïnterviewden te waarborgen, wordt er in dit onderzoeksverslag gewerkt met fictieve namen.

2.3. ONDERZOEKSPOPULATIE

De onderzoekspopulatie bestond uit zowel consumenten als professionals. Uiteindelijk zijn er 12 consumenten geïnterviewd en 5 marketeers. Consumenten en marketeers werden geselecteerd door middel van de volgende criteria:

Inclusiecriteria consument: - Woont in Nederland. Inclusiecriteria professional:

- Marketing/product manager;

- Werkt met verpakkingen en/of portie-grootte;

(10)

Exclusiecriteria consument: - Woont in het buitenland. Exclusiecriteria professional:

- Bedrijf buitenland;

- Heeft door functie niet de mogelijkheid om beslissingen te nemen over verpakkingen en/of portie grootte.

2.4. W ERVEN VAN DEELNEM ERS

Het werven van consumenten gebeurde binnen het eigen netwerk. Het werven van de professionals gebeurde door bel- en e-mailcontact. Voor de diepte-interviews van de scriptie zijn ruim 45

professionals benaderd, uiteindelijk waren er vijf professionals bereid om ons te helpen met het onderzoek. Waaronder twee vrouwen en drie mannen. De geïnterviewde professionals zijn werkzaam als:

- Marketingmanager bij een groente en fruit bedrijf; - Eigenaar van een restaurant;

- Accountdirector bij een merkontwikkelings- en brandingsbedrijf; - Salesmanager bij een verpakkingsbedrijf;

- Marketingmanager van een producent. 2.5. ANALYSE VAN DE GEGEVENS

De interviews werden uitgeschreven en verder geanalyseerd met behulp van de onderzoeksslang van Hennie Boeijen. Deze slang wordt gebruikt bij het analyseren van kwalitatief onderzoek. Tijdens het analyseren van de interviews is gebruik gemaakt van; open coderen, axiaal coderen en selectieve codering. Het open coderen gebeurde nadat de interviews waren afgenomen, hierin zijn relevante antwoorden gelabeld. Vervolgens werden de interviews axiaal gecodeerd, hierbij werd er gekeken naar de overeenkomsten en verschillen in de antwoorden, tussen de consumenten maar ook tussen de consumenten en de professionals. Als laatste in selectieve codering toegepast. Tijdens deze fase van het analyseren werden de antwoorden die veelvoudig naar voren kwamen in de interviews genoteerd en zijn conclusies getrokken (10).

(11)

3. RESULTATEN

3.1. LITERATUURONDERZOEK

3.1.A. VOEDSELVERSPILLING

De afgelopen jaren is de voedselverspilling toegenomen, de oorzaken hiervan verschillen over de hele wereld. Voedselverspilling wordt onder andere beïnvloed door; het weer, het productieproces en het eetpatroon. Daarnaast spelen marketing, infrastructuur, verpakkingen en inkoop van de retailers een rol. Retailers kopen vaak meer in dan ze kunnen verkopen, dit doen ze om zo aanbiedingen te kunnen bevoorraden. Door een te grote inkoop van producten wordt ook voedselverspilling gestimuleerd. Het aanbod van voedingsmiddelen is in de afgelopen jaren toegenomen, consumenten hebben meer keus uit verschillende voedingsmiddelen per

productcategorie. Wanneer producten een verkeerde vorm, kleur of gewicht hebben, gaan ze ook vaak verloren omdat ze niet voldoen aan de standaarden van de producenten (1).

In de Europese Unie wordt elke dag miljoenen aan voedsel verspild. Ongeveer een derde van de voedselproductie wordt verspild, dit heeft de FOA (Food and Agriculture Organization) onderzocht. Voedselverspilling is een wereldwijd probleem. In derdewereldlanden gaat 40% van de grondstoffen verloren tijdens de productie. In westerse landen wordt 40% van de producten afgewezen tijdens de commercialisatie en consumptie. De FOA definieert voedselverspilling als de vermindering van de kwaliteit en kwantiteit van voedsel. Voedsel met verminderde kwaliteit wordt vaak niet

geconsumeerd, hierdoor wordt er vaak meer geproduceerd dan er uiteindelijk geconsumeerd wordt. De verminderde kwaliteit komt vaak in een vorm van daling in nutriënten, economische waarde of voedselveiligheid.

In Nederland wordt ongeveer 50 kilo voedsel per persoon per jaar verspild. Daarnaast zorgen producten die wel geproduceerd worden, maar niet geconsumeerd worden ook voor een verlies van grondstoffen en fossiele energie (2). De populatie blijft continu groeien en dus ook de

voedselverspilling. Er leven nu ongeveer 7,2 miljard mensen op aarde en er wordt verwacht dat in 2050 dit aantal opgelopen zal zijn tot 9,6 miljard mensen. Ongeveer 925 miljoen mensen leven in hongersnood en hierbij komen nog 1 miljard mensen bij die lijden aan verborgen hongersnood. Verborgen hongersnood is het tekort aan hoogwaardige nutriënten zoals eiwitten, vitamine en mineralen.

Zoals eerder benoemd spelen verpakkingen een belangrijke rol bij de oorzaak van voedselverspilling (1). 20 tot 25 % van het verspilde voedsel komt door te grote of gebruik van verkeerd materiaal van de verpakkingen. Kortingen op voedingsmiddelen worden op grote schaal aangeboden door

supermarkten. Acties zijn onder andere; ‘drie voor de prijs van twee’, ‘tweede halve prijs’ enzovoort (11). Deze acties zorgen ervoor dat huishoudens de grote aantallen voedingsmiddelen die ze kopen, niet kunnen consumeren voor de houdbaarheidsdatum en de producten worden weggegooid. Niet alleen de grootte van verpakkingen spelen een rol bij voedselverspilling, er zijn ook andere factoren zoals het niet hebben van voldoende kennis over het bewaren van voedsel of houdbaarheidsdata (1).

(12)

3.1.B. WELVAARTSZIEKTEN

Sinds 1980 is obesitas een probleem en begint het langzaam epidemische vormen aan te nemen (3). Obesitas, maar ook overgewicht, zijn verantwoordelijk voor op zijn minst 2.8 miljoen doden per jaar wereldwijd (4). Terwijl de obesitas groeide, hebben er in het eetgedrag en eetomgeving een aantal veranderingen plaatsgevonden. Veranderingen die invloed hebben op het eetgedrag en

eetomgeving zijn onder andere de genuttigde portie-grootte, het consumeren van voedsel buiten het huis, de hoeveelheid/frequentie dat er gegeten wordt, de consumptie van suikerhoudende dranken en voedsel met hoge energetische waarde is toegenomen (5). Mensen kunnen zich moeilijk weren tegen overconsumptie, de oorzaak is te vinden in de evolutionaire geschiedenis. In de tijd van de jagers en verzamelaars consumeerden mensen zoveel zij konden, omdat ze niet wisten wanneer de volgende maaltijd geconsumeerd zou worden. Tegenwoordig hebben we dit gevoel nog steeds, terwijl er voedsel in overvloed is. Mensen eten in episodes (een aantal keer per dag). De

hoeveelheid, portie-grootte en compositie van de eetmomenten verschillen per dag en per cultuur. De term maaltijd refereert meestal naar de drie hoofd eetmomenten per dag (ontbijt, lunch en diner). De term snack refereert naar het eten dat geconsumeerd wordt buiten de drie

hoofdmaaltijden (12). 20% van onze dagelijkse energie inname is afkomstig uit dranken en 25% is afkomstig uit snacks (13). Overconsumptie of inadequate consumptie zorgt voor 33% hoger risico voor bepaalde chronische ziekten, zoals diabetes melitus type 2 en cardiovasculaire ziekten.

Inactiviteit staat in verband met ruim 35 soorten ziekten waaronder ook diabetes type 2 (14). Ook bij kinderen heeft obesitas een epidemisch niveau bereikt. Overgewicht en obesitas bij kinderen heeft een significante impact op zowel fysieke als op de psychologische gezondheid. Kinderen met overgewicht en obesitas hebben een grotere kans om overgewicht en obesitas te behouden wanneer ze volwassen worden en ontwikkelen waarschijnlijk eerder diabetes en cardiovasculaire ziekten. Hoewel de definitie van overgewicht en obesitas continu verandert, kunnen we het

omschrijven als een overschot aan lichaamsvet. Het is wereldwijd geaccepteerd dat overgewicht en obesitas ontstaat door een positieve energiebalans in combinatie met een minder fysieke levensstijl. De portie-grootte is toegenomen en dit in combinatie met een toegenomen frequentie van snacken draagt bij aan een positieve energiebalans en veroorzaakt overgewicht en obesitas (15).

De toegenomen consumptie van hoge energetische, nutriënt arme snacks is zorgelijk, omdat het parallel gaat aan de alarmerende trend van overgewicht, obesitas en metabolische ziekten wereldwijd. Het metabolisch syndroom is een veelvoorkomende multifactoriële disfunctie dat samengaat met insulineresistentie, obesitas en hypertensie dat uiteindelijk leidt tot diabetes en cardiovasculaire ziekten. Vroeger werden snacks gemaakt uit ingrediënten die vrijwel constant thuis aanwezig waren, zoals hele granen, noten, fruit en gedroogd fruit. Nu zijn de snacks nutriënt-arm en hebben ze een hoge energetische waarde, bijvoorbeeld koekjes, snoep, chocolade en frisdranken (16). Zoete snacks zoals koekjes, taart en chocolade hebben een hoog gehalte aan suiker en vet. Ook bevatten ze gemiddeld 400-500 kcal/100gr. Suikerhoudende dranken hebben op zichzelf geen hoge energetische waarde. Wanneer ze in grote hoeveelheden geconsumeerd worden, bijvoorbeeld door een of meerdere glazen van 250 kcal per glas, neemt de energetische waarde snel toe (12).

Gebaseerd op data van de NHANES (National Health and Nutrition Examination Survey) en CSFII (Continuing Survey of Food Intake by Individuals) is het dagelijks snacken gegroeid. Het dagelijks snacken groeide van 74% in 1977-1978 naar 98% in 2003-2006 bij kinderen. De totale energie inname is toegenomen met 113 kcal/dag tussen 1977 en 2006. De proportie van volwassene die snacken is toegenomen van 59% naar 90% (1977-2006). Vandaag de dag komt ongeveer 24% van onze dagelijkse energie uit snacks. Er is een positieve relatie tussen snacken en lichaamsgewicht aangetoond bij kinderen.

(13)

De consumptie van suikerhoudende dranken kan het risico op cardiovasculaire ziekten vergroten. Suikerhoudende dranken zijn dranken die toegevoegde suikers bevatten zoals sucrose, fructose en fruitsappenconcentraten. Deze toegevoegde suikers hebben allemaal hetzelfde metabolisch effect in het lichaam en geven zoete smaak. Onder de cardio-metabolische effecten worden bijvoorbeeld een toename van gewicht, obesitas, hypertensie, diabetes, metabolisch syndroom en hartaanvallen verstaan (17). Suikerhoudende dranken zijn de grootste bron van toegevoegde suikers in ons dieet. In de laatste 30 jaar zijn we 40% meer vruchtensuiker gaan consumeren (18). Parallel aan de obesitas is de consumptie van calorische dranken toegenomen in de laatste 20 jaar. Kinderen en volwassenen halen 14-20% van hun dagelijkse energie inname uit dranken (39). Recent onderzoek heeft dan ook aangetoond dat het consumeren van suikerhoudende dranken bijdraagt aan het ontstaan van overgewicht en obesitas bij kinderen en volwassenen (19). Data over de laatste 2 decennia hebben laten zien dat de toegevoegde suikers parallel lopen aan de obesitas epidemie. De WHO (World Health Organization) geeft dan ook als advies om niet meer dan 10% van de dagelijkse energie uit toegevoegde suikers te laten bestaan. Suikerhoudende dranken zijn een grote bron van toegevoegde suikers zoals fructose en glucose. De meerderheid van de systematische reviews hebben een positieve associatie gerapporteerd tussen suikerhoudende dranken en overgewicht of het risico op overgewicht of obesitas (20).

3.1.C. PSYCHOLOGIE

De perceptie van de consument over voedsel beïnvloedt het eetgedrag en verschilt in vele dimensies, zoals gezondheid en smaak. Zulke percepties kunnen de voedselselectie beïnvloeden en daarmee ook de energie-inname. Individuele verschillen spelen een rol in de perceptie van voedsel. Vet blijkt voor vrouwen belangrijker te zijn dan voor mannen. De perceptie van voedsel kan ook door andere bronnen worden beïnvloed, terwijl de consument hier niet altijd bij stil staat. Denk hierbij aan informatie die de consument tegemoetkomt via het nieuws, kranten en anderen bronnen (6). Elke keer wanneer men op het punt staat om voedsel en dranken te consumeren gaat er een voedselkeuze aan vooraf. Labels zoals gezond/ongezond, hoge/lage calorieën, beïnvloeden deze voedselkeuzes. Dagelijks wordt de consument geconfronteerd met voedsel gerelateerde ziekten, deze informatie is afkomstig van onder andere de televisie en gemeentecampagnes. Al deze informatie kan leiden tot mispercepties over een voedselproduct. Door deze informatie geven consumenten een product al snel een label, een wortel is al snel gezond en koek ongezond (22) Nutritionele labels zijn een belangrijke strategie om consumenten aan te moedigen om een gezondere voedselkeuze te maken. De labels zoals ‘laag in vet’ en ‘minder calorieën’ kunnen de consumptie van ‘gezondere’ producten aanmoedigen. (23). De plek die een label op een verpakking krijgt heeft ook invloed op de perceptie van de consument. Consumenten vonden een pak koekjes zwaarder wanneer het label rechts op de verpakking stond, in vergelijking met hetzelfde pak koekjes waar het label links op de verpakking stond (38). De visuele perceptie heeft invloed op de beleving van voedsel, maar ook de context waarin het voedsel gepresenteerd wordt heeft hier invloed op. De vijf zintuigen spelen een rol bij de beleving van voedsel en er spelen zowel cognitieve als emotionele factoren een rol bij ons eetgedrag. Voedsel nuttigen tijdens negatieve emoties is ook wel bekend onder de naam emotie-eten. Hoge voedselconsumptie wordt daarom ook vooral gezien tijdens verveling en depressie. Tijdens angst, spanning en pijn consumeert de mens minder dan normaal. Tijdens positieve emoties is ontdekt dat men ook meer kan consumeren, zo is ontdekt dat men meer rozijnen consumeert tijdens een positieve emotie in vergelijking met een negatieve emotie (24). Een eetmoment kan gezien worden als een snackmoment wanneer men vrij snel van plan is om later weer te eten. Een eetmoment kan gezien worden als een maaltijd wanneer men niet snel van plan is om later weer te eten. Mensen die maaltijden overslaan en tussendoor meer snacken nemen meer calorieën tot zich en minder nutriënten (4). De toename van kinderen met overgewicht of obesitas gaat gepaard met veranderingen in het snackgedrag. Ouders geven aan de portie-grootte van snacks te bepalen aan de hand van de tijd, locatie, gezondheid en honger van het kind. Ouders bepalen

(14)

willend en onwillens de snack portie-grootte voor hun kinderen (25). De grote voedingsverpakkingen en porties zijn veranderd in de laatste decennia en dus is het belangrijk om te begrijpen hoe

consumenten reageren op veranderingen in (portie) groottes. Wanneer consumenten beslissingen maken over voedsel gaat kwaliteit voor kwantiteit. Consumenten denken meer gewicht aan te komen wanneer ze kleinere porties nuttigen van ongezond voedsel, dan grotere porties van gezond voedsel omdat gezond voedsel algemeen geaccepteerd wordt met het hebben lage energetische waardes. In de laatste 20 jaar namen porties met 60% toe voor zoute snacks en namen met 52% toe voor frisdranken (8).

Gedurende de afgelopen decennia zijn portie-groottes die geserveerd worden, zowel in huis als buitenshuis, toegenomen. De PSE (portion-size effect) kan een oorzaak hiervan zijn. Grotere porties leidt tot grotere happen en draagt hierdoor bij aan een hogere inname. De portie-grootte is de hoeveelheid voedsel dat geconsumeerd wordt of de hoeveelheid voedsel die geserveerd wordt. Meta-analyse hebben laten zien dat wanneer de portie-grootte met 50% toeneemt, de inname met 35% omhoog gaat. Er kan ook portie-verstoring plaatsvinden, dit betekent dat de consument de geserveerde portie ervaart als ‘normaal’. Grotere porties (geserveerd in huis en buitenshuis) zijn consumenten in de loop der jaren steeds meer gaan ervaren als ‘normaal’ (3). Net zoals porties kunnen verpakkingen ook de voedselconsumptie beïnvloeden. Grotere verpakkingen leiden tot grotere porties en hogere voedselinname. Dit effect wordt beschreven als de ‘pack-size effect’. (27,28). De verpakkingsgrootte kan hogere voedselinname zelfs meer stimuleren dan de portie- grootte (29). Consumenten consumeerden meer chips wanneer de verpakking significant groter was in vergelijking met het referentie product, dit resultaat is gevonden bij zowel mannen als vrouwen. Er is bij snacks aangetoond dat de portie-grootte in de verpakking direct effect heeft op de

hoeveelheid die geconsumeerd wordt (30). De portie-grootte van een maaltijd, snack of drank wordt ook beïnvloed door het geslacht, dit is niet verrassend omdat mannen een hogere energiebehoefte hebben (31). Eén van de sterkste en consistente omgevingsfactoren die invloed heeft op de

voedselinname, is de portie-grootte (32). Consumenten die een hamburger bestelde bij de McDonald’s in 1955 zouden een burger krijgen die ongeveer 45 gram weegt, wanneer ze dezelfde burger nu zouden bestellen zou deze burger 227 gram wegen. Dit is een goed voorbeeld dat bewijst dat de portie-grootte significant is veranderd. De vergroting van portie-grootte is buitenshuis waargenomen in supermarkten, restaurants en fastfood restaurant. Het effect van deze

veranderingen is merkbaar in ons eetgedrag; grotere porties leiden tot een verhoogde calorische inname van 18-25% bij snacks en 30-45% tijdens de lunch (29).

Nutritionele labels zijn een kosteneffectieve middel in de strijd tegen obesitas. Er zijn verschillende labels zoals het vinkje, het stoplichtsysteem en het Keyhole symbool. Consumenten met weinig kennis over voeding kunnen door deze labels makkelijker gestuurd worden in de richting van gezondere producten, omdat deze makkelijker te herkennen zijn (33). De smaak van een product valt te beïnvloeden door simpelweg de naam van een merk op de verpakking. Dit is vastgesteld bij producten zoals frisdranken, chocolademelk, crackers, snoep en chips (34). De verpakking is één van de meest belangrijke factoren om consumenten te stimuleren bij hun aankoop en de merknamen spelen hier een rol in (35). Karthin M et al. (36) onderzochten in hoeverre lucht in een

snackverpakking een rol speelde in de energie-inname. Er werd minder geconsumeerd van voedsel met verpakkingen waarin meer lucht zat in vergelijking met verpakkingen waar minder lucht in zat. Mensen namen dus minder calorieën tot zich wanneer de luchtgehalte (volume) van een verpakking groter was en er dus minder van het product zelf in de verpakking zat.

(15)

3.1.D. MARKETING

Zowel de verpakkingsgrootte als de prijs hebben direct invloed op de winst van bedrijven. De prijs van verpakkingen wordt kenbaar gemaakt, terwijl het vergroten of verkleinen van de verpakkingen vaak ongemerkt gebeurt. Bedrijven gebruiken ‘downsizing’ als een manier om prijzen onzichtbaar te verhogen. Dit houdt in dat de prijs hetzelfde blijft terwijl de verpakking met inhoud minder wordt. De consument is minder gevoelig voor de verandering van verpakkingen en hierdoor kan

‘downsizen’ ongemerkt gebeuren. ‘Downsizing’ van producten kan een voordeel zijn voor het bedrijf, omdat het kan leiden tot lagere verkoopkosten met een hogere winst. Consumenten baseren hun aankoop deels op de grootte van de verpakking; verschillende maten bieden verschillende doelen van gemak. De consumentenvoorkeur voor de verpakkingsgrootte geeft bedrijven de kans om de verpakkingsgrootte te gebruiken als een concurrentievoordeel, op deze manier kunnen ze de marges verhogen tegenover lagere productiekosten. Verpakkingen vergroten of verkleinen maakt de prijsvergelijkingen moeilijk, dit kan ook leiden tot hogere winst omdat de consument de prijswaarde minder goed kan vaststellen. Bedrijven zouden bij ‘downsizen’ van verpakkingen niet alleen rekening moeten houden met de consument, maar ook met de

concurrenten. Verschillen in verpakkingsgrootte wordt eerder opgemerkt door de concurrentie. De andere bedrijven kunnen hierop reageren door het marktaandeel terug te winnen en ook

(16)

3.2. KWALITATIEF ONDERZOEK

3.2.A. PROFESSIONALS

Alle geïnterviewde professionals zijn werkzaam in de voedingsindustrie. De topics die in de groep professionals voorkwamen, zijn voedselverspilling, welvaartsziekten, portie-grootte en marketing. Hier werden vragen gesteld zoals de definities van elke topic, maar ook verdiepende vragen zoals hoe het bedrijf omgaat met deze topics. In bijlage 1 is het overzicht te vinden van de diepte- interviews per professional, hierin staan de gestelde vragen met de (beknopte) antwoorden per thema.

Voedselverspilling

Over het algemeen waren de professionals het erover eens dat voedselverspilling voedsel is dat niet volledig gebruikt of hergebruikt wordt. Sam (marketingmanager producent) vatte het geheel samen. “Hieronder versta ik het verspillenvan eetbaar materiaal in de hele keten” –Sam

José gaf aan hoe de verspilling tijdens het proces kan plaatsvinden. Vooral wanneer een productlijn bestaat uit meerdere smaken wordt er voedsel verspilt, omdat de machines schoongemaakt moeten worden. Maar ook de consument verspilt voedsel door het weg te gooien zonder het te

hergebruiken.

“Op het moment dat een product wordt afgevuld, heb je vaak veel afval en zeker als een product uit meerdere smaken bestaan (lijnen) dan moet de machine telkens weer gereinigd worden en

achterblijvend voedsel in de machine wordt verspild (500 gram per verspilt product). Bij de consument koopt men vaak te veel en gaat hier niet efficiënt mee om waardoor het wordt weggegooid zonder dat het hergebruikt wordt voor compost of dierenvoer” –José (salesmanager verpakkingsbedrijf)

Bij het rekening houden van voedselverspilling binnen het bedrijf kon geen algemeen antwoord gegeven worden, omdat de bedrijven erg van elkaar verschillen. Zo houden het groente- en fruitbedrijf en het restaurant rekening met de portie-grootte. Het merkontwikkeling en branding bedrijf kan enkel advies geven aan hun klanten. Zo efficiënt mogelijk afvullen tijdens het proces werkt voor zowel het verpakkingsbedrijf, als voor de producent omdat ze op die manier zo waste free mogelijk werken. Alle geïnterviewden zijn het ermee eens dat ze invloed kunnen uitoefenen op het eindproduct, maar dat ook een deel van de verantwoordelijkheid bij de consument zelf ligt. Oplossingen die de geïnterviewden gaven tegen de voedselverspilling vanuit de industrie waren onder andere; goed nadenken over de portie-grootte, het meegeven van een doggy-bag, voedsel omzetten voor een ander doeleinde, zoals bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal en gebruik maken van ander soort verpakkingen zoals flow-verpakkingen. Met flow-verpakkingen wordt bedoeld dat producten per stuk of per 2 verpakt zijn binnenin de hoofdverpakking (of buitenverpakking). Daarnaast is de techniek bezig met het ontwikkelen van verpakkingsmateriaal gemaakt uit voedsel, zoals bijvoorbeeld melk. Melk kan worden omgezet in een stevig materiaal welke kan dienen als verpakkingsmateriaal, dit materiaal is dan natuurlijk afbreekbaar en ook eetbaar voor de mens. “Voedsel omzetten in een ander doeleinde zoals bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal” –José (salesmanager verpakkingsbedrijf)

(17)

Welvaartsziekten

Over het algemeen waren de professionals het eens over de definitie van welvaarziekten.

Overgewicht en obesitas kwamen bij elk van de geïnterviewden terug, maar ze waren het niet eens over de bijbehorende klachten zoals diabetes. De mooiste quote/uitspraak kwam van Joy

(marketingmanager groente- en fruitbedrijf).

“Ongezond leven, weinig bewegen en veel eten. Meer van het slechte en minder van het goede” De professionals zijn allemaal bezig met de gezondheid van de consument, zowel direct als indirect. Hieronder zijn een aantal quotes van de professionals. Niet alle bedrijven kunnen direct bezig zijn met de gezondheid van de consument, dit komt omdat deze bedrijven werken in opdracht van een klant. De meeste klanten zijn wel bezig met de gezondheid van de consument en daarom zijn de bedrijven hier ook mee bezig. Het groente- en fruitbedrijf is ervan overtuigd dat hun producten al gezond zijn en houden er daarom geen rekening mee omdat dit niet hoeft, wel geven ze aan dat wanneer ze pizza of kant- en klaarmaaltijden leveren ze hier letten op bepaalde voedingswaarde zoals zout.

“Wij houden er indirect rekening mee, omdat we ervan zijn overtuigd dat wat wij leveren gezond voor je is en bij producten naast groente en fruit wordt rekening gehouden met vet, zout en suiker” - Joy (marketingmanager groente- en fruitbedrijf)

Het verpakkingsbedrijf let op een andere manier op de gezondheid van de consument, niet zo zeer op de producten zelf (deze gaan via de klant) maar op het verpakkingsmateriaal.

“Wij zijn verplicht om testen te doen en certificaten te behalen waar we garanderen dat onze verpakkingen 100% veilig zijn voor de gezondheid van de consument” -José (salesmanager verpakkingsbedrijf)

Bedrijven welke wel direct rekening kunnen houden met de gezondheid van de consument twijfelen aan hun rol, omdat de consument zelf invloed heeft op wat hij koopt en hoe hij het gekochte product nuttigt en in welke mate. De marketingmanager van een producent geeft hieronder aan hoe hij erover denkt.

“Wij houden rekening met de gezondheid van de consument. Het probleem hierin is dat ook al maak je een extreem gezond product, de consument bepaald nog hoe hij het gaat eten” –Sam

(marketingmanager producent)

Redenen volgens de professionals waarom porties in de afgelopen jaren zijn toegenomen, zijn door commerciële afweging, economisch belang en vraag vanuit de consument. De professionals zijn er dus van overtuigd dat het vergroten van porties een positief effect heeft op het financiële vermogen van een bedrijf/producent.

“Ik denk dat het puur economisch belang is geweest, grotere porties zijn goedkoper om te verpakken” (Fred, accountdirector merkontwikkeling en branding)

Oplossingen die de geïnterviewden gaven voor de welvaartsziekten vanuit de industrie, zijn meer reclame maken voor groente en fruit, minder vet gebruiken in producten, meer voorlichting geven, verantwoorde producten aanbieden, verkleinen van verpakkingen. Maar het probleem ligt ook deels bij de consument zelf. Het is dus nog onduidelijk welke oplossing zou kunnen werken, omdat er zoveel mogelijke oplossingen zijn genoemd.

(18)

“Het begint met goede voorlichting, aanbieden van een verantwoord product. Individu is

verantwoordelijk want het is een vrij land”-Fred (accountdirector merkontwikkeling en branding) Portie-grootte

Over het algemeen hebben de professionals een andere definitie van portie-grootte, vaak gerelateerd aan hun werkveld. Zo bepalen bepaalde bedrijven de portie-grootte niet zelf, maar volgen zij de richtlijnen van het voedingscentrum of kijken zelf wat hun logisch lijkt. Dit gebeurt zowel in het groente- en fruitbedrijf als in het restaurant. Maar ook de producent volgt de geadviseerde portie-grootte en hanteert deze volgens de voedselregeling.

“Deze bepalen we niet, wij volgen de richtlijnen van voedingscentrum en kijken of de portie-grootte logisch is om aan te leveren” -Joy (marketingmanager groente- en fruitbedrijf)

Bijna alle professionals gaven aan rekening te houden met de portion-size effect alleen het groente- en fruitbedrijf houdt hier geen rekening mee, omdat ze kijken naar een logisch portieformaat. Ze kijken dus naar wat hun een logische portie vinden voor de consument en niet naar hoe de portie de consument zou kunnen aanzetten tot het meer consumeren van het product. Het verpakkingsbedrijf en merkontwikkeling en brandingbedrijf geven advies aan hun klanten, maar kunnen hier niet direct rekening mee houden. Het verpakkingsbedrijf gaf wel aan hier in de kantine van het bedrijf rekening mee te houden door het gebruik van kleine borden. Maar naast de portion-size effect wordt er vooral eerst gekeken of de portie genoeg is en wordt er eventueel rekening gehouden met de grootte van het huishouden.

“Wij kijken eerst naar of een portie genoeg is en daarna naar de presentatie” -Mike (eigenaar restaurant”

Alle professionals zijn zich bewust van de perceptie van de consument en houden hier rekening mee, hetzij met het gebruik van logo’s, kleur en iconen. Het is belangrijk voor het groente- en fruitbedrijf dat de verpakking zo transparant mogelijk is voor de vers-perceptie van de consument, zo kunnen de consumenten meteen zien hoe het product eruitziet en of het er vers genoeg uit ziet. Andere

bedrijven houden zich juist meer bezig met het gebruik van kleuren en iconen om het product aantrekkelijk te maken voor de consument, maar dit is begrijpelijk. Zo kan er gelijk begrepen worden of het product in flow-verpakkingen is verpakt of waar het product voor dient.

“We kunnen alleen met logo’s werken als consumenten weten wat het betekent. Logo’s zijn minder belangrijk dan richtlijnen” (Sam, marketingmanager producent)

Alle professionals proberen zo transparant mogelijk te zijn door het communiceren over zijn producten naar de consument toe en het gebruik van transparante verpakkingen. De bedrijven zorgen ervoor dat hun verpakking een kijkvenster heeft of doorzichtig van kleur is, zodat de consument het product goed kan zien en andere bedrijven die geen producten leveren zorgen ervoor dat er gecommuniceerd wordt over het product en eventuele claims.

“Wij zijn erg transparant, je kan letterlijk zien wat er in de verpakking zit” -Joy (marketingmanager groente- en fruitbedrijf)

Volgens José kunnen bedrijven zichzelf motiveren om met hun afvalresten een ander product of doeleind te maken. Bedrijven zouden hier meer creatief in kunnen zijn. Een voorbeeld van een bedrijf die hier creatief mee omgaat is Brand en Levi, zij maken naast worst van vet/reuzel (afvalproduct) zeep en verkopen dit.

(19)

Marketing

Over het algemeen zijn de professionals het erover eens dat ‘supersizen’ het vergroten van een verpakking is en dat ‘downsizen’ het verkleinen van een verpakking is. Bij het ontwerpen van een verpakking wordt door de professionals gekeken naar de uitstraling, voedselveiligheid,

houdbaarheid en verspilling. Deze aspecten hebben invloed op het uiterlijk en grootte van de verpakking. Voor andere bedrijven is het vooral belangrijk hoe groot en wat voor product er in de verpakking gaat komen.

“Wat voor ons belangrijk is, is dat we kijken naar het type product dat erin komt. Het liefst kijken we nog naar een datasheet waar alle ingrediënten op vermeld staan” –José (salesmanager

verpakkingsbedrijf)

‘Supersizen’ is vooral voor families en ‘downsizen’ richt zich vooral op eenpersoonshuishoudens. Restaurants bieden kleinere gerechten aan zoals ‘streetfood’ en ‘ladysteaks’. Soms is ‘downsizen’ niet mogelijk doordat het product dan niet in een kleinere verpakking verpakt kan worden. Het kan ook een geldkwestie zijn, meer is goedkoper. Dit zeggen de professionals, ze zeggen dat er indirect steeds meer rekening meegehouden wordt, bewust of onbewust. Er wordt meer keuze op de markt gebracht welke beter aansluit bij de behoeften van de consument zoals ‘superzisen’, maar ook ‘downsizen’ ook al zie je dat vooral bij de versproducten. Bedrijven vinden het lastig om te gaan ‘downsizen’, omdat ze consumenten of de markt kunnen verliezen en hierdoor hun vermogen. “Meerdere aanbieders, als er een model zou zijn om gedrag van de consument te voorspellen, dan zou ‘downsizen’ kunnen werken, maar dan zou je het wel met de hele markt moeten doen” –Sam (marketingmanager producent)

Overige opmerkingen

Naast de vragen die gesteld zijn in de verschillende topics, is er op het einde nog gelegenheid gegeven voor eventuele extra op- of aanmerkingen. Hier maakte een aantal bedrijven gebruik van. Ze gaven nogmaals aan wat zij als oplossing zien voor de problemen. Voorlichting in de vorm van voedingslessen zouden door de gemeente/overheid kunnen worden aangeboden aan de consument om hun kennis te vergroten. Dit sluit aan bij een andere quote, namelijk dat het belangrijk is om de consument te voorzien van uitleg en informatie.

“De overheid moet de consument aansturen en reguleren, volgens mij is dat iets wat op school moet worden gestart door middel van voedingslessen” –Mike (eigenaar restaurant)

Maar niet alleen de overheid kan de consument voorzien van informatie en kennis. Ook het bedrijf kan informatie geven bij hun stappen in de verandering van kleur, verpakkingsgrootte, enzovoort. “Bij ‘downsizen’ is het belangrijk dat je uitlegt waarom je het doet, de focus moet dus liggen op de uitleg” -Fred (accountdirector merkontwikkeling en branding)

Met de quote van José wordt bedoeld dat er nieuwe technieken in ontwikkeling zijn, welke producten zoals melk kan omzetten in verpakkingsmateriaal. Dit materiaal is dan niet alleen natuurlijk afbreekbaar maar ook nog eetbaar.

“Kijk naar ander manieren zoals melk inzetten als verpakkingsmiddel” –José (salesmanager verpakkingsbedrijf)

(20)

3.2.B. CONSUM ENTEN

Alle geïnterviewde consumenten zijn niet werkzaam in de voedingsindustrie. De topics die in de groep consumenten voorkwamen, zijn ook voedselverspilling, welvaartsziekten, portie-grootte en marketing. Hier werden vragen gesteld zoals de definities van elke topic, maar ook verdiepende vragen zoals hoe de consumenten omgaan met deze topics. In bijlage 2 is het overzicht te vinden van de diepte-interviews per consument, hierin staan de gestelde vragen met de (beknopte) antwoorden per thema.

Voedselverspilling

Over het algemeen gaven de geïnterviewden een definitie van voedselverspilling die overeenkwam onderling. Volgens hun gaat voedselverspilling over weggooien van voedsel dat eigenlijk nog consumeerbaar is. Enkele van de consumenten gaven een definitie vanuit het oogpunt van de supermarkten en producenten. Deze consumenten gaven aan dat supermarkten te veel inkopen wat resulteert in een hoog percentage aan afval van restproducten. Annie gaf kort weer wat de meeste consumenten aangaven.

“Teveel inkopen, teveel koken en dan niet opnieuw kunnen gebruiken”-Annie

Alle geïnterviewden gaven aan rekening met voedselverspilling te houden. Dit door middel van het hergebruiken van restjes, alleen de hoognodige boodschappen te doen of de inkopen af te stemmen op het aantal mensen dat mee eten. De meerderheid gaf aan dat het meeste eten verspild wordt bij de consument thuis, omdat zij te weinig kennis bezitten en “het makkelijk is om eten in de container te kieperen”-Annie. Een aantal geïnterviewden gaven echter ook aan dat de meeste

voedselverspilling plaatsvindt tijdens het proces of in de supermarkt. Supermarkten hebben nooit totale leegverkoop. Ook tijdens het proces omdat de producten tijdens het proces moeten voldoen aan hoge standaarden, worden producten die hier niet aan voldoen verspild.

“Supermarkt, ik denk dat zij altijd een bepaalde voorraad hebben die ze niet kwijt kunnen, ze hebben nooit totale leegverkoop” -Waldo

De consumenten gaven aan dat de oplossingen voor voedselverspilling vanuit de overheid en bedrijven/supermarkten moeten komen. Hierin werd aangegeven dat er meer voorlichting gegeven moet worden over het gebruik van voedingsmiddelen, maar ook gekeken kan worden naar de eisen voor groenten en fruit (naast A-klasse ook B-klasse voeren). Naast voorlichting gaven een aantal consumenten aan dat er een oplossing kan worden gevonden in het verkleinen van verpakkingen. Een andere oplossing die werd aangegeven waren vooral voor de supermarkten. Deze zouden producten kunnen afprijzen, producten aan de voedselbank kunnen leveren en werken met een leegverkoop strategie.

“Ik denk dat er meer rekening kan worden gehouden met de grote van de porties, afgestemd op de verhouding van het gezin” -Carla

Welvaartsziekten

Consumenten zien welvaartsziekten als ziekten zoals: obesitas, diabetes type 2, depressies, kanker, overgewicht en hart- en vaatziekten. Consumenten gaven ook aan dat welvaartsziekten voortkomen uit stress, ongezonde voeding en weinig beweging.

“Ziekten en aandoeningen die het gevolg zijn van het welvaartsniveau, hierbij kan je denken aan overgewicht omdat er volop ‘fastfood’ beschikbaar is”-Arno

(21)

Alle consumenten geven aan rekening te houden met hun gezondheid. Dit door middel van het eten van minder zout, suiker en vet, maar niet alle consumenten lezen de voedingswaarde van een product. Consumenten denken dat het gewicht bij snacks is toegenomen door de vraag vanuit consument zelf en leggen dan ook de verantwoordelijkheid hiervan bij de consument neer. Redenen hiervoor zijn dat de consument zelf meer is gaan consumeren en meer behoeften heeft, maar ook fabrikanten spelen hier een ‘kleine’ rol in.

“Dit komt denk ik door de vraag vanuit de consument, die wil steeds meer, maar zeker ook vanuit de fabrikanten. Door de snacks zwaarder te maken is minder verpakkingsmateriaal nodig waardoor de productie goedkoper wordt”-Arno

Een ander gegeven antwoord door een consument kwam erg overeen met het antwoord dat gegeven werd door Arno.

“Mensen hebben minder tijd om goed te eten en kiezen dan voor iets snels zoals snacks. Bovendien zijn de productiekosten omlaaggegaan en kan er meer verkocht worden voor dezelfde prijs, wat de consument dan weer aanspreekt” –Saskia

Ruim de helft van de geïnterviewde heeft zelf last of last gehad van welvaartsziekten, zoals overgewicht, obesitas, diabetes type 2 en kanker. Eén van de geïnterviewde heeft zelfs een gastric bypass ondergaan en geeft aan dat de aantrekkelijkheid van producten in de supermarkt (kleuren en afbeeldingen) mede een reden zijn waarom zij obesitas heeft gecreëerd.

“De marketing heeft een rol gespeeld, leuke verpakkingen, leuke afbeeldingen, lettertypen en kleuren, hierdoor wordt je aangetrokken. Zo ook ik.”-Annie

Een aantal consumenten geeft aan dat de verantwoordelijkheid ligt bij de industrie. Dit doordat het voor industrie goedkoper is om grotere porties aan te bieden en daardoor meer omzet kunnen genereren. Oplossingen voor het verlagen van welvaartsziekten werden vooral gegeven vanuit het oogpunt van de industrie. Zo zou de industrie gezondere producten moeten aanbieden door minder gebruik van suiker en vet in hun producten. Daarnaast zou de industrie kleinere porties kunnen aanbieden. De overheid kan hier een rol in spelen door voorlichting te geven, mensen bewust maken over voeding en een belasting op suikerhoudende goederen kunnen heffen. Toch geven alle consumenten aan dat hier ook een stuk verantwoordelijkheid ligt bij de consumenten zelf.

“De keuze/eindverantwoordelijkheid ligt bij de consument zelf, maar de overheid zou hiervoor wel afspraken kunnen maken waar de industrieën zich aan moeten houden. Want anders zou het gewicht in de toekomst alleen maar toenemen” - Annabel

Portie – Grootte

Voor de definitie van portie–grootte hadden de consumenten verschillende antwoorden, wel waren hier overlappingen te vinden. Zo gaven veel consumenten aan dat een portie-grootte voor hun de hoeveelheid is van een voedingsmiddel. Hetzij door de hoeveelheid die er in een verpakking zit, hetzij door hoeveel een consument consumeert tijdens een maaltijd. De definitie van portie-grootte kan ook heel simpel gezegd worden.

“De hoeveelheid die je eet” -Donna

Niet elke geïnterviewde was bekend met het ‘portion size effect’. De consumenten die hier wel bekent mee waren, houden hier soms rekening mee. Dit doen ze door kleine borden te gebruiken. Met de portie-grootte houdt niet iedereen rekening mee. Een aantal geïnterviewden gaf rekening te

(22)

houden met de portie-grootte door: pasta en rijst af te wegen, porties aan te houden die voorgeschreven worden door een diëtist, een vast voedingspatroon aan te houden of porties te tellen.

“Ik ben eigenlijk de hele dag bezig met porties tellen, ik hou bij wat ik eet en wat ik denk nodig te hebben om de dag door te brengen en goed te functioneren” –Janny

Geïnterviewden gaven aan van voorverpakte porties gebruik te maken. Hierbij kwam naar voren dat er vooral gebruik wordt gemaakt van voorverpakte porties in groente en vlees. Er werd aangegeven dat voorverpakte porties gemakkelijk in gebruik zijn. Daarnaast wordt het gezien als een richtlijn. Een nadeel dat wordt gezien van voorverpakte porties, is dat het vaak te grote porties zijn en zo de consument onbewust aanzet om meer te eten en dat het zoutgehalte in deze voorverpakte porties te hoog is.

“Het zet aan om een portie op te eten. Bijvoorbeeld evergreen, dan gaan ook beiden op en wanneer er meerdere in enkele verpakking waren zou ik maar één pakken” – Janny

Marketing

De consumenten hadden verschillende definities voor ‘supersizen’ en ‘downsizen’. Het meest gegeven antwoord gaf aan dat het, het verkleinen van een product of het vergroten van een product is. Daarnaast werd ‘supersizen’ gezien als familieverpakkingen en ‘downsizen’ voor de

eenpersoonshuishoudens. Er worden niet alleen grootverpakkingen gekocht in voeding voor de mens, maar ook andere producten voor bijvoorbeeld dieren.

“Kattenbrokjes dat was voordeliger. Muesli, meestal heb je dan 10-20% extra en dat is soms voordeliger”-Tom

De geïnterviewden gaven aan weleens familieverpakkingen te hebben aangeschaft. Redenen hiervoor waren voornamelijk dat het voordeliger was om een grootverpakking te kopen voor de grootte van het gezin. Daarnaast gaven de consumenten aan dat het voor langer houdbare

producten voordeliger is om een familieverpakking te kopen. Bijna niemand van de geïnterviewden gaf aan te letten op claims, de consumenten die dit wel deden keken voornamelijk naar de claims specifiek op het aantal suiker, gebruik van e-nummers of duurzaamheid. Logo’s waren bij de consumenten bekend, veel gaven aan het vinkje te kennen. Daarnaast werd er gesproken over: het beter leven keurmerk, fair trade, FSC en MFC. Toch geven bijna alle geïnterviewden aan dat logo’s voor hen niets betekenen en daarom geen invloed hebben op hun aankoop. Het wordt door meerdere gezien als misleiding en/of het werkt zelfs afschrikwekkend.

“Logo’s en keurmerken schrikken mij af” -Donna

De consumenten gaven aan dat de vormgeving van een verpakking invloed kan hebben op de aankoop. Er werd aangegeven dat de kleur, moderniteit, duurzaamheid en lettertype invloed hebben. Verder werd er aangegeven dat mensen producten kopen, omdat ze er vertrouwd mee zijn. “Voornamelijk voordeelverpakkingen, is vaak voordeliger als je met meer eet “-Rick

‘Downsizen’ werd door iedere consument geaccepteerd, wel met een aantal voorwaarden. Er werd aangegeven dat er bij het ‘downsizen’ gelet moet worden op de prijs –kwaliteitsverhouding. Verder geven de geïnterviewden aan dat er rekening moet worden gehouden met de toename van het verpakkingsmateriaal. Toch geven geïnterviewden ook andere argumenten. Zo gaf een

geïnterviewde aan dat de voedingsindustrie niet snel zou gaan ‘downsizen’ omdat ‘supersizen’ in het voordeel is van de fabrikant, andere geïnterviewden gaven aan dat ‘downsizen’ kan leiden tot een

(23)

hogere consumptie. Wanneer mensen een product graag nuttigen, consumeren ze dan in plaats van een, twee verpakkingen consumeren en zo meer binnen krijgen.

“Ik denk dat ‘downsizen’ in eerste instantie leidt tot hogere consumptie en protest bij consumenten’ -Arno

Geïnterviewden gaven ook aan ‘downsizen’ te accepteren. Hierbij werd vooral gekeken naar de gezondheid van de consument en niet naar de portemonnee.

“’Downsizen’ zou ik accepteren, ik eet zelf weinig en ik denk dat het bij het consumeren van dingen in mate de beste gezondheid behaald kan worden”-Carla

Overige opmerkingen

Een aantal geïnterviewden gaven nog een aantal overige opmerkingen. Hier was ruimte voor na de gestelde vragen. Eén geïnterviewde gaf aan dat een soort stoplichtsysteem fijn zou zijn. Een andere geïnterviewde vindt het een goed idee om een gezonde hoek in de supermarkt in te richten, net zoals er nu een snoephoek is. Voor een ander zijn de etiketten erg onduidelijk en zou hier graag verbetering in zien, ook verduidelijking op de standaard hoeveelheden zou graag gezien worden. “De etiketten mogen duidelijker voor mij. Ook een stukje duidelijkheid over de zoetstoffen en E- nummers”- Monica

Consumenten moeten nu erg zoeken naar welk product laag is in suikers, zout, vet en/of koolhydraten en hoog is in vezels. Een systeem die dit zou verduidelijken, waardoor in een oogopslag te zien is welke voedingswaarde in een product hoog en laag zijn, zou de consument helpen en de keuze makkelijker maken.

(24)

3.2.C. VERSCHILLLEN EN OVEREENKOM STEN

Overeenkomsten

Voedselverspilling

Over de definitie van voedselverspilling waren de professionals en consumenten het merendeels eens, dat het voedsel is dat niet volledig gebruikt wordt en daarom weggegooid wordt. Maar ook voedsel dat niet hergebruikt wordt. Merendeel van de consumenten relateren dit aan de

consument zelf en maar een klein deel wordt gezien als verantwoordelijkheid van de supermarkt en producenten. Terwijl de professionals eerder naar de gehele keten kijken.

Zowel de bedrijven als de consument houden rekening met voedselverspilling, beiden houden op een manier rekening met de portie-grootte. Namelijk met de grootte van het huishouden. Beiden zijn het erover eens dat een groot deel van de verantwoordelijkheid ligt bij de consument zelf. Welvaartsziekten

Professionals en consumenten waren het er beiden over eens dat onder welvaartsziekten obesitas en overgewicht horen. Ze waren het er ook over eens dat ongezond leven in combinatie met ongezonde voeding en weinig bewegen hier oorzaken van zijn. Zowel professionals als

consumenten houden rekening met hun eigen gezondheid of de gezondheid van de consument. Beiden zijn het erover eens dat de portie-grootte is toegenomen over de afgelopen decennia, door economisch belang en vraag vanuit de consument zelf. Zowel professionals als consumenten denken dat de industrie oplossingen kan bieden voor de welvaartsziekten door het aanbieden van voorlichting, verantwoorde producten en kleinere verpakkingen. Beiden denken dat ook een deel van de verantwoordelijkheid bij de consument zelf ligt.

Marketing

Zowel de professionals als de consumenten zien ‘supersizen’ als het vergroten van een verpakking en ‘downsizen’ als het verkleinen van een verpakking. Professionals gaven aan dat ‘supersizen’ vooral voor families is en consumenten gaven aan familieverpakkingen te kopen wanneer het gezin groot is. Professionals geven aan dat ‘downsizen’ lastig is, omdat dit niet kan of te duur is waardoor ze angstig zijn dat de consument dit niet accepteert. De consument geeft aan ‘downsizen’ wel te accepteren, maar alleen als dit transparant gecommuniceerd wordt en eventueel met aanpassing van de prijs. Ze willen niet dat dit stiekem gebeurt, maar zullen het wel accepteren wanneer ze hierbij betrokken worden.

Verschillen

Voedselverspilling

De bedrijven en de consumenten houden op een andere manier rekening met de voedselverspilling. Zo geven bedrijven advies aan hun klanten of vullen zo efficiënt mogelijk af tijdens het proces, waardoor ze zo waste free mogelijk werken. De consumenten houden hier rekening mee door restjes te hergebruiken en een goed inkoopbeleid. Beide partijen hadden een ander idee over de mogelijke oplossingen voor voedselverspilling vanuit de industrie. Professionals gaven aan dat goed nadenken over portie-grootte, het meegeven van een doggy-bag, voedsel omzetten in een ander doeleind zoals bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal en gebruik maken van ander soort verpakkingen zoals flow-verpakkingen een oplossing kunnen zijn. De consumenten gaven juist aan dat

voorlichting over het gebruik van voedingsmiddelen, maar ook gebruik maken van groente en fruit in b-klasse, het verkleinen van verpakkingen en supermarkten die werken met een leegverkoop

(25)

Welvaartsziekten

Professionals zagen naast overgewicht en obesitas, diabetes type 2 als welvaartziekten. Terwijl consumenten ook spreken van depressies, kanker en hart– en vaatziekten. Professionals denken dat meer reclame voor groente en fruit ook een oplossing kan bieden. Consumenten denken dat de belasting op suikerhoudende goederen een oplossing kan bieden.

Portie-grootte

De professionals en de consumenten hebben niet alleen tussen elkaar, maar ook onderling verschillende definities van portie-grootte. Zo verschillen de definities van professionals onderling door de verschillende werkvelden, maar komt het neer op het volgen van richtlijnen en kijken naar wat logisch is en hanteren van de voedselregeling. Bij de consumenten komt het neer op de hoeveelheid van een voedingsmiddel. Hetzij in een verpakkingen of de hoeveelheid die de consument consumeert tijdens een maaltijd. Alle professionals zijn bekend met het portion-size effect, terwijl niet alle consumenten hier bekend mee zijn.

Marketing

Hoewel professionals en consumenten beide logo’s en keurmerken kennen, hecht geen van de consumenten waarde aan logo’s, keurmerken en claims. Een bedrijf gaf aan het moeilijk te vinden om met logo’s te werken, omdat consumenten niet weten wat het betekent. Maar in werkelijkheid schenken ze er geen aandacht aan.

(26)

3.3. CODEBOOM

Aan de hand van de diepte-interviews is een codeboom opgesteld. Deze codeboom laat de belangrijkste uitkomsten (welke tegenover elkaar gezet kunnen worden) zien tussen de professionals en de consumenten per deelprobleem. Aan de hand van de onderzoeksslang van Hennie Boeije is deze codeboom tot stand gekomen en hierin is vooral gebruikt gemaakt van selectieve codering om de meest naar voren gekomen antwoorden, samen te voegen in de (korte) codeboom.

(27)

4. DISCUSSIE

4.1. RESULTATEN VERGELEKEN M ET LITERATUUR

Uit de diepte-interviews is gebleken dat consumenten en professionals het voor een groot deel eens waren over de mogelijke oplossingen voor voedselverspilling en welvaartziekten. Zoals het geven van voorlichting, een goed inkoopbeleid bij retailers, het verkopen van kleinere verpakkingen met kleinere porties zodat het beter aansluit bij de verschillende huishoudens. Ook bleek uit de literatuur dat deze oplossingen positief werken op het verminderen van voedselverspilling en welvaartsziekten.

Consumenten gaven aan dat ze het niet prettig vinden wanneer fabrikanten gaan ‘downsizen’ op een manier dat ze het niet door hebben en daardoor dus meer betalen voor hetzelfde product waar minder inhoud in zit. Professionals gaven aan dit liever niet te doen, omdat het de vertrouwensband tussen fabrikant en consument kan schaden wanneer de consument erachter komt. Maar wanneer het te voorspellen is hoe de consument zou reageren, zouden fabrikanten de drempel lager vinden om te gaan ‘downsizen’. Maar dan zou wel de gehele markt dat moeten doen. Onderstaande resultaten geven aan hoe het 1-dimensionaal en 3-dimensionaal verkleinen werkt op de perceptie van de consument.

In het artikel van Pierre Chandon et al werd beschreven dat consumenten hun

voedselkeuze/consumptie baseren op visuele impressies van verpakkingen en portie-grootte. Ze verwachten dat de inhoud van de verpakking overeenkomt met de grote van de verpakking. Helaas is visuele perceptie niet betrouwbaar wanneer het aankomt op portie-grootte en

verpakkingsgrootte, ze onderschatten de grootte van de verpakking of portie door dimensionale effecten die kunnen optreden door labels. Het onderschatten van de grootte van de verpakking is lager wanneer de portie-verpakking in 1 dimensie verandert in tegenstelling tot het veranderen in 3 dimensies. Wanneer het doel is om de consument vrijwillig een ‘supersized’ verpakking en

maaltijden te laten kopen, dan is het aan te raden om in 1 dimensie aan te passen. Wanneer het doel is om consumenten ‘downsized’ verpakkingen te laten kopen, dan is het aan te raden om in 3 dimensies veranderingen toe te passen (38).

Een aantal professionals gaven aan dat ze het moeilijk vinden om met logo’s en keurmerken te werken, omdat consumenten vaak de betekenis ervan niet weten. Consumenten gaven op hun beurt aan dat logo’s en keurmerken afschrikwekkend werken, omdat ze niet weten hoe de richtlijnen van de logo’s en keurmerken worden gecontroleerd. Dit staat pal tegenover de literatuur waarin juist aanbevolen wordt om logo’s en keurmerken te gebruiken, zodat de consument met weinig kennis ook begrijpt waar het product voor staat (32). De professionals en consumenten waren, net zoals de literatuur, het erover eens dat meerdere partijen moeten samenwerken om dit probleem op te lossen en onderstaande literatuur ondersteund dit.

Patricia Verduin et al. (37) geven aan dat het probleem van overgewicht en obesitas een

multidimensionaal probleem is en er is een interdisciplinaire aanpak nodig om het tegen te gaan. Samenwerking tussen de voedselindustrie en andere stakeholders zoals de overheid, academici en gezondheidsinstellingen is belangrijk. De consument speelt een belangrijke rol in de oplossing van obesitas, omdat de consument gezonde keuzes kan maken op individueel niveau. De

voedselindustrie zou de consument moeten/kunnen helpen met het maken van gezondere keuzes, de industrie zou transparant, consistent en eerlijk moeten zijn. De overheid kan helpen door educatie te geven aan de consument over het maken van gezondere keuzes. Zowel de professionals als de consumenten geven aan dat fabrikanten een verantwoord product moeten leveren, maar dat

(28)

de eindverantwoordelijkheid bij de consument zelf ligt. Deze bepaald immers wat hij doet met het product en de frequentie van inname.

De geïnterviewden gaven geen voorbeeld, alleen dat er een gezond voedingspatroon moet zijn en dat het belangrijk is om te bewegen. Vanuit de literatuur wordt gezegd dat het belangrijk is om te letten op de inname van suikerhoudende dranken en snacks. Onderstaande literatuur kan dit aanvullen.

Brian Wansink et al. (37) toonden aan dat mensen die een maaltijd overslaan, maar wel meerdere snacks tot zich nemen, meer calorieën binnen krijgen en minder voedingstoffen in vergelijking met mensen die drie maaltijden per dag consumeren. Eten met familie was een grote trigger om maaltijden te nuttigen en staan een grote trigger om te snacken. De hoge kwaliteit van het voedsel werd geassocieerd met de maaltijd en de lage kwaliteit van voedsel werd geassocieerd met snacken. Dit geeft aan hoe belangrijk het is om de maaltijden niet te vervangen door snacks, maar dat snacks enkel en alleen kunnen dienen als aanvulling.

4.2. STERKE EN ZW AKKE KAN TEN

Tijdens de uitvoering van het literatuuronderzoek bleek dat het onderwerp breder was dan gedacht en dat maakte het moeilijk om specifieke wetenschappelijke onderzoeken te vinden. Er waren van het ene onderwerp (welvaartziekten) duizenden artikelen te vinden, waarvan er ongeveer 30 bruikbaar waren. Maar geen van de artikelen gaf een direct verband aan met verpakkingen. Ook waren er ruim voldoende artikelen te vinden over voedselverspilling zelf, maar niet in verband met verpakkingen. Over verbanden tussen marketing en verpakkingen waren zeer weinig bruikbare artikelen gevonden, namelijk maar vijf. De schrale aantallen kunnen te maken hebben met een aantal oorzaken: er is nog niet voldoende onderzoek naar de onderwerpen verricht, de onderzoeken hebben zich wel plaatsgevonden maar zijn nog niet gepubliceerd of de onderzoeken hebben zich wel

plaatsgevonden maar zijn niet in een Engelse vertaling verkrijgbaar.

Een belangrijk punt van dit onderzoek is dat er weinig professionals bereikt en geïnterviewd zijn. Voor een beter onderzoek zouden meer professionals geïnterviewd moeten worden, maar tijdens de interviews heeft ondanks de lage aantal toch een verzadigingsniveau plaatsgevonden. Hierdoor is er toch voldoende informatie verzameld. Een ander punt is dat de consumenten erg weinig kennis hadden over voedsel en voedselprocessen, dit heeft een voordeel omdat dit de meerderheid van de consumenten betreft, maar dit maakte het ook lastig omdat de partijen hierdoor minder met elkaar rekening konden houden in het komen met een oplossing voor de eerdergenoemde problemen. Dit onderzoek geeft inzicht in de mogelijke toekomstige oplossingen voor voedselverspilling en welvaartsziekten in Nederland en mogelijk ook in andere landen. Er is meer onderzoek nodig naar dit onderwerp en dit verslag laat zien op welke gebieden meer onderzoek nodig is. De aanbevelingen in dit onderzoek zijn merendeels uitvoerbaar voor bedrijven en consumenten. Hierdoor is dit

(29)

5. CONCLUSIE

Het uitgevoerde onderzoek geeft antwoord op de onderzoeksvraag: “Welke meningen hebben professionals en consumenten over het 3-dimensionaal verkleinen van productverpakkingen in de categorie snacks en dranken in relatie tot voedselverspilling, welvaartsziekten en de genuttigde portie-grootte”.

Concluderend uit de diepte-interviews kan worden gesteld, dat zowel de professionals als de

consumenten, de portie-grootte zien als oplossing voor de voedselverspilling en de welvaartsziekten. Aanpassing van de portie-grootte kan beter aansluiten bij de huishoudens van de consumenten, waardoor deze een beter inkoopbeleid kunnen hanteren. Hierdoor wordt minder en voldoende geconsumeerd en minder voedsel weggegooid. Een deel van de verantwoordelijkheid ligt bij de consument zelf, zij bepalen te allen tijde wat ze met het product doen. De overheid kan meer voorlichting geven om zo de kennis van de consument te vergroten. Of een verpakking 1- of 3- demenisonaal verkleind wordt, is minder belangrijk voor de consument dan transparantie. Als ze op de hoogte worden gehouden van veranderingen in de verpakkingen zouden ze het eerder

accepteren. Uitleg vanuit de bedrijven speelt dus een belangrijke rol om verpakkingen of porties in grootte te kunnen aanpassen, om zo welvaartsziekten en voedselverspilling tegen te kunnen gaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de jaren tachtig hoefde deze afstand echter niet meer be- klemtoond te worden. Ze was er gewoon. Er traden steeds grote- re spanningen op, bijvoorbeeld tussen de CDA-top en de

(N=941, indien in afgelopen 12 maanden niet contactloos betaald met telefoon, smartwatch of andere wearable aan de kassa) Hieronder een doorsnede afhankelijk van het antwoord op vraag

Bij het aanmelden (of daarvoor) wordt niet altijd de plakinstructies opgevolgd. Het plakken op de mobiele telefoon wordt door de consument wel gedaan al zijn een

Hieruit blijkt dat lokaal voedsel niet alleen wordt gekozen voor een beter milieu maar ook voor meer persoonlijke doeleinden.. Afstand is niet altijd

Bij veranderingen van prijzen kan zonder voorafgaande opgave of nieuwe prijslijst, een prijswijziging worden doorgevoerd.. Kijk in onze webwinkel op www.bloesemremedies.com voor

De “pick any scaling technique” is afkomstig van Van Kenhoeve (1995) en meet het belang dat consumenten aan eigenschappen van bepaalde producten toekennen.. werden hier

De intentie van consumenten om te gaan teleshoppen wordt beïnvloed door hun beoorde­ ling van teleshoppen langs de dimensies van relatief voordeel, compatibiliteit

Individuele verschillen tussen consumenten kunnen binnen deze benadering geanalyseerd worden door de toepassing van multinominale logitmodellen voor discrete winkelkeuze