• No results found

Het kraken van de cryptoregulatie : een analyse van de complexiteit van het succesvol reguleren van cryptovaluta aan de hand van de 'wicked problem' theorie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het kraken van de cryptoregulatie : een analyse van de complexiteit van het succesvol reguleren van cryptovaluta aan de hand van de 'wicked problem' theorie"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H

ET KRAKEN VAN CRYPTOREGULATIE

E

EN ANALYSE VAN DE COMPLEXITEIT VAN HET SUCCESVOL

REGULEREN VAN CRYPTOVALUTA AAN DE HAND VAN DE

WICKED

PROBLEM

THEORIE

Wessel L.A. Oosterwijk 10677372

Universiteit van Amsterdam 29 januari 2017

Eerste lezer: Benno Netelenbos Tweede lezer: Robert Pistorius

(2)

1

INLEIDING

Er gaat geen dag voorbij zonder dat cryptovaluta in de media onder de aandacht komen en de waarde en het gebruik van cryptovaluta is in 2017 op ongekend tempo gestegen. Ter illustratie: de meest waardevolle cryptovaluta, Bitcoin, was in december 2017 rond de 15.000 euro waard, na een verbluffende stijging van 5.000 euro in een maand en 13.000 euro in een jaar (Coinmarketcap, z.j.). Meer en meer mensen tonen hun interesse in het bezit van de cryptomunten. Nu de cryptovaluta een toenemende mate van maatschappelijke bekendheid en gebruik ervaren, roept dit vragen op over de noodzaak tot regulatie van dit nieuwe fenomeen. Het gebrek aan effectieve regulatie heeft in het verleden al meerdere keren tot misbruik van de valuta geleid, zoals bij handel in illegale goederen op de DarkWeb, of recentelijk bij de ponzi-fraude van BitConnect, waarbij drie miljard Dollar bij een handelsplatform achterovergedrukt bleek te zijn (Tepper, 2018). Dergelijk misbruik is mogelijk doordat er bijna geen formele eisen worden gesteld bij het verhandelen van cryptovaluta.

Nu is cryptovaluta al jaren een potentieel doelwit voor regulatie en op de achtergrond is het debat over hoe er succesvol regulatie gevormd kan worden is al geruime tijd gaande. Het gebruik van cryptovaluta was echter zeer beperkt in de jaren voor 2016 (Huckle, White & Bhattacharya, 2017) en daarom was het fenomeen bij vele instituties niet urgent genoeg om direct agendastatus te vereisen (Europese Commissie, 2016). Nu het gebruik van cryptovaluta, zij het om er geld mee te verdienen door middel van speculatie of als teken van interesse in de munt als betalingsmiddel, het afgelopen jaar exponentieel is gestegen, wakkert het bekoelde regulatiedebat weer aan.

Echter, het vormen van effectieve regulatie voor cryptovaluta blijkt in de praktijk zeer lastig te zijn. Er is wrijving tussen verschillende ideologische standpunten over de legitimiteit van overheidsregulatie in de vrije markt, en in het verlengde dus ook de cryptomarkt, een weerspiegeling van een diepgeworteld politiek debat tussen rechts en links, liberaal of socialistisch. Deze scheiding tussen voor- en tegenstanders van regulatie is levert een probleem op: dankzij het decentrale karakter van de markt is voor effectieve regulatie samenwerking van nagenoeg alle prominente marktactoren vereist. Het is daarom cruciaal om een oplossing in het leven te roepen die door iedereen geaccepteerd kan worden, maar dit blijkt in de praktijk zeer problematisch. Verder zijn er ook nog technologische hindernissen die overkomen moeten worden. Het unieke karakter van cryptovaluta is namelijk een nieuwe regulatie uitdaging voor conventionele overheden omdat het decentraal, internationaal en anoniem ontworpen is en daarom niet simpelweg eenzijdig formeel kan worden gereguleerd.

(3)

2 Hier zijn potentiele oplossingen voor aangevoerd: Brill en Keene (2014) zoeken de oplossing voor dit technologische probleem in het oprichten van internationale expert commissie. Een kwalitatieve studie door Varriale toonde in 2013 echter al aan dat dit te kort door de bocht zou zijn, omdat eventuele regulatiepogingen, gegeven de flexibiliteit en toegankelijkheid van de technologie, eenvoudig zullen worden ontweken door simpelweg alternatieve cryptovaluta te creëren. McLeod (2017) bevestigt dat het een zeer complexe aangelegenheid is waar nog geen toereikende oplossing voor gevonden is. Hij stelt dat het formeel reguleren van marktdeelnemers dankzij haar decentrale en anonieme karakter dusdanig lastig is dat interne

zelfregulatie de enige mogelijkheid tot effectieve regulatie is. Guadamuz en Marsden (2015)

hadden deze theorie echter reeds weerlegd, aan de hand van een uitwerking van de historisch gefaalde pogingen tot interne zelfregulatie van de cryptomarkt.

We hebben kunnen zien dat de moeilijkheid van het vormen van effectieve regulatie van cryptovaluta in het debat naar voren komt, maar waar het debat echter aan ontbreekt is een toereikend raamwerk waarmee er met het regulatievraagstuk verduidelijkt kan worden. In dit onderzoek wordt getracht aan te tonen dat het regulatievraagstuk als ‘wicked problem’ beschouwd moet worden, wat een frisse kijk kan geven op het vastgelopen regulatieprobleem. De wicked problem theorie leent zich namelijk uitstekend voor een kader waaruit de regulatieproblematiek geanalyseerd en uiteengezet kan worden, omdat het regulatievraagstuk alle symptomen van een wicked problem blijkt te hebben, zoals bijvoorbeeld: het omvatten van een groot aantal actoren met hindermacht, normatieve of ideologische verdeeldheid, versplinterde kennis en constante ontwikkeling van het onderwerp.

Nog voordat er kan worden overgegaan tot de analyse van het regulatievraagstuk aan de hand van de wicked problem theorie, moet er allereerst uitgelegd worden wat de term cryptovaluta nou daadwerkelijk inhoudt, de invloed die het mogelijk zal hebben op de maatschappij en waarom de ontwikkeling ervan breekt met de traditionele en moderne valuta. Vervolgens is het noodzakelijk om een overzicht te bieden van de bestaande, actuele theorieën over de noodzaak tot regulatie van cryptovaluta, in combinatie met de praktische argumentatie uitgedragen door de Europese Commissie. Dit laatste wordt gedaan door middel van een analyse van hun persberichten over dit onderwerp, omdat daarin de argumentatie achter regulatiebesluiten uitgelegd. De keuze om het onderzoek te richting op de Europese Commissie is genomen omdat het internationale karakter van cryptovaluta is het interessanter maakt om regulatie te bekijken op een supranationaal niveau, dan op regionaal of landelijk. Vervolgens worden de complicaties van het vormen van effectief cryptovaluta regulatiebeleid uitgelegd om duidelijk te maken waarom dit dusdanig complex is. Ten slotte wordt

(4)

3 vervolgens het wicked problem perspectief cryptovaluta regulatie toegepast, om alle problematiek helder in kaart te brengen binnen het kader van een wicked problem.

WAT IS CRYPTOVALUTA?

De noodzaak voor regulering, en de problemen die dit oplevert, heeft te maken met de achterliggende technologie. Om het debat over regulering goed te kunnen begrijpen, is het daarom noodzakelijk om kort uit te leggen wat het de term cryptovaluta precies inhoudt.

Cryptovaluta, als vertaling van de term cryptocurrency, is een verzamelnaam voor online-uitwisselbare betalingsmiddelen die gebruik maken van cryptographic technologieën om transacties te beschermen en de creatie van nieuwe eenheden te beheren (Narayanan et al., 2016). De technologie is gebaseerd op de blockchain, een systeem waarin deelnemers

peer-to-peer, of, in andere woorden, onderling controleren en verantwoording afleggen, zonder de

noodzaak voor een centrale entiteit (Serapiglia & Latrobe, 2014). Het systeem is transparant in zoverre dat de hoeveel cryptomunten die zich op een bepaald adres bevinden is in te zien, maar de beheerder ervan is anoniem (Narayanan et al., 2016). Het is deze anonimiteit en decentraliteit die de technologie tegelijkertijd geprezen en bekritiseerd maakt.

Cryptovaluta moeten vervolgens worden beschouwd als erkend online betaalmiddel, en als zodoende gereguleerd worden. De Verenigde Staten hebben namelijk in 2014 in de rechtszaak United States v. Faiella officieel erkend dat cryptovaluta moet worden beschouwd als “money” of “funds”, omdat cryptovaluta: (I) eenvoudig aangeschaft kan worden in ruil voor gebruikelijke valuta, (II) het een waarde vertegenwoordigd en (III) gebruikt wordt voor financiële transacties (McLeod, 2017). Dit drietal kenmerken classificeert cryptovaluta als officieel valuta.

Cryptovaluta zijn dus een erkend betaalmiddel, maar evenals traditionele moderne valuta hebben de cryptovaluta geen intrinsieke waarde of gebruiksnut. De waardes van zowel traditionele- als cryptovaluta zijn geheel afhankelijk van de vraag, die vervolgens beïnvloed wordt door het vertrouwen in de stabiliteit en duurzaamheid van het betaalmiddel in combinatie met de staat van economische zone waarmee de valuta geassocieerd wordt en daarmee aantrekkelijkheid van de valuta voor buitenlandse investeerders (MacDonald, 1998). Het deel van de stabiliteit van de economische zone is bij cryptovaluta niet aan de orde, gegeven dat het onafhankelijk, mondiale betaalmiddelen zijn, maar is in andere vorm aanwezig in de mate van vertrouwen in de stabiliteit van het cryptographic systeem (Zhao, 2015). De waarde van cryptovaluta wordt daarnaast ook in grote mate bepaald door de potentiële appreciatie van het bezit ervan, in hogere mate dan dit het geval is bij traditionele

(5)

4 valuta. Speculeren op toekomstige stijging van waarde is een voorname oorzaak voor de hoge waarde van de Bitcoin en andere grote cryptovaluta. Hoewel er zeker sprake is van speculatie op traditionele valuta zijn deze door statelijke regulatie aanzienlijk minder volatiel en vereisen dus een hogere investering om dezelfde hoeveelheid winst te kunnen maken (MacDonald, 1998) en om die reden minder aantrekkelijk zijn voor investeerders dan cryptovaluta. Toch is het gebrek aan intrinsieke waarde bij cryptovaluta problematischer dan bij traditionele moderne valuta, omdat de waarde van de laatstgenoemde zijn deels gestabiliseerd door de overheden die verantwoordelijk zijn voor de valuta, door middel van het kopen en verkopen van vreemde valuta en het beheren van rentestanden (MacDonald, 1998). Bij cryptovaluta is er geen enkele vorm van stabiliserende regulatie aanwezig en is de markt daarom kwetsbaar voor plotselinge hevige depreciatie.

Voor het vormen van een volledig beeld van cryptovaluta, en waarom het een toenemende mate van populariteit geniet, is het van belang om de historische ontwikkelingen die hebben geleid naar de situatie waar cryptovaluta zich nu in bevinden te schetsen. De eerste stap richting cryptovaluta kan getraceerd worden naar de transities van gouden, zilveren en bronzen munten naar munten zonder intrinsieke materiële waarde. De evolutie richting cryptovaluta zet zich voort in de periode van transitie van materiele naar immateriële valuta, begonnen toen men schriftelijk financiën begon te noteren en bijhouden. De overgang op digitale valuta was de volgende stap, mogelijk gemaakt door de technologische ontwikkelingen. Deze hedendaagse online betaalmethodes zijn in te delen in een tweetal overkoepelende categorieën: debet en credit (Narayanan et al., 2016). Het gros van de transacties die tegenwoordig op het internet plaatsvinden vallen onder de credit categorie (Casale, 2015). Credit transacties betrekken een aantal partijen: de koper, de verkoper en de financiële instelling in beheer van de creditcard en balansgegevens van de koper. Aankopen bij internationale webwinkels zijn grotendeels op deze manier gestructureerd1. Als alternatief creditsysteem is PayPal ontwikkeld, die als tussenpersoon tussen koper en verkoper speelt. Zoals we later gaan zien is dit systeem ontwikkeld met dezelfde achterliggende gedachte van privacy van de koper, als de cryptovaluta. Het voordeel van een dergelijk systeem boven de traditionele creditsystemen is namelijk dat enkel de tussenpersoon de creditcard gegevens van de koper dient te weten en deze niet met ieder (online)verkoper gedeeld hoeven worden in geval van een transactie, wat de privacy en veiligheid van de koper ten goede komt. De tweede categorie, debet, kenmerkt zich door garantie (Gamble, 2017). Immers, als men debet

1 In Nederland bestaat er een alternatief voor online credit transacties, iDeal: software dat directe debet

(6)

5 geld neerlegt voor een aankoop bestaat er geen noodzaak om zich in de schulden te werken bij een krediet verstrekker, het geld is immers al aanwezig en volledig afgerekend. Cryptovaluta voegt hier nog een derde optie aan toe: het moet worden beschouwd als online ‘contant’ geld, waar het opmerkelijke overeenkomsten mee heeft. Aankopen met crypto-munten vergen geen traditionele identificatie van de debitant of koper, die net als bij contant aankopen anoniem kunnen blijven. Eveneens komt er bij cryptovaluta transacties geen financiële instelling aan te pas.

Gamble (2017) herleidt de uitvinding van cryptovaluta tot het introduceren van algoritmische encryptie voor bestaande moderne valuta, die internationale transacties veilig mogelijk te maakten. Uit deze algoritmes zijn de eerste cryptovaluta opgebouwd, en hebben in 2009 geleid tot de creatie van de eerste praktische cryptovaluta, de Bitcoin (Nica et al., 2017). Bitcoin was het geesteskind van Satoshi Nakamoto (2008), een mysterieus figuur (of collectief individuen werkzaam onder een alias) dat na de introductie van technologie zo goed als van de radar verdween. De technologie van Nakamoto (2008) had een radicaal afwijkende houding ten opzichte van de ‘governance’2 van dit nieuwe betaalmiddel: daar waar

traditionele en traditioneel-elektronische valuta afhankelijk zijn van een centraal gereguleerde locatie, zij het fysiek of digitaal, waar betalingsverkeer beheerd en gestuurd wordt, berustte Nakamoto’s systeem op een peer-to-peer netwerk waar gebruikers systematisch elkaars transacties controleren zonder centrale governance. Het systeem is filosofisch niet zeer complex, maar gaat verscholen achter een steile technologische kenniscurve (Nakamoto, 2008). Gamble (2017) weet te benoemen dat het systeem kan worden gesimplificeerd als het uitruilen van een goed voor een stuk uniek versleutelde code, die vervolgens weer kan worden gebruikt om andere goederen mee te kopen.

De ontwikkeling van cryptovaluta kan worden gezien als een reactie op de kenmerken van het huidige digitale financiële systeem. Op het eerste gezicht lijkt dit een vreemde ontwikkeling: traditioneel moderne valuta zijn de afgelopen jaren in namelijk toenemende mate inzichtelijk geworden voor de overheden, wat een veelvoud aan voordelen te met zich mee lijkt te brengen (Swire, 1998). De financiële situatie van mensen staat tegenwoordig in internationale databases en wordt uitgedrukt in getallen op een scherm (Casale, 2015; Swire, 1998). Indien alle financiële transacties gecontroleerd en ingezien kunnen worden door de overheid is met deze data een hogere mate van inflatiebeperking mogelijk, doordat met deze informatie prospectief gehandeld kan worden en zo grotendeels valuta-waarde fluctuaties

(7)

6 voorgebleven kunnen worden (Nica at al., 2017). Het centraliseren van dergelijke financiële meta-data zou zelfs beter toekomstige financiële crises kunnen voorkomen (Nica et al., 2017). Daarnaast zou de overstap naar digitaal traceerbaar valuta een nekslag zijn voor georganiseerde misdaad, die zonder contante valuta hun malafide inkomsten niet kunnen verbergen en witwassen (McLeod, 2017). Ook zou belastinginning voor de overheid eerlijker, overzichtelijker en goedkoper worden, omdat op deze wijze de daadwerkelijke inkomens van burgers open en volledig in te zien zijn en zwarte inkomens onmogelijk worden (Gamble, 2017). Allemaal ogenschijnlijk positieve ontwikkelingen die het controlevermogen van de overheid verhogen.

Toch liggen bij de voorgenoemde kenmerken ook de wortels voor de meest prevalente kritiek op het huidige moderne financiële systeem, dat voor de cryptovaluta-ontwikkelaars aanleiding was tot het creëren van de technologie (Nakamoto, 2008). Juist aan deze toegankelijkheid en inzichtelijkheid van financiële data door de overheid heeft cryptovaluta haar vroege populariteit te danken (Narayanan, Bonneau, Felten, Miller, & Goldfeder, 2016). De alwetendheid van de overheid en financiële instellingen over het financiële dataverkeer wordt door de ontwikkelaars en enthousiastelingen van cryptovaluta als verlies van burgerlijke autonomie en privacy ervaren. Daarnaast zijn de huidige methodes voor het uitvoeren van financiële transacties afhankelijk van centrale locaties, in beheer van individuen en kwetsbaar voor interne of externe manipulatie (McLeod, 2017). Cryptovaluta zijn daarentegen zoals eerder genoemd volledig decentraal ontworpen als reactie op deze beperkingen, en daarom onmogelijk te manipuleren. Transacties zijn definitief, kunnen direct worden uitgevoerd en ook is het netwerk verdeeld over alle deelnemers (McLeod, 2017), zodat er geen centraal punt kan worden aangevallen en stilgelegd.

De toekomst van cryptovaluta als algemeen aanvaard betaalmiddel ligt nog niet vast. Het verschijnsel lijdt namelijk onder haar libertair dogma en de vele ontwikkelingsfouten die gemaakt zijn tijdens het implementatieproces, aldus Guadamuz en Marsden (2015). Zij stellen dat de technologie is omringd door een harde kern van uitgesproken libertaire web-activisten die de technologie omarmen als vervanging van de gevestigde orde, waarin banken en overheden een afnemend prominente rol spelen en er een terugkeer plaatsvindt naar volledige persoonlijke vrijheid en autonomie. Dit geeft de technologie een libertair, en soms zelfs anarchistisch, stigma, wat de acceptatie en implementatie in de weg staat. Daarnaast geven Guadamuz en Marsden (2015) aan dat teveel instabiliteit en volatiliteit in de markt lijdt tot een speculatief investeringslandschap waarin de daadwerkelijke implicaties van de valuta op de achtergrond verdwijnen. Markt leidende winkelketens en organisaties accepteren

(8)

7 cryptovaluta niet als betaalmiddel, met als voornaamste argumentatie dat het niet algemeen aanvaard is als betaalmiddel. Kortom, voordat cryptovaluta als algemeen betaalmiddel in gebruik kan worden genomen zal het eerst deze vicieuze cirkel moeten doorbreken, maar de eerste stappen hiertoe zijn al gezet en het is in een stadium beland waar het toenemend de aandacht van overheden vereist.

PROBLEMS,WICKED PROBLEMS

Nu uitgelegd is wat de term cryptovaluta inhoudt wordt vervolgens de wicked problem theorie, waarmee in dit paper het regulatiedebat wordt geanalyseerd, nader toegelicht. Met deze kenmerken van wicked problems kan vervolgens een toepassing worden gedaan op het regulatievraagstuk. De term ‘wicked problems’, of weerbarstige / ongetemde problemen, is in het leven geroepen door Horst Rittel en Melvin Webber in 1973. Een wicked problem is volgens hen een buitengewoon lastig oplosbaar probleem, gekenmerkt door urgentie gepaard met grote cognitieve en normatieve onzekerheid en ambiguïteit, waar beleidsmakers mee te kampen kunnen krijgen. Voor een toepassing van de theorie op het regulatievraagstuk moet eerst worden vastgesteld hoe een wicked problem herkent kan worden. Volgens Arno Korsten (2016) kenmerken wicked problems zich door een achttal aspecten, wat een probleem tot wicked problem maakt.

Ten eerste zijn wicked problems onmogelijk definitief te formuleren. De problemen zijn dermate obscuur dat een volledige omschrijving ervan nagenoeg onmogelijk is. Ten tweede is het oplossen van het probleem nooit afgerond. Wicked problems zijn door hun complexiteit een doorlopend proces om op te lossen. Ten derde komen bij wicked problems verschillende waardes en perspectieven aan te pas, wat leidt tot een grote hoeveelheid uiteenlopende manieren om te kijken naar het probleem. Ten vierde speelt de discrepantie tussen de wereldbeelden van de belanghebbenden van het probleem bij wicked problems een voorname rol. De verschillende perspectieven bepalen grotendeels hoe het probleem benadert wordt, wat leidt tot verschillende tegenstrijdige oplossingen voor hetzelfde probleem. Ten vijfde is kenmerkend voor wicked problems dat geen enkele actor binnen het probleem het vermogen of de macht heeft het probleem individueel op te lossen, er is een probleem van

multi-actor afhankelijkheid. Voor het oplossen van een wicked problem is uitgebreide

samenwerking en discussie vereist tussen de betrokken partijen. Dit maakt het oplossingsproces complexer. Ten zesde is het onmogelijk om een dergelijk probleem met een enkele oplossing te verhelpen. Wicked problems vereisen een proces van stappen die doorlopen moeten worden om tot een oplossing te kunnen komen. Ten zevende is geen

(9)

8 wicked problem hetzelfde en zijn vrijwel onmogelijk aan de hand van een herbruikbare formule op te lossen. Daarbij komt nog dat wicked problems veranderlijk zijn in de loop der tijd. Als achtste en laatste kenmerk van wicked problems is het afbakeningsprobleem. Een wicked problem is een symptoom van een veelvoud aan andere problemen, wat het lastig maakt een afweging te maken waar het probleem begint en eindigt. Korsten (2016) voegt voor de volledigheid nog een, volgens hem ontbrekend, aspect toe aan wicked problems: de versplinterde kennis omtrent het probleem. Er mist een kennisconcentratie die nodig is om het probleem effectief en rationeel aan te pakken. De verschillende betrokken partijen zijn afhankelijk van elkaars kennis om problemen aan te pakken.

Korsten (2016) biedt in zijn uitwerking van wicked problems naast hun kenmerkende aspecten ook een serie criteria die bijdragen aan het succesvol oplossen van de problemen, met een nadruk op het deliberatieproces. Hij noemt om te beginnen dat het voor actoren met gezag noodzakelijk is om deliberatie op kwalitatief niveau mogelijk te maken. Het oplossen van wicked problems vereist deliberatie tussen de partijen, die bereid moeten zijn hun kennis te delen op een objectieve manier. Hoppe (2011) beschrijft een dergelijke oplossingsgerichte samenwerking als ‘governance through networking’, een concept dat als methode kan dienen voor het oplossen van wicked problems. Deliberatie als oplossingsstrategie kan aldus Korsten (2016) echter tijdrovend zijn, suboptimaal bij een urgent wicked problem. Als problemen aan een merendeel van deze kenmerken voldoen kunnen zij worden gezien als wicked problems en kan het probleem op die wijze benaderd worden, om zo eventueel zelfs tot toenadering van een oplossing te komen. De discussie dient constructief en gestructureerd te zijn. Daarnaast is het volgens Korsten essentieel om alle belanghebbende actoren te betrekken bij het proces en om iedereens standpunt en achtergrondkennis in acht te nemen. Verder moeten actoren worden gestimuleerd om zich in te leven in de standpunten van de betrokkenen met een tegengesteld standpunt. De rol van experts moet vervolgens ook in het proces zijn vastgelegd, erkend en gewaardeerd. Er moet gewerkt worden aan een toenadering van een probleemdefiniëring, om structuur aan te brengen in de oplossingsrichting. Ten slotte moet er worden toegewerkt naar een gemeenschappelijk perceptie van het probleem en eventueel tot middelenverbinding.

Head en Alford (2015) schrijven in hun theorie ook over het aanpakken van wicked problems, met name over de noodzaak tot het ‘ontframen’ van het probleem. Framen is het selecteren van bepaalde aspecten van een vernomen realiteit en die meer saillant maken in een communicatieve tekst, op een manier die een bepaalde probleemdefinitie, causale relatie, morele evaluatie, en/of aanpak te promoten (Entman, 1993). In andere woorden, het probleem

(10)

9 moet volgens Head en Alford zonder specifiek normatief perspectief benadert worden, door middel van een meer technocratisch objectieve methode.

DE NOODZAAK VOOR CRYPTOVALUTA REGULATIE

Nu we bewapend zijn met de benodigde kennis van cryptovaluta en de wicked problem theorie kan er vervolgens met meer achtergrond naar het debat over de noodzaak tot regulatie gekeken worden. Het debat is onderverdeeld in twee delen. Enerzijds de voorstanders van regulatie, waaronder ook praktijkargumenten afkomstig uit de Europese Commissie, gevolgd door de tegenstanders anderzijds.

De voorstanders van regulatie berusten hun standpunt op een viertal overkoepelende argumenten. Om te beginnen stellen zij dat regulatie de geloofwaardigheid van de cryptovaluta ten goede zal komen. McLeod (2017), bijvoorbeeld, geeft aan dat eventuele regulatie niet enkel afkomstig hoeft te zijn uit de overheid, maar zelfs kan voortkomen uit de cryptovaluta gemeenschap zelf. Om hun eigen platform meer geloofwaardigheid te geven zal deze gemeenschap zelf regulatiemethodiek aan moeten dragen, aldus McLeod. Gamble (2017) is echter overtuigd dat cryptovaluta gereguleerd dienen te worden door overheden en is het eens met geloofwaardigheidsargument. Zonder regulatie zijn de cryptovaluta gedoemd om instabiel, onvoorspelbaar en bovenal risicovol te blijven, en daarom geen geloofwaardig betaalmiddel te worden. Hij beargumenteert dat regulatie van cryptovaluta kan leiden tot een eerlijker, toegankelijker betaalmiddel, dat algemeen aanvaard is en bruikbaar voor de gehele samenleving.

Een ander argument luidt dat regulatie noodzakelijk is om (crimineel) misbruik tegen te gaan. Hier zijn het Gamble (2017), Brill en Keene (2014) en Ngai, 2014), die ieder als reden aandragen dat de kenmerkende anonimiteit een grote kans biedt op witwassing en belastingontduiking. Zij waarschuwen voor dergelijke gevolgen door het gebrek aan administratie en regulatie binnen dit nieuwe financiële systeem. Brill en Keene (2014) waarschuwen ook voor de gevaren die ongereguleerde cryptovaluta met zich meebrengen. Hun argumentatie richt zich meer op het potentieel dat de techniek biedt voor het gebruik als middel van terrorismefinanciering. Brill en Keene noemen een veelvoud aan eigenschappen die cryptovaluta aantrekkelijk maken voor dit doeleinde: anonimiteit, globaal bereik, snelheid, geen mogelijkheid tot terughalen na overmaken, lage gebruikskosten, moeilijkheid voor overheden om de transacties te traceren, eenvoud van gebruik en versplinterd globaal regulatielandschap (2014, p.13-15). In het huidige digitale financiële systeem wordt het toenemend lastig voor criminele of terroristische organisaties om hun financiën onopgemerkt

(11)

10 en onbelemmerd te regelen (Brenig, Accorsi & Müller, 2015). Zij moeten hun zaken regelen via uitgebreide externe kanalen, wat tijdrovend, duur en inefficiënt is. Cryptovaluta biedt hen een, zoals eerder benoemd, een nieuw, niet traceerbaar ‘contant geld’ waarmee zij hun zaken kunnen regelen. Dit vereenvoudigt de operaties van criminele organisaties en maakt het lastiger voor de politie om geldstromen te kunnen traceren. Dit leidt vervolgens ook tot een aantrekkelijke optie voor het witwassen van illegaal verkregen valuta (Ngai, 2014; Breu & Seitz, 2017). Criminele organisaties gebruiken cryptovaluta in toenemende mate voor dit doeleinde. Regulatie van de cryptovaluta markt en het bijhouden van transacties zou handhaving van de wet en het bestrijden van terrorisme en georganiseerde misdaad aanzienlijk beter mogelijk maken. De vergaande anonimiteit en deregulatie hebben in het verleden geleid tot misbruik van de technologie voor criminele doeleinden, zoals transacties op de in 2013 gesloten Silk Road marketplaats (Barratt, Feris, & Winstock, 2014) en andere Dark-Web websites waar illegale goederen of diensten werden aangeboden, van kinderpornografie en vuurwapens tot huurmoordenaars. Dit voorval leverde een blijvend stigma op voor de jonge technologie en riep kritische vragen op over de staat van de deze nieuwe technologie en met name of deze gereguleerd moet worden in de toekomst.

Naast dit potentieel om de techniek te gebruiken voor malafide doeleinden wordt er uitvoerig gewaarschuwd voor het zeepbel karakter van de cryptovalutamarkt (Hutton, 2017; Wearden, 2017). Deze eigenschappen van cryptovaluta worden regelmatig aangehaald door de media om het gevaar van de nieuwe technologie aan te geven (CNN, 2017). De totale waarde van de markt is in 2017 alleen al gestegen van ongeveer 17,3 miljard naar ongeveer 600 miljard USD (Coinmarketcap, 2017). Door de astronomische stijgingen die de markt in 2017 heeft gekend, is de kans op toekomstige zware prijscorrectie niet uit te sluiten. Cryptovaluta blijft een investering die zijn waarde nog niet heeft bewezen. Het verlies van kapitaal indien de cryptomarkt zou instorten zou catastrofaal kunnen blijken voor de economische situatie voor een groot aantal particuliere investeerders die hun spaargeld omgezet hebben in cryptovaluta. Daarnaast accepteert een groeiend aantal bedrijven Bitcoin betalingen voor hun goederen of diensten, in plaats van traditionele valuta (Chokun, 2018). Hoewel dit een bepaald vertrouwen in de toekomst van dit nieuwe betaalmiddel aantoont, levert dit een bijkomend economische risico op voor het systeem. In het geval van een onvoorziene en substantiële depreciatie van de Bitcoin verliezen ook de bedrijven in kwestie een groot deel van hun kapitaal. Het risico breidt zich uit; zo lopen niet enkel particuliere investeerders risico, zij die overwegend met relatief ‘misbaar’ geld investeren, maar ook bedrijven met een afhankelijkheid van dit deel van hun vermogen. Overheidsregulatie kan

(12)

11 bijdragen aan een stabielere markt waarin dusdanige waarde fluctuaties beperkt worden en een eventuele barstende zeepbel kunnen voorkomen.

Door ontbrekende regulatie en beleid omtrent het cryptovaluta fenomeen kunnen cryptovaluta ook dienen als middel voor belastingontduiking. Hoewel de Belastingdienst wettelijk verplicht om ‘Bitcoins en andere cryptovaluta op te geven als eigen vermogen’ (Belastingdienst, z.j.), zodat het op die manier belast kan worden, blijkt het controleren van Bitcoin bezit in praktijk vrijwel onmogelijk indien de eigenaar een aantal eenvoudige stappen neemt om zijn bezit anoniem te maken. Indien betalingsverkeer enkel in Bitcoin transacties plaatsvindt, is het nagenoeg onmogelijk voor overheden dit te traceren en rechtmatig te belasten. Zodoende loont het om vermogen om te zetten in cryptovaluta tot het fiscale jaar voorbij is, waarna het mondjesmaat opnemen ervan ervoor zorgt dat het belastingvrij blijft. Hoewel dit in strijd is met de wet en beboeting niet gering is, blijkt het handhaven van het beleid zeer problematisch door de voorgenoemde kermerkende eigenschappen van cryptovaluta. Overheden zullen een manier moeten vinden om cryptovaluta inzichtelijk, toegankelijk en vervolgens belastbaar te maken, mocht de trend van implementatie van cryptovaluta aanhouden. Indien de overheid faalt in het belasten van cryptovermogen zou dit onrechtvaardig zijn voor de mensen die met traditionele valuta betalen en wel belast worden, en zou het daarnaast leiden tot het wegvallen van substantieel gedeelte van de overheidsinkomsten uit belasting van vermogen.

De Europese Unie is zoals genoemd ook voorstander van regulatie. Al langere tijd ligt het reguleren van cryptovaluta bij de Europese Unie en bij de nationale politiek van haar individuele lidstaten als onderwerp op tafel. In een Amending Directive uit 14 december 2016 betreffende de ‘prevention of the use of the financial system for the purposes of money

laundering or terrorist financing’ komt naar voren dat de Europese Commissie het onderwerp

heeft behandeld en getracht een oplossing te formuleren voor het regulatievraagstuk omtrent cryptovaluta. Het document behandelt het vraagstuk als volgt: “… (Virtual Currency) market

players (…) are currently not regulated at EU level nor in most EU Member States at national level. As a consequence, no one is under the obligation to report any suspicious transactions to an FIU (…) and authorities lack information on such transactions” (p. 14-15).

Het gebrek aan regulatie van cryptovaluta wordt hier in relatie tot het gevaar dat het heeft voor de bestrijding van terrorismefinanciering en witwaspraktijken in Europa genoemd.

De Commissie heeft als oplossing aangedragen dat er maatregelen moeten worden genomen om de verschillende deelnemers in de markt die een centrale rol als brug tussen traditionele- en cryptovaluta vervullen, met name de platformen waar men traditioneel geld

(13)

12 tegen cryptovaluta kan inwisselen en vise versa, te dwingen om mensen die gebruik maken van de dienst zich te identificeren (p.15). Op deze wijze kunnen deze actoren als ‘poortwachter’ dienen tussen de fysieke en virtuele werelden. Deze maatregelen zijn al daadwerkelijk genomen: alle beurzen waar deze inwisseling van cryptovaluta plaatsvindt vereisen tegenwoordig een meervoudige identificatie bij het aanmaken van een account. Na inspectie van deze eisen bij de grootste 25 exchanges die actief zijn in Europa en Amerika3 komt namelijk naar voren dat de noodzaak tot identificatie stapsgewijs toeneemt indien er de wens bestaat grotere bedragen te verhandelen. Minimaal moet er een werkend telefoonnummer afgestaan worden, gepaard met een volledige naam en e-mail adres. Na deze stap te hebben doorlopen en de gegevens onderhevig zijn geweest aan controle, is het mogelijk bedragen tot maximaal 250 euro per dag op de beurs te verhandelen, in het geval van de meest toegevende exchange organisatie, Litebit (z.j.). Indien de wens bestaat hogere bedragen te verhandelen moet er nadere identificatie verificatie gedaan worden, in de vorm van een kopie van een paspoort, een thuisadres en een kopie van een rekeningafschrift om de identiteit van de bankrekeninghouder te verifiëren.

Opvallend is dat het document van de Europese Unie een erkenning bevat van het potentieel van de nieuwe technologie voor het uitvoeren van online betalingen en adviseert het toekomstig beleid om het niet te laten stikken door excessieve maatregelen: “Although the

use of (cryptocurrency) is currently still limited, such currencies create new economic opportunities for online payments. Therefore, any new policy in this field should respect the test of necessity and proportionality, and be genuinely designed to protect specific public policy objectives” (p.15). Dit detail in de richtlijnen van de Europese Unie betreffende het

ontwerpen van regulatiebeleid geeft blijk van een interesse in de verdere loop der ontwikkeling van de technologie en een erkenning van het potentieel dat het heeft, net als McLeod heeft gesteld. McLeod (2017) benadrukt namelijk hoe regulatie door middel van restricties in strijd is met de kernprincipes waarop cryptovaluta zijn gebaseerd, zoals vrijheid en anonimiteit. Hij is van mening dat regulatie de technologie niet volledig onaantrekkelijk moet maken, maar desondanks is hij overtuigd van de noodzaak tot regulatie.

In een opvolgende hoorzitting op 25 januari 2016 is het regulatievraagstuk behandeld door de commissie van Economische en Monetaire zaken van de Europese Unie (Committee on Economic and Monetary Affairs, 2016, 9:50). Net als voorheen was het besluit dat de

3 De top 25 exchanges op het moment van schrijven zijn respectievelijk Coinbene, Binance, Bithumb, Bittrex,

Bitfinex, OKex, Poloniex, Huobi, HitBTC, GDAX, Kraken, Bitstamp, Coinone, Ethfinex, Coinnest, Bit-Z, Korbit, BTCC, ZB.COM, Gemini, bitFlyer, Lbank, CoinEgg, Kucoin en Bits Blockchain.

(14)

13 commissie het controleren van de cryptovaluta prefereert boven het opstellen van regulatiewetten. Het besluit van de commissie om formele regelgeving af te houden kwam voort uit een argument dat de cryptomarkt, die toentertijd in haar totaliteit zeven miljard dollar besloeg, te beperkt was. Waar het echter het voorgenoemde document tegenspreekt is in het vervolg van de argumentatie: de Commissie noemde cryptovaluta gehypet en gaven zij aan een gebrekkig vertrouwen te hebben in het potentieel van de markt. Ook noemden zij dat het gros van de crypto-transacties die plaatsvonden waren gecentraliseerd bij slechts twintig bedrijven en niet wijdverbreid in gebruik waren als alleenstaand betalingsmiddel, waardoor er nog steeds veel traditioneel geld mee gemoeid is. Deze traditionele geldstromen waren reeds onderhevig aan bestaande financiële regelgeving, dus specifieke regulatie van de cryptovaluta onnodig werd geacht. De situatie is echter veranderd in de jaren sinds de hoorzitting (Chokun, 2018). De commissie heeft de groei van de gevolgen die de financiële techniek met zich meebrengt toentertijd onderschat. Nu een toenemend aantal mensen gebruik maakt van cryptovaluta, zij het speculatief of als betaalmiddel, en de marktkapitalisatie exponentieel is gestegen in 2017, dient de Europese Unie hier nieuwe aandacht aan te besteden, omdat hun toenmalige argument dat de markt te beperkte invloed zal hebben op de samenleving om de aandacht te vereisen, verouderd is.

In juni 2016 is strengere Europese wetgeving tegen witwaspraktijken, belastingontduiking en terrorismefinanciering in werking getreden, met als doel een meer uniform regelsysteem in Europa te hanteren (Europese Commissie, 2016). In het aankondigende persbericht werd kenbaar gemaakt dat de Commissie Juncker de strijd tegen het ontduiken van belastingen, het witwassen van geld en het financieren van terrorisme een van haar prioriteiten heeft gemaakt. In deze nieuwe regelgeving valt op dat er speciale aandacht is voor cryptovaluta en de voorgenoemde gevaren voor het succes van deze strijd die de nieuwe technologie met zich meebrengt, met name het risico op terrorismefinanciering. In juli van het opvolgende jaar is dit onderdeel in het nieuwe jaarlijkse persbericht echter weggelaten (Europese Commissie, 2017). Dit is opmerkelijk, gegeven dat de Europese Commissie, aldus de documenten uit de voorgaande alinea’s, kennis heeft van de implicaties die ongereguleerde cryptovaluta voor terrorismefinanciering en witwaspraktijken hebben. De regelgeving omtrent cryptovaluta in Europa verschilt op nationaal niveau nog steeds dermate dat, ter illustratie, het gros van de bedrijven die in cryptomunten handelt richting Oostenrijk vertrekken om van het lokale gebrek aan wetgeving en belasting gebruik te maken (Gamble, 2017). Doordat de handel in de valuta vrijwel geen geografische vereisten heeft, is het ontlopen van lokale regulatie zeer eenvoudig voor cryptohandelaren door simpelweg hun

(15)

14 handel ergens anders te voeren. De Europese Unie zou daarom profiteren van een uniform regulatielandschap omtrent cryptovaluta.

Na al deze risico’s en problematiek die ongereguleerde cryptovaluta met zich meebrengt, een standpunt wat zelfs de Europese Commissie uitdraagt, te hebben uitgewerkt, is het interessant om ook de andere kant van het debat onder de aandacht te brengen. De tegenstanders van cryptovaluta regulatie baseren hun argumentatie voornamelijk op de, naar hun mening, gebrekkige ideologische legitimiteit en technische haalbaarheid. Weerstand tegen regulatie stamt uit het ideologisch ideaal van de pioniers op het gebied van cryptovaluta, met kernwaardes als vrijheid, anonimiteit, autonomie en autocratie. Overheden hebben simpelweg niet het recht zich te mengen in het platform, dat volledig vrij van statelijke invloed is ingericht. Tegenstanders van formele regulatie, zoals Sonderegger (2015), pleiten voor zeer beperkte regulatie, dat cryptovaluta de vrijheid geeft om tot zelfregulatie over te gaan binnen een breed regulatieraamwerk. Dit ligt het in het verlengde van een liberaal gedachtegoed, over de beperkte invloed van statelijk inmenging in de markt. Zij is ervan overtuigd dat regulatie meer sturing moet bieden om cryptovaluta in grote banen richting zelfregulatie te drijven. Zware regulatie zou volgens haar de ontluikende techniek vroegtijdig kunnen smoren, zonder dat hiertoe rechtvaardige aanleiding is.

Daarnaast benoemd Sonderegger (2015) naast een ideologisch- ook een technologisch argument in haar stuk: de onmogelijkheid om op nationaal niveau cryptovaluta te reguleren door het supranationaal karakter van de technologie. Het globaal reguleren van cryptovaluta zou een onmogelijke hoeveelheid middelen en tijd kosten om effectief hand te haven. Dit vereist de nauwe samenwerking van iedere nationale overheid, en Sonderegger is er niet van overtuigd dat dit tot de mogelijkheden behoort. Daarnaast geeft zij aan dat zonder de samenwerking tussen overheden en de belangrijke actoren binnen het cryptovaluta netwerk, zoals ontwikkelaars of exchanges, de regulatie eenvoudig ontweken kan worden. Dit wordt bevestigd door de uitkomst van een marktonderzoek uit het International Financial Law Review van oktober 2013 (Varriale, 2013), waarin cryptovaluta experts aangeven dat pogingen tot regulatie simpelweg zullen leiden tot creatie van een ‘Bitcoin 2.0’, anoniemer en nog lastiger te reguleren. Kortom, de effectieve regulatie van cryptovaluta is technisch onmogelijk, aldus hen.

Kaplanov pleit in 2012 al voor cryptovaluta die vrij staan van limiterende regulatie. Regulatie zou volgens Kaplanov (2012) leiden tot ernstige beschadiging van het economisch potentieel dat de nieuwe valuta kunnen bieden. Zijn argument benoemt dat regulatie als gevolg kan hebben dat de kernwaardes van cryptovaluta zodanig worden geschaad dat de

(16)

15 huidige aantrekkelijkheid van de valuta verdwijnt, en daarmee haar aanvaarde waarde. De voordeligheid van cryptovaluta liggen namelijk grotendeels in de snelheid ervan, de lage transactiekosten en de transacties direct tussen individuen. Indien cryptovaluta aan formele regulatie onderhevig is, verhoogt dit de noodzaak tot controles en scans, die vervolgens het systeem vertragen en de technologie tegenwerken.

Verder stelt hij dat cryptovaluta niet onder het conventionele financiële systeem vallen en in plaats daarvan tot de publieke sfeer behoren, doordat het buiten het bereik van nationale overheidsregulatie valt. Traditionele valuta beschouwd Kaplanov (2012) als staatseigendom, een systeem ingericht voor en door staten om hun nationale economie mogelijk te maken. Het zijn overheden die over de creatie van nieuwe geldeenheden gaan en verantwoordelijk zijn voor de stabiele waarde. Dit ziet hij bij cryptovaluta volledig anders: cryptovaluta zijn ontstaan uit een publiekelijke gemeenschap, die het ontwikkelen, onderhouden en gebruiken. Zijn argument is dat de overheid daarom geen aanleiding heeft om zich met cryptovaluta te bemoeien. Deze argumentatie stamt duidelijk uit een meer libertair perspectief op de samenleving, maar wordt gedeeld door een groot deel van de tegenstanders van regulatie. Met dit scala aan tegenstrijdige, normatieve en ideologische standpunten is het aannemelijk dat het debat over de regulatie van cryptovaluta voorlopig nog niet wordt geconcludeerd, maar indien er tot regulatie moet worden overgegaan, is het interessant om vervolgens uit te werken wat de probleemkenmerken zijn die het dusdanig lastig maken voor overheden om dit waar te maken.

PROBLEMEN MET REGULEREN

Hoewel het instellen van regulatie van cryptovaluta niet bijzonder complex is, is het vormen van werkelijk effectieve regulatie dat wel. Niet alleen speelt namelijk er een veelvoud aan essentiële actoren een rol die overheden verplicht hen bij de regulatie te betrekken, ook is de technologie permanent in ontwikkeling en lopen regulatiepogingen achter de feiten aan. Brill en Keene (2014) en Ngai (2014) benoemen in hun stukken enkele beperkt succesvolle pogingen tot nationale regulatie en hoe deze volgens hen faalden door het vraagstuk als traditioneel monetaire regulatie te benaderen, terwijl het een unieke aanpak vereist. Gamble (2017) ziet de oorzaak voor de onvruchtbare pogingen ergens anders: de kennis van de overheden is volgens hem niet toereikend om een vraagstuk zo complex als het regulatievraagstuk op te lossen. Hij stelt, net als Enyi en Le (2017), dat door het gebrek aan technologische kennis en vage doelstellingen dergelijke regulaties in praktijk minimaal effectief zijn gebleken. Guadamuz en Marsden (2015) voegden hier nog het gefaalde streven

(17)

16 naar interne zelfregulatie van de cryptovaluta markt hieraan toe, door middel van een historisch overzicht van alle mislukte pogingen tot zelfregulatie. De voorgenoemde ideologische verdeeldheid over de rechtvaardigheid van cryptovaluta regulatie, en combinatie met de technologische hindernissen die het moet overkomen maken het vormen van effectieve regulatie, zacht uitgedrukt, problematisch.

CRYPTOVALUTA REGULATIE ALS WICKED PROBLEM

In het volgende deel wordt beargumenteerd dat een theorie die verduidelijking kan bieden in dit complexe vraagstuk de voorheen genoemde wicked problem theorie is. Door aan te tonen dat het vraagstuk te definiëren is als wicked problem, kan vervolgens met behulp van de theorie een helder overzicht van de problematiek worden geboden.

Er zijn minimaal vier duidelijke argumenten te noemen waarom het vraagstuk als wicked problem kan worden gezien aan de hand van de door Korsten (2016) opgestelde criteria. Ten eerste is binnen het probleem van het reguleren van cryptovaluta er, zoals kenmerkend voor een wicked problem, geen enkele actor die de mogelijkheid heeft het probleem eigenhandig op te lossen: het multi-actor afhankelijkheid probleem. Het succes van eventuele regulatie van cryptovaluta vereist door haar anonieme en internationale karakter de algemene acceptatie van de beperkingen die de markt worden opgelegd. Dit is ongunstig voor het vormen van effectief beleid, omdat om cryptovaluta te kunnen reguleren is de coöperatie van een groot aantal actoren nodig, op verschillende schaalniveaus en met diverse invloeden en rollen in het systeem. Zo moet het proces zoals gewoonlijk in gang worden gezet door een instituut dat daadwerkelijk de wettelijke mogelijkheid heeft om geldige regulatie te vormen, zoals de Europese Unie. Dit is echter niet voldoende, zonder de samenwerking met de exchanges waar cryptovaluta gekocht kan worden, exchanges waar het onderling uitgewisseld kan worden, ontwikkelaars van nieuwe cryptovaluta, internetproviders, bedrijven waar met cryptovaluta betaalt kan worden en wallet- ontwikkelaars en beheerders kan er geen controle plaatsvinden. Het is mede deze afhankelijkheid van samenwerking die cryptovaluta regulatie tot een wicked problem maakt. Omdat het nagenoeg onmogelijk is om te traceren welke wallet bij welk persoon hoort zijn exchanges en wallet beheerders nodig om de persoonlijke informatie van participanten op te vragen bij het openen van een wallet of het uitvoeren van een transactie. Dit is namelijk de enige wijze hoe de overheid regulatie kan handhaven. Cryptovaluta ontwikkelaars moeten instemmen met het regulatieproces, want zij beheren de toekomstige ontwikkeling van de cryptovaluta technologie. Zij zijn in staat om cryptomunten te ontwikkelen die eenvoudig regulatie kunnen omzeilen en daarom is het cruciaal om hen

(18)

17 mee te laten werken aan het proces. Uit de informatieartikelen van CryptoStart is te halen dat eerste stappen richting dergelijke cryptovaluta zijn al gezet met de ontwikkeling van cryptomunten zoals, inter alia, Monero, Zcash en Dash (Monero- Zcash- & Dash Informatie, z.j.). Deze cryptovaluta noemen zichzelf privacy coins, vanwege hun kenmerkende anonimiteit. Het opvallende is dat deze valuta in het leven zijn geroepen in respons op geruchten over intensievere regulatie van de markt. Internetproviders, hoewel niet van cruciaal belang, zijn handig om bij het regulatieproces te betrekken om inzichtelijk te maken wie zich wel of niet op de cryptomarkt bevindt, door analyse van het netwerkverkeer. Dan is er nog vereiste van regulatie op de verschillende schaalniveaus, omdat cryptovaluta een internetbetaalmiddel is een daarom vrij staat van geografische restricties. Regulatie moet daarom op zowel internationaal niveau, als op landelijk en regionaal niveau, uniform worden ingesteld en gehandhaafd. Indien er gekozen wordt voor enkel nationale regulatie kan dit eenvoudig worden ontweken door simpelweg zaken in andere landen te regelen. Zolang niet alle partijen bij het beleidsvormingsproces betrokken zijn zullen regulatiepogingen leiden tot een structurele ontwijking ervan, door de actoren met een fundamenteel andere houding ten opzichte van overheidsregulatie in virtuele valuta. Met een kleine moeite is het namelijk eenvoudig om anoniem op internet te blijven, door middel van het gebruik van een Virtual Private Network (VPN) of TOR-netwerk, die respectievelijk je persoonlijke IP adres kunnen maskeren of je internetverkeer te versleutelen waardoor het onmogelijk wordt te achterhalen wie de transacties uitvoert. Door middel van deze stappen zou het daarom eenvoudig zijn om regulatie te ontlopen.

Er zou eventueel tegen het multi-actor afhankelijkheidsargument in kunnen worden gebracht dat het hier niet geldig is, omdat eenzijdige regulatie wel mogelijk is door simpelweg het gebruik van cryptovaluta aan banden te leggen door bepaalde IP adressen van exchanges te blokkeren of het onmogelijk maken om cryptovaluta te kopen met traditionele valuta, op vergelijkbare wijze als wat er met andere ongewenste websites in de wereld gebeurt. Echter, zoals naar voren kwam uit de persberichten van de Europese Commissie zijn zij er niet op uit om gebruik de technologie volledig illegaal te maken, of cryptovaluta compleet uit de wereld te helpen. Het volledig indammen van het cryptovaluta netwerk zou namelijk de transactiesnelheden noodzakelijkerwijs vertragen, door de verschillende controles en registraties die het moet doorlopen. Het gevolg zou zijn dat het unieke economisch potentieel van de cryptovaluta verloren gaat, omdat het geen voordeligheden meer biedt boven traditionele transactiemethodes. De overheid moet zich afvragen in hoeverre het economisch potentieel, zoals de Europese Commissie eerder al aangaf te willen koesteren,

(19)

18 afweegt tegen de risico’s. Het lijkt dus aannemelijk dat om effectieve regulatie, dat minder middelen kost en het economische potentieel van de technologie beter intact houdt, net als bij wicked problems, enkel bereikt kan worden door het vinden van regulatie waar de centrale actoren, zoals exchanges, ontwikkelaars en wallet-beheerders, actief bij betrokken zijn.

Het tweede aspect dat maakt waarom er gesteld moet worden dat het regulatievraagstuk als wicked problem gedefinieerd moet worden, is de versplinterde kennis van cryptovaluta. Er mist een toereikend kennismonopolie van de vereiste kennis om het regulatievraagstuk op te lossen. De kennis die de overheden van cryptovaluta hebben is namelijk niet voldoende en zij vereisen nadere informatie van externe actoren, buiten haar interne beleidsexperts en juristen. Hier komt weer de afhankelijkheid van de actoren uit het vorige stuk weer naar voren: cryptovaluta exchanges beheren de data over de cryptomarkt en hoe deze zich ontwikkelt en cryptovaluta ontwikkelaars beheren informatie over de toekomstige creatie van digitale munten en zijn expert over het functioneren van de cryptovaluta. Deze instanties gecombineerd beheren een collectie diepgaande statistische- en technologische kennis over de ontwikkeling van de cryptovaluta markt. Dat is echter nog niet de gehele lijst van partijen met de vereiste expertise: het belang van de macro-economie in het debat omtrent het reguleren van cryptovaluta moet vertegenwoordigd worden door traditionele economen, die de invloed van cryptovaluta, en het eventuele wel of niet reguleren ervan, op de economie uit kunnen werken. De noodzaak tot het combineren van al deze kennis, afkomstig uit meerdere actoren is wat maakt dat dit probleem als een wicked problem gezien moet worden.

Ten derde zijn de betrokken partijen bij het probleem, net als bij wicked problems, normatief verdeeld over de noodzaak tot regulatie van de cryptovalutamarkt. Het vraagstuk is zoals eerder genoemd gekenmerkt door een diepe ideologische scheiding tussen voorstanders van overheidssturing in de markt enerzijds en zij die de markt als onafhankelijk van de overheid zien anderzijds. Deze overtuigingen staan al decennia tegenover elkaar en zijn dusdanig diepgeworteld in het conventionele politieke discourse (Freire, 2008) dat de kans dat een normatieve discussie over het regulatievraagstuk vruchtbaar is, vrijwel nihil zal zijn. Zoals voorheen genoemd wordt cryptovaluta gedragen door een kern van libertaire activisten, overtuigd van het feit dat het internet, met daarin ook cryptovaluta, geheel autonoom en ongereguleerd moeten zijn. Naast deze groep is er ook een groep meer gematigde individuen, met de overtuiging dat regulatie uit moet blijven omdat anders het kernprincipe waarop de cryptovaluta zijn gebaseerd komen te vervallen, wat de technologie om zou brengen. Naast deze normatieve scheiding over legitieme rol van de staat is er nog een wetenschappelijke onenigheid tussen economen over de noodzaak tot regulatie van cryptovaluta en de

(20)

19 economische gevolgen van grootschalige implementatie van cryptovaluta in het financieel systeem. Er is voorlopig nog geen wetenschappelijk consensus over deze toekomstige implicaties van de technologie, zij het gereguleerd of niet. Deze normatieve en ideologische scheiding maakt het vraagstuk, zoals kenmerkend voor een wicked problem, bijzonder lastig om effectief op te lossen.

Ten vierde is, door de eerder genoemde constante ontwikkeling van cryptovaluta en de achterliggende technologie, het probleem veranderlijk, zoals ook bij wicked problems. De ontwikkeling van cryptovaluta, en in verlengde de achterliggende blockchain technologie, staat aan het begin van haar levensloop en maakt nog volop ontwikkeling door. Zoals we hebben kunnen zien stamt de eerste echte cryptovaluta, de Bitcoin, pas uit 2009. De technologie wordt constant aangepast en omgevormd om beter gespecialiseerd te zijn om bepaalde taken te vervullen. Tegenwoordig zijn er bijvoorbeeld cryptovaluta met hoge transactiesnelheden en transactielimieten, zoals Ripple, speciaal ontworpen met internationale transacties tussen multinationals in gedachten of VergeCoin, gespecialiseerd in privacy en anonimiteit. Het aanbod is gigantisch: er waren op 25 Januari 2018 al 1496 verschillende cryptovaluta op de markt (Coinmarketcap, z.j.). Deze permanente uitbreiding van het scala aan cryptovaluta, met diverse achterliggende technologieën, hebben als gevolg dat regulatie adaptief moet zijn. Het onderwerp van het vraagstuk is constant aan het ontwikkelen en nog voordat er een oplossing is gevonden is het alweer veranderd. Dit maakt het lastig om een definitieve definiëring en handleiding voor regulatie op te stellen. Het aan banden leggen van een bepaalde technologie, om deze vervolgens verouderd en vervangen te zien worden zal leiden tot een situatie waar de regulator structureel achter de feiten aanloopt en niet de mogelijkheid heeft tot het vormen effectieve regulatiemethode.

CONCLUSIE

In dit paper is getracht een raamwerk te verschaffen voor de regulatieproblematiek omtrent cryptovaluta aan de hand van de ‘wicked problem’ theorie. De wicked problem theorie bleek zich uitstekend te lenen voor een raamwerk voor deze regulatie.

De regulatie van dit relatief nieuwe fenomeen bleek in de afgelopen maanden het onderwerp van een intensief debat. Een helder raamwerk om de actuele problemen rondom de regulatie in kaart te brengen bleek nog niet te zijn aangedragen in dit debat. Dit terwijl een raamwerk juist zou kunnen helpen om bepaalde ideologische en technologische hindernissen die nu het vormen van effectieve regulatie in de weg staan op te lossen. De voorstanders van het reguleren van de digitale valuta haalden als voornaamste argumenten het mogelijke

(21)

20

misbruik van de valuta aan. Zo kunnen de valuta gebruikt worden voor het aanschaffen illegale goederen, om geld mee wit te wassen of andere voor malafide doeleinden, zoals terrorismefinanciering.

Toch bleken er ook tegenstanders te zijn van het reguleren van cryptovaluta, die de kwetsbaarheid van de nieuwe technologie benoemden of hun argumentatie putten uit een voorkeur voor een neutraal en vrij internet, waar cryptovaluta als betaalmethode wordt gebruikt en zodoende niet gereguleerd mag worden door conventionele overheden; regulatie zou op natuurlijke wijze intern ontstaan. Formele regulatie bleek tevens nagenoeg onmogelijk zonder medewerking van de centrale actoren in de cryptovaluta wereld. Het oplossen van het regulatievraagstuk bleek zeer problematisch in praktijk.

Het identificeren van het regulatie vraagstuk als ‘wicked problem’ heeft de complexiteit van het vraagstuk in kaart gebracht. Er kwam naar voren dat het vraagstuk prominente kenmerken van een wicked problem bleek te hebben. Zo bleek er, ten eerste, binnen het probleem van het reguleren van cryptovaluta is er, net zoals kenmerkend voor een wicked problem, geen enkele actor die de mogelijkheid heeft om cryptovaluta eigenhandig effectief te regulieren, ook wel het multi-actor afhankelijkheid probleem genoemd. Het tweede aspect dat het regulatievraagstuk als wicked problem bleek te kenmerken, is de versplinterde kennis van cryptovaluta. Ten derde bleken de betrokken partijen bij het probleem normatief verdeeld over de noodzaak tot regulatie van de cryptovalutamarkt. Ten vierde kwam naar voren dat door de eerder genoemde constante ontwikkeling van cryptovaluta en de achterliggende technologie het probleem zeer veranderlijk is, problematisch voor het definitief oplossen van het vraagstuk. Al deze eigenschappen komen overeen met die van wicked problems en daarom kan het regulatievraagstuk onder deze theorie geschaard worden. Deze constatering zou kunnen helpen bij het benaderen van een effectieve oplossing voor het probleem.

Echter, als vervolgens het regulatieprobleem door dit raamwerk zo eenvoudig op te lossen was, had deze problematiek uiteraard niet bestaan. Het is dus belangrijk om te benadrukken dat dit paper niet zegt de oplossing te hebben gevonden voor het regulatie vraagstuk, maar het slechts een nieuw raamwerk wil verschaffen waarin deze problematiek geplaatst kan worden. Het is namelijk van belang om snel tot effectieve regulatie te komen en dit in de praktijk te brengen, omdat zowel de staat als haar burgers tegen misbruik van de technologie te beschermen. De voor- en tegenargumenten in het regulatiedebat liggen echter dusdanig vast in gevestigde ideologische discussie, dat moet er ook gesteld worden dat een volledige consensus over de regulatie onwaarschijnlijk is. Let wel, deze ideologische

(22)

21

verdeeldheid is uiteraard niet uniek voor het cryptovaluta vraagstuk, regulatie kenmerkt zich vaker door een soortgelijke scheiding. Een vervolgonderzoek zou zich daarom kunnen richten op welke manier bij eerdere soortgelijke vraagstukken succesvol consensus is bereikt.

Alleen de tijd zal leren of cryptovaluta een prominente rol gaan spelen in de wereldeconomie, maar wat de toekomst ook gaat brengen, cryptovaluta zijn gearriveerd en brengen een nieuwe regulatie uitdaging met zich mee.

(23)

22

LITERATUURLIJST

Barratt, M. J., Ferris, J. A., & Winstock, A. R. (2014). Use of Silk Road, the online drug marketplace, in the United Kingdom, Australia and the United States. Addiction,

109(5), 774-783.

doi: 10.1111/add.12470

Belastingdienst. (z.j.). Overige bezittingen. Geraadpleegd op 8 november 2017, van

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/ve rmogen_en_aanmerkelijk_belang/vermogen/wat_zijn_uw_bezittingen_en_schulden/u w_bezittingen/overige_bezittingen/

Brenig, C., Accorsi, R., & Müller, G. (2015). Economic Analysis of Cryptocurrency Backed Money Laundering. ECIS2015 Completed Research Papers. Paper 20.

doi: 10.18151/7217279

Breu, S., & Seitz, T. G. (2017). Legislative Regulations to Prevent Terrorism and Organized Crime from Using Cryptocurrencies and Its Effect on the Economy and Society. Legal

Impact on the Economy: Methods, Results, Perspectives, 262-286. Opgehaald van

https://ssrn.com/abstract=3081911

Brill, A. E., & Keene, L. (2014). Cryptocurrencies: The Next Generation of Terrorist Financing?. Defence Against Terrorism Review, 6(1), 7-30. Opgehaald van https://ssrn.com/abstract=2814914

Casale, E. A. (2015). Cryptocurrencies and the Anonymous Nature of Transactions on the

Internet (bachelorscriptie). Opgehaald van:

https://ir.library.oregonstate.edu/concern/undergraduate_thesis_or_projects/m326m38 5w

Chokun, J. (2018, 10 januari). Who Accepts Bitcoins As Payment? List of Companies, Stores, Shops. Geraadpleegd op 7 november 2017, van

(24)

23 Coinmarketcap. (z.j.) Cryptocurrency Market Capitalizations database. Geraadpleegd

op 2 november 2017, van https://coinmarketcap.com/exchanges/volume/24-hour/ Committee on Economic and Monetary Affairs. (2016, 25 januari). Committee on Economic

and Monetary Affairs. [Persbericht]. Geraadpleegd op 2 november 2017, van http://www.europarl.europa.eu/news/en/press-room/20160121IPR10945/committee-on-economic-and-monetary-affairs-25-01-2016-pm

Dash Informatie. (z.j.) Geraadpleegd op 2 november 2017, van https://cryptostart.nl/cryptovaluta/dash/

Entman, R. M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of

Communication, 43(4), 51-58.

Enyi, J., & Le, N. (2017). The Legal Nature of Cryptocurrencies in the US and the Applicable Rules. Werkdocument. Opgehaald van de website van SSRN op 9 november 2017 van: https://ssrn.com/abstract=2995784.

European Commission. (2016). Amending Directive (EU) 2015/849 on the prevention of the use of the financial system for the purposes of money laundering or terrorist financing and amending Directive 2009/101/EC. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/10102/2016/EN/SWD-2016-223-F1-EN-MAIN-PART-1.PDF

European Parliament. (2016, 25 januari). ECON - Committee meeting. [Videobestand] Geraadpleegd op 22 december 2017, van http://web.ep.streamovations.be/index. php/event/stream/160125-1500-committee-econ

Europese Commissie. (2017, 26 juni). Strengere EU-regels ter bestrijding van

witwaspraktijken, belastingontduiking en terrorismefinanciering treden in werking [Persbericht]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1732_nl.htm

(25)

24 Europese Commissie. (2016, 5 juli). Commission strengthens transparency rules to tackle

terrorism financing, tax avoidance and money laundering. [Persbericht]. Geraadpleegd op 6 november 2017, van http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2380_en.htm Freire, A. (2008). Party Polarization and Citizens' Left—Right Orientations. Party Politics,

14(2), 189-209.

doi: 10.1177/1354068807085889

Gamble, C. (2017). The Legality and Regulatory Challenges of Decentralised Crypto- Currency: A Western Perspective. International Trade and Business Law Review, 20, 346-361. Opgehaald van http://heinonline.org/HOL/P?h=hein.journals/itbla20&i=358 Guadamuz, A., & Marsden, C. (2015). Blockchains and Bitcoin: Regulatory responses to

cryptocurrencies. First Monday, 20(12).

doi: http://dx.doi.org/10.5210/fm.v20i12.6198

Head, B.W. & Alford, J. (2015). Wicked Problems: Implications for Public Policy and Management. Administration & Society, 47(6), 711-739.

doi: 10.1177/0095399713481601

Hegadekatti, K. (2016). Governance and Geopolitics in the Age of Blockchains and Cryptocurrencies. SSRN Electronic Journal. Opgehaald van

https://ssrn.com/abstract=2889314

Hoppe, R. (2011). The governance of problems: Puzzling, powering and participation. Bristol, VK: The Policy Press.

Huckle, S. J., White, M., & Bhattacharya, R. (2017). Towards a post-cash society: An application to convert fiat money into a cryptocurrency. First Monday, 22(3). doi: http://dx.doi.org/10.5210/fm.v22i3.7410

(26)

25 Hutton, W. (2017, 24 december). Bitcoin is a bubble, but the technology behind it could

transform the world. Geraadpleegd op 26 december 2017, van

https://www.theguardian.com/commentisfree/2017/dec/24/bitcoin-is-a-bubble-the-technology-behind-could-transform-world

Kaplanov, N. (2012). Nerdy money: Bitcoin, the private digital currency, and the case against its regulation. Loyola Consumer Law Review 25(1), 111-174.

doi: http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.2115203

Korsten, A. F. A. (2016, 29 juli). Succes en falen in het omgaan met wicked problems. Geraadpleegd op 2 november 2017, van

http://www.arnokorsten.nl/PDF/Beleid/Succes%20en%20falen%20bij%20wicked%20 problems.pdf

Kottasová, I. (2017, 7 december). Big banks say bitcoin futures could be dangerous. Geraadpleegd op 9 december 2017, van

http://money.cnn.com/2017/12/07/investing/banks-bitcoin-futures-trading-cftc/index.html

Kristof, A. (2015). National Cryptocurrencies. Handbook of Digital Currency, 67-80. doi: https://doi.org/10.1016/B978-0-12-802117-0.00004-7

Litebit. (z.j.). Hoeveel crypto currency kan ik kopen met mijn account? Geraadpleegd op 2 November 2017, van https://www.litebit.eu/nl/account/verification

MacDonald, R. (1998). What determines real exchange rates?: The long and the short of it. Journal of International Financial Markets, Institutions and Money, 8(2), 117-153. doi: https://doi.org/10.1016/S1042-4431(98)00028-6

McLeod, S. (2017). Bitcoin: The Utopia or Nightmare of Regulation. Elon Law Review, 9(2), 553-577. Opgehaald van http://heinonline.org/HOL/P?h=hein.journals/elonlr9&i=561 Monero Informatie. (z.j.) Geraadpleegd op 5 november 2017, van

(27)

26 Nakamoto, S. (2008). Bitcoin: A peer-to-peer electronic cash system. Geraadpleegd op 1

november, van http://bitcoin.org/bitcoin.pdf.

Narayanan, A., Bonneau, J., Felten, E., Miller, A., & Goldfeder, S. (2016). Bitcoin and

Cryptocurrency Technologies: A Comprehensive Introduction. Princeton, VS:

Princeton University Press.

Ngai, K. (2014). Regulating cryptocurrency to prevent fraud and money laundering. Utica

College, ProQuest Dissertations Publishing, 1-5. Opgehaald van

https://search.proquest.com/openview/9ae7eebafdc87fafb459dbe4a1bb8a67 Nica, O., Piotrowska, K., & Schenk-Hoppé, K. R. (2017). Cryptocurrencies: Economic

benefits and risks. University of Manchester, FinTech working paper no. 2, 5-48. doi: http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3059856

Serapiglia, A., & Latrobe, P. A. (2014). Cryptocurrencies: Technology Empowered

Integration of Information Systems Enabling Currency Without Borders. Proceedings

of the Information Systems Educators Conference ISSN, 2167, 1-11.

doi: 10.1.1.687.9987

Sonderegger, D. (2015). A regulatory and economic perplexity: Bitcoin needs just a bit of regulation. Washington University Journal of Law & Policy, 47, 175-216. Opgehaald van https://openscholarship.wustl.edu/law_journal_law_policy/vol47/iss1/14

Swire, P. P. (1999). Financial privacy and the theory of high-tech government

surveillance. Washington University Law Review, 77, 461-512. Opgehaald van http://openscholarship.wustl.edu/law_lawreview/vol77/iss2/6

Tepper, F. (2018, 16 januari). Bitconnect, which has been accused of running a Ponzi scheme, shuts down. Geraadpleegd op 17 januari 2018, van

https://techcrunch.com/2018/01/16/bitconnect-which-has-been-accused-of-running-a-ponzi-scheme-shuts-down/

(28)

27 Varriale, G. (2013). Bitcoin: Regulating the Wild West; The Proliferation of the

Cryptocurrency Is Financial Authorities' Next Test. International Financial Law

Review, 32, 17. Opgehaald van

http://heinonline.org/HOL/P?h=hein.journals/intfinr32&i=589

Wearden, G. (2017, 12 december). Bitcoin price surges as futures trading begins, despite bubble warnings – as it happened. Geraadpleegd op 20 december 2017, van

https://www.theguardian.com/business/live/2017/dec/11/bitcoin-price-futures-trading-begins-cryptocurrency-business-live

Zcash informatie. (z.j.). Geraadpleegd op 4 november 2017, van https://cryptostart.nl/cryptovaluta/zcash-zec/

Zhao, Y. (2015). Cryptocurrency Brings New Battles into the Currency Market. Future

Internet (FI) and Innovative Internet Technologies and Mobile Communications (IITM), 91-99. Opgehaald van

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

Hoewel er, zoals hiervoor geschetst, op dit moment een forse personele capaciteit bij de Nederlandse politie voorhanden is, vooral voor opspo- ringstaken, is uiteraard nog niet

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Een dynamische schooldag is een schooldag waarbij zittend leren en bewegen regelmatig afgewisseld worden, zodat kin- deren naast cognitieve inspanning ook voldoende beweging,

De baas kijkt naar zijn werk en zegt zelfs dat Raimon het goed doet?. De jongen is verbaasd, dat is nog