• No results found

Over eiwitveranderingen in vischmeel door de extractie van het vet met trichlooraethyleen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Over eiwitveranderingen in vischmeel door de extractie van het vet met trichlooraethyleen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Over eiwitveranderingen in vischmeel door de extractie

van het vet met trichlooraethyleen.

DOOR

Dr. J. C. DE RUYTER DE WILDT. (Ingezonden 1 Juni 1929).

I n de aan deze voorafgaande verhandeling 1) werd als conclusie N°. 9 de mogelijkheid geopperd, dat het verschil in m e s t r e s u l t a a t verkregen door voeding van vetrijk vischmeel in vergelijking m e t het daaruit, door middel van ontvetting m e t trichlooraethyleen, verkregen vetarme product, misschien niet uitsluitend aan het onttrekken van het vet zou zijn toe te schrijven, doch mede beinvloed zou k u n n e n zijn door eventueele verandering in de eiwitlichamen van het gevoederde vischmeel als nevenverschijnsel der vet-extractie.

I n elk geval leek het interessant eens na te gaan of er werkelijk ver-schillen ontstaan zijn in de eiwit-(stikstof-)samenstelling der beide visch-meolsoorten. 2)

])e hier volgende resultaten en beschouwingen gelden alleen het schei-kundig onderzoek. Onderzoekingen betreffende de biologische waarde van vischmeel-, diermeelsoorten, enz., zijn in voorbereiding.

Allereerst een woord vooraf over de wijze, waarop de onttrekking van het vet plaats heeft gehad; voor den aard van het vischmeelmateriaal kan naar de voorafgaande verhandeling verwezen worden.

N a d a t de visch eerst verwerkt was tot goed droog vischmeel, werd dit in de extractieketel gebracht en na afsluiting , . t r i ' ' toegelaten en daarna door directe stcomverwarming verhit tot het kookpunt van de , , t r i " bereikt was (85°—87° C. ; D. 1.47). De opstijgende , , t r i " d a m p , welke boven in den ketel condenseerde, viel weer op het meel. Dit circulatieproces duurde 3—4 uur, waarna de extractievloeistof afgescheiden en in de tank teruggevoerd werd. Dit aflaatproces duurde 1—\\ uur, waardoor de , , t r i " al vrij volledig

was verwijderd. Al deze bewerkingen geschiedden bij een druk van 1

atmos-1) „ O v e r v e t a r m en vetrijk vischmeel bij h e t m e s t e n van v a r k e n s " door J . C. DE RUYTEU DE W I L D T .

2) DAVIES onderzocht vijf verschillende soorten vischmeel, speciaal op d e s a m e n s t e l i n g van de in water oplosbare stikstofverbindingen e n vond deze afhankelijk van de o n d e r g a n e b e w e r k i n g e n bij de b e r e i d i n g ; zie J o u r n . Soc. Cherfl. I n d u s . , 4 4 , (1925), n ° . 42, bldz. 487.

(2)

feer. Na het lossen van de ketel word liet meel nog bij een t e m p e r a t u u r van 70—80° C. nagedroogd.

Wij geven n u in de eerste plaats de analysecijfers der verschillende partijen, m a a r t h a n s omgerekend op de watervrije stof, terwijl de gegevens nog uitgebreid zijn m e t het verteerbare werkelijk eiwit e.a. (Tabel I.)

Ten aanzien dezer cijfers zij medegedeeld dat :

1°. totaal eiwitachtige stoffen beteekent N (stikstof) x 6.25, volgens de m e t h o d e KJELDAHL bepaald, verminderd m e t 6.25 x de ammoniakstik-stof;

2°. werkelijk eiwit bepaald is door stikstofprecipitatie m e t kalium-aluminiumsulfaat (kalialuin) en koperhydroxyde volgens de "methode van het Rijkslandbouwproef station voor veevoederonderzoek t e W a g e n i n g e n ;

3°. verteerbaar werkelijk eiwit is verkregen volgens de m e t h o d e STUTZEK-SJOLLEMA m e t pepsine (Editio IV) en zoutzuur; zie de methode-voorschriften onder 2°. genoemd;

4°. amideachtige stoffen is het gehalte onder 1°. aangegeven, verminderd m e t dat onder 2°. ;

5°. de wateroplosbare bestanddeelen werden bepaald door 10 Gram van het fijne meel m e t nagenoeg 1 L. water onder herhaald omschudden bij k a m e r t e m p e r a t u u r gedurende 4 u u r weg t e zetten, aan te vullen t o t 1 L . , te filtreeren en in het filtraat in telkens 100 c c . te b e p a l e n :

a. totaal stikstof volgens KJELDAHL als aangegeven onder 1°. ;

b. ammoniak stikstof door destillatie m e t 2 Gram magnesiumoxyde; c. door kalialuin précipite erb ar e eiwitstikstof door toevoeging van 3 tot 5 c c . eener verzadigde aluinoplossing in de kookhitte 1) ;

d. werkelijk eiwit stikstof door toevoeging van 3 c.c. verzadigde aluin-oplossing als onder c en daarna 10 c.c. eener brij van koperhydroxyde, beant-woordende aan ongeveer 0.4 G r a m koperoxyde;

e. amideachtige stoffen is het resultaat van a—d; 6°. h e t vet bepaald is volgens de m e t h o d e BERNTKOP 2) ;

7°. het aschgehalte door voorzichtige verassching, zonder eenige toevoe-ging, bij zoo laag mogelijke t e m p e r a t u u r en bepaling van keukenzout, kalk en phosphorzunr en zand in deze asch volgens de gebruikelijke methoden. De phosphorzure kalk werd berekend uit het phosphorzuur o m d a t dit bij vischmeel in het algemeen een veel juister cijfer geeft dan uit de kalk door de veel voorkomende aanwezigheid van koolzure kalk uit schaaldieren, schelpen, enz. 3)

Alle cijfers zijn steeds het gemiddelde van minstens twee analyses.

1) Meestal was 3 c.c. voldoende om goede precipitatie te verkrijgen; door koken alleen werd geen neerslag verkregen.

2) Zie de genoemde methode-voorschriften van Wageningen.

(3)

EH

Im

•§««.« idde l ije n

l à

H :çcp ? H ce PH | P Ö a> O '£5> - t - * ce PH m' : ^ i cS PH

<i

: ^ s - * 3 ce PH CD C D T 3 T 3 a ce œ CD pq ;c2? CD

a

i-t -t-3 CD I S3 CD > S cS CD > -U> CD >

g

ES -tn> CD M CD > H CS CD M :crp CD i>

a

cS -4-3 CD > C ~ °i --H CD CT) O c d ' CO ( M O i d CD GO r^ co M < CCI Ö CO -* O •o CO -* l O 0 5 l O o T - H i d co oo p co' C O -<H CO CD co a SB o CO C D .SP 4-) CD 03 | CD "cS cd o H 0 5 CD T - H l O T - H O T - H l O CD CO -*' l O o> I Q -* \o c~ CM Ö l O ,_, CO od -# cq l O T -CM T — cei l O T - H CO O HS ( M r~ 0 0 -* -^

1

' c a. -rV -* CO - T H 0 0 oo CCI l O T - H l£5 T - H °5 T - H • O 0 0 °i •* -# o CM l O M< 0 0 T - H ai •4 l O CO OS -"* OS O oo' *H< l O O i d -# -»-^ | 'CD Ji ;CÇ3 ' S CD es cö • » T - O CD - 2 3 i> 0 0 CM Ö ^ H oo o i d T 1 CD CO CD 1—1 0 5 CM CÓ T-H t > 0 3 0 5 CO -* CD T M CM O od oo 0 5 cd I > -* CM CM co t > T ~ < e o - i n CD .SP CD ce CD 2 J ^ cS cS CO _o o

s

ö S e H H T-H l O T - H T H - H cd CM [ ^ O r^ 1 ' CM oo d CM CO ^ H cd T-H

88

CM' CM 0 5 CD T M CM T - H CM CM r~ oo i d CO CD cd CM c

sS

O + 2 o ' S cS o H o 0 5 ^ H CM C - ; I > l O CM i d 0 5 T - H [ > 0 5 T — -* O p [ ^ CO oo i d -* 0 5 0 5 CD l O -* l O t > CD ' c

é

"3 a T - H CM_ T - H t ^ o CM' ~* -* T-H CO T - H cci 0 5 T-H T-H CO T - H cci 0 5 T - ^ T-H o o CM' O p T - î

8

c4 + 3 'S cS Ä ÏH CD CD "S.

s

s

.s

- 5

l e

8

p l O l O 0 5 0 5 CO i d CM 0 0 T-H i—1 CO CO CD' T - H ^ CM 0 5 oo oo i d T - H CO 0 0 i d oc T - H CM r~* CO T-H T-H 0 0 0 0 CD i-H C SB o ai CD • SP + H CD ce i

1

•< O CM Ö O CM Ö T - H CM Ö c~ T - H d 0 0 T - ^ O T - H CM ö c~ T - H d CM ce d CCI CC d T - H CM C < + -c a -r 'c c E E < i O T - H od o oq T - ^ O CM l > CD l O T — l C -* C 1 —

roc

-+ J T-" C X ~ c CM ~ oc CD fc 1 T -| O

t

i > 0 0 CM oo' ^ H l O T - î CM L ^ CD 0 0 L ^ 0 5 J CM T - H CC ce CM 0 5 CO CM J CO • 5 T -~\ CM T -cc CO C i l > 0 0 ~\ » ; | i c

'1 '—

-• CO 2 c y

se

c 1 -a. 'a <i - r S O CO co' o o i d -V l O cd 0 0 co co' [ ^ eq cci CD O cd CO 0 0 CM l O CO i d T-H r-< CM 0 5 ^ ' _ p \ s co -* CM c-t ^ cei ^^ l O CM' I > 0 0 CM T - H CO CM" CM l > OQ CD C d c i T - H l > CM Tt< CO CM &• t > CN 4 -C e a

u

CD l O CM cel CD [ > ; co' cel l > CD d CM CO l O C d CO ce; T - H CM T - H 0 5 cd CM 0 0 CM CD CCI CD I > CC CM ^ O CM CM l O oo cd CM -1^1 3 o CD M 0 CD M

+

§

1

T B o <l 0 5 C ^ C ^ o T - H oó T H CM t > -* 0 5 l > CM CO l > - H T-H oó o l O od T-H T-H od -* 0 0 1 > co CM od

ó

^-1 3 0 o - ö C O H m o PH CM CO d i—i o c~ d T 1 O co 0 5 ' l O l O o T H o co 05" 0 p T-H T-H CO CO CM' T—f l O CD d T H 0 0 0 T—1

s

c ,— c cc c ^ CM O t ^ T 1 0 0 cq [ > ^ T - H 1 0 C - ; i d T 1 l O co i > r-H CO CD CD T - H T - H L ^ t ^ T-H [ > 1 0 od T H T - H I > ; r^ C d T - H T - H l O 0 5 t > T-H

ö

& 1 ce O "ce M Ç D - 3 ÏH O P < -B PH

(4)

H e t gemiddelde vetgehalte van het vetrijke meel was derhalve 8.15 °/0

en dat van het daaruit door extractie bereide v e t a r m e meel 1.80 °/0.

Van de eiwitachtige stoffen van het vetrijke meel was 80.2 % , 86.5 % , 83.4 °/0 en 83.6 % , gemiddeld 83.4 % werkelijk eiwit en van dit werkelijk

eiwit was 95.0 % , 95.5 % , 89.5 % en 94.8 % , gemiddeld 93.7 %,

verteer-baar; voorts was 19.8 %, 13.5 % , 16.6 % en 16.4 % , gemiddeld 16.6 % ,

der eiwitachtige stoffen amideachtige lichamen; partij A h a d het hoogste, partij B het laagste gehalte.

Beschouwen we de oplosbaarheid in water, dan blijkt, d a t in het oorspronkelijke vetrijke meel van de eiwitachtige stoffen in water oplosbaar was 25.2 %, 19.6 %, 22.3 % en 26.3 % , gemiddeld 2 3 . * % . V a n het in water oplosbare deel der eiwitachtige stoffen was 28.7 % , 50.1 %, 31.2 °/0

en 30.8 °/0 werkelijk eiwit m e t een gemiddelde van 34.3 % , d.i. ongeveer

J deel. V a n dit werkelijk eiwit was 21.9 % , 20.3 % , 28.4 % en 27.4 % of gemiddeld 24.4 % reeds door aluin precipiteerbaar. I n de waterige oplossing was voorts 71.3 % , 49.9 % , 68.8 % en 69.2 % , gemiddeld 65.7 %, der eiwitachtige stoffen als amideßchtige lichamen aanwezig.

De partijen vetrijk vischmeel onderling hebben derhalve m a a r één wezen-lijk verschil en wel, d a t partij B bij het laagste gehalte aan totaal eiwit-achtige stoffen tevens de kleinste hoeveelheid amideeiwit-achtige lichamen bevatte, waardoor ook het verschil in de verhoudingscijfers, vooral in de waterige oplossing, verklaard wordt.

Tusschen de ammoniakgehalten was geen verschil en was dit percen-tage laag.

Om t h a n s een vergelijking te m a k e n m e t de samenstelling van het uit het vette door extractie m e t „ t r i " bereide v e t a r m e meel, gaan we van de veronderstelling uit, dat door de extractie uitsluitend en alleen vet werd

onttrokken, waardoor het oorspronkelijk vetgehalte in de droge stof van

resp. 6.85 %, 8.09 % , 10.45 % en 7.20 % teruggebracht werd tot 2.10 % , 2.05 °/0, 1.48 % en 1.56 % . Wij m o e t e n dan de overige cijfers v a n h e t

vetrijke meel der partijen A, B , C—D en E vermenigvuldigen m e t de respectievelijke factoren :

100—2.10 100—2.05 100—1.48 100—1.56 , —, • en

100—6.85 100—8.09 100—10.45 100—7.20 Doen wij dit en brengen we alles weder in een op gelijke wijze samen-gestelde tabel (Tabel I I ) , d a n krijgen wij het volgende overzicht, waarin dus de cijfers in de kolommen „ v e t r i j k " herleid zijn tot meel van hetzelfde vetgehalte als dat van de overeenkomstige „ v e t a r m e " partij.

Zie volgende pagina tabel I I .

Beschouwen wij t h a n s de cijfers van het geëxtraheerde meel, d a n blijkt van het totaal aan eiwitachtige stoffen 73.4 %, 80.1 %, 74.7 % en 80.4 % , gemiddeld 77.2 % werkelijk eiwit te zijn, waarvan 92.5 % , 94.7 %, 93.0 % en 95.1 % , gemiddeld 93.9 %, verteerbaar.

V a n de eiwitachtige stoffen bestond voorts 26.6 °/0, 19.9 %, 25.3 °/0 en

19.6 % , gemiddeld 22.8 % , uit amide-achtige lichamen.

G a a n wij de cijfers voor de eiwitlichamen in de waterige oplossing na, dan k a n het volgende gezegd worden.

(5)

H

<

CD 'S " O

g

CD Ü3

1

•+n - ^ t i P o3 » O 3 « 1 0 V P4 PH R Ö O : ^ 3 M PH

m'

- p es PH

«i

:s> 3 PH ' S CD T 3 03

ä

Î H CD

>

à

03

>

- u CD >

g

03 CD > - o CD > S SM 03 CD >

d.

' l _ i - t 3 CD >

a

öl CD > M CD

H

3

>

l O CM CD CD C o O CD CD r-CO co' CD CO CO i > * CD CO CM CD CD

-*

O i d CD l O ""Ï CO CO O i d CO o

ra

CD CD ^ H CO CD CD C

ta

o in CD .SP o 03 '8

1

- 4 ^ O EH r~ CM i d l O T " H q T - H l O CO C D l > " l O CO l O

-*

l O T - H CO l O ^ H CO 0 0 o CO

-*

i o CM 7-CM CE T ^ CO i C CM l > cc

-*

H ~ '5 M "a a t ~ [ > ; T - *

88

to CD H Î l O - H

°5

T - H l O

-*

CO o CM i d T—<

-*

CM l O l O CO CO • * l O Ö i n q i d

-*

• ^ H

,g

'z^-i 3 03 •3 J O SM CD

5

S

>

0 0 CO ö T - H

*

o i d T - H T - H CO T - H T - H CO CM CO T - H r~ CO ö T - H CO ^ X CD T - H l O l O co' oo CO C M ' H T - H T - H CO CM CD l > T - H s

.*

ta o-CO CD Ü 03 cb 7 3

a

<i

* H 03 o3 n O XSl O "E. o CD + 3 o3 t - H O l O i d T - H T - H CO CM T - H H CO T - H CM CO CO CM 0 0 [ ^ T H

§8

CM' CM CD

^*

CM T - H CM T - H CM CM co CD CD CO CD co' CM

ti

ta

o -1-3 m CD .SP

s

o 03 4 ^

1

'3 "3 o î 4 H O H O CO i d CM [ ~ l > r~ l O i d co r -l > T - H C D

-*

_

O [ >

^*

CM CD

-*

CO co co c-' t i C I > CO - l _

1

'5 a co CM_ T - H r^ q CM' co l O T - H CO T - H CM T-< CO T - H co r H CM L ^ CM T - H o q CM l O q T - H o o CM + 3 <x> t - l c3 ce Oî + 3 'pu

1

S - H O H

1

"öl 55 § R o CM d co CO l O T-H • * l O c\ T - H CO CO co' T - H L ^ î — Ö oo 0 0 1C T - H CM CO 0 0 ON T - H co oo T —

§E

CD

^~

c ,a ta c V a 0 d " C £

<

T - H CM d o CM d CM CC d c~ T— d o CN d T - H CM O co T -O CM C< O CO CX o T — CN C c "a c c

e

Ï.

<

o oq T - H o CO . — 1 I co l O | T - H CD l O T - H oo

^*

T-H' "öö"

-*

T - H 1 l O o | CM l O o C M ' o T - H

1 ^ H 1 CM * t > C 0 CM d co ^ H l O T - H co

-*

CO CM oo c-có CM

-*

0 0 CM CO co CM 1 CO

"*

co' ' co CM T - H CM' CO CM d t ~ • O T - H CO

s

o ö ta o 4 - 3 Til CD 'S, ! H CD Ö

%

CM l O CO o q id co C - ; co' oo co co'

^

CO CM' co q CD l O q co' l O CO l O CM CO

^*

CM CO

-*

T ; C K O cq CM 1 ^ C ^ CM CO cq CM t ^ 0 0 CM"

^

l O CM" CM 1 > ; CM T - H ^ H CM T - H L^-CM t ^ 1 ^ CM CO c-c< c c a 1

u

T H T-H -i CM CD [ > ; co' CM CO co T - H CM CO l O co' CM CO CO co' CM T H co co' CM T-H O CM CD !>; co' CM CO T - H CO* CM l O 0 0 co' CM + 3 =1 O Ö CD M 0 CD

+

-o 1 — > 3 " o m

<

co

-*

o T - H l O CO iC>

-*

co l > 0 0 c o T - H T - f CD o ai T - H T-H

-*

CM CM CM Ö 3 Ç 3 ^< O CO O PH CM q T - ^ o £ ~ d r^ oo co' l O l O d T - H co ffc o o o T -T— co

-*

co T-H l O co c T - H i a c cc I C c

"—

c o; C A

u

o CM 0 0 • T H oo cq c^ T - H c^ CO' T - H l O co l > T - H O co T - H l > t - -T ( co c^ co' T - H T - H t - ; [ > * T 1 co co I > ' T - H l O co 1 > T - H

o

P n o? O M CD S o . si o , SS

5

P-

<

(6)

V a n het totaal gehalte aan eitwitachtige stoffen bleek 35.6 % , 34.0 %, 35.2 % en 35.1 % in water oplosbaar te zijn of gemiddeld 33.0 % . V a n dit in w a t e r oplosbaar deel was 28.6 % , 44.9 % , 30.6 % en 30.2 % , gemiddeld

33.4 % , werkelijk eiwit en daarvan 29.6 % , 20.1 % , 30.4 % en 29.6 % of

gemiddeld 26.9 % reeds door aluin alleen precipiteerbaar. Voorts waren als

amide-achtige lichamen 71.4 % , 55.1 %, 69.4 % en 69.8 % , of gemiddeld 66.6 % van het totaal gehalte aan eiwitachtige stoffen aanwezig.

Uit deze cijfers blijkt, dat er inderdaad veranderingen in de eiwitachtige lichamen hebben plaats gehad. Zeer duidelijk treden de veranderingen, tegen de verdere ongewijzigde samenstelling, in het licht, wanneer we de gemiddelde tabelcijfers als volgt nog omrekenen.

W a n n e e r wij namelijk de minerale bestanddeelen d e r afzonderlijke partijen bezien dan blijkt, dat waarschijnlijk bij de tweede bewerking als gevolg der extractie m e t tri en de daarop gevolgde uitstorting, omscheppen, enz., sommige partijen, n.1. de partijen B en vooral C—D, een weinig ver-ontreinigd zijn. Corrigeeren wij daarom de gemiddelde cijfers v a n de samen-stelling van alle partijen uit tabel I I ook nog tot een gelijk zandgehalte van

3.52 % , dan o n t s t a a n de gemiddelde gehalten, welke weergegeven zijn in

tabel I I I .

TABEL III.

Bestanddeel.

Gemiddelde der partijen A, B, C, D en E. vetrijk. Totaal eiwitachtige s t o f f e n . . . . Werkelijk-eiwit Verteerbaar werkelijk-eiwit. . . . Amide-achtige stoffen In water oplosbaar:

Totaal eiwitachtige stoffen . . Werkelijk-eiwit

Door aluin precipiteerbaar eiwit Amide-achtige stoffen . . . . Ammoniak-stikstof

Tet

Minerale stoffen (asch) Zand

Keukenzoat

Asch — (zand -(- keukenzout) . . . Phosphorznur (P205)

Kalk (CaO)

Phosphorzure kalk (Ca3[P04]2). . .

66.25 55.27 51.77 10.98 15.50 5.30 1.29 10.20 0.21 [Lg 30.23 3.52 2.60 24.11 8.43 11.02 18.20

(7)

W e zien nu een zeer mooie gelijkheid' in cijfers van het geëxtraheerde en niet-geëxtraheerde meel, zoodat het verschil in samenstelling der eiwit-achtige lichamen als eenig verschil overblijft.

Stellen wij derhalve van deze verschillen t e n slotte een overzicht samen, dan k u n n e n wij als eindresultaat van ons onderzoek en onze berekeningen het volgende tabelletje samenstellen. (Tabel IV.)

TABEL IV.

Van de totaal aanwezige eiwitachtige lichamen waren aanwezig als :

a. werkelijk-eiwit . . . b. amide-achtige stoffen . . . . Van het werkelijk-eiwit was verteerbaar In water oplosbaar was van de totaal

aanwezige eitwitachtige stoffen. . .

en als amide-achtige lichamen . . . . Van het water oplosbaar werkelijk-eiwit was door aluin precipiteerbaar . . .

Geëxtraheerd. 77.2 »/„ 22.8 % 93.9 % 35.0 % 33.4 »/„ 66.6 % 26.9 % Niet geëxtraheerd. 83.4 »/„ 16.6 % 93.7 % 23.4 % 34.3 % 65.7 % 24.4 %

Hieruit zijn derhalve de volgende conclusies te trekken t e n opzichte van de vraag of door de extractie van het vet m e t trichlooraethyleen de eiwit-achtige lichamen van het vischmeel eene wijziging hebben ondergaan.

1°. Er heeft afbraak van eiwitachtige stoffen plaats gehad; 2°. het gehalte aan werkelijk-eiwit is gedaald;

3°. dat der amide-achtige lichamen verhoogd;

4°. de verteerbaarheid van het werkelijk-eiwit heeft daarentegen geen wijziging ondergaan;

5°. het percentage in water oplosbare eiwitachtige verbindingen is toegenomen;

6°. het onder 5°. gezegde geldt zoowel het werkelijk-eiwit als de amide-achtige lichamen, waarvan mogelijk de onderlinge verhouding een weinig naar de zijde der laatste is verschoven;

7°. het percentage van het in water oplosbare werkelijk-eiwit, hetwelk reeds door aluin wordt geprecipitcerd, is verhoogd.

(8)

Ueber Eiweissumsetzungen in Fischmehl bei der Extraktion

mit Trichloraethylen.

(Kurze Zusammenfassung obiger Ausführungen).

Zur Gelegenheit einer U n t e r s u c h u n g über die Mastwirkung vom fett-a r m e n und fettreichen Fischmehl bei Schweinen, 1) wo das fettarme Mehl durch E x t r a k t i o n mit Trichloraethylen, bei K o c h t e m p e r a t u r dieses E n t -fettungsmittels, aus dem F e t t r e i c h e n hergestellt wurde und wo das fett-reiche Mehl eine, w e n n auch nicht bedeutend, bessere Mastwirkung gezeigt hat, wurde die Möglichkeit geäussert, dass durch die stattgefundene E x t r a k -tion Eiweissumsetzungen oder -Aenderungen eingetreten waren, welche sich an der etwas geänderten Mastwirkung beteiligt h a t t e n und diese letztere dadurch nicht allein der F e t t e n t z i e h u n g zugeschrieben werden sollte.

Von den 4 für die genannten Versuche gebrauchten Fischmehlen wurde die ganze Z u s a m m e n s e t z u n g vor und n a c h der E x t r a k t i o n b e s t i m m t und die Kesultate in Tabelle I niedergelegt. 2) Von den Stickstoff Substanzen wurden b e s t i m m t :

1. Eoheiweiss. 2. Eeineiweiss.

3. Verdauliches (Pepsin — HCl) Eeineiweiss. 4. Amiden (1—2).

5. Wasserlösliches Eoheiweiss. 6. ,, Eeineiweiss.

7. ,, d u r c h Alaun fällbares Eiweiss. 8. Wasserlösliche Amiden (5—6).

9. ,, Ammoniakstickstoff.

I n der Tabelle I I sind die Analysenresultate der fettreichen Mehle umge-rechnet auf den F e t t g e h a l t der korrespondierenden extrahierten f e t t a r m e n Mehle, in Tabelle I I I sind die Durchschnittsprozente noch korrigiert auf den gleichen Sandgehalt. 3)

Tabelle I I I zeigt speziell sehr deutlich dass eine schöne Uebereinstim-m u n g in der Uebereinstim-mineralen Z u s a Uebereinstim-m Uebereinstim-m e n s e t z u n g besteht und dass die Stickstoff-z u s a m m e n s e t Stickstoff-z u n g eine notierbare Aenderung erlitten h a t . Die proStickstoff-zentische Aenderung (Abbruch) der Stickstoffsubstanzen ist in der Tabelle I V ange-geben, woraus sich ergibt, dass mit der stattgefundenen F e t t e n t z i e h u n g mittels Trichloraethylen und der damit zusammengehenden zweifachen Ver-arbeitung des Materiales, die Eiweisskörper des Fischmehles tatsächlich z u m Teile abgebrochen werden, sich Amiden und in Wasser lösliche Eiweiss-stoffe und Amiden bilden, dagegen die Verdaulichkeit (in Pepsin — HCl) des Eeineiweisses nicht in ungünstigem Sinne beeinflusst wurde.

1) Vorhergehende Veröffentlichung in dieser Schrift.

2) Die Daten sind in Prozenten vom Trockensubstanz ausgedrückt.

3) Die Partien B und C—D sind bei der doppelten Verarbeitung wahrscheinlich ein wenig verunreinigt.

(9)

Protein changes in fisch meal when fat has been

extracted by trichlorethylen.

(A summary of the preceding investigation).

I n t h e former communication x) it was shown t h a t when t h e fat is extracted from fish meal by trichlorethylen t h e feeding value of t h e fish meal has been decreased and we have started t h e idea t h a t not only t h e diminution of t h e fat content has caused this decrease but perhaps a protein change too.

I n t h e present paper it has been reported t h a t , reckoned on t h e same basis of dry m a t t e r , fat, and mineral content, t h e fish meal shows an other composition in protein when extracted by trichlorethylen. The average dates from four lots of fish m e a l are given in table I I I . The next table gives t h e procentual changes in protein composition.

From the crude protein were

a. pure protein (albuminoids) . . . b. amido compounds

From the protein were digestible by pepsin and HCl

Water-soluble from the crude proteins were From these were pure proteins . . . . And amido-compounds

From the water-soluble albuminoids were precipitated by potash alum . . . .

Extracted. 77.2 % 22.8 »/„ 93.9 % 35.0 % 33.4 % 66.6% Non-extracted. 83.4% 16.6 % 93.7 % 23.4 % 34.3 % 65.7 % 5.9 % 24.4 %

This table shows t h a t t h e albuminoid-content is decreased, t h e content of amido compounds increased. The water-solubility of both h a s been increased; t h e r e was no great change in t h e m u t u a l proportion of these water-soluble bodies.

T h e content of t h e water-soluble albuminoids precipitated by alum

alone 2) has been somewhat increased. £

There was no difference in t h e digestibility of t h e albuminoids, estimated by m e a n of pepsin and hydrochloric acid, between t h e extracted and non-extracted fish meal.

Therefore, extracting t h e fish meal, some of t h e protein substances had been broken down but the digestibility of t h e albuminoids was not changed.

1) Over vetarm- en vetrijk vischmeel bij het mesten van, varkens (The value of fish-meal rich and poor in fat for swine feeding) ; see the present paper in this number.

2) The total content of albuminoids has been determinated by precipitating with alum and the copper hydroxid glycerol reagent.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Teken de reactievergelijking in structuurformules van de reactie tussen glycerol en een overmaat undecaanzuur. Leg daarnaast uit of dit een hydrolysereactie of een

Geef de reactievergelijking in structuurformules van de reactie waarbij de tri-ester van glycerol en octaanzuur reageert met een overmaat water. Leg daarnaast uit of dit

Voor nieuwe projecten waarvoor via een voortoets significant negatieve effecten kunnen worden uitgesloten is geen natuurvergunning nodig, tenzij u in de voortoets rekening houdt

[r]

De limiet voor verhoogde stikstofverzadiging en uitspoeling (&gt;1 mg N/l) in de minerale bodem (&gt;40 cm diepte) wordt vaak overschreden. Onze bosecosystemen zijn

Door een groene plant worden deze stoffen gevormd uit de organische stof glucose.. Bij de vorming van eiwit ziin ook anorganische stikstofzouten

• Gedeputeerde Staten het voorstel hebben geponeerd om de Verordening stikstof te wijzigen, waardoor het eenzijdig wordt opgezegd en de aanpassingen voor stallen ouder dan 15

Ook wordt door een aantal insprekers erop gewezen dat in AERIUS Calculator de effecten voor wegen worden doorgerekend tot 5 kilometer en dat voor het inboeken van ruimte een andere