• No results found

Utopia als blauwdruk? Vasco de Quiroga en zijn pueblos hospitales.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Utopia als blauwdruk? Vasco de Quiroga en zijn pueblos hospitales."

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Utopia als blauwdruk?

Vasco de Quiroga en zijn pueblos hospitales

Rens van de Peppel s4450299 14 juni 2018 Dr. Ad Poirters

(2)
(3)

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1 9 Hoofdstuk 2 13 Hoofdstuk 3 19 Conclusie 25 Bibliografie 27

(4)
(5)

5 Inleiding

Utopia: a non-existent society described in considerable detail and normally located in time and space.1

Er zijn zeer veel definities gegeven van het woord ‘utopie’, maar de meeste daarvan komen in de kern overeen met de algemeen aanvaarde definitie van Sargent uit 1994 die hierboven staat. Het woord ‘utopie’ is door Thomas More (1478-1535) bedacht als naam voor het imaginaire land dat wordt beschreven in zijn in 1516 verschenen Libellus vere aureus nec minus salutaris quam festivus

de optimo reip[ublicae] statu, deq[ue] noua Insula Vtopia, of kortweg Utopia. De term is afgeleid uit

het Grieks en kan op twee manieren worden ontleed: het vormt een samentrekking van eu (ευ) en

topos (τοπος) wat ‘goede plaats’ betekent, maar tegelijkertijd is het ook een samentrekking van ou

(ου) en topos (τοπος) wat ‘niet-plaats’ betekent. Het betreft dus een plaats die per definitie tegelijkertijd goed is en niet bestaat.

In de twintig jaar na het verschijnen van Utopia stichtte Vasco de Quiroga, een Spaanse rechter en bisschop in Mexico, Santa Fe de Mexico en Santa Fe de la Laguna. Dit waren

leefgemeenschappen, zogenaamde pueblos hospitales, voor de natives in dat gebied, de Purépecha. In de zestiende eeuw zijn er meerdere initiatieven geweest om de natives te organiseren in

gemeenschappen, maar opvallend aan Quiroga’s pueblos hospitales is dat hij ze heeft gebaseerd op het boek Utopia. In enkele brieven uit 1531 en 1532 aan het Spaanse bestuursorgaan dat

verantwoordelijk was voor het bestuur van Mexico, de Raad van Indië, zette hij al zijn ideeën uiteen voor het vormen van een samenleving op basis van Thomas More’s werk.2 Wat bijzonder is bij Quiroga is dat hij deze ideeën dus ook heeft uitgevoerd. Op basis van een utopische tekst heeft hij twee gemeenschappen gesticht. Van een niet-plaats heeft hij werkelijke plaatsen gemaakt.

Deze thesis verkent hoe Vasco de Quiroga Utopia heeft gebruikt om zijn pueblos hospitales te stichten. Het uitgangspunt is de hypothese dat Quiroga een vertaalslag heeft moeten maken tussen

Utopia en de realiteit om Thomas More’s ideeën te kunnen gebruiken. Hij heeft elementen uit Utopia aan moeten passen, weg moeten laten, of aan moeten vullen om ze bruikbaar te maken. Om

achter deze vertaalslag te komen, wordt Utopia vergeleken met de Reglas y Ordenanzas, para el

gobierno de los hospitales de Santa Fe de México y Michoacán (1538) van Quiroga’s eigen hand en

het ooggetuigenverslag van Juan de Grijalva (1580-1638) zoals dat te vinden is in zijn Historia de la

Orden de N.P.S. Agustín en la Provincia de Nueva España (1624).3 De Reglas y Ordenanzas vormen de statuten voor de pueblos hospitales; de beschrijving in de Historia vormt het oudste overgeleverde ooggetuigenverslag van een pueblo hospital. Andere geschriften van Quiroga zoals de zojuist genoemde brieven aan de Raad van Indië of zijn meest omvangrijke werk, Información en Derecho (1535), worden niet behandeld aangezien zij weinig inzicht geven in de daadwerkelijk realisatie van de pueblos hospitales.

De vergelijking tussen de drie teksten vindt plaats op twee niveaus; de Historia de la Orden wordt naast de Reglas y Ordenanzas gelegd om een beeld te vormen van hoe de pueblos hospitales

1 Gregory Claeys, Lyman Tower Sargent eds, The Utopia Reader (New York, 2017), p. 1.

2 Fintan B. Warren, Vasco de Quiroga and his Pueblo-Hospitals of Santa Fe (Washington, 1963), p. 34-35.

3 Als editie van de Reglas y Ordenanzas wordt Rafael Aguayo Spencer’s Don Vasco de Quiroga: Taumaturgo de

la Organización Social gebruikt. Dit is de meest volledige recente uitgave van het tekstencorpus van Vasco de

Quiroga. Voor de Historia de la Orden wordt de digitale uitgave van het Instituto Tecnológico de Monterrey gehanteerd. Deze is volledig online te vinden.

(6)

6 er in theorie en praktijk uit zagen. De analyse en het vergelijk van deze twee teksten legt ook de basis voor het vergelijk tussen de pueblos hospitales en Utopia. Dit vormt het tweede niveau van vergelijk. De omvang van voornamelijk de Reglas y Ordenanzas maakt het onmogelijk om alle aspecten hiervan te behandelen. De nadruk zal daarom liggen op de sociale organisatie van de pueblos hospitales en de maatschappelijke visie die spreekt uit deze tekst. Deze aspecten geven het beste weer hoe Quiroga het leven van de natives heeft proberen om te vormen en vanuit welke achtergrond hij zijn sociale systeem richting heeft proberen te geven. Bij dit alles speelt de aanpak van de New Conquest History mee op de achtergrond. Deze geschiedkundige stroming benadrukt de agency van de natives zelf en bekijkt de kolonisatie van Zuid-Amerika vanuit een meer bottom-up perspectief.4 Binnen deze thematiek is het lastig om de methode van de NCH over te nemen, aangezien zij voornamelijk werkt met lokale bronnen terwijl dit onderzoek zich richt op intellectuele teksten van bovenaf. Het is echter van groot belang dat de natives in dit verhaal en in ons denken niet verworden tot een passieve en statische factor, maar gezien worden als relevante actoren met een eigen agency.

De New Conquest History maakt deel uit van een veel bredere historiografie over Vasco de Quiroga en de pueblos hospitales. In Europa is Vasco de Quiroga echter een weinig bekend historisch persoon. Dit is deels te wijten aan een geringe interesse in hem vanuit de Europese

wetenschappelijke gemeenschap. De kleine hoeveelheid goede Engelstalige studies over deze Spaanse bisschop mag verwonderlijk genoemd worden aangezien hij in de Zuid-Amerikaanse en Spaanstalige onderzoekstraditie haast oververtegenwoordigd is. De geringe hoeveelheid Engelstalige studies naar Vasco de Quiroga is een punt dat Fernando Goméz, docent in Spaanse en

Latijns-Amerikaanse studies aan Birmingham University en momenteel één van de meest toonaangevende onderzoekers naar Quiroga, naar voren brengt in het eerste hoofdstuk van Good Places and

Non-Places in Colonial Mexico (2001). Voor hem is één van de doelen van dit boek om de ‘relatively

little-known’ Vasco de Quiroga centraal te stellen, waarbij hij benadrukt dat dit relatief onbekend slaat op continentaal Europa, wellicht met Spanje als uitzondering.5 Dat Vasco de Quiroga in Mexico en Zuid-Amerika zelf wel ‘leeft’, blijkt duidelijk in James Krippner-Martinez’ artikel ‘Invoking “Tata Vasco”: Vasco de Quiroga, Eighteenth-Twentieth Centuries’ uit 2000. Hij beschrijft de beeld- en

traditievorming rond Quiroga, waarbij vooral naar voren komt dat de ‘legende’ en populaire veneratie van deze persoon het product zijn van een aantal bewuste acties van eeuwen later.6

4 Mark Christensen, ‘Recent Approaches in Understanding Evangelization in New Spain’, History Compass 14:2

(2016), p. 39-48, alhier: p. 39.

5 Fernando Goméz, Good Places and Non-Places in Colonial Mexico: The Figure of Vasco de Quiroga

(1470-1565) (Lanham, 2001), p. 2-5, 13. Er is vanaf 2000 een toename in het aantal Engelstalige publicaties over

utopieën in de Nieuwe Wereld, waarin Vasco de Quiroga genoemd wordt. Zie: Barnita Baghi, ‘Many

Modernities and Utopia: From Thomas More to South Asian Utopian Writings’, in: P. Guerra, Utopía: 500 años (2016), p. 195-220; Peter Hallberg, ‘Thomas More’s Cosmopolitan Civil Science: The New World and Utopia Reconsidered’, History of Political Thought 33:4 (2012), p. 578-606; James Krippner-Martinez, ‘Invoking “Tata Vasco”: Vasco de Quiroga, Eighteenth-Twentieth Centuries’, The Americas 56:3 (2000), p. 1-28; idem,

Rereading the Conquest: Power, Politics, and the History of Early Colonial Michoacán, Mexico, 1521-1565

(Phildadelphia, 2001); Bernardino Verástique, Michoacán and Eden: Vasco de Quiroga and the Evangelization

of Western Mexico (Austin, 2000). Good places and non-places verscheen in 2001, maar Goméz’ missie om

Vasco de Quiroga meer op de kaart te zetten begon al voor 2000. In hoeverre de toename van Engelse artikelen over de bovengenoemde onderwerpen een verdienste van Goméz alleen is, is niet duidelijk. Auteurs die na hem schrijven, vermelden geen directe schatplichtigheid aan zijn werk.

6James Krippner-Martinez, ‘Invoking “Tata Vasco”: Vasco de Quiroga, Eighteenth-Twentieth Centuries’, The

(7)

7 Een punt dat bij Goméz samenvalt met de relatieve onbekendheid van De Quiroga in Europa, is het grote verschil in de benadering van utopisme in de Engelstalige en de Spaanstalige

onderzoekstraditie. Dit verschil zit in de visie op utopieën in de Nieuwe Wereld. Goméz ziet een duidelijke tweedeling omtrent dit onderwerp. In de Engelstalige traditie is er geen ruimte voor Amerikaanse utopieën, terwijl de Spaanse traditie Amerika juist ziet als de bron van utopieën.7 Wanneer er geen aandacht is voor utopieën in de Nieuwe Wereld komt de persoon van Quiroga ook niet bovendrijven. Eliav-Ferldon doet in haar boek Realistic Utopias (1982) Quiroga’s pueblos

hospitales af als slechts aftreksels van de utopieën van de humanisten; Santa Fé de Mexico en Santa

Fe de la Laguna zijn volgens haar meer een ‘blessed theocracy governed by the bishops.’8 Goméz geeft nog een aantal voorbeelden die samen duidelijk maken dat er inderdaad in het algemeen geen ruimte is voor Amerikaanse utopieën in de Engelstalige traditie. Goméz probeert het tij te keren en tegelijkertijd Vasco de Quiroga voor het voetlicht te plaatsen en hem als voorbeeld voor het bestaan van Amerikaanse utopieën te gebruiken.

Een aspect dat belangrijk is voor de bredere historische context waarin Quiroga’s pueblos

hospitales vallen, is het onderzoeksveld naar de evangelisering van de Nieuwe Wereld, een context

waar Vasco de Quiroga direct binnen valt. Silvio Zavala bespreekt in 1943 de Spaanse kolonisatie en hoe sociale experimenten daar werden toegepast.9 Het dominante systeem in de Nieuwe Wereld was dat van de encomienda, in dit systeem kreeg een rijke Spanjaard in Spaans-Amerika zeggenschap over een aantal natives. In ruil voor hun bekering kreeg hij dan een stuk grond Er zijn meerdere pogingen geweest een alternatieve vorm van sociale organisatie te ontwikkelen in Amerika. De rode lijn door al deze pogingen was de evangelisering van de natives. In een recent artikel heeft

Amerikaans historicus Mark Christensen een overzicht gegeven van de nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek naar de evangelisering van Nieuw Spanje. Hij wijst er terecht op dat er heel lang vanuit een eurocentrisch, dominant perspectief is gekeken naar de verovering en bekering van Amerika. Het narratief was er meestal één van een geslaagde en voltooide verovering en bekering binnen de eerste eeuw na de ontdekking van het continent. De opkomst van de New Conquest History eind 20e eeuw heeft voor nuanceringen geleid van het oordeel over in hoeverre de bekering van de natives voltooid en succesvol was en maakt ons ook attent op de agency van de natives zelf. Onder andere de rol van native-assistenten van de missionarissen wordt nu erkend.10

Ook in het onderzoek dat meer direct betrekking heeft op Vasco de Quiroga is verandering door de tijd heen waarneembaar. Fernando Goméz deelt de historiografie betreffende Vasco de Quiroga in drie periodes in: ‘prehistory’, ‘classic’ en ‘contemporary’. De eerste twee periodes worden grotendeels gekenmerkt door een weinig kritische houding ten opzichte van De Quiroga. De

‘prehistory’-periode draaide vooral om de reproductie van Quiroga’s teksten, in de ‘classic’-periode kwam het eerste historisch-wetenschappelijke onderzoek naar Quiroga.11 Pas in de ‘contemporary’ periode stapte men af van haast hagiografische beschrijvingen en kwam er een meer open en kritische stroming. Hoewel weinig kritisch, zijn de vroegere periodes wel heel belangrijk geweest voor de ontwikkelingen van het onderzoek. De belangrijkste onderzoeker uit deze periode is zonder twijfel de Mexicaanse historicus en specialist in de koloniale geschiedenis van Mexico Silvio Zavala,

7 Goméz, Good Places and Non-Places, p. 23.

8 Miriam Eliav-Ferldon, ‘Realistic Utopias: The Ideal Imaginary Societies of the Renaissance 1516-1630 (Oxford,

1982), p. 4.

9 Silvio Zavala, New Viewpoints on the Spanish Colonization of America (Philadelphia, 1943), p.104.

10 Christensen, ‘Recent Approaches’, p. 39.

(8)

8 die in het bijzonder van grote waarde is voor dit onderzoek. Hij heeft namelijk als eerste aangetoond dat De Quiroga sterk geïnspireerd is door Thomas More.12 Zijn werk is in 1957 gedeeltelijk herhaald door M. Lacas.13 Beide auteurs hebben de geschriften van Vasco de Quiroga naast Utopia gelegd en de overeenkomsten tussen de teksten besproken.

Tegenwoordig worden er wat meer vraagtekens gezet bij de persoon van Vasco de Quiroga. James Krippner-Martinez geeft aan dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de kwaliteit van het contact tussen Quiroga en natives in zijn pueblos hospitales: bijna dertig jaar na het oprichten van deze gemeenschappen had hij nog steeds een tolk nodig om met ze te praten.14 Bernardino Verástique wijst op het complexe karakter van Vasco de Quiroga, die tot ver in de twintigste eeuw eigenlijk nog louter in positieve termen werd beschreven. Hij bewandelde het spectrum van liberaal tot erg conservatief en van meewerkend tot sterk autoritair.15 Een eenduidige positieve interpretatie van deze persoon is nu niet meer mogelijk. Verástique wijst ook op de grote hoeveelheid

inspiratiebronnen die Vasco de Quiroga heeft gehad bij het vormen van zijn pueblos hospitales; volgens hem wordt Utopia overbelicht. Dat More van groot belang is geweest staat echter buiten kijf.

Wat echter nog mist, is een onderzoek dat zich richt op hoe Vasco de Quiroga Thomas More’s Utopia heeft gebruikt als basis voor een werkelijke samenleving. In de term ‘utopie’ ligt besloten dat zij niet bestaat en dus ook niet bedoeld is om uit te voeren. Het is dus bijzonder interessant om te kijken welke aanpassingen De Quiroga heeft gemaakt om op basis van Utopia een gemeenschap te organiseren. Om dit helder te krijgen, zal eerst worden gekeken naar Quiroga’s leven voordat hij naar de Nieuwe Wereld ging. Hierbij zal tevens worden behandeld waarom hij naar Mexico ging en wat zijn motieven waren voor het stichten van de twee pueblos hospitales.

Vervolgens wordt er op basis van de Reglas y Ordenanzas en de Historia de la Orden een beeld geschapen van de manier waarop de pueblos hospitales waren georganiseerd. Tot slot volgt een vergelijking tussen Utopia en het beeld dat is ontstaan van de pueblos hospitales.

12 Silvio Zavala, ‘L’Utopie Réalisée: Thomas More au Mexique’, Annales Histoire, Sciences Sociales, 3:1 (1948),

p. 1-8.

13 M.M. Lacas, ‘A Social Welfare Organizer in Sixteenth-Century New Spain: Don Vasco de Quiroga, First Bishop

of Michoacán’, The Americas 14:1 (1957), p. 74-78.

14 Krippner-Martinez, ‘Invoking “Tata Vasco”, p. 10.

15 Bernardino Verástique, Michoacán and Eden: Vasco de Quiroga and the evangelization of western Mexico

(9)

9 Hoofdstuk 1

Voordat er kan worden ingegaan op hoe de pueblos hospitales eruit zagen en hoe zij zich verhouden tot Utopia, is het noodzakelijk om eerst meer inzicht te krijgen in de persoon Vasco de Quiroga en zijn motieven om naar de nieuwe wereld te gaan en daar gemeenschappen voor de natives te stichten. Zoals met zo veel historische personen is het echter niet eenvoudig om een geboortejaar vast te stellen voor Vasco de Quiroga. Lang is 1470 aangehouden; dit was gebaseerd op de traditie dat hij bij zijn overlijden in 1565 de zeer hoge leeftijd van 95 jaar had bereikt. Verder onderzoek heeft zijn geboortejaar echter opgeschoven naar 1477 dan wel 1478.16 Een pauselijke bul uit 1549 indiceert dat Quiroga in 1537 vrijstelling van een reis naar Rome vroeg omdat hij in zijn zestigste jaar was. Toen hij dit verzoek deed was hij dus 59; dit maakt het waarschijnlijker dat hij in 1477/78 is geboren.17 Ondanks dat zijn geboortedatum niet precies vastgesteld kan worden, bestaat er geen twijfel over dat Quiroga is geboren in het Spaanse dorp Madrigal de las Altas Torres in de regio Castilla la Vieja. Zijn familie kwam oorspronkelijk niet uit dit gebied maar uit Galicië, waar het

familiekasteel nog steeds te vinden is. Dit kasteel zou onder een voorvader van Vasco de Quiroga nog een rol hebben gespeeld in de verdediging van Galicië tegen de Saracenen.18

Net als over veel andere aspecten van Quiroga’s leven voordat hij naar Mexico ging, is er weinig bekend over zijn opleiding. Er valt met zekerheid te zeggen dat hij canoniek recht gestudeerd heeft, waarschijnlijk in Valladolid.19 Op een gegeven moment na zijn studie is Quiroga toegetreden tot het korps van letrados van koning Ferdinand II van Aragon en koningin Isabella van Castilië; een precieze periodisering is echter niet te geven. Het korps letrados was een groep juristen die tijdens de regering van koning Ferdinand en koningin Isabella de taken in de rechtbank overnamen van de edelen die die functies traditioneel bekleedden.20 Verschillende bronnen plaatsen Quiroga rond 1525 in de Algerijnse stad Oran, een belangrijk handelscentrum in het Middellandse Zeegebied. Oran was in 1509 in de context van de Reconquista door de Spanjaarden ingenomen en zo voor het

christendom ‘gewonnen’.21 Vasco de Quiroga was hier de rechter van corregidor Alonso Páez de Ribera, een koninklijke afgevaardigde die belast was met het regelen van de algemene stedelijke administratie.

Quiroga’s periode in Oran wordt door Warren en Vérastique beschouwd als een

voorbereiding op zijn latere taken in Mexico. In 1525 was er nog geen enkele indicatie dat Quiroga naar de Nieuwe Wereld zou gaan (van een bewuste voorbereiding kan dus geen sprake zijn), maar wanneer de twee situaties met elkaar worden vergeleken vallen er inderdaad de nodige

overeenkomsten op. In Oran werkte Quiroga in een pas veroverde kolonie waar de situatie behoorlijk onrustig was. De relatie tussen de kolonisten en de gekoloniseerden was nog niet duidelijk

uitgekristalliseerd, waarbij de meerderheid van de kolonie bestond uit niet-Spanjaarden. Tot slot maakte het onderzoeken van gerapporteerde misdrijven van ambtenaren die hem voor gingen deel

16 Bernardino Vérastique, Michoacán and Eden: Vasco de Quiroga and the Evangelization of western Mexico

(Austin, 2000), p. 87.

17 Warren, Vasco de Quiroga, p .8.

Het betreft hier de pauselijke bul ‘Exponi nobis’ van 12 mei 1549, geschreven door paus Paulus III.

18 Idem, p. 9.

19 Fernando Goméz, Good Places and Non-Places in Colonial Mexico: The Figure of Vasco de Quiroga

(1470-1565) (Laham, 2001), p. 34.

20 Warren, Vasco de Quiroga, p. 12.

(10)

10 uit van zijn takenpakket.22 De situatie in Nueva España was ook onrustig met de nodige spanningen en conflicten tussen de Spaanse kolonisten en de natives die gekoloniseerd werden. In beginsel ging Vasco de Quiroga ook naar Mexico om de misstanden van eerdere Spaanse ambtenaren recht te zetten.23

De misstanden in kwestie waren begaan door de Eerste Audiencia; een koninklijke rechtbank in Mexico die belast was met het herstellen van de orde en het bekeren van de natives tot het christendom. Nadat er in 1527 goud was ontdekt in Michoacán ontstond er een enorme influx van goudzoekers en avonturiers naar dit gebied. De Purépecha werden op grote schaal uitgebuit en in de goudmijnen aan het werk gezet. Het zware werk in de mijnen eiste talloze levens, waarbij het aantal doden nog werd opgevoerd door de algemene sfeer van geweld die heerste in Mexico. Een

bijkomend probleem was dat door de slechte omstandigheden de plaatselijke stammen steeds vaker in opstand kwamen tegen de kolonisten.24 De Raad van Indië begon steeds meer berichten te ontvangen over de slechte situatie in de kolonie en vreesde voor het voortbestaan van de natives. Een soortgelijke situatie had de raad al meegemaakt op de Caribische eilanden; daar was de inheemse bevolking gedecimeerd. Om de situatie weer onder controle te krijgen werd de Eerste Audiencia ingesteld, met als president Nuño de Guzmán. De keuze voor De Guzmán bleek een kapitale fout te zijn geweest: hij verkocht ontelbaar veel natives als slaven, hij brak tempels af op zoek naar schatten, ontvoerde vrouwen en kwam in groot conflict met de Franciscaanse

missionarissen.25

Om complete anarchie in Mexico te voorkomen werd er door het hof een tweede Audiencia aangesteld. Hun eerste taak was het publiekelijk berechten van de leden van de eerste Audiencia en in het bijzonder Nuño de Guzmán.26 Deze keer bestond de Audiencia uit geestelijken en bewezen juristen die uitvoerig waren getest op hun capaciteiten. Vasco de Quiroga had zich als lid van het korps van letrados van Ferdinand en Isabella en als rechter in Oran al bewezen als jurist in dienst van het rijk. Waarschijnlijk is hij vervolgens voorgedragen als mogelijke oidor (rechter in dienst van de kroon) voor de tweede Audiencia door zijn vriend en tevens lid van de Raad van Indië, Bernal Díaz de Luco.27 Uit werk van de humanistische geleerde en Franciscaanse missionaris Cristobal Cabrera blijkt echter dat Quiroga niet meteen besloot om naar de Nieuwe Wereld te gaan. Cabrera was in

Michoacán een tijd de assistent van de bisschop. In 1582 geeft hij een beschrijving van de missionaire methoden van De Quiroga, waarin hij ook verhaalt over de roeping van de bisschop om naar Nieuw Spanje te gaan.28

Nadat Quiroga in de koninklijke gunst was komen te staan, zo schrijft Cabrera, was hij onzeker over wat hij moest gaan doen. Keizer Karel V bood enkele posities aan, waaronder het gouverneurschap van een Spaanse provincie, de positie van Inquisiteur of een hoge positie in Nieuw Spanje.29 Quiroga ging naar een kloosterkerk om te bidden om een oplossing. Toen hij deze kerk binnenstapte, werd hij geraakt door de woorden van Psalm vier: ‘Brengt offers gelijk het betaamt,

22 Warren, Vasco de Quiroga, p. 17; Vérastique, Michoacán and Eden, p. 89-90.

23 Warren, Vasco de Quiroga, p. 3.

24 Vérastique, Michoacán and Eden, p. 75-76; Rereading the Conquest: Power, Politics, and the History of Early

Colonial Michoacán, Mexico, 1521-1565 (Phildadelphia, 2001), p. 80.

25 Vérastique, Michoacán and Eden, p. 76-79.

26 Lacas, ‘A Social Welfare Organizer’ p. 62-63.

27 Warren, Vasco de Quiroga, p. 18-20.

28 Andrew Laird, ‘Classical Letters and Millenarian Madness in Post-Conquest Mexico: The Ecstatics of Fray

Cristóbal Cabrera (1548), International Journal of the Classical Tradition 24:1 (2017), p. 78-108, alhier: p. 78-81.

(11)

11 stelt op Jahwe uw vertrouwen. Steeds heet het: ‘wie biedt ons uitzicht?’’ Hij interpreteerde deze woorden als een roep van de Amerikaanse natives om iemand die hen zou helpen in hun benarde positie. Na deze roeping besloot hij een post in Mexico aan te nemen en zich in te gaan zetten voor de zaak van de Purépecha.30 Dit verhaal over Quiroga’s roeping indiceert dat hij naar Mexico ging op basis van persoonlijke devotie en betrokkenheid bij de zaak van de natives, al voordat hij in de Nieuwe Wereld aankwam. Zoals James Krippner-Martinez in zijn artikel ‘Invoking Tata Vasco' uit 2000 aangeeft is het beeld van Vasco de Quiroga als een heilige vader die pure liefde voor de natives koesterde - een beeld dat ook naar voren komt uit de beschrijving van Cabrera - een resultaat van een lange beeldvormingstraditie.31 Het gevolg is een geïdealiseerd beeld van Quiroga. Dit hoeft natuurlijk niet te betekenen dat de roeping niet heeft plaatsgevonden en een vorm van devotie niet een motief was in zijn acceptatie van de functie van oidor in de Tweede Audiencia. Het kan echter evengoed zo zijn dat niet een roeping maar puur het vooruitzicht van een baan als goedbetaalde rechter in de Nieuwe Wereld op zich al voldoende motivatie leverde om de baan aan te nemen.

In januari 1531 kwamen de nieuwe Audiencia-leden aan in Mexico-Stad. Krap een jaar later stichtte Vasco de Quiroga zijn eerste pueblo hospital: Santa Fe de Mexico. Welke beweegredenen had hij echter voor het stichten van deze gemeenschappen voor de natives? Zijn roeping verklaart vooral waarom hij naar de Nieuwe Wereld ging, niet waarom hij op deze specifieke manier te werk ging. De stichting van de pueblo hospitales kan volgens Fintan B. Warren het beste verklaard worden vanuit drie motieven. Ten eerste waren zij bedoeld om te zorgen voor de zwakken. Toen Quiroga in 1531 in Mexico-Stad arriveerde, werd hij getroffen door de slechte situatie van de natives die hij daar zag. Hij kwam vooral vrouwen, kinderen en zwakken tegen, omdat alle (jonge)mannen die fit waren ‘geclaimd’ waren door de conquistadores. Quiroga voelde het ook als de schuld van de Spanjaarden dat er zoveel ellende was bij de natives; door hen op te vangen kon hij een deel van de schuld van de Spanjaarden vereffenen.

De andere twee motieven hebben een sterke samenhang. Het tweede motief was dat de natives in de pueblos hospitales opgevoed konden worden tot beschaafde mensen. Voor de Spanjaarden ging ‘beschaving’ hand in hand met steden; in steden was de beschaving en kon men beschaving bijgebracht worden. Beschaven bestond voornamelijk uit het aanleren van de waarden van het christendom en de natives omvormen tot goede christenen. Dit was dan ook het derde motief. Wanneer de natives in pueblos georganiseerd zouden worden, zou het in de eerste plaats makkelijker worden om hen te controleren, maar konden de natives tegelijkertijd doormiddel van educatie en arbeid opgevoed worden tot beschaafde en ‘nette’ mensen.32 Uiteindelijk werden de natives hoofdzakelijk onderwezen in Eurocentrische sociale waarden en in het christendom, zaken die hun allemaal vreemd waren en ook voor een deel enkel een schijneffect bleken te hebben. Het lijkt er op dat de Purépecha de christelijke elementen aanpasten aan en inpasten in hun eigen wereld- en godenbeeld. Er ontstond dus een soort hybridevorm waarmee zij hun eigen wereldbeeld intact hielden en toch de christelijke indoctrinatie volgden.33

Naast deze drie motieven speelt er ook bij Quiroga een bredere traditie mee in zijn keuze om de Purépecha samen te brengen in gemeenschappen. Voornamelijk de Franciscaanse missionarissen, de eerste missionarissen die in de Nieuwe Wereld aankwamen, raakten geïnspireerd door de

primitieve en ‘pure’ staat waarin zij de natives aantroffen. Zij zagen in de Nieuwe Wereld een

30 Warren, Vasco de Quiroga, p. 21-22.

31 James Krippner-Martinez, ‘Invoking Tata Vasco’, p. 8-13.

32 Warren, Vasco de Quiroga, p. 27-29.

(12)

12 reflectie van de ‘Gouden Tijd’ van het christendom; de periode van de primitieve christelijke kerk van vóór Constantijn de Grote (306-337).34 De natives vormden voor hen de ideale basis om wederom de idealen van de primitieve kerk in praktijk te brengen. Dit draaide vooral om leven in de absolute armoede en eenvoud; aspecten die de vroege christelijke kerk kenmerkten en ook het

gedachtengoed van de Franciscanen typeerden. Quiroga was bekend met deze ideeën en raakte daar ook door geïnspireerd. Hij vergeleek de goede en bescheiden natuur van de natives met het karakter van de apostelen. Wanneer zij bekeerd werden, konden de natives de perfecte primitieve christelijke kerk weer in ere herstellen.35 De beste manier om hen te bekeren en te vormen was door ze te verenigen in pueblos hospitales.

34 John Leddy Phelan, The Millennial Kingdom of the Franciscans in the New World (California, 1970), p. 48-52.

(13)

13 Hoofdstuk 2

Nu duidelijk is geworden waarom Vasco de Quiroga naar de Nieuwe Wereld ging en wat zijn motieven waren voor het stichten van zijn pueblos hospitales, is het tijd dat we ons richten op de daadwerkelijke organisatie van deze gemeenschappen. Dit hoofdstuk analyseert de Reglas y

Ordenanzas para el Gobierno de los Hospitales de Santa Fe de México y de Michoacán en de Historia de la Orden. Hierbij wordt vooral gekeken naar de sociale organisatie van de pueblos hospitales, de

economische aspecten van de samenleving en hoe Quiroga zijn motieven vorm heeft gegeven. Deze aspecten geven samen een zo volledig mogelijk beeld van de basisprincipes van de gemeenschappen en scheppen daarbij ook een helder beeld van de kern van de pueblos hospitales zoals Quiroga ze voor ogen had. Daarnaast is deze keuze ingegeven door de noodzaak tot beperking die wordt gedicteerd door de omvang van deze scriptie. Tevens zijn voornamelijk de Reglas y Ordenanzas te uitgebreid om op detailniveau te behandelen. Deze tekst is opgebouwd uit 43 hoofdstukken, waarvan een groot deel zeer specifiek ingaat op praktische zaken, zoals de kleding van de inwoners. Een volledige weergave en analyse van de Reglas y Ordenanzas verdient een volledig boek.

Samen met het verslag dat de Augustijnse broeder Juan de Grijalva in 1624, 68 jaar na de dood van Quiroga, gaf van zijn bezoek aan Santa Fé de Mexico, vormen de Reglas y Ordenanzas de beste mogelijkheid om dicht bij de pueblos hosptitales te komen. De Reglas y Ordenanzas waren niet Quiroga’s eerste geschrift over de pueblos hopsitales. Een precieze datering valt niet te geven van deze teksten, het valt alleen met zekerheid te zeggen dat zij voor 1565 geschreven zijn aangezien ze in Quiroga’s Testamento uit dat jaar genoemd worden. De Cartas al Consejo de Indias (1531) en

Información en Dercho (1535) zijn van eerder datum en geven voornamelijk inzicht in Quiroga’s

ideeën over de positie van de natives in de Nieuwe Wereld en hoe deze positie verbeterd kon worden. De pueblos hospitales werden in deze teksten aangedragen als een mogelijke oplossing voor de situatie.36 Wat de Reglas y Ordenanzas onderscheidt van de Cartas en Información en Derecho is dat zij bedoeld waren als de statuten van beide Santa Fés. Hierdoor geven deze teksten het beste beeld van hoe Vasco de Quiroga deze gemeenschappen voor ogen had. Hierbij zijn de Reglas ook de enige bron van Quiroga’s hand die informatie verschaffen over de interne organisatie van de pueblos

hospitales.37

Een punt dat meegenomen moet worden in de lezing van de Reglas is dat zij prescriptief van aard zijn, niet descriptief. In de tekst valt dus niet te lezen hoe de Santa Fés waren, maar enkel hoe zij moesten zijn. Het is onduidelijk hoe dicht de gemeenschappen de statuten volgden, waarbij ook moet worden opgemerkt dat de Reglas dateren van na de stichting van in ieder geval Santa Fé de Mexico en waarschijnlijk ook van na Santa Fé de la Laguna in de provincie Michoacán.38 Een één op één correcte afspiegeling van de realiteit in de pueblos is dus niet te vinden in de Reglas, maar dit doet niet af aan hun grote belang in het tonen van de ideeën van Quiroga en het aangeven van de lijnen waarlangs Quiroga’s gemeenschappen opgebouwd waren. Tegenover de voorschrijvende statuten staat het beschrijvende ooggetuigenverslag van Grijalva. De Historia de la Orden geven een beeld van hoe de dagelijkse praktijk in Santa Fé de Mexico was, ongeveer 90 jaar na zijn stichting.

Deze dagelijkse praktijk was in de kern gestructureerd rond het ziekenhuis; de

gemeenschappen heetten niet voor niets ‘ziekenhuisdorpen.’ Het ziekenhuis moet hier echter wel

36 Warren, Vasco de Quiroga, p. 28-32.

37 James Krippner-Martinez, Rereading the Conquest: Power, Politics, and the History of Early Colonial

Michoacán, Mexico, 1521-1565 (Pennsylvania, 2001), p. 93.

(14)

14 opgevat worden in de breedste zin des woords, waarbij het naast de verzorging van de zieken ook draaide om het huisvesten van hen in nood en het tijdelijk opvangen van onder meer reizigers. Gezien Quiroga’s motieven voor het oprichten van de gemeenschappen voor de natives, is het niet verwonderlijk dat hij het ziekenhuis als centraal element nam. Quiroga was geraakt door de barre omstandigheden waarin de natives moesten leven; menig native was ontheemd en leefde in bittere armoede, zonder eten en dak boven het hoofd. In eerste instantie wilde Quiroga dan ook zorg dragen voor de zwakken. Een ziekenhuis was per uitstek de instelling die geschikt was om voor de zwakken te zorgen en de daklozen op te vangen. Voor de organisatie van de ziekenhuizen trad Quiroga ook in aanzienlijk detail, met onder andere aandacht voor de locatie en de indeling van het gebouw. Het ziekenhuis moest altijd iets verder van de andere woningen af staan en was vierkant van vorm. Binnen het ziekenhuis waren er verder verschillende afdelingen voor besmettelijke ziekten en niet-besmettelijke ziekten. Daarnaast had een overdekt, rijkversierd kapelletje een belangrijke plaats in de patio; hier werd de mis gezegd en konden alle zieken deze horen.39 Op deze manier kwamen zorg en opvang voor de zwakken en het uitdragen van het christendom samen. Het ziekenhuis werd verder geleid door een Majordomus met zijn assistent, de Despensero. Hiernaast werkten er als betaalde krachten een apotheker, een arts en een chirurg.40

Afgaande op het verslag van Juan de Grijalva werkten ook alle ‘oficiales mécanicos’ zoals smeden en timmerlieden op bepaalde dagen voor het ziekenhuis.41 Uit dit verslag blijkt in het algemeen een grote waardering voor het ziekenhuis, maar Grijalva presenteert deze instelling meer als een perfecte christelijke institutie dan als een medische omgeving met artsen en een chirurg. Volgens hem waren de predikers de beste weg naar genezing en was de hulp in het ziekenhuis een toonbeeld van christelijke naastenzorg en vroomheid.42 Deze insteek is niet verrassend bij Grijalva. Dat zijn verslag meer descriptief is dan de Reglas y Ordenanzas, betekent niet automatisch dat zij ook objectief is. Als Augustijnse missionaris had Grijalva voornamelijk een uitgesproken interesse in de christelijke aard van de pueblos hospitales. Een interessant religieus element in de Historia de las

Orden is Grijalva’s verwijzing naar een kapel in het ziekenhuis waar veel tijd en geld aan werd

besteed. De kapel was gewijd aan ‘la Concepción de nuestra Señora’ en was versierd met zilver en ornamenten zoals die ook te vinden waren in de hoofdkerk. Bij deze kapel ontvingen alle zieken (tenzij hun situatie te ernstig was) de communie.43 De beschrijving van deze kapel komt naadloos overeen met Quiroga’s beschrijving in de Reglas y Ordenanzas van een kapel in het ziekenhuis.

Rondom de ziekenhuizen waren familias gegroepeerd: uitgebreide woningen waarin grote families woonden onder de autoriteit van een soort ‘pater familias’. De familias volgden de mannelijke lijn en bestonden uit een familie in de meest brede zin des woords: in een familia

woonden grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. In totaal woonden er

39 Vasco de Quiroga, ‘Reglas y Ordenanzas para el Gobierno de los Hospitales de Santa Fe de México y de

Michoacán’, in: Rafael Aguayo Spencer ed. & vert. Don Vasco de Quiroga: Taumaturgo de la Organizacion

Social (1970), p. 241-269, alhier p. 265. Zie: Enfermeria que han de tener para los enfermos, que ha de ser una familia grande, y como de que manera ha de ser, con su mayordomo y despensero.

40 Vasco de Quiroga, ‘Reglas y Ordenanzas’, p. 266. Zie: Que se les de lo primero y mejor del hospital para los

enfermos, y se salarie boticario, medico y cirujano que visiten los enfermos y los consuelen y den lo necesario, hasta que, placiendo a nuestro señor, lo tengan todo propio.

41 Juan de Grijalva, Historia de la Orden de N.P.S. Agustín en la Provincia de Nueva España (1624), red. Instituto

Tecnológico de Monterrey, http://hdl.handle.net/11285/573954 [geraadpleegd op 25-5-2018], p. 117.

42 Grijalva, Historia de la Orden, p. 116-118.

43 ‘Adémas del gasto que se tiene con los enfermos, gastan mucho en una capilla, que siempre tienen allí, de la

(15)

15 acht tot twaalf getrouwde mannen met vrouw en kinderen in één familia. Wanneer een vrouw trouwde, ging zij wonen bij haar nieuwe echtgenoot; zo vond er de nodige interactie plaats tussen de verschillende familias.44 Het huwelijk was een verbintenis die al op zeer jonge leeftijd aan werd gegaan: jongens werden huwelijksgeschikt geacht vanaf twaalf en meisjes vanaf tien jaar. De biologische ouders van het kind zochten bij een andere familia een geschikte huwelijkskandidaat. Wanneer in de eigen pueblo geen partner werd gevonden kon er gehuwd worden met iemand uit een naburige pueblo hospital. Heimelijk huwen was uit den boze; een huwelijk hoorde tot stand te komen volgens de wil van de biologische ouders en de rest van de familie.45

Naast de reguliere familias waren er ook familias rusticás die op enige afstand van het het centrum lagen. Deze familias rusticás fungeerden als een soort satellieten van de gemeenschap op het platteland, waar gewassen werden verbouwd en vee werd gehouden. Deze gemeenschappen werden door het centrum voorzien van de benodigde gereedschappen en instrumenten: ‘y proveídas de herramientas e intrumentos necesarois para la labor.’ In tegenstelling tot de urbane familias waren de familias rusticás niet de permanente woonplaats van één familia. Iedere twee jaar werd de groep in het rurale verblijf afgewisseld door een nieuwe groep uit de stad. Enkel met de expliciete toestemming van de rector en regidores kon je langer op het platteland blijven:46

En zij worden twee aan twee jaar afgelost, behalve als één van hen uit zijn eigen wil daar langer wil blijven, en met uitdrukkelijke toestemming van de rector en regidor, en niet op een enigerlei andere manier, kan hij blijven.47

Het was de taak van een gekozen principal om de nieuwe bewoners van de familias rusticás in te wijden in het werk op het platteland en het gebruik van de daarvoor benodigde gereedschappen. Dat de landbouw een belangrijke plaats innam in de Santa Fés, blijkt tevens uit het feit dat de jongens vanaf zeer jonge leeftijd al werden onderwezen in de landbouw. Na de uren van regulier onderwijs werden de jongens door de leraar meegenomen naar een stuk land dicht bij school dat was

aangewezen voor onderwijs. Hier leerden zij spelenderwijs doch praktisch, één à twee uur per dag, over de landbouw, het gereedschap en werken. Naast de praktische vaardigheden, leerden de jongens op deze manier ook de ‘doctrina y moral de buenas costumbres’: de doctrine en de moraal van goede manieren.48

Het moet hier worden opgemerkt dat Quiroga een duidelijk onderscheid in activiteiten maakt tussen de seksen. Waar de jongens praktijkeducatie kregen over landbouw, werden de meisjes opgeleid in ‘los oficios mujeriles’: het werk van de vrouwen. Hierbij ging het voornamelijk om leren omgaan met stoffen zoals wol, linnen, zijde en katoen, en het werken aan een weefgetouw.49

44 Idem, p. 258. De paragraaf Que vivan en familias y hasta cuantos en cada una, y cuando soren que no

quepan, se hagan otras y pueblen por el mismo orden behandelt de indeling van de familias.

45 Idem, p. 251. De paragraaf Que los mancebos para casar se casen, y en que edad y con queien, segun orden

de la iglesia behandelt de huwelijksleeftijd en -voorwaarden voor kinderen.

46 De rector stond aan het hoofd van het ziekenhuis. De regidores stonden in de hiërarchie boven de jurados

die per dertig familias werden toegewezen. Per tien jurados was er één regidor.

47 ‘…y éstos se remuden de dos en dos años, salvo si alguno de ellos holgare de su voluntad estar allí más

tiempo, que con licencia expresa del Rector y Regidores y no de otra manera alguna, lo pueda hacer.’Idem, p. 254. Zie: De las familias rusticas y estancias del campo, que las haya las utiles y necesarias, y de quien se han de

mirar y ser granjeadas, y como y por cuanto tiempo, y de su orden y concerto..

48 Idem, p. 251-252. Zie: La manera para exercitar los niños en el oficio de la agricultura, que ha de ser comun a

todos desde su niñez y para que depriendan a no estar ociosos.

(16)

16 Ondanks deze verschillende educatie-trajecten, had iedereen, ongeacht sekse of sociale status, de mogelijkheid om een gratis openbare opleiding te volgen. De nadruk in een dergelijke algemene opleiding lag voornamelijk op de christelijke doctrine.50 James Krippner-Martinez besteedt in zijn boek Rereading the Conquest: Power, Politics, and the History of Early Colonial Michoacán, Mexico,

1521-1565 (2001) veel aandacht aan het genderaspect in Quiroga’s inrichting van de ideale

samenleving. Krippner-Martinez benadrukt dat Quiroga een patriarchaal model oplegde in de

pueblos; de familias volgden de mannelijke lijn, de verdeling van de macht geschiedde op basis van

gender en leeftijd. De sociale orde werd op elk niveau geleid door een dominante mannelijke autoriteit met de nodige levenservaring.51 Voor een belangrijk deel was deze benadering van onderscheid tussen mannen en vrouwen gegrond in een eurocentrisch wereldbeeld, aangevuld met de nodige christelijke dogmatiek. Langs de lijnen van de christelijke zedenleer predikte Quiroga ook voor het aangaan van monogame relaties en het afzweren van polygame praktijken. Het hebben van meerdere vrouwen was een gangbare praktijk bij de Purépecha, maar Quiroga maakte van

monogame en heteroseksuele verbintenissen de onwankelbare norm. Enkel een dergelijke relatie was een wettige basis voor het voortbrengen van nageslacht.52

Terugkerende naar de praktijk in de Santa Fés valt het element van de ‘arca de tres llaves.’53 Eén sleutel is voor de rector, één voor de principal en één voor de oudste regidor.54 Dit waren de drie belangrijkste functies binnen de gemeenschap en zij werden via verkiezingen verdeeld. In de ark werd het gemeenschappelijke geld bewaard:

Voor het geld van de gemeenschap […] voor dat en voor het algemeen welzijn, is er een doos of een grote ruwe kist met drie sleutels, een die de Rector heeft, de andere de Principal en de andere de meest oude Regidor.55

Twee dingen worden duidelijk uit het beeld van de ark met de drie sloten: ten eerste mocht geld niet vrij rondgaan en in het directe bezit van de inwoners van de pueblo zijn. Ten tweede werd er voor gezorgd dat de fondsen van de pueblo niet de verantwoordelijkheid waren van één persoon, maar werd de verantwoordelijkheid gedeeld door drie personen, die ook alle drie tegelijk nodig waren om überhaupt bij het geld te kunnen. Quiroga’s samenlevingen waren dus semi-geldvrij. Er waren monetaire middelen nodig om de samenleving te kunnen laten draaien en geld was meteen beschikbaar wanneer dit nodig was. Geld was echter enkel nodig om er voor te zorgen dat er geen tekorten ontstonden. Fernando Goméz typeert in zijn boek Good-Places and Non-Places in Colonial

Mexico (2000) Santa Fé de Mexico en Santa Fé de la Laguna dan ook als een samenleving waarin het

niet hebben van behoeften het centrale doel is.56 In deze wens om behoeften uit te roeien komt

50 Vérastique, Michoacán and Eden, p. 134.

51 Krippner-Martinez, Rereading the Conquest, p. 94-95.

52 Goméz, Good-Places and Non-Places, p. 90.

53 De ark met de drie sleutels.

54 De principal werd door alle padres de familia samen verkozen. De principal hiel toezicht op de gang van

zaken in de pueblo hospital en werd aangesteld voor drie of zes jaar. Hij moet een goede christen zijn en een goed leven leiden. Elk jaar werden er drie of vier regidores gekozen, die dezelfde kwaliteiten moesten bezitten. Zie: Quiroga, Regals y Ordenanzas, p. 261: Eleccion de principal y regidores, y como se haga.

55 ‘Para la moneda del comun […] item que para ello y para lo demás del pro y bien común, haya una caja o

cofre grande barreteado de tres llaves, una que tenga el Rector, otra el Principal y otra el más antiguo Regidor.’ In: Quiroga, Reglas y Ordenanzas, p. 257-258. Zie: Arca de tres llaves para la moneda del comun, y quenes las

han de tener y donde ha de estar guardada.

(17)

17 Quiroga overeen met de Franciscaanse Observantenprediking. In zijn voorstel voor een betere wereld omschreef de Catalaanse Franciscaan Francesc Eiximenis (c. 1330-1409) ook een samenleving waar, door het invoeren van een zeker mate van welvaart, iedereen kon leven zonder gebrek te hoeven kennen. Het is aannemelijk dat Quiroga als Spaanse intellectueel de zeer bekende tekst van Eiximenis heeft gelezen en dit ook als inspiratiebron heeft gebruikt.

Het niet hebben behoeften resulteerde eigenlijk ook in het niet hebben van eigen bezit; al het geld was bijvoorbeeld algemeen bezit, net als de huizen. In deze soberheid van bezit kan ook een reflectie worden gezien van het ideaal van de primitieve kerk, maar ook van het monastieke leven in het algemeen. Dit monastieke en primitieve element benadrukt Grijalva sterk. Wanneer Grijalva schrijft over de pueblos, wordt dan ook als eerste verwezen naar de manier waarop de natives na hun bekering het perfecte apostolische leven konden uitoefenen:

Er is op twee leguas afstand van Mexico een pueblo die Santa Fé heet, opgericht door de indianen die, reeds bekeerd, een meer perfect leven wilden leiden op de apostolische manier […] dat deze Indianen het religieuze leven in de gemeenschappelijke velden imiteerden, en bezig waren met bidden en het perfecte leven.57

Het perfecte leven bestond dus voor Grijalva uit je vormen naar het christendom; door actief te bidden en het religieuze leven te imiteren. Verderop in zijn verslag beschreef hij de organisatie van Santa Fé de Mexico als een haast monastieke samenleving. De natives besteedden volgens Grijalva alle tijd die zij over hadden aan ‘oración y contemplación’ en zij volgden alle religieuze ceremonies met een mate van stiptheid die deed denken aan een ‘convento de muchos Religiosos.’58

Tot slot kunnen we op basis van Grijalva ook wat zeggen over de grootte van in ieder geval Santa Fé de Mexico: Grijalva spreekt over 12.000 vecinos (buren), wat omgerekend zou kunnen worden naar ongeveer 30.000 mensen.59 Quiroga had oorspronkelijk ongeveer 60.000 inwoners voor ogen, maar zo groot zijn de pueblos nooit geworden. Een waterdichte verklaring van waarom deze grootte nooit is gerealiseerd is nog niet gevonden, maar één van de redenen kan zijn dat in de regio simpelweg niet voldoende natives woonden om pueblos hosptiales hun maximale grootte te doen halen. Dat er 68 jaar na Quiroga’s dood en in het geval van Santa Fé de Mexico 92 jaar na haar oprichting een bevolking van ongeveer 30.000 personen valt te vinden, is echter zeker een testament aan de levensvatbaarheid van Quiroga’s visie en project. Waarschijnlijk hebben de Reglas y

Ordenanzas ook geholpen met het voortbestaan van de pueblos hospitales in grotendeels de vorm

zoals Quiroga ze had bedacht: door de praktische, volledige en precieze aard van deze statuten was er voldoende houvast om ook na de dood van de bisschop de gemeenschappen intact te houden.

57‘Había dos leguas de México un pueblo que se llama Santa Fé, fundado de los indios que ya convertidos

querían vivir vida más perfecta al modo apostólico, y como en vida religiosa […] que aquellos indios imitaban en algo a los religiosos viviendo de tierras comunes, y ocupándose en oración, y vida más perfecta.’ In: Grijalva,

Historia de laOrden, p. 25.

58 Grijalva, Historia, p. 25.

(18)
(19)

19 Hoofdstuk 3

In het vorige hoofdstuk is er een beeld gevormd van de pueblos hospitales. Dit beeld wordt in dit hoofdstuk vergeleken met de tekst van Utopia, waarbij er speciaal gelet wordt op de verschillen tussen de utopische tekst van Thomas More en de utopische realisatie van Vasco de Quiroga. Voordat begonnen kan worden met deze analyse, is het echter belangrijk om enige woorden te wijden aan Utopia zelf. De persoon van Thomas More is voldoende bekend en behoeft dus geen uitgebreide introductie. Bij de aard van Utopia moet echter stil worden gestaan voor een goed begrip van de bedoelingen van de tekst en hoe deze gelezen kan worden. Als een typische humanistische tekst kent Utopia meerdere lagen die enige uitleg vergen. Daarnaast is er in het afgelopen

decennium meer aandacht gekomen voor het verband tussen Utopia en de Nieuwe Wereld. In de context van dit onderzoek, is het van grote waarde om de literaire band tussen deze tekst en de Nieuwe Wereld verder te onderzoeken.

Thomas More studeerde vanaf jonge leeftijd rechten en raakte tijdens zijn studie

geïnspireerd door het humanisme. Van groot belang in zijn leven was zijn ontmoeting met Desiderius Erasmus in 1499 en later zouden zij goede vrienden worden.60 Erasmus was ook de persoon via wie de eerste editie van Utopia in 1516 werd uitgegeven.61 Thomas More stuurde de tekst van Utopia naar Erasmus, die het vervolgens voorbereidde voor de drukker door de tekst te voorzien van voetnoten en inleidende tekst. De eerste druk verscheen in 1516 in Leuven bij Dirk Martens. In het narratief reduceert Thomas More zelf zijn rol als auteur sterk. Het voorwoord in de vorm van een brief aan Pieter Gilles – een humanistische schrijver en goede vriend van More – vermeldt dat het herhalen van wat Raphael Hythloday had verteld het enige was wat hij hoefde te doen om dit boek te schrijven. In tegenstelling tot Gilles is Raphael Hythloday echter een fictief personage. De combinatie van Gilles en Hythloday wijst op de continue verweving van realiteit en fictie in het narratief van Utopia. Verder geeft het voorwoord al een eerste blijk van More’s gebruik van humor en spot in dit werk, namelijk via de naam Raphael Hythloday zelf. Raphael was natuurlijk een aartsengel, maar Hythloday is afgeleid uit het Grieks en betekent iets als verkondiger van nonsens.62 Het zou echter een fout zijn om Utopia enkel te interpreteren als een fictief en humoristisch verhaal; het boek is wel degelijk zorgvuldig opgebouwd en bevat naast het niveau van de fictieve beschrijving een serieuze laag aan maatschappijkritiek.63

Deze maatschappijkritiek wordt geuit in een niet-Europese setting: Utopia ligt in de Nieuwe Wereld. David Lederer, universitair docent in vroeg-Europese geschiedenis, besteedt in zijn artikel ‘Welfare land: Johannes Eberlin von Günzburg and the reformation of folly’ over de Duitse lutheraan Johann Eberlin von Günzburg ook aandacht aan de culturele en intellectuele implicaties van de ontdekking van de Nieuwe Wereld op het Europese wetenschappelijke milieu.64 Volgens hem schiep

60 Caroline M. Barron, ‘The making of a London citizen’, in: George M. Logan ed. The Cambridge Companion to

Thomas More (Cambridge, 2011), p. 3-21, alhier: p. 8-15.

61 Dominic Baker-Smith, ‘Reading Utopia’, in: George M. Logan ed. The Cambridge Companion to Thomas More

(Cambridge, 2011), p. 141-167, alhier: p. 147-149.

62 Baker-Smith, ‘Reading Utopia’, p. 144. De Nederlandse vertaling van Utopia door Paul Silverentand uit 2008

hanteert de naam Rafaelo Babellario; een naam die babbelen aangeeft. Babbelen geeft praten over onbelangrijke dingen aan en reduceert net als het woord Hythloday de waarde van de woorden.

63 Hallberg, ‘Utopia reconsidered’, p. 591-595.

64 David Lederer, ‘Welfare land: Johannes Eberlin von Günzburg and the reformation of folly’, in: Plummer,

Marjorie E., Barnes, Robin eds. Ideas and cultural margins in early modern Germany (London, 2009), pp. 165-181.

(20)

20 de ontdekking van de Nieuwe Wereld een nieuwe ideologische en mentale ruimte. Deze ruimte maakte bijvoorbeeld het ontstaan van de eilandutopieën mogelijk; dit begon bij Sebastian Brandt met Das Narrenschif. Ook Thomas More gebruikte de nieuwe ruimte die een heel nieuw, onbekend continent met zich meebracht in zijn Utopia. Ondanks dat More nooit naar Latijns Amerika is geweest, is zijn ideële staat toch in de Nieuwe Wereld te vinden.65 Ook Peter Hallberg, hoofddocent aan de Malmö University, onderzoekt de interactie tussen de Nieuwe Wereld en More’s werk. Hij benadrukt het belang van de reisverhalen naar dit nieuwe continent; deze teksten waren een bijzonder interessante bron voor humanisten zoals More en Utopia is inderdaad te lezen als een reisverslag naar een nieuw en onbekend land.66

Silvio Zavala was zich in de jaren 1940 ook al bewust van de mogelijkheden die er ontstonden door de ontdekking van Amerika; het Renaissance-utopisme had veel te danken aan de Nieuwe Wereld. Hier was namelijk het ideale canvas om terug te gaan naar de Gouden Tijd. Zoals gezegd was Zavala verder de eerste auteur die de link tussen Utopia en Quiroga legde. Hij toonde aan dat Quiroga zeer goed deze tekst gelezen kan hebben en bracht daarna de overeenkomsten in kaart. Zijn conclusie was dat Quiroga More trouw heeft gevolgd.67 Ook M. Lacas vergeleek de Santa Fés met de

Utopia en legde de overeenkomsten tussen de twee vast. De grootste punten van overeenkomst die

hij aanhaalt zijn de indeling van de familias, de tuin die elke familia heeft en hoe ze die bewerken en de kleding die gangbaar is.68 De manier waarop Utopia op het vlak van het sociale leven de familias beschrijft, heeft Vasco de Quiroga in zijn Reglas y Ordenanzas vrijwel ongewijzigd overgenomen en dit geldt ook voor de beschrijving van tuinen en de voorschriften die gesteld worden omtrent de kleding. Wel heeft Quiroga enkele kleine aanpassingen gemaakt. Zo worden in de familias rústicas van Quiroga de mensen daar elke twee jaar afgewisseld, terwijl bij de Utopianen elk jaar de helft van de mensen in de hoeves wordt afgelost. Ook neemt Quiroga het principe dat iedere familie elke tien jaar van woning wisselt niet over; met de uitgebreide families in de pueblos zou dit een enorme exercitie zijn die ook niet veel nut met zich meedraagt.69

Het staat onomstotelijk vast dat Quiroga zijn pueblos hospitales heeft gebaseerd op Utopia. Het beeld dat hij Utopia simpelweg heeft nagebouwd, een beeld dat wordt gepromoot door historici als Lacas en Benevolo, is echter te kort door de bocht; er is een aantal elementen dat Quiroga’s gemeenschappen een duidelijk eigen karakter geeft.70 In de eerste plaats draait het hierbij om het doel van de samenlevingen. Over het basisprincipe van Utopia schrijft Thomas More het volgende:

De overheid wil de burgers namelijk niet tegen hun zin overbodig werk laten doen, aangezien heel de inrichting van de samenleving in principe maar op één doel gericht is: alle burgers, voor zover het algemeen belang het toelaat, vrijwaren van lichamelijke arbeid om zoveel mogelijk tijd kunnen besteden aan de vrije ontwikkeling van hun geest. Daarin ligt volgens de Utopianen namelijk de sleutel tot een gelukkig leven.71

65 Lederer, ‘Welfare Land’, p. 168-171.

66 Peter Hallberg, ‘Utopia reconsidered’, p. 583-584.

67 Zavala, ‘New Viewpoints’, p. 112-113; Zavala, ‘L’utopie realisée’, p. 8.

68 Lacas, ‘A Social Welfare Organizer’, p. 75-76.

69 Thomas More, Utopia, Paul Silverentand vert. (Amsterdam, 2008), p. 73; p. 76 Gehanteerd wordt de

vertaling van Silverentand aangezien dit de meest recente Nederlandse vertaling uit het Latijn is; Quiroga,

Reglas y Ordenanzas, p. 251; p. 255.

70 Leonardo Benevolo, The European City (Hoboken, 1995), p. 119; Lacas, ‘A Social Welfare Organizer’, p. 74-76.

(21)

21 Dit fragment heeft betrekking op de verdeling van het werk in Utopia; alle mannen en vrouwen werken zes uur per dag om zo efficiënt en snel mogelijk het werk gedaan te krijgen. Zo houden de Utopianen uren over om aan hun eigen persoonlijke ontwikkeling te werken naar de humanistische waarden van een brede algemene vorming. Iedereen houdt zich in de vrije uren bezig met een combinatie uit de vakken van het trivium en het quadrivium: muziek, retorica, algebra, meetkunde en sterrenkunde. Uiteindelijk draait deze hele vorming om het persoonlijk geluk van de Utopiaan.

Deze focus op intellectuele vorming en geluk staat in contrast met de uitgangspositie van de

pueblos hospitales die gerepresenteerd wordt door de institutie van het ziekenhuis. Zoals reeds is

gezegd draaiden Quiroga’s gemeenschappen in de eerste plaats, en conform zijn motieven voor het opzetten van de Santa Fés, om het opvangen en de verzorging van de zwakken. Hierbij vat Quiroga het ziekenhuis ook veel breder op dan More, die het ziekenhuis enkel benadert als een plaats waar zieken worden genezen. Het verschil tussen intellectuele vorming en de zorg voor de armen als centraal aspect van de samenleving, wordt duidelijk bij Quiroga’s overname van de zesurige werkdag. In de pueblos hospitales werkt ook iedereen, man en vrouw, zes uur per dag. Het systeem van deze zes werkuren is echter niet bedoeld om tijd over te houden voor de eigen intellectuele ontwikkeling: doordat iedereen zes uur per dag werkt is er voldoende opbrengst van het land om een overschot te hebben aan landbouwproducten. De verdeling is er op gericht dat niemand te kort komt, maar in het bijzonder zodat het ziekenhuis altijd voldoende voorzien is. De overschotten die er zijn worden vervolgens ingezet voor ‘otras obras pías y remedio de necesitados.’72

De plek van het ziekenhuis in de gemeenschap is ook verhelderend voor de positie die deze instelling inneemt. In Utopia liggen alle ziekenhuizen buiten de stad, terwijl Quiroga ze binnen de stad plaatst, zij het op iets meer afstand van de familias in verband met besmettingsgevaar.73 Een ander verschil op het vlak van de ziekenhuizen is dat Quiroga deze ook verbindt met het religieuze aspect in de samenleving. Dit doet hij via de kapel in de patio van het ziekenhuis. Dit is duidelijk een belangrijke plek waar ook de zieken de mis kunnen bijwonen. Verder vormt het ziekenhuis voor hen die ongeneeslijk ziek zijn ook een belangrijke plaats als overgangsplaats va het leven naar het hiernamaals, waarbij daar de juiste christelijke ceremonie kan worden toegepast voor een goede overgang.74 Het ziekenhuis is bij Quiroga dus onlosmakelijk verbonden met het christelijk geloof.

Het is in de basis niet verwonderlijk dat Quiroga meer aandacht besteedt aan het christendom in zijn pueblos hospitales dan More in Utopia; hij besteedt in het algemeen meer aandacht aan het geloof dan More doet. Dit wil niet zeggen dat More een seculiere ideaalstaat ontwikkelde: religie is zeker aanwezig in zijn ideële samenleving. Waar bij Quiroga, die tevens bisschop van Michoacán was, religie één van de meest fundamentele aspecten was in de samenleving en de bekering van de natives één van de hoofdmotieven was voor het stichten van Santa Fé de Mexico en Santa Fé de la Laguna, speelt het geloof in Utopia meer een rol op de achtergrond. De Utopianen hebben allerlei verschillende godsdiensten die varieerden van natuurgodsdiensten tot meer persoonscultus-gebonden uitingen. In de kern geloofde echter

iedereen ‘dat er één ultieme godheid bestaat die verantwoordelijk is voor de schepping en de sturing van het heelal.’75 Toen Hythloday en zijn drie metgezellen aankwamen in Utopia en zij de Utopianen

72 ‘Andere vromen werken en de genezing van de behoeftigen.’ Quiroga, Reglas y Ordenanzas, p. 247.

73 ‘Iedere stad heeft namelijk net buiten de muren vier ziekenhuizen, die zo ruim zijn opgezet dat je ze kunt

vergelijken met kleine dorpen […] hierdoor is het ook mogelijk om patiënten die lijden aan een ziekte die makkelijk van de een op de ander overslaat, beter te isoleren’ in: More, Utopia, p. 89.

74 Goméz, Good Places and Non-Places, p. 39.

(22)

22 vertelden over het christendom, lieten zij zich in enorme groepen tegelijk bekeren en dopen. Dit wordt echter meer weergegeven als een toevallige bijkomstigheid dan een bewuste bekeringsactie van de Europeanen.76

Een derde element waar Quiroga en More anders mee omgaan, is geld en welvaart. Het beeld van de ‘arca de tres llaves’ is reeds besproken in het vorige hoofdstuk; kort samenvattend betekende deze ark dat geld niet vrij rond kon gaan in de samenleving en dat het niet onder de verantwoordelijkheid van één persoon viel. Quiroga paste hier een meer realistische oplossing toe dan More opperde. In Utopia is er een enorm overschot aan goud en zilver, maar de Utopianen hechten geen waarde aan deze edelmetalen en blijven zich er over verwonderen dat het door anderen zo hoog gewaardeerd wordt, ondanks het feit dat het eigenlijk nergens handig voor is. Het overschot aan zilver en goud wordt echter niet opgeslagen in een algemene kluis, maar men smelt het om tot po’s en ketenen voor de slaven. Op deze manier worden deze dure metalen zaken die je associeert met vuilheid en slavernij en verliezen ze hun bijzondere waarde.77 De Utopianen zetten hun financiële middelen eigenlijk enkel in tijden van oorlog in; dan kan het worden gebruikt om troepen te huren of de tegenstander om te kopen.78 Geld garandeert zo, naast de afgelegen aard van het eiland Utopia en de dikke muren rond de steden, de veiligheid van de Utopianen.79 Een dergelijke omgang met rijkdom zou niet functioneren in het Mexico van de zestiende eeuw, waar het goud en zilver dat werd gevonden in het algemeen wel werd opgegraven door de natives, maar waar zij vanwege de goudkoorts niet de kans kregen dit zelf te houden. More’s concept dat geld niet vrij ronddwaalt in de samenleving maar in een algemeen fonds hoort en alleen in gevallen van nood gebruikt moet worden, blijft ondanks Quiroga’s nieuwe invulling wel overeind.

Een punt waarbij Quiroga echter totaal niet meegaat in More’s ideeën, is het in stand houden van slavernij. Slavernij is in Utopia een middel om de Utopianen zelf meer persoonlijk genot te laten hebben; de slaven moeten de vervelende en vieze klusjes doen in het ziekenhuis en in de eethallen. Zij zijn ook de enigen die werken in de slachthuizen. Dit is een voorzorgsmaatregel; door niet zelf te slachten verliezen de Utopianen hun mildheid, ‘het mooiste gevoel waar de mens toe in staat is,’ niet.80 Je kunt in Utopia op drie manieren slaaf worden: door in een andere stad ter dood te zijn veroordeeld en dan door de Utopianen te worden opgehaald, door als arme, hardwerkende arbeider uit een ander land te kiezen om slaaf te worden in Utopia, of door in Utopia zelf een wet grof te overtreden. In de pueblos hospitales kwam echter geen enkele vorm van slavernij voor. De precieze motivatie van Quiroga om de slavernij niet door te voeren in zijn pueblos hospitales is niet bekend, maar het spreekt voor zich dat het houden van natives in slavernij op gespannen voet staat met het principe van het verlossen van de natives uit hun benarde positie als horigen annex slaven voor de Spaanse conquistadores.

Tot slot moet er een gevolg van het spanningsveld tussen theorie enerzijds en praktijk anderzijds worden opgemerkt, een spanningsveld dat de impact die het invoeren van de pueblos

hospitales had op de natives beter zichtbaar maakt en hiermee in lijn ligt met de New Conquest

76 Thomas More geeft hier wel scherp weer dat het goed mogelijk is dat zo veel Utopianen zich lieten bekeren

tot het christendom omdat dit zo sterk op hun eigen geloof en geloofspraktijken leek. More verwijst hier specifiek naar de praktijk van het delen van al het bezit. Zie: More, Utopia, p. 139.

77 Idem, p. 93-98.

78 Idem, p. 94.

79’ Idem, p. 72, 76. De landengte waarmee Utopia aan het vasteland vast zat, is uitgegraven. Rond de steden

staan dikke muren met torens en bolwerken, omgeven door een droge gracht die met doornstruiken ontoegankelijk is gemaakt.

(23)

23 History. In Utopia vormen alle zaken die besproken worden een reflectie op de organisatie van de Europese maatschappij door middel van het scheppen van contrast. Vaak is beter te zien wat vreemd is in je eigen samenleving door het te contrasteren met een andere cultuur. Alle elementen van

Utopia geven de Utopianen en hun samenleving een geheel eigen karakter en vormen hen tot een

opmerkelijk volk met een eigen cultuur. Bij de implementatie van aspecten van Utopia in de pueblos

hospitales maakte Quiroga echter nog een extra stap. Hij normaliseerde een belangrijk deel van de

cultuur van de Utopianen naar een meer gangbaar Europees geheel. De meeste vervreemdende elementen van Utopia filterde Quiroga uit de tekst en verving hij door meer ‘westerse’ principes. Veel van deze aanpassingen gebeurden onder andere langs de lijnen van het christendom. De invoering van de kerk als belangrijk instituut in de samenleving maakte de pueblos hospitales tot gemeenschappen die herkenbaar waren voor de Europeaan. Tevens zorgde een normalere omgang met bijvoorbeeld goud en zilver ervoor dat de pueblos hospitales niet als uitgesproken ‘vreemd’ of ‘anders’ werden ervaren.

Het toepassen van deze aangepaste principes van Utopia op de Purépecha in Mexico zorgde er echter voor dat de natives het grootste deel van hun eigenheid en cultuur verloren. Hun kleding werd gemaakt naar de voorschriften van More, ze woonden in huizen die niet correspondeerden met hun oorspronkelijke woningen en hun samenleving werd van bovenaf georganiseerd op een manier die hen niet eigen was. Fernando Goméz verwoordt het treffend; ‘little seems to remain of the Tarascan-Purépecha particularity.’81 Verder nuancerend onderzoek, zoals dat van de New Conquest History, heeft reeds benadrukt dat de natives op verschillende manieren hun agency behielden en zo ook een deel van hun karakter konden waarborgen.82 Het punt dat zij een groot deel van hun cultuur en karakter op moesten geven om opgenomen te worden in de pueblos hospitales blijft echter overeind.

81 Goméz, Good Places and Non-Places, p. 95.

82 Zie bijvoorbeeld in hoofdstuk 1 de uitleg over de manier waarop de Purépecha omgingen met het

(24)
(25)

25 Conclusie

De hypothese die ten grondslag lag aan dit onderzoek was dat Vasco de Quiroga een vertaalslag heeft moeten maken tussen Utopia en de realiteit om More’s ideaalstaat in de praktijk te kunnen realiseren. De verwachting was dat Quiroga voornamelijk praktische aanpassingen heeft moeten maken en uit heeft moeten wijden over verschillende thema’s om de pueblos hospitales

levensvatbaar te maken. Deze hypothese blijkt tot op zekere hoogte te kloppen: het principe dat Quiroga een idee van More overnam maar aanpaste naar een werkbaardere variant, is een algemene trend die te zien is in Quiroga’s Reglas y Ordenanzas en ook controleerbaar is via Grijalva’s Historia. Deze aanpassingen behelzen onder andere de omgang met geld, het roulatiesysteem van de familias

rústicas en de verdeling van de huizen. De grootste verschillen tussen de pueblos hospitales en Utopia zijn echter niet ingegeven door de noodzaak om Utopia praktischer toepasbaar te maken,

maar komen voort uit een wezenlijk ander visie op de samenleving.

De drie grootste verschillen tussen More en Quiroga zijn de benadering van wat het centrale element in de samenleving is, welke rol religie dient te spelen en of slavernij een praktijk is die wordt gehandhaafd of niet. Vasco de Quiroga stelde in zijn pueblos hospitales de zorg voor de natives centraal, met het ziekenhuis als belangrijkste element. Het wegnemen van behoeften was het voornaamste doel van zijn inrichting van de pueblos hospitales en dit gebeurde in een duidelijk christelijk kader. Dit christelijk kader strekte zich uit naar veel elementen van de samenleving, waaronder het onderwijs voor iedereen. Christelijke vorming was hierin het belangrijkste element, maar aan de persoonlijke intellectuele ontwikkeling van elk individu gaf Quiroga, in tegenstelling tot More, niet veel ruimte. Tevens gaf Quiroga slavernij geen plaats in zijn pueblos hospitales, een keuze waarin hij ook duidelijk afstand nam van More.

Wanneer deze verschillen in ogenschouw worden genomen, is het haast verwonderlijk dat Quiroga Utopia koos als voorbeeld voor zijn pueblos hospitales. Als intellectueel was Quiroga echter bijzonder geïnteresseerd in het humanisme en de ideeën die daaruit voortvloeiden, ideeën zoals die in More’s Utopia. In deze teksten zag Quiroga de mogelijkheid om van de grond af een samenleving te creëren voor de natives, gebaseerd op andere beginselen dan die van het encomienda-systeem. Aspecten die Quiroga in het bijzonder aan zullen hebben gesproken in Utopia zijn de communale, harmonieuze manier van leven en de veiligheid die wordt gecreëerd voor de inwoners van Utopia. Quiroga zocht voor de natives een uitweg uit de uitzichtloze situatie waarin ze verkeerden en wilde zorg dragen voor de zwakken. Daarnaast zocht hij een manier om de natives te verenigen en te vormen tot ‘beschaafde mensen’ en goede christenen. In zijn meest algemene vorm bood Utopia een voorbeeld van een systeem waarin deze drie motieven samen konden komen en waar de doelen in rust en veiligheid gerealiseerd konden worden.

De keuzes die Quiroga vervolgens maakte in zijn toepassing van Utopia als basis voor de

pueblos hospitales, zijn het beste te verklaren vanuit zijn achtergrond en zijn ervaringen in Mexico.

Thomas More is nooit in de Nieuwe Wereld geweest en hoefde voor het creëren van Utopia dus geen rekening te houden met de praktische omstandigheden. Quiroga werd echter wel beïnvloed door zijn ervaringen in Mexico en hij heeft daarom zijn pueblos hospitales aangepast aan de situatie.

Daarnaast kunnen Quiroga’s ideeën vooral geduid worden vanuit zijn christelijke achtergrond en More’s ideeën vooral vanuit zijn humanistische levensvisie. Voor Quiroga vormden de christelijke waarden van naastenliefde en zorg dragen voor de ander duidelijk de belangrijkste elementen in de

pueblos hospitales. More zag daarentegen persoonlijke vorming als belangrijkste onderdeel in de

(26)

26 vormde dus uiteindelijk Utopia om naar een systeem waarin hij zijn doelen kon verwezenlijken op een manier die bij zijn levensvisie paste en ook voor een levensvatbare basis zorgde.

De resultaten van dit onderzoek hebben een beeld geschetst van hoe Quiroga de tekst van

Utopia heeft toegepast in zijn pueblos hospitales, maar er zijn nog veel onbeantwoorde vragen over

Quiroga. James Krippner-Martinez heeft al een voorzet gegeven met het onderzoek naar de relatie tussen Quiroga en de natives, maar voor een goed begrip hiervan is verder onderzoek noodzakelijk.83 Ook is er nog maar weinig bekend over hoe de pueblos hospitales in de decennia en eeuwen na Quiroga’s dood hebben gefunctioneerd. Om verder onderzoek naar Quiroga te faciliteren is echter eerst een goede Engelse vertaling van zijn teksten nodig. Dit zou Vasco de Quiroga toegankelijk maken voor een grotere groep onderzoekers en kan hem ook op de Europese onderzoekskalender zetten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

MOYN S., The Last Utopia: Human Rights in History, Cambridge (MA), Belknap Press of Harvard University Press, 2010. OFFICE OF THE UNITED NATIONS HIGH COMMISSIONER FOR REFUGEES,

En este artículo se propone que en la Mixteca Alta (I) los límites territoriales entre las comunidades por medio de mojoneras se asentaron durante la etapa de la Colonia

Het bedrijf van Van Wijk kenmerkt zich door een hoge melk- productie per koe (ca3. Hij bereikt deze productie door nauwelijks af te wijken van de normen voor energie- en

We start in section 2 with a brief review of the LS-SVM classifier and its integration within the Bayesian evidence framework; then we introduce a way to compute the posterior

For history, this means nothing other than the task of writing human and natural histories, and, consequently, the task of “thinking simultaneously on both registers, to mix

Anderzijds kunnen ontwikkelingen bij de consument en de interactie tussen consument en de markplaats effecten hebben op de keten en het totale systeem.. Zo kan het gedrag

Zij gaan ervan uit dat de twee groepen anders behan- deld moeten worden: bij natiegenoten is onze ideologie wel van toepassing op zij die het niet met die ideologie eens zijn;

ie UDF was more successful in vertical Integration than nrizontal integration. Local activists became effectively to national organizations and nationwide campaigns. contacts