• No results found

Lapilli

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lapilli"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AF2ETTINGEN WTKG 22(1), 2001 11

Lapilli

Larsvanden Hoek+Ostende

Nieuwe vondsten vervagen de grens tussen dinosen

vogels

De Yinxian formatie in de

provincie Liaoning

in hetnoordoostenvanChinaheeft het laatste decenniumeenschat aanfossielen

opgeleverd.

Deze fos-sielen hebben nieuw licht geworpen op de vroege evolu-tievan de

vogels

en de

verwantschap

tussen

vogels

en dinosauriërs.

Lange tijd

namde

oervogel Archaeopteryx

eeneenzame

positie

in.Door de

bijzondere

fossilisatie-omstandigheden

in de kalksteenvanhet DuitseSolnhofen warendeze Jurassische

oervogels

met afdrukkenvan ve-ren enal bewaard

gebleven.

De nauwe

verwantschap

tussen

vogels

en dinosauriërs werd

duidelijk

toenmen dinosauriërs vond die inde bouw

vanhun skelet sterk op

Archaeopteryx

leken. Voorbeel-den

zijn Deinonychus

enverscheidene

raptors.

Hoenauw die

verwantschap

feitelijk is,

werd

duidelijk

toen in

Liaoning

voorheteerstsinds de vondstvan

Archaeopteryx

weerfossielen metde afdrukken vanveren werden ge-vonden.

Sommige

vande nieuwesoortenuit Chinawaren

duidelijk primitieve vogels,

zoals

Confuciusornis.

Andere, zoals

Caudipteryx,

werden echter

geïnterpreteerd

als dinosauriërskelettenmeteenverentooi. De

huidbedekking

vanandere dino’s werd

gezien

als een soort

protoveren.

Sinosauropteryx

is zo’n dinometeensoortvandonsdeken. Radiometrische

dateringen

toondenaandat deze fossie-lenstammenuit het Onder

Krijt,

endus iets

jonger zijn

dan

Archaeopteryx.

Rondom de

Liaoning

fossielenis zo

langzamerhand

een

hype

aanhetontstaan. Artikelenover

gevederde

dino-sauriërs in National

Geographic

wakkeren deze

gekte

aan. Ondankseenuitvoerverbod

zijn

op dezwartemarktvoor

grof geld Liaoning

fossielente

krijgen.

En in de

weten-schappelijke

wereld

zijn

de

verwachtingen hoog

gespan-nen.Niet

verwonderlijk,

wantieder

jaar

weerwordterin Nature en/of Science eennieuwe vondst

gepresenteerd.

Vondsten die zonder meer de grens tussen

vogels

en dinosauriërs steeds verder vervagen. Zo

lijkt

het bezitvan verenalleennietmeervoldoendeom eendier als

vogel

aante merken. Maarmetalle

ophef

over

Liaoning

bestaat hetrisico datmen misschienwel iets tegraag hetultieme antwoord op de vroege evolutievan

vogels

hier wil vin-den. Zo kochteenAmerikaanse amateurverzamelaar

be-gin

1999voor

$

80.000een

Liaoning

fossiel dat kenmer-ken vandinosauriërs en

vogels verenigde. Hij

vondeen bevriende

paleontoloog

bereidomdeze

Archaeoraptor

te

beschrijven,

op voorwaarde dat het

illegaal verkregen

fos-sielnaarChinaterugzougaan.

Bij

het bestuderenvanhet

fossiel,

bleek het al snelom een

composiet

te gaan. In-middelswasdenaam

Archaeoraptor

echter al in National

Geographic gepubliceerd.

Dittot

ergernis

van de redac-tiesvan

wetenschappelijke bladen,

wanteen

wetenschap-pelijk

naam zouniet ineen

populair magazine

gepubli-ceerdmoetenworden. Het verhaalvanhet

nepfossiel

werd

onlangs

in Science dan ook nogeen

smakelijk

uit de doe-ken

gedaan (lit. 2).

Maar

Liaoning

heeft

nepfossielen

als

Archaeoraptor

niet

nodig.

Daternog voldoende echte nieuwe

ontdekkingen

zijn,

bleek weer eens in deeerste week van december, toen zowel Nature als Science eennieuwevondst uit de Chinese

provincie presenteerden.

Het artikel in Science

beschrijft

een

primitieve vogel, Protopteryx fengningensis

(lit. 1).

Er

zijn

twee

gearticuleerde

skeletten met veer-afdrukkenvandit dier

gevonden.

Deauteurs

wijzen

vooral

opde bouwvandeveren,die

primitiever zijn

dan het

plui-magevan

Archaeopteryx.

Deze

primitieve

verenzouden

iets kunnen

zeggenoverde evolutievandeveer.Waar de

wetenschappers

meteen

bij

aantekenen dat het

opvallend

is dat

Protopteryx duidelijk

verder ontwikkeld is dan de Duitse

oervogel, terwijl

deveren

primitiever

zouden

zijn.

Dit zou er op kunnen duidendat het verenkleed van

Protopteryx

eensecundaire

ontwikkeling

is.

Het fossiel dateen

dag

eerder in Nature

gepubliceerd werd,

iseenstuk minder fraai. Maar de

interpretatie

ervanis des In de

vorige afleveringen

van

Afzettingen

heeft Tonvan

Loon aangegeven dat

hij

zo

langzamerhand

wil

stoppen

metGEOCOMMunicatie.

Tegelijkertijd

vroeg

hij

of ie-mand de taakvan het weergevenvan de

belangrijkste

nieuwsfeiten op

geologisch gebied

wildeovememen.

Te-recht,

wantuit reactiesvan leden

blijkt

toch steeds weer dateen

dergelijke

rubriek

hoog gewaardeerd

wordt. Met

enige

schroom- hetis niet

gemakkelijk

omin de

voetspo-ren van een zo’nervaren

schrijver

te treden- heb ik de

handschoen opgenomen. Omdat denaam GEOCOMMu-nicatie

onlosmakelijk

metTom verbonden

is,

is besloten om

mijn bijdragen

ondereenanderenaamtepresenteren:

Lapilli.

Waarom wordteenrubriek vernoemdnaar vulka-nischebommen?

Wel,

omdat hetde

bedoeling

is dat ik u,

net als

bij

vulkanische

bommen,

gabestoken metkleine

stukjes,

heetvande bron. Welkevormdie

stukjes precies

zullen aannemen,ach,daarmoeten we de evolutiemaar

rustig zijn

gang laten gaan. Al naar

gelang

het

onderwerp

zal dat

zijn

in devorm van een

feitelijk verslag,

ofeen

met

achtergrond

omgevencommentaar.

Suggesties zijn

altijd

welkomen leden die zelfeens een

stukje

over een nieuwsfeit willen

schrijven

mogenwat

mij

betreft zonder

meeraanschuiven.

Ook al willende

verhaaltjes

vanTomen

mij

hetzelfde-u

informerenover

datgene

watdeheren

wetenschappers

nu weerontdekt dan wel bedacht hebben- voor hetmoment zullen GEOCOMMunicatieen

Lapilli

een

tijdje

naast el-kaar bestaan.

(2)

AFZETTINGEN WTKG22(1), 2001 12

te

spectaculairder. Microraptor

zou het laatsteverschil tussen

vogels

endinosauriërsslechten

(lit. 8).

Alle dinos dietotdusverbeschreven

zijn,

warengroterdan de Archae-opteryx. Maarvoorde nieuwe vondstvan

Liaoning

gaan de auteurs uitvan een

romplengte

van

4,7

cm,

hetgeen

Microraptor

eenstuk kleiner maakt dan deDuitse

oer-vogel. Overigens gaat

het hierom een

gereconstrueerde

romplengte,

wanteen

groot

deelvan de romp ontbreekt

aan het fossiel. Een saillantgegeven is dat

Microraptor

nogvoor

zijn beschrijving

bijdroeg

tot de

ontmaskering

van

Archaeoraptor.

Toen de

paleontoloog

Xu het fossiel

gekocht had,

merkte

hij

op dat destaartvan

zijn

minidino wel erg leek op destaartvan

Archaeoraptor.

Nadat

hij

zijn bevindingen

had

meegedeeld

aan National

Geogra-phic, publiceerde

dat bladeenrectificatie

(lit.7).

Niet alleenwatbetreft

zijn grootte lijkt Microraptor

ook

op

vogels.

Zo ishetaantal staartwervels

vergelijkbaar

met danvan

Archaeopteryx

en

lijken

de tandenop dievan

pri-mitieve

vogels.

Devormvande

achterpoten geeft

aandat

Microraptor

netals veelmoderne

vogels,

zich vast kon houdenaan eenboomtak. Dat het hier tochom eenheuse dinosaurusgaat,baseren de

wetenschappers

op devorm van de chevron

botjes.

Dit

zijn

kleine

botjes

die als een

soort

wiggen

tussende staartwervels zittenen zovoorextra

stevigheid

zorgen.

Een ander

opvallend

punt aan hetNatureartikel is de

fylogenetische

analyse.

Een

computeranalyse

plaatst

Microraptor

onderaande

Dromaeosauridae,

de dinofami-liewaartoeonder andere

Deinonychus

behoort. De

ana-lyse

suggereertdaarmee dat deze familieeerstheel sterk

op

vogels ging lijken,

maar daarna

opnieuw

een aantal

primitieve

dinosauruskenmerken ontwikkelde. Voor de

meeste

evolutiebiologen

iseen

dergelijke omkering

van de evolutievloeken in dekerk. Met deze

analyse

maken

deauteurs zich niet

geloofwaardiger.

Het

belang

vanhun artikel

ligt

dan vooral in de

presentatie

van de nieuwe vondst. Daarmee kan de discussieoverde

juiste

interpre-tatievanstartgaan. En

ongetwijfeld

zal de komende

jaren

in verschillendebladen nog veelover de

Liaoning

fossie-len

gediscussieerd

worden. En erkan ook

weinig twijfel

zijn

dat deze discussie

nogdoor nieuwevondsten

gevoed

zal worden. Want de Yinxianformatie

lijkt

nog niet al

zijn geheimen prijs

tehebben gegeven.

Het

zoogdiergebit

tweemaal ontstaan?

Eén van

mijn

docenten verteldemeooit hoe

ze,

terwijl

ze in Australiëuitrustte

langs

een

beek,

een schaduw door hetwater

zag

glijden.

Duidelijk

geen

vis,

maar aan de onvertrouwde

bewegin-gen die het dier maken konzeniet

besluiten,

of hetnu een

zoogdier

ofeen

reptiel

was. Pas toen

ze na veel

geduld

het dier de kant opzag

kruipen,

herkendezehet.Hetwas een

vogelbekdier,

het beroemde

eierleggende zoogdier

van down under.

Ik werdweer aan ditverhaalherinnerd dooreenartikel

dat

begin januari

in Nature verscheen. Eenartikel waarin de

eierleggende zoogdieren

ofMonotremataeen vooraan-staanderol

spelen.

In de

biologieboekjes

vande middel-bare school leek het allemaalzo

simpel.

Je hebt gewone

zoogdieren,

eninhetverreAustralië

zijn

ervan dierare buideldierenendan ook nogeenpaar

zoogdieren

die

eie-ren

leggen:

het

vogelbekdier

ende

mierenegel.

En auto-matisch

leg je

daneenverbandtussende

geïsoleerde

po-sitievan Australiëende vreemdedierenwereldvan dat continent.

Maarlater leer

je

danweerdat het allemaal nietzo

simpel

ligt.

In deeerste

plaats

warentotverin het Tertiairbuidel-dieren opallecontinenten tevinden.

Vervolgens blijkt

het basale

bouwplan

van de kiezen van buideldierenen

placentale zoogdieren. Vergelijking

met de

eierleggende

zoogdieren

op debasisvanhet

gebit

is

lastig,

omdatalle recente soorten

toevallig

tandeloos

zijn.

Alleen in het

embryonale

stadium heeft het

vogelbekdier

kiezen. Het basale

bouwplan

vanbuideldierenen

placentale

zoog-dieren is de

zogenaamde tribosphenische

kies. Dit type

kies,

dat in het Mesozoïcum ontwikkeld

werd, zorgt

voor een

perfecte

occlusie tussenbovenkaakenonderkaak.De onderkaakskies bestaat uittwee

delen,

een

hoog trigonid

en een

laag

talonid.De

scherpe

richelstussende knobbels

vanhet

trigonid

schuren

langs

de bovenkaakenzorgener

zo voordat het voedsel

gesneden

kan worden.

Tegelijker-tijd

valt de

grote

knobbelaande

tongzijde

vande boven-kaakskies midden ophet talonid.

Daarbij

ontstaateen

stam-per/vijzel effect,

waardoor het voedsel

geplet

wordt. Dit

type gebit

is nog steeds

duidelijk

herkenbaar inrecente insecteneters. En hoezeer dat

lijkt

op het

gebit

van

buidel-dieren,

ondervind ik

regelmatig

aan den

lijve.

Als

colle-ga’s mij

insectenetersuithet

Oligoceen

of

Vroeg

Mioceen terdeterminatieaanbieden,dan zitten daar steevast ook de kiezenvanbuidelrattentussen.

Kennelijk

iser een spe-cialistvoor

nodig

om die uit elkaartehouden.

De sterke overeenkomsttussenhet basale

gebit

van

placen-tale

zoogdieren

enbuideldieren leidde in de

jaren

70tot de conclusie dat deze groepen

onderling

nauwerverwant

zijn

danmet de Monotremata. Hettraditionelebeeld is dathet

tribosphenische gebit

ontstond in het

Vroeg Krijt

op de

noordelijke

continenten

(Laurazië).

Later zouden buideldierenen

placentale zoogdieren

naarde

zuidelijke

continenten

(Gondwana) gemigreerd zijn.

Stambomenuit die

tijd plaatsen

de Monotremata

opeen

zijspoor.

Fossie-lenvan

eierleggende zoogdieren

warennogniet

bekend,

behalveeenvondstvan een

oervogelbekdier,

Obdurodon, uit het MioceenvanAustralië.

De laatste

jaren

werd steeds meer aanditmodel

geknab-beld. Een studienaar mitochondriaal DNA

plaatste

de

vogelbekdieren

samen met debuideldierenin ééngroep

(lit. 6).

Deze

zogenaamde Marsupionta

theorie vond ech-ter

weinig aanhang.

Een

belangrijker ontwikkeling

was daterook steedsmeer Mesozoïsche

zoogdieren

bekend werdenvande

zuidelijke continenten,

waarvoorheenveel minder

gezocht

was dan in EuraziëenAmerika. Zo

zijn

(3)

Au-13 AFZETTINGEN WTKG22 (1). 2001

stralië. En in1999 werdeenbom

gelegd

onder de theorie dathet

tribonsphenische gebit

in Laurazië ontstaanzou

zijn.

De oudste

tribosphenische

kies werd

gevonden

op

Madagascar

(lit. 4).

Deze Ambondro werd

gevonden

in

hetMiddenJuravanhet eilandenis daarmee 25

miljoen

jaar

ouder dan de eerste vondsten op de

noordelijke

conti-nenten.

Hetbeeldmoestherzien

worden

endat is

precies

wat

Luo,

Cifelli enKielan-Jaworowska in hun artikel in Nature deden

(lit. 5). Zij

komen meteen nieuw modelvoor de

ontwikkeling

vanhet

tribosphenische gebit.

Deze

ontwik-keling

zou

onafhankelijk

hebben

plaatsgevonden

in Gon-dwanaenin Laurazië. Van de Gondwaneze groep leven

nualleen nog de

eierleggende zoogdieren, terwijl

buidel-dierenen

placentale zoogdieren

hunverrevooroudersin Laurazië hadden.

Ineersteinstantie

lijkt

het misschienwat

vergezocht,

dat een

dusdanig belangrijke ontwikkeling

tweemaal

onafhan-kelijk

vanelkaar heeft

plaatsgevonden.

Maar deauteurs

wijzen

erop dat

juist

doordat het hiergaatom een

ontwik-keling

meteen

duidelijk

evolutionair

voordeel,

conver-gentie

kan

zijn opgetreden. Op

zich gaat hethier ook niet om eenheel

ingrijpende verandering.

Vaneen

gebit

dat bestaat uit in elkaar schuivende

driehoeken,

ga

je

naar een

gebit

waaraanéén kant de driehoeken

zijn uitgebreid

met eenuitbouw. De

wetenschappers

voelen zich

gesterkt

door-dat in het JuravanChinaeen

zoogdier

gevonden is,

dat ookmetdeze

verandering geëxperimenteerd

heeft. Maar deze Shuotherium heeft de uitbouw

gemaakt

voorhet

trigonid,

in

plaats

van erachter zoals inrecente

zoogdie-ren

(lit. 3).

Voor

zoogdierpaleontologen

zou een

convergentie

evo-lutie,

zelfs waarhet

gaat

omde

ontwikkeling

vande basale

kiesvorm, acceptabel

moeten

zijn.

In het Tertiair zienwe ook allerleiconvergente

ontwikkelingen.

Zo zienwe in allerlei

plantenetende

groepeneen

ontwikkeling

naar vier-kante

kiezen, waarbij

erin debovenkaakskiezeneen knob-bel

bijkomt, terwijl

de onderkaakskies

zijn

voorste knob-bel verliest. Dat

gebeurt bijvoorbeeld

in

primaten,

even-hoevigen, onevenhoevigen

en

knaagdieren.

En kiezenvan

uiteenlopende

groepenalsberenen

varkens, zijn

voorde leek niet

gemakkelijk

van elkaar teonderscheiden. Dat alles maakt het modelwat nuis

voorgesteld plausibel

en een

goed uitgangspunt

voor de

interpretatie

van nieuwe vondsten. En als het inderdaadzou

kloppen,

maakthet ook

duidelijk

waaromhet

vogelbekdier

eenvreemde eend in de

bijt

vanhet

zoogdierenrijk

is.

Literatuur

1 A

primitive

enantiomithinebird andthe

origin

of fea-thers.- Science 290:

p. 1955-1959. 2

Anony

mous,2000.

Disappearing discovery

of the year:

Archaeoraptor.

- Science 290:

p. 2224.

3

Chow,

M. &

Rich,

T.H.,

1982. Shuotherium

dongi

n.gen. and sp., atherianwith

pseudo-tribosphenic

molars from the Jurrasic of

Sichuan,

China. Aust.

Mammal,

5: p. 127-142.

4

Flynn, J.J.,

J.M.

Parish,

B.Rakotosamimanana,W.F.

Simpson

& A.E.

Wyss,

1999. AmiddleJurassic mam-mal from

Madagascar.

- Nature,401:

p.57-60. 5 Luo, Z.X.,R.L. Cifelli & Z.

Kielan-Jaworowska,

2001.

Dual

origin

of

tribosphenic

mammals.- Nature 409:

p. 53-57.

6

Penny,

D. &

Hasegawa,

M., 1997.The

platypus put

in its

place.

- Nature387;

p.549-550.

7

Stokstad,

E., 2000.

Tiny,

feathered dino ismostbirdlike yet.-Science 290: p. 1871-1872.

8 Xu, X., Zhou,Z &

Wang,

X., 2000. The smallest knownnon-avian

theropod

dinosaur.- Nature 408; p.

705-708.

*Larsvanden Hoek

Ostende,

FransvanMierisstraat

5,

2316 AK

Leiden,

tel. 071-568 76 85

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is geen technische vraag voor de technische vragenronde, maar wij zullen ervoor zorgen dat er voor de behandeling van de begroting een bestuurlijk antwoord ligt.. 2.1.4b: hoe

Alle investeringen die in aanmerking komen, zijn opgenomen op een investeringslijst.. Per aanvraag maximaal

Zo kunnen in een grensoverschrijdende fiscale eenheid de onderlinge transacties tussen een gevoegd, niet in Nederland gevestigd, lichaam en andere, wel in Nederland gevestigde,

Elk jaar kiest de gemeente Velsen haar sportkampioenen en worden andere spor- ters in het zonnetje gezet. Wie een kandi- daat kent, mag hem, haar of een heel team

Uithoorn - Volgende week dinsdag 15 juni vindt het eerstvolgende be- wonersoverleg Oude Dorp plaats en alle inwoners van deze buurt zijn voor dit overleg van harte uitgeno-

Wanneer de focus sterker wordt gelegd op het krijgen van praktische informatie en wegwijs worden in de Nederlandse samenleving en in Rotterdam – binnen het programma en in

Belemmeringen van het dienstenverkeer kunnen worden geaccepteerd als daarvoor dwingende redenen van algemeen belang zijn, mits de maatregelen dat algemeen belang dienen, en

met betrek- king tot de spoorwegtarieven de gele- genheid aangegrepen om uitsluitend zijn eigen belangen (de Franse staal- industrie in Elzas-Lotharingen) te