• No results found

Braille_Wiskunde-A_VWO_2013_2de-TV_Aanpassingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Wiskunde-A_VWO_2013_2de-TV_Aanpassingen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AANPASSINGEN EXAMENS 2013 TIJDVAK 2

VWO WISKUNDE A

 Excel-bestand ter vervanging van grafische rekenmachine is toegevoegd op de cd.  Overzicht formules op bladzijde 2 en 3 is verwerkt als aparte bijlage.

 Let op! Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen (i.p.v. 82). EXAMENOPGAVEN

titelblad

 Tekst vervalt (Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.)

 Gedeelte tekst aangepast (Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen.) Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

bladzijde 2 en 3

 Overzicht formules = aparte bijlage bladzijde 4

 Figuur = figuur 1 in de tekeningenband

 Gedeelte tekst erboven aangepast (In de figuur is ... en duiven weergegeven.)

In figuur 1 in de tekeningenband is dit verband voor valkparkieten en duiven weergegeven. bladzijde 5

 Gedeelte tekst aangepast (In de figuur kunnen ... 150 Watt ontwikkelen.)

In figuur 1 in de tekeningenband kunnen we aflezen dat duiven bij een snelheid van 8 km per uur en bij een snelheid van 34 km per uur een vermogen van 150 Watt ontwikkelen.

bladzijde 6 en 7: geen aanpassingen bladzijde 8

 Figuur 1 = figuur 2 in de tekeningenband

 Gedeelte tekst boven figuur aangepast (In figuur 1 ... tot en met 1963.)

In figuur 2 in de tekeningenband zie je de groei van het aantal Turkse tortels in Nederland gedurende de periode 1953 tot en met 1963.

(2)

 Vraag 9: aantal te behalen punten aangepast (3 i.p.v. 4) + tekst aangepast (tekst toegevoegd na "De jaarlijkse groeifactor was 1,73.")

Vraag 9: 3 punten

Langs de verticale as is een logaritmische schaalverdeling gebruikt.

De punten liggen bij benadering op een rechte lijn. Dat betekent dat het aantal Turkse tortels in de periode 1953 tot en met 1963 bij benadering exponentieel groeide. De jaarlijkse

groeifactor was 1,73.

Je kunt in figuur 2 in de tekeningenband aflezen dat het aantal Turkse tortels in 1953 gelijk is aan 100.

In 1984 waren er ongeveer 250.000 Turkse tortels in Nederland.

Stel een formule op voor het aantal Turkse tortels gedurende de periode 1953 tot en met 1963 en onderzoek of daarmee het aantal Turkse tortels in 1984 juist voorspeld kon worden.

aanpassing correctievoorschrift vraag 9 (maximumscore 3 i.p.v. 4) Zie correctievoorschrift. Eerste punt vervalt:

1 pt Een punt aflezen op de lijn: bijvoorbeeld (1953, 100)

bladzijde 9

 Figuur 2 = figuur 3 in de tekeningenband

 Gedeelte tekst aangepast (Figuur 2 geeft informatie ... 19 miljoen vierkante kilometer is.) Figuur 3 in de tekeningenband geeft informatie over de grootte van het verspreidingsgebied van de Turkse tortel.

Langs de verticale as staat de wortel van de oppervlakte (sqrt(opp)) van het verspreidingsgebied.

In figuur 3 in de tekeningenband kun je bijvoorbeeld aflezen dat voor 1957 geldt: sqrt(opp) =ong 4400 km.

Hiermee kan worden berekend dat de oppervlakte van het verspreidingsgebied in 1957 dus ruim 19 miljoen vierkante kilometer is.

 Vraag 10: aantal te behalen punten aangepast (3 i.p.v. 4) + tekst aangepast Vraag 10: 3 punten

In figuur 3 in de tekeningenband is te zien dat sqrt(opp) uitgezet tegen de tijd bij benadering een rechte lijn oplevert. Dit betekent dat in de periode 1930 tot en met 1960 de gemiddelde toename per jaar van de straal van het gebied constant is. Je kunt van de rechte lijn het volgende aflezen: in 1930 is sqrt(opp) =ong 2200 km en in 1960 is sqrt(opp) =ong 4500 km. Bereken met behulp van deze twee punten de gemiddelde toename in km per jaar van de straal van het verspreidingsgebied in de periode 1930 tot en met 1960.

aanpassing correctievoorschrift vraag 10 (maximumscore 3 i.p.v. 4) Zie correctievoorschrift. Eerste punt vervalt:

1 pt Aflezen van twee punten op de lijn, bijvoorbeeld: in 1930 is √opp ≈ 2200 km en in 1960 is √opp ≈ 4500 km

bladzijde 10: geen aanpassingen bladzijde 11

 Tabel: notatie -< in eerste kolom vervangen door "tot", dus "0 tot 5", "5 tot 10" enz.  Gedeelte tekst boven tabel aangepast (In de tabel staan hun gegevens.)

In onderstaande tabel staan hun gegevens.

 Vraag 15: aantal te behalen punten aangepast (2 i.p.v. 6) + tekst aangepast 2 / 4

(3)

Vraag 15: 2 punten

De speelduur van een spelletje is normaal verdeeld.

Bepaal het gemiddelde en de standaardafwijking van de speelduur.

aanpassing correctievoorschrift vraag 15 (maximumscore 2 i.p.v. 6) 1 pt Het berekenen van μ ≈ 18 (of nauwkeuriger)

1 pt Het berekenen van σ ≈ 7 (of nauwkeuriger) bladzijde 12

 Figuur = figuur 4 in de tekeningenband

 Gedeelte tekst boven figuur aangepast (De figuur hieronder komt uit een artikel van Libby uit 1949.)

Figuur 4 in de tekeningenband komt uit een artikel van Libby uit 1949. bladzijde 13

 Vraag 18: gedeelte tekst aangepast (De punten in de figuur stellen de metingen aan de voorwerpen voor.)

De punten in figuur 4 in de tekeningenband stellen de metingen aan de voorwerpen voor.  Gedeelte tekst onder vraag 18 aangepast (Het punt 'Sesostris' in de figuur ... dus 3792 jaar

oud.)

Het punt 'Sesostris' in figuur 4 in de tekeningenband betreft een meting aan een plank van een begrafenisboot uit het oude Egypte, daterend uit 1843 voor Chr. Toen de meting werd gedaan was de plank dus 3792 jaar oud.

BIJLAGE = toegevoegd (overzicht formules op bladzijde 2 en 3) UITWERKBIJLAGE

 Uitwerkbijlage vervalt Instructie voor correctoren

1. Deze kandidaat niet in WOLF verwerken. Dat is door de afwijkingen in het examen niet mogelijk.

2. Als u ook WOLF gebruikt voor een lijst met voorgestelde scores aan de tweede corrector, dan maakt u voor deze kandidaat een afzonderlijke lijst. Dat kan eventueel door voorstelpunten op het werk.

3. Met de tweede corrector komt u tot overeenstemming over de totale score.

4. Ten behoeve van de uitslagbepaling voert u (uw directeur, uw examensecretaris) de totale score in in het schooladministratiepakket. Omdat de schaallengte gelijk is aan die van de andere leerlingen, hoeft u geen omrekening toe te passen.

(4)

5. De normeringsterm zal gelijk zijn aan die van de andere leerlingen. Mocht dat door een gebleken onvolkomenheid niet lukken (als door een onvolkomenheid in het aangepaste examen een andere N-term nodig is), dan moet de directeur van deze leerling "handmatig" de omrekening maken en het eindcijfer invoeren.

Let op! Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen (i.p.v. 82)! Daarom moet het behaalde aantal punten vermenigvuldigd worden met 82/76.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een kandidaat moet een vraag beantwoorden maar heeft geen idee welk antwoord juist is en welke antwoorden onjuist zijn. Er zijn heel veel mogelijkheden voor de kandidaat om die

[r]

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook

Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt,

In de onderstaande figuren is dit kruis wit en zijn de vier vlakdelen die buiten het kruis en binnen de cirkel liggen grijs gemaakt.. Het punt R is het midden van

Het kunstwerk van Koons is weliswaar gebaseerd op zo'n decoratief beeldje uit de Hummel-serie, maar de voorstelling is nogal ongewoon: die wekt vervreemding op. 2p 29

Maar met de opdracht aan Studio Ramin Visch had het museum nóg een

2p 8 Noem twee kenmerken die hij van deze bouwstijl overneemt én geef aan hoe hij ze op andere wijze verwerkt.. Bij elke nieuwe presentatie van Tour wordt er onder aan de toren