Natuurkunde HAVO3 Hoofdstuk 6 “Arbeid” Versie A
• Het betreft een 40 min toets. Leerlingen met recht op verlenging hebben 50 min de tijd.
• Let erop dat je juist afrondt!
Opgave: Hijsen
Alice hijst met een losse katrol van 2,0 kg een kist van 40 kg omhoog. De kist stijgt met een constante snelheid van 0,50 m/s. Alice trekt gedurende 2,0 s.
1) Bereken de kracht die nodig is om de kist en de katrol op te tillen. (3-T1)
2) Bereken de afstand die de kist aflegt. (3-T1)
3) Bereken de arbeid die nodig is om deze kist en katrol op te tillen (3-T1)
Opgave: Wrijvingskracht
Alex duwt tegen een kist van 40 kg (gewicht 392 N) met een kracht van 100 N. De kist legt in 10 s een afstand van 5,0 m af over de vloer. De snelheid van de kist is constant.
4) Hoe groot is de resulterende kracht? (1-R)
5) Leg uit hoe groot de wrijvingskracht is. (2-I)
Opgave: Takelwagen
Op een takelwagen zit een elektromotor waarmee een staaldraad wordt opgerold. De motor werkt op een accuspanning van 36 V en daarbij is de stroomsterkte 12 A. De takelwagen tilt een gewicht van 1500 N op. Dit gewicht gaat 1,5 meter omhoog in 7,5 seconden.
6) Bereken het nuttig vermogen in kW. (3-T2)
7) Bereken het rendement. (Als je bij opgave 6 geen antwoord hebt, neem dan
Opgave: Verbrandingsmotor
In deze figuur zie je de vier slagen van een benzinemotor.
8) Zet de plaatjes van de slagen in de juiste volgorde en geef aan hoe de slagen
heten. (4-R)
Opgave: Hijskraan
Een hijskraan hijst een betonnen plaat van 1800 kg met een snelheid van 0,30 m/s omhoog.
9) Bereken het nuttig vermogen van deze hijskraan. (3-T2)
10)Bereken het opgenomen vermogen als je weet dat het rendement 60% is. (Als
je bij opgave 9 geen antwoord hebt, neem dan voor Pnut = 2,0 kW) (3-T1)
Opgave: Zuinige auto?
Een auto rijdt 25 m/s. Hij verbruikt dan 1,0 liter brandstof voor elke 12 km. De kracht die geleverd wordt is 900N. Eén liter benzine levert 33 . 106 J aan energie.