• No results found

Samenvatting Vennootschapsrecht 2016-2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenvatting Vennootschapsrecht 2016-2017"

Copied!
103
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Vennootschapsrecht

2016-2017

De cursusdienst van de faculteit Toegepaste

Economische Wetenschappen aan de Universiteit

Antwerpen.

Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen, examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je medestudenten.

(2)

VENNOOTSCHAPSRECHT

PRAKTISCHE INFO

Studiemateriaal: 1. Handboek 2. Wetboek meenemen naar de les, niet noteren of onderstrepen Belangrijk: - Daadwerkelijk naar statuten kijken. Vennootschapsrecht toepassen en het is belangrijk dat we statuten kunnen lezen - Statuten meenemen naar het college zodat we deze samen kunnen bekijken. Op het examen gaan we ook clausules krijgen, waarbij de vraag is of deze clausules kloppen, - Actualiteit volgen Inhoud en ontstaan Curriculumwijziging: van Ondernemingsrecht naar Vennootschapsrecht Gastsprekers (11de week): Belangrijk aspect is het controle in het vennootschap. (Laatste college): Wat is de vennootschap in de praktijk Extra info examen Examenvragen worden opgesteld op basis van wat er gezien werd in het college. Examen zal ook een multiple-choice zijn. ð Zwarte bic of blauwe bic. Geen potloden! ð Er mag niet geschreven worden in het wetboek, onderlijnen mag wel. ð Geen elektronica meebrengen. ð Op beide documenten heel duidelijk je naam zetten Goed antwoord +0,5 Fout -0,3 Niet op formulier met kruisjes werken! Aanwezig zijn om half 1 Goed vragen lezen voor te antwoorden, eerst altijd zelf antwoord proberen te formuleren. Voorbeeldvraag - Als VOF eenhoofdig wordt krijg je een automatische ontbinding (via rechtswegen is dit!) - VOF wordt bestuurd door individuele bevoegdheid. Deze kunnen ieder individueel bestuurd worden

(3)

INHOUDSOPGAVE praktische info 2 Inhoudsopgave 3 1 Redenen tot het oprichten van een vennootschap 6 2 De bronnen inzake vennootschapsrecht 7 A. Nationale niveau 7 Wetboek van vennootschappen 7 Overeenkomsten 7 B. Europese niveau 9 VWEU 9 Verordeningen 9 Richtlijnen 9 C. Internationale verdragen 9 3 De mogelijkheden die je hebt om een vennootschap op te richten 9 4 Wat is een vennootschap 10 5 Verschil met andere rechtsfiguren 10 5.1. De verenigingen 10 5.2. Stichtingen 11 5.3. Onverdeeldheid/onverdeeldheden 11 5.4. Overeenkomst 11 6 Wat zijn de soorten van vennootschappen die we hebben 12 6.1 hoe onderscheid maken 12 6.2 soorten 12 6.3 Belang van het verschil 12 6.4 burgerlijke vennootschappen 13 6.4.1. Burgerlijke maatschap 13 Eigenschappen 13 6.4.2. Landbouwvennootschap 15 Eigenschappen 15 6.5. Handelsvennootschappen 16 6.5.1. typedwang/gesloten 16 6.5.2. Rechtspersoonlijkheid ≠ beperkte aansprakelijkheid 17 6.5.3. Wanneer ontstaat RP art 2 § 4 19 6.5.4. Burgelijke vennootschappen met de vorm van een handelsvennootschap art 3 § 4 19 6.5.5. Criteria bij de keuze van een vennootschapstype 21 7 Types van vennootschappen (Art. 2 §1&2) 24 7.1. Vennootschap onder firma vof 24 7.2. Commanditaire vennootschap 25 7.3. Tijdelijke handelsvennootschap 25 7.4. stille Handelsvennootschap 26 7.5. BVBA 27 i. Varianten 29 7.6. Naamloze vennootschap (NV) 31 7.7. Comanditaire vennootschap op aandelen (Comm va) 31 7.8. coöperatieve vennootschap (cv) 32

(4)

7.9. Europees economisch samenwerkingsverband (EESV) 33 7.10. Economisch samenwerkingsverband (ESV) 34 7.11. Vennootschap met sociaaloogmerk (VSO) 34 Hoe oprichten? 36 Aparte ontbindingsgrond 36 7.12. Commerciële maatschap 37 7.13. Europese NV. 37 7.14. Europese Coöperatieve vennootschap (Europese CV) 38 7.15. Variaties 38 8 Oprichting van een vennootschap 39 8.1. Materiële vereisten. 39 8.1.1 voorwerp + oorzaak 39 8.1.2 toestemming vennoten 40 8.1.3 bekwaamheid 41 8.1.4 pluraliteitsvereisten 44 8.1.5 Inbreng 45 8.1.6 WO (WINSTOOGMERK) + verdeling 46 8.1.7 affectio societates 47 Sanctie 47 8.2. Formele vereisten 48 8.2.1. via geschrift of mondeling 48 8.2.2. fasen van de oprichting 49 8.2.3. Handelingen naar aanleiding van de oprichting 50 9 vennootschap onder firma 52 9.1 . algemeen 52 9.2 . bestuur 52 9.3 de overdracht van aandelen 58 9.4 naam van een vof 58 9.5 nationaliteit van een vof 58 9.6 zetelkwestie van een vof 58 9.7 einde van de VOF 59 Ontbinding van rechtswegen 59 Ontbindingsgronden niet van rechtswegen 60 9.8 Faillissement van een VOF 60 9.9 Algemene vergadering in een VOF 60 9.10 Conrole in een VOF 61 9.11 Statuten voorbeelden 61 10 NV/BVBA/Cooperatieve vennootschap (BA) 64 10.1 KAPITAAL 64 kapitaal NV 65 Kapitaal BVBA 78 kapitaal coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) 79 10.2 Oprichtersaansprakelijkheid nv, bvba, cvba 79 Wie is oprichter? 79

(5)

3. de AV 91 10.4 de aandelen in een vennootschap 97 Nv 97 BVBA 99 10.5 organisatie van de nv en de bvba 99 10.6 einde van de vennootschap 100 1. ontbinding 100 2. vereffening 101 3. geschillen beslechting in NV en BVBA 102

(6)

1 REDENEN TOT HET OPRICHTEN VAN EEN VENNOOTSCHAP

1. Mensen willen investeren Mensen met geld willen investeren in een project, maar weten niet waarin. Deze vinden dan iemand die een product of dienst heeft uitgevonden en dan is een vennootschap iets goed om in te investeren. Voorbeeld: D’Ieteren, invoerder van Duitse wagens (Volkswagengroep) Zijn eigenaar van vennootschap Belrom (zie Carglass) D’Ieteren heeft zich lang beziggehouden met het verhuren van wagens, maar heeft dit kunnen verkopen waardoor het heel veel geld in kas had. Ze zochten naar een investering. Ze gaan nu investeren in een Italiaans bedrijf dat notaboekjes produceert. Dit toont zeer goed aan dat vennootschap een vorm is voor samenwerking. 2. Beperking van de aansprakelijkheid Er zijn vennootschapsvormen die u risico beperken. Als het verkeerd gaat met de vennootschap bent u enkel het vermogen dat u in de vennootschap heeft gestopt (=inbreng) kwijt. 3. Vorm van samenwerking op voet van gelijkheid Vennoten staan principieel op dezelfde voet van gelijkheid. Maar de macht in de vennootschap zal wel niet gelijk zijn. Als ik bv ¾ van de aandelen heb, heb ik meer macht dan iemand met ¼ van de aandelen. Vennootschappen bieden u de mogelijkheid om samen te werken met anderen op voet van gelijkheid. Verschil met een arbeidsovereenkomst: de uitoefening van gezag. Bij een vennootschap heeft u dat niet, omdat de regel is dat de vennoten(aandeelhouders) in een vennootschap op voet staan van gelijkheid. Dit uit zich ook dat als er een vergadering van vennoten is dat men evenveel vragen mag stellen als een andere vennoot 4. Doorgeven van vermogens naar volgende generaties toe Probleem is dat wanneer men handeldrijft en men komt te overlijden gaat alles worden vereffend. Alles gaat in stukken worden geknipt en dat probeert men te vermijden via een vennootschap omdat men zo het geheel samen kan houden. De aandeelhouders krijgen zo allemaal aandelen. In plaats van aandelen spreekt men ook weleens over rechten in de vennootschap. Je moet oppassen; Je moet rekenen dat wat je inbrengt in een vennootschap, het er ook nog wel uit moet geraken waardoor je later eventueel in een fiscale moeilijke situatie komt. 5. Om fiscale redenen Stel u bent iemand die actief is, en je zegt dat je een hoog inkomen gaat uitbetalen aan jezelf, dan kom je in de hoge fiscale schijf terecht en betaal je veel belasting. Mensen richten

(7)

(dividend), op een dividend moet je maar 27% roerende voorheffing betalen (dit is niet zo veel).

2 DE BRONNEN INZAKE VENNOOTSCHAPSRECHT

Het vennootschapsrecht haalt zijn regels van 3 niveaus ( 3 dubbele gelaagdheid) A. NATIONALE NIVEAU WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN Wetboek van vennootschappen bestaat nog niet lang Vroeger zat Vennootschapswetgeving in het wetboek van koophandel, wat heel uitgebreid was. Men heeft op een bepaald ogenblik gezegd dat men dit uit het Wetboek van Koophandel ging halen en dan een wetboek van Vennootschappen ging schrijven.

Geplande wijzigingen

Men heeft gepland om het wetboek van vennootschappen zeer grondig te wijzigen. Dit wil men zeer snel doen Bemerkingen a. Gebonden tot geheimhouding: niemand weet dus wat er juist veranderd gaat worden Wel enkele opties bekend: - Minister van Justitie wenst dat onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen zal verdwijnen De minister wil af van het begrip handelaar, hij wil enkel nog werken met het begrip ondernemer - Hij wil af van het onderscheid daden van koophandel en burgerlijke daden. Want dit bepaalt of je een handelsvennootschap bent of een burgerlijke vennootschap - Hij wil het aantal vennootschappen enorm herleiden, hij wil de vennootschapstypes aanpassen en de types ook beperken De bvba, NV, VOF, Coöperatieve zal wel blijven bestaan b. We zullen nog moeten afwachten of deze daadwerkelijk zal worden uitgevoerd. Minister van Justitie is ambitieus en of hij dit allemaal gaat doorgevoerd krijgen is nog maar de vraag. OVEREENKOMSTEN Overeenkomstenrecht ligt aan de basis van een vennootschap Vennootschap: partijen die samen gaan werken en die dus een juridische overeenkomst gaan maken. Ze gebruiken de regels uit het overeenkomsten recht. Overeenkomst: is het samenvallen van de wilsuiting van meerdere personen.

(8)

Bij de oprichting van de vennootschap ga je bekwaam moeten zijn, toestemming geven en er mag geen sprake zijn van wilsgebreken. Dit zijn allemaal begrippen die voortkomen uit het overeenkomstenrecht.

(9)

B. EUROPESE NIVEAU VWEU Verdrag van de werking van de Europese Unie is zeer belangrijk VWEU (art. 49) Dit artikel bevat het principe van vrijheid van vestiging. Via dit artikel ga je problemen kunnen oplossen met betrekking tot de vraag of je je vennootschap van de ene lidstaat naar de andere lidstaat gaat kunnen verplaatsen. Belang ook voor de vraag of je met een hoofdzetel in België, filialen mag oprichten in een andere lidstaat van de EU. VERORDENINGEN Aantal verordeningen die belangrijk zijn. Een Europese verordening is een norm die van toepassing is in alle lidstaten van de EU. Aantal Europese vennootschap types, deze zijn erkend in alle lidstaten Deze types zijn bestemd voor heel grote groepen. Je moet hier zeer veel minimumkapitaal in hebben. o Europese NV o Europese CV Dit principe vindt zijn oorsprong in een Europese Verordening. RICHTLIJNEN Richtlijnen leggen doelstellingen op die binnen een bepaalde tijd moeten gevolgd worden. Met een richtlijn probeert men de vennootschapswetgeving van de verschillende lidstaten uniform te maken De EU probeert via richtlijnen de wetgeving op de vennootschapstypes uniform te maken. C. INTERNATIONALE VERDRAGEN Je hebt bijvoorbeeld verdragen inzake de onderlinge erkenning van vennootschap. (Geen verdere aandacht aan besteden in de les).

3 DE MOGELIJKHEDEN DIE JE HEBT OM EEN VENNOOTSCHAP OP TE

RICHTEN

1. Mogelijkheid 1 Een vennootschap met minstens 2 vennoten; in het vennootschapsrecht worden geen maxima opgesteld. U bepaalt zelf met hoeveel mensen u in een vennootschap zit. Maar men zegt dat u minstens met 2 vennoten moet zijn aangezien er aan de basis van een vennootschap een overeenkomst ligt. 2. Mogelijkheid 2 Éénpersoonsvennootschap. Vb. Een eenpersoons bvba of EBVBA In de toekomst zullen meerdere vennootschapsvormen mogelijk zijn die opgericht kunnen worden door 1 persoon. (Dit geldt nu nog niet).

(10)

4 WAT IS EEN VENNOOTSCHAP

Art.1, §1Wetboek van Vennootschappen 1. Aan de basis moet altijd een overeenkomst liggen, opgericht door een contract 2. Het moet opgericht worden door 2 of meerdere personen 3. Als u een vennootschap wilt oprichten bent u verplicht iets in gemeenschap te brengen 4. Uw vennootschap moet een welbepaald, nauwkeurig omschreven doel hebben. Dit doel moet nauwkeurig omschreven zijn in uw statuten 5. U moet het oogmerk hebben aan de vennoten een rechtstreeks/onrechtstreeks vermogensvoordeel geven. Art. 1, §2 Het is mogelijk enkel wanneer het wetboek van vennootschappen het toelaat een éénpersoonsvennootschap op te richten. Een vennootschap kan dus ook opgericht zijn door een rechtshandeling uitgaande van 1 persoon (=uitzondering op de 2de voorwaarde). Rechtsfeit = juridische gevolgen worden ongewild mee gebracht Rechtshandeling = juridische gevolgen die men wilt hebben Art. 1, §3 (bevat uitzondering op de eerste paragraaf) De 5de voorwaarde moet er niet altijd zijn. Dit betekent concreet dat je vennootschappen kan hebben zonder winstoogmerk. Dit is een vennootschap met een sociaal oogmerk/een sociale vennootschap.

5 VERSCHIL MET ANDERE RECHTSFIGUREN

5.1. DE VERENIGINGEN Ruime zin: In de ruime zin van het woord: Dit is een georganiseerde en min of meer duurzame groepering van verschillende personen die een gemeenschappelijk doel nastreven. In die ruime betekenis valt een vennootschap onder een vereniging. In de Grondwet (Art. 27): De vrijheid van vereniging Enge zin: Er is sprake van een onverdeeldheid met een welbepaald lucratief doel. Bij vennootschap is doel een (on)rechtstreeks vermogensvoordeel! Vzw(=vereniging zonder winstoogmerk) is een voorbeeld van een vereniging in de enge zin, want men richt dit op met een lucratief doel. Verschilpunten met een vennootschap 1) Een vereniging mag nooit rechtstreeks de winstuitkeringen doen aan zijn leden. 2) Een vereniging gaat nooit handelaar mogen zijn, dit mag je hoofdactiviteit nooit zijn 3) Een vereniging kan nooit failliet gaan omwille van het feit dat deze nooit handelaar kan zijn (maar de nietigheid van u vzw kan bv wel uitgesproken worden). Gelijkenissen met een vennootschap

(11)

5.2. STICHTINGEN Definitie: een rechtsfiguur die ontstaat door een rechtshandeling, van een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen en waarbij een vermogen wordt aangewend ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. 1) In een stichting steek je een vermogen en dit wordt gebruikt voor een bepaald belangeloos doel. Bij een stichting heb je geen rechtspersoonlijkheid en dus geen aparte juridische entiteit. 2) Een stichting heeft geen vennoten 3) Een stichting heeft geen rechtspersoonlijkheid 4) Een stichting heeft nooit een winstoogmerk 5.3. ONVERDEELDHEID/ONVERDEELDHEDEN Definitie: meerdere personen oefenen ten aanzien van dezelfde goederen, rechten uit. 1. Eigen aan een onverdeeldheid is dat hoewel personen, rechten natreven op dezelfde goederen, een onverdeeldheid geen doel nastreeft. Vb. Na overlijden is er een onverdeeldheid bij de nabestaanden, maar dit heeft geen doel. Kinderen komen samen en verdelen de rekeningen en goederen, maar ze hebben geen doel! Het is vaak niet gemakkelijk uit te maken of u een onverdeeldheid of vennootschap hebt. Vb. Als u een huis koopt met een aantal vrienden en jullie gaan samenwonen in dat huis, heeft u een onverdeeldheid, want u enige reden is om er zelf te leven en het in stand te houden. Als u dan wel een doel gaat hebben zoals het gaan verhuren gaat u wel een vennootschap hebben. De feitelijke omstandigheden zullen bepalen of u een gewone onverdeeldheid hebt of een vennootschap. 5.4. OVEREENKOMST Als je kijkt naar een overeenkomst. Bij een vennootschap vind je 2 aspecten terug (inbreng en winstoogmerk) die je bij een gewone overeenkomst niet hebt. Bij een overeenkomst spreek je gewoon bepaalde dingen af, maar je brengt niets in of je gaat geen winstoogmerk hebben. (Aan de basis van een vennootschap blijft altijd het overeenkomstenrecht liggen, het is het samengaan van de wilsuiting van partijen).

(12)

6 WAT ZIJN DE SOORTEN VAN VENNOOTSCHAPPEN DIE WE HEBBEN

Soorten van vennootschappen (let op deze kunnen binnenkort gaan verdwijnen omdat de minister wil dat er geen onderscheid meer blijft tussen burgers en handelaars. Dus daarom kan het zijn dat het onderscheid tussen burgerlijke- en handelsvennootschappen verdwijnt.) Voor ieder type van vennootschap, de wetgever heeft vennootschapsvormen voorzien. We gaan dus stilstaan bij al deze vennootschapsvormen. 6.1 HOE ONDERSCHEID MAKEN Door te kijken naar de statuten kan u bepalen of het een burgerlijke vennootschap of een handelsvennootschap is. Er zijn ook een aantal vennootschappen die je mondeling kan oprichten, hoe kan je dan het onderscheid maken? Je gaat dan moeten kijken naar de uitgeoefende activiteiten van de vennootschap bij een gebrek aan statuten. 6.2 SOORTEN Ø 1. Burgerlijke vennootschappen: de doelstelling is het stellen van burgerlijke daden. (vb. auteursrechten) Ø 2. Handelsvennootschappen: de doelstelling is het stellen van objectieve daden van koophandel. De wet zegt welke daden men beschouwt als een objectieve daad van koophandel. Art. 2 WVK Als uw doelstelling het stellen van objectieve daden van koophandel is, dan ben je onweerlegbaar een handelsvennootschap. Onweerlegbaar vermoeden: u kan niet meer het tegendeel bewijzen, de wet zegt dat het zo is! In de statuten geeft men de concrete activiteiten weer die de vennootschap zal doen. De concrete activiteiten moet je proberen onderbrengen bij 1 van die objectieve daden van koophandel. 6.3 BELANG VAN HET VERSCHIL 1. Verschillende bewijsregels in handelszaken en burgerlijke zaken 2. Handelsvennootschappen kunnen failliet gaan maar burgerlijke vennootschappen kunnen niet failliet gaan. Het faillissement is voorgeschreven voor handelaren, niet-handelaren kunnen niet failliet gaan.

(13)

6.4 BURGERLIJKE VENNOOTSCHAPPEN De wetgever schrijft vennootschapsvormen voor. Men heeft ook vennootschapsvormen voorzien van burgerlijke vennootschappen. Als je burgerlijke vennootschap wil oprichten moet je gebruik maken van 1 van deze 2 types. 6.4.1. BURGERLIJKE MAATSCHAP Komt zeer veel voor in de praktijk met betrekking tot het regelen van je nalatenschap. Zo kan je een vermogen als geheel overdragen (dus dat het iet versnippert geraakt) en zo weinig mogelijk erfenisrechten betalen. Private Bankiers raden zeer vaak aan om met het oog op het overlijden van de ouders een BM op te richten. Bij een BM spreken we niet over een minimumkapitaal omdat ze geen kapitaal vereisten hebben, u steekt erin wat u wil, het enige wat verplicht is dat iedere vennoot wel iets moet inbrengen maar het maakt niet uit wat. EIGENSCHAPPEN:

1) Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Je richt dus geen apart erkende juridische entiteit op.

2) Je richt niet iets op met een eigen vermogen.

3) Je creëert een onverdeeldheid van goederen, maar het is niet een

onverdeeldheid die we vorige keer hebben bedoeld. Maar ook één met een bepaalde doelstelling. Je moet een inbreng hebben en een winstoogmerk. Je creëert een snijpunt tussen de vennoten.

4) U bent altijd onbeperkt aansprakelijk. U kan voor meer gehouden zijn dan wat u hebt ingebracht.

Ook een onbeperkte aansprakelijkheid ieder voor zijn deel. Schulden moeten deelbaar zijn. Je moet de schuld delen door het aantal

schuldenaars (vennoten) die er zijn. Iedereen weet dus perfect tot wat ze gehouden is. (Want in het burgerlijke recht staat er dat in de regel

schulden deelbaar moeten zijn).

Dit is wel een aansprakelijkheid naar buiten toe. Vennoten zijn onbeperkt en ieder voor zijn deel aansprakelijkheid. Voor een derde geldt dat de vennoten onbeperkt aansprakelijk en onbeperkt aansprakelijk ieder voor z’n deel zijn, dus de derde moet bij elke vennoot zijn deel geld ophalen. Maar hoe ga je die schuld onderling verdelen. Je kan onderling ook afspreken dat de schuldverdeling anders is dan ieder voor zijn deel (intern spreek je dat af zoals je wil, er zijn nl vaak kleine vennoten en grote vennoten die veel meer ingebracht hebben). Maar dit is niet het probleem van een derde, die hanteert gewoon de regel dat de schulden ieder voor z’n deel zijn.

5) De maatschap kan vormvrij opgericht worden. U kan die dus puur consensueel oprichten (wanneer partijen het eens zijn over een aantal punten), maar een geschrift kan wel belangrijk zijn voor het bewijs van de vennootschap.

(14)

Hierbij heeft u de bewijsregels van het burgerlijkrecht nodig en het bewijsstuk bij uitstek van het burgerlijkrecht is een geschrift. Tot 375euro kan je bewijzen met alle mogelijke bewijsstukken, daarboven enkel met een geschrift. Dus alhoewel het vormvrij is, richt u best u vennootschap schriftelijk op. 6) Personenvennootschap: de persoonlijkheid van de vennoten is belangrijk bij het oprichten van de vennootschap. Het is essentieel dat de oprichting gebeurd met die personen. Aangezien het een personenvennootschap is wil dit zeggen dat het lot van uw vennoten een rol gaat spelen bij het verder bestaan van uw vennootschap. Vb. Als 1 van de vennoten komt te overlijden dan betekent dit het einde van de vennootschap. Oplossen door in de statuten te schrijven dat het overlijden van 1 van de vennoten niet de ontbinding van de vennootschap tot gevolg heeft, maar dat de plaats van de overleden vennoot ingepakt zal worden door een erfgename. Maar als men dat niet voorziet dan is het overlijden van 1 van de vennoten, onherroepelijk het einde van de vennootschap. 7) Kan u rechten in de vennootschap over dragen? Nee aangezien het een personenvennootschap is. Principiële onoverdraagbaarheid van de aandelen. De aandelen kunnen wel overgedragen worden bij unanimiteit (alle vennoten moeten akkoord zijn dat die aandelen overgedragen worden).

8) In het beginsel moet u geen bestuur voorzien. Iedere vennoot is in beginsel individueel bevoegd om de vennootschap te leiden. U moet een bestuur niet voorzien, maar je kan het wel voorzien! Je hebt dan de keuze tussen een aantal zaakvoerders i. Statutaire zaakvoerder – vennoot: 1 vennoot wordt met name genoemd in de statuten en waarvan men zegt die persoon is vennoot maar zal ook de vennootschap verder besturen. In een burgerlijke maatschap zal men in de praktijk enkel statutaire zaakvoerdervennoten aanduiden. Deze krijgt u niet uit de vennootschap, u krijgt ze er enkel uit als u naar de rechtbank gaat voor wettige ernstige redenen. Het kan eventueel ook met eenparigheid van stemmen maar dat gaat u niet tegenkomen hier. ii. Statutaire zaakvoerder: idem maar geen vennoot iii. Zaakvoerder: u zegt in de statuten ‘de vennootschap zal bestuurd worden door een zaakvoerder’, maar u zegt geen naam! In uitvoering van u statuten gaat later de vergadering van vennoten iemand moeten aanduiden. Dit heeft als gevolg dat u deze gemakkelijk kan ontslaan.

(15)

6.4.2. LANDBOUWVENNOOTSCHAP Burgerlijke vennootschap omdat landbouwactiviteiten niet onder de objectieve daden van koophandel vallen. (Akkerbouwactiviteiten etc.). EIGENSCHAPPEN 1) Wel een vennootschap met rechtspersoonlijkheid. 2) U kan deze vennootschap nooit mondeling oprichten (owv de

rechtspersoonlijkheid), u gaat deze altijd schriftelijk oprichten. Dit geschrift is een geldigheidsvereiste. Het geschrift kan een onderhandse of een authentieke akte zijn. 3) Afgezonderd vermogen. Dus u creëert een entiteit die loskomt van u vennoten.

4) Deze kan alleen worden opgericht door fysieke personen. Alleen mensen van vlees en bloed kunnen deze vennootschap dus oprichten.

5) Doel specifiek: u kan deze alleen oprichten voor landbouwactiviteiten. Het uitbaten van een landbouwactiviteit moet de doelstelling zijn.

6) U kan 2 categorieën van vennoten hebben. (Verschil in risico dat ze met zich meedragen) 1. Stille vennoten: steeds beperkt aansprakelijk. Kan niet voor meer dan de inbreng aangesproken worden. Dit zijn mensen die een inbreng (geld, goederen,…) doen in het vennootschap maar houden zich voor de rest niet bezig met de vennootschap. 2. Werkende vennoten: Deze zijn onbeperkt aansprakelijk en ieder voor zijn deel, hier is het dus de splitsbaarheid van schulden die men hanteert. Deze zijn verplicht hun arbeid in te brengen, dus ze moeten hun toekomstige arbeid ter beschikking stellen van de vennootschap. Deze zullen zich ook bezighouden met het bestuur van de vennootschap (een stille vennoot mag dit niet, die is eigenlijk een pure geldschieter).

7) 2 soorten van vergaderingen van vennoten. De 2 soorten zijn; a. De algemene vergadering van de stille vennoten. Enkel aandeelhouders die gekwalificeerd worden als stille vennoot. Deze oefenen controle uit op het bestuur. b. De algemene vergadering van de stille en de werkende vennoten. Bevoegd voor de ontbinding van de vennootschap, statutenwijzigingen. 8) Minimumkapitaal van 6150 euro om deze op te richten.

(16)

6.5. HANDELSVENNOOTSCHAPPEN 6.5.1. TYPEDWANG/GESLOTEN De wetgever schrijft typen van vennootschappen voor. We hebben hier het systeem van typedwang/gesloten systeem. U mag slechts die typen nemen die voorgeschreven zijn. (Ook bij burgerlijke vennootschap). Dit brengt dus automatisch mee dat je een opsomming hebt en deze zitten vervat in art. 2 WVV §1 §2 (onderscheid op het niveau van de

rechtspersoonlijkheid) Let op: als je niet een type kiest die hier onder staat, dan gaat de rechter in de eerste plaats u vennootschapsvorm proberen te herleiden tot een bepaald type. Maar als de rechter dit niet kan, dan zal afhankelijk van de feiten alles herleid worden tot een V.O.F. of tot een commerciële maatschap. (Dit is minder voordelig want dit zijn vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid). §1: à vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (tussen de vennoten is een onverdeeldheid van goederen, maar die onverdeeldheid heeft een doel, het zijn altijd de vennoten die moeten optreden). 1. De commerciële maatschap (=zus van de burgerlijke maatschap) 2. TV: De tijdelijke handelsvennootschap 3. VID: De handelsvennootschap in deelneming §2: à Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (u krijgt een entiteit die u opricht los van u vennoten, die entiteit heeft een eigen vermogen, die entiteit heeft alle kenmerken van een fysieke persoon). 1. V.O.F.: De vennootschap onder firma 2. Comm.V.: De commanditaire vennootschap 3. BVBA: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 4. Coöperatieve vennootschap: a. CVBA; beperkte aansprakelijkheid b. CVOA; onbeperkte aansprakelijkheid en hoofdelijke aansprakelijkheid 5. Nv: Naamloze vennootschap 6. Comm.VA: Commanditaire vennootschap op aandelen 7. ESV: economisch samenwerkingsverband 8. SE: Europese naamloze vennootschap 9. SCE: Europese coöperatieve vennootschap 10. EESV: Europees economisch samenwerkingsverband (niet in wetboek) 11. VSO: vennootschap met sociaal oogmerk (niet in wetboek)

(17)

6.5.2. RECHTSPERSOONLIJKHEID ≠ BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID Als je een vennootschap opricht wil je geen risico lopen. Als je failliet gaat wil je de schulden niet heel je leven meedragen. Dus daarom zal je als logische redenering een vennootschap met rechtspersoonlijkheid oprichten, want dat is met beperkte aansprakelijkheid, dan kan ik enkel mijn inbreng verliezen, want er zit geen raakpunt tussen de vennoot en u rechtspersoon, dus de rechtspersoon kan failliet gaan maar van mijn vermogen blijven ze af. MAAR DIT IS NIET WAAR WANT: Rechtspersoonlijkheid betekent niet automatisch dat je een beperkte aansprakelijkheid hebt. 1. Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (bv 3 vennoten richten een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid op, dan krijgt u een onverdeeldheid tussen de 3 vennoten). A. Vennoten maken schulden Het kan zich voordoen dat u persoonlijke schulden hebt en dus persoonlijke schuldeisers. Deze gaan in de eerste plaats beslag nemen op je persoonlijke goederen (datgene wat je niet in de vennootschap hebt gebracht), maar dit kan te weinig zijn om je persoonlijke schulden te delgen. Kunnen de persoonlijke schuldeisers in de onverdeeldheid van goederen grijpen en daar je deel uit halen? NEEN Bij een onverdeeldheid moet er eerst een einde worden gemaakt aan die onverdeeldheid voor de schuldeisers aan u persoonlijke goederen kunnen komen. Maar men kan wel beslag leggen op u aandelen ed. B. De vennootschap maakt schulden De schuldeisers van de vennootschap gaan natuurlijk eerst naar die onverdeeldheid kijken. Kunnen de schuldeisers gaan naar het persoonlijk vermogen van de vennoten, als er niet genoeg in het potje van de onverdeeldheid zit? JA Zonder rechtspersoonlijkheid à Onbeperkte aansprakelijkheid! Men kan meer van u vragen dan je in de vennootschap hebt ingebracht! Wat ze van u kunnen vragen, is afhankelijk van burgerlijke- of handelsvennootschap - Burgerlijke vennootschap: iedereen is voor zijn deel gebonden. De schuldeisers moeten de totale schuld delen door de vennoten en kunnen dat deel halen bij iedere vennoot. - Handelsvennootschap: hier heb je altijd hoofdelijkheid! Een onbeperkte aansprakelijkheid gaat altijd hoofdelijk zijn. (Dit is de regel van het handelsrecht). Dit betekend dat de schuldeiser ieder van de vennoten kan aanpreken voor de volledige vennootschapsschuld (achteraf moeten de vennoten onderling maar afpreken wie er tot wat gebonden is, maar dit is geen probleem van de schuldeiser).

(18)

Samenloop van schuldeisers Soms kan je een samenloop van schuldeisers hebben, want de persoonlijke schuldeisers en de schuldeisers van de vennootschap willen beide hun geld terug, dat is een zeer gecompliceerde aangelegenheid. Je krijgt een samenloop van schuldeisers op de persoonlijke goederen van de vennoot. Dit kan ook bij onbeperkte aansprakelijkheid bij de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid.

(19)

2. Vennootschap met rechtspersoonlijkheid a) U maakt persoonlijk schulden. De schuldeisers kunnen enkel beslag leggen op de eigen goederen van de vennoot. De schuldeisers kunnen niet naar de vennootschap gaan en daar de schulden uithalen. Je kan wel als schuldeiser beslag leggen op de aandelen. b) Rechtspersoon dus je vennootschap maakt schulden De schuldeisers van de rechtspersoon zullen in de eerste plaats het vermogen van de rechtspersoon aanspreken. (Geld op bankrekening, wagens, machines,…) Wat als het vermogen van de rechtspersoon onvoldoende is om de schulden van de vennootschap te delgen? Rechtspersoonlijkheid is niet gelijk aan beperkte aansprakelijkheid! De wetgever heeft een aantal vennootschappen met rechtspersoonlijkheid tot stand gebracht waar er idd een waterdicht schot zit tussen u en de vennootschap, en waar dat als de vennootschap schulden heeft, men niet kan gaan naar het vermogen van de vennoten. Maar er zijn ook vennootschappen in de lijst dat waar als u schulden maakt als vennootschap en de pot van de vennootschap is te klein, dat de schuldeisers gewoon doorstoten naar het vermogen van de vennoten. In sommige situaties zal het zelfs zo zijn dat als u vennootschap failliet gaat dat u zelf als vennoot ook in staat van faillissement bent en dat u failliet verklaard word (dit is het geval bij een VOF). Bemerking: Bij sommige vennootschappen met rechtspersoonlijkheid heeft u een dubbel regime: beperkt aansprakelijke vennoten en onbeperkt aansprakelijke vennoten in dezelfde vennootschap (zoals bij een landbouwvennootschap). 6.5.3. WANNEER ONTSTAAT RP ART 2 § 4 Rechtspersoonlijkheid ontstaat à Bij het neerleggen van het uittreksel uit de oprichtingsakte bij de Griffie van de RVK. Pas als je je uittreksel hebt gedeponeerd ontstaat je rechtspersoonlijkheid. Als je nooit je uittreksel neerlegt ga je nooit een vennootschap met rechtspersoonlijkheid hebben en gaat men je herkwalificeren als een van de vennootschappen van paragraaf 1 (meestal als commerciële maatschap). 6.5.4. BURGELIJKE VENNOOTSCHAPPEN MET DE VORM VAN EEN HANDELSVENNOOTSCHAP ART 3 § 4 Als je een burgerlijke vennootschap opricht mag je alle types gebruiken die voorzien zijn voor handelsvennootschappen (art. 2). Maar je wordt dan een burgerlijke vennootschap met de vorm van een handelsvennootschap. RP

(20)

Men heeft dit toegelaten omdat u miss geen onbeperkte aansprakelijkheid wil, want de enige keuze (met de landbouwvennootschap buiten beschouwing) die u heeft is dan een burgerlijke maatschap. Je blijft dan uit het handelsrecht want u bent geen handelaar en u kan niet failliet gaan, maar het hele vennootschapsrecht wordt dan wel op je van toepassing! Doelstelling van de vennootschap bekijken in statuten! Is de doelstelling burgerlijke daden dan is de vennootschap een burgerlijke vennootschap, is de doelstelling één van de objectieve daden van koophandel dan is het een handelsvennootschap.

(21)

6.5.5. CRITERIA BIJ DE KEUZE VAN EEN VENNOOTSCHAPSTYPE Er zijn een aantal criteria die een rol kunnen spelen bij wat je nu gaat oprichten. 1. Vennootschap met rechtspersoonlijkheid of zonder rechtspersoonlijkheid Belangrijk criterium omdat vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid altijd vennootschappen zijn met onbeperkte aansprakelijkheid. Maar bij een vennootschap met rechtspersoonlijkheid is het afhankelijk van het type of u beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid hebt. Deze keuze kan belangrijk zijn, u weet bv dat u activiteit niet veel risico zal meenemen, maar vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn aan veel meer formaliteiten onderworpen dan vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (hier heeft u weinig verplichtingen, en buitenstaanders vinden er niet veel over terug dus kunnen hun neus er niet insteken). 2. Beperkte aansprakelijkheid of onbeperkte aansprakelijkheid Dit criterium hangt af van het risico dat u zal hebben. 3. Personenvennootschap of een kapitaalvennootschap Personenvennootschap: medevennoten zijn belangrijk voor de vennootschap o Dit laat zich voelen op het punt dat je aandelen in principe onoverdraagbaar zijn. o Het lot van de vennoten speelt een rol: je moet dus in rekening houden dat het overlijden/onbekwaam worden van 1 van de vennoten bv het einde gaat betekenen van de vennootschap. Het lot van de vennoten is dus belangrijk voor het voortbestaan van de vennootschap. Als u wil verhinderen dat het lot van de vennoten meespeelt dan moet u dat in de statuten voorzien (bv bij een VOF, men voorziet uitdrukkelijk in de statuten dat de erfgename de plaats in neemt van de vennoot waar iets mee is gebeurd). o Personenvennootschappen hebben in principe geen bestuur. U kan wel zaakvoerders aanstellen als u dat wil, maar dat hoeft niet. Kapitaalvennootschap: wie vennoot is doet er niet toe o Wie u medevennoot is, is onbelangrijk. Het is enkel belangrijk dat de medevennoot mee inbrengt in het kapitaal. De persoon/hoedanigheid van de medevennoten is onbelangrijk. Deze vennoten kunnen ook niet meespelen in het functioneren van u vennootschap. o Aandelen zijn vrij overdraagbaar. o Lot van de vennoten heeft geen invloed op u vennootschap, de erfgenamen nemen de plaats in van de vennoot. o U moet wel een bestuur voorzien want u heeft geen controle op wie u medevennoten zijn. U weet bv niet of die wel bekwaam zijn, of die wel iets kennen van het leiden van een vennootschap, ...

(22)

Tussenvormen: voorbeeld: bvba, hier heb je kenmerken van een personenvennootschap en een kapitaalvennootschap o Wel bestuur nodig o Lot van de vennoten speelt geen rol o Beperking op de overdracht van aandelen 4. Vast of variabel kapitaal Bij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, daar hebben de schuldeisers een beperkt verhaalsobject. Enkel het vermogen van de vennootschap is het verhaalsobject. Bij vast kapitaal heb je zeer strenge reglementering over het kapitaal. Er moet een minimumkapitaal zitten in de vennootschap, en het is de wet die dat bepaald. En er zijn zeer strenge regels inzake de wijziging van het kapitaal. Dat verhaalsobject van die schuldeisers mag niet zomaar wijzigen, wil je het wel wijzigen dan zullen de schuldeisers mee invloed hebben op het verhogen/verlagen van dat kapitaal. Variabel kapitaal: geen minimumkapitaal bij elkaar brengen, dit betekent dat je met zeer weinig kapitaal kan starten. Dit brengt ook mee dat je onbeperkte aansprakelijk gaat hebben. Tussenvormen Je hebt vennootschappen waar je een stuk vast en een stuk variabel kapitaal hebt. (DUBBELE KAPITAAL STRUCTUUR). Een deel kapitaal kan heel moeilijk fluctueren en een ander deel kapitaal kan van een dag op een andere dag veranderen. Dit is zo bij coöperatieve vennootschappen (bv SERA, deze moet je situeren binnen de grote KBC-groep, SERA is ook een coöperatieve vennootschap, als u hiervan vennoot bent, dan mag u enkel een beperkte periode van het jaar uittreden, en dan wordt dat verrekend op het variabel kapitaal). 5. Discontinu of continu bestuur Zeer vaak is het probleem bij het merendeel van de vennootschappen, wat wil je met het bestuur? Wil je dat het onaantastbaar is en dus niet kan afgezet worden door de andere vennoten of een bestuur dat om de zoveel jaar bekrachtiging nodig heeft van de aandeelhouders? Discontinu: als u centen in de vennootschap steekt en u bent bestuurder in de vennootschap, dan zou u wel is gewipt kunnen worden bij een wijziging van u aandeelhouders structuur. U bent nooit zeker of u continu in de vennootschap blijft als bestuurder. (Vb NV). Continu: bestuurders kunnen aangesteld blijven voor de volledige vennootschapsduur (bv statutaire zaakvoerder-vennoot). U bouwt in u vennootschap de garantie in dat als u aangesteld wordt als bestuurder dat u dat heel de tijd kan blijven. Niemand kan u eigenlijk uit de vennootschap krijgen. (Vb VOF, BVBA).

(23)

6. Vennootschap zonder winstoogmerk of met winstoogmerk (WO) Het is mogelijk om een vennootschap op te richten waar u geen winstoogmerk hoeft te hebben en ook geen winstverdeling hoeft te voorzien. U moet dan niet noodzakelijk winstuitkeren. Sommigen willen handeldrijven maar hebben een hoger doel. Vb. Beschutte werkplaats; daar heeft u als doelstelling om mensen te werk te stellen, dit zijn commerciële activiteiten, maar daarmee wilt u niet de verrijking van de vennoten nastreven maar men wil gewoon mensen laten werken. (VSO) 7. Private en publieke vennootschappen 1. Private vennootschappen: vennootschappen waarbij de vennoten zelf het kapitaal bijeenbrengen. Kapitaal is nodig in een vennootschap en hier wordt dit gedaan door de vennoten zelf. 2. Publieke vennootschappen: men gaat een beroep doen op het publieke spaarwezen, dus dan moet je denken aan vennootschappen die beursgenoteerd zijn. • In de colleges spitsen wij ons toe op de private vennootschappen want de publieke vennootschappen zijn beperkt (meerderheid zijn private vennootschappen). Anderzijds is dit een aparte sector waar heel aparte regels voor gelden.

(24)

7 TYPES VAN VENNOOTSCHAPPEN (ART. 2 §1&2)

7.1. VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA VOF Art. 2 §2 • Vennootschap met rechtspersoonlijkheid. • Dit is een vennootschap met een eigen vermogen, die loskomt van de individuele vennoten. • Dit is ook een personenvennootschap dus de persoon speelt een grote rol (bij de overdracht van de aandelen onder andere) • Zeer weinig reglementering bestaat er in zake een vof, u kan hem dus eigenlijk vormgeven zoals u zelf wil. Er zijn wel een aantal regels die u in acht moet nemen maar je kan de vennootschap vormgeven zoals je zelf wil. Daarom komt deze vennootschapsvorm heel veel voor, u moet namelijk ook heel weinig publiceren naar buiten toe (enkel een uittreksel van de statuten, wat er gebeurt in de vennootschap). • Onbeperkte aansprakelijkheid, maar we zitten in het handelsrecht. Het is onbeperkt en hoofdelijk dus iedere vennoot kan aangesproken worden voor de volledige vennootschapsschuld. • Voor een vof zijn er geen kapitaalvereisten, het is wel noodzakelijk dat vennoten een inbreng doen maar er zijn geen minimumvereisten. U kan inbrengen wat u wil en hoeveel u wil; u kan dus een vof oprichten met een kapitaal van 30 euro • Kapitaal is ook variabel, kan fluctueren van de ene dag op de andere, je moet wel je statuten wijzigen • Bij een vof kan u een continu bestuur inbouwen, maar je kan er mee spelen. U kan ook een discontinu bestuur voorzien. U geeft dat vorm zoals u wil. U regelt het bestuur zoals u wil. Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid, komt deze dan veel voor? • VOF komt in verhouding zeer veel voor, - Zeer weinig reglementering - U moet zeer weinig publiceren naar de buitenwereld toe. Let op: Er is een groot nadeel want u mag dit vennootschapstype niet oprichten bij commerciële activiteiten waar een commercieel risico inzit. Als een VOF ooit failliet wordt verklaard, mag dat faillissement doorgetrokken worden naar de vennoten (de vennoten gaan zich dan ook in staat van faillissement bevinden). Daarom mag het niet dat u deze opricht bij een commercieel risico.

(25)

7.2. COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP Art. 2 §2 • Vennootschap met rechtspersoonlijkheid • Eigen vermogen dat loskomt van de individuele vennoten • Personenvennootschap • Het kapitaal is variabel. Er zijn geen kapitaalvereisten. • Hier kan u een continu bestuur inbouwen, maar u kan hier mee spelen. U kan ook een discontinu bestuur voorzien. U geeft dat vorm zoals u wil. U regelt het bestuur zoals u wil. • Weinig reglementering, die u zelf vorm kan geven. Maar men kan wel een commercieel risico nemen om wille van de 2 types vennoten. Hoe zijn de vennoten hier aansprakelijk? Een commanditaire vennootschap is hetzelfde als een vof. Heeft dus alle kenmerken van een vof. Een commanditaire vennootschap is een vennootschap met 2 soorten van vennoten a) Stille vennoten: geldschieters, deze gaat een inbreng doen en krijgt rechten in ruil daarvoor, maar daar stopt het. Ze doen zelf niks in de vennootschap. Deze zijn beperkt aansprakelijk, deze kunnen enkel hun inbreng kwijtspelen, maar daar stopt het, men kan hun niet voor meer aansprakelijk houden. b) Werkende vennoten: deze zullen in de regel de vennootschap ook besturen en doen een inbreng. De werkende vennoot is onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk. Vb. Het bedrijf achter C&A is georganiseerd achter een commanditaire vennootschap. Eigenaar is een steenrijke Nederlandse familie, maar er is zeer weinig over geweten. Is dit dan niet gevaarlijk als een commanditaire vennootschap? Omdat men als werkende vennoot andere vennoten neemt die beperkt aansprakelijk zijn. En de stille vennoten dat is de familie Brenninkmeijer maar die is beperkt aansprakelijk Vb. Bank van Breda Grote voordeel: zelfde als bij vof à weinig reglementering en weinig openbaarheid! 7.3. TIJDELIJKE HANDELSVENNOOTSCHAP Art 2. §1 Komt heel vaak voor, maar je moet je ogen ervoor opentrekken. • Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid • Er is geen eigenvermogen maar er is een onverdeeldheid tussen de vennoten • Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vennoten • Personenvennootschap • Het kapitaal is variabel en er zijn geen kapitaalvereisten • Hier kan u een continu bestuur inbouwen, maar u kan hier mee spelen. U kan ook een discontinu bestuur voorzien. U geeft dat vorm zoals u wil. U regelt het bestuur zoals u wil. • U moet zeer weinig info naar buiten toe bekend maken

(26)

De eigenheid van een tijdelijke vennootschap; vennootschapsvorm die u alleen mag oprichten voor een beperkte tijd. Grote eigenschap is het tijdelijk karakter. Een beperkte tijd kan een jaar, 2 jaar zijn, afhankelijk van de activiteit. U kan deze dus niet oprichten voor onbepaalde duur. Deze vennootschap wordt meestal opgericht om een bepaald project ui te voeren, vaak in de bouwsector. Vennootschap waarachter 2 bouwfirma’s zitten en deze gaan voor dat project tijdelijk samenwerken en daarvoor dus een tijdelijk handelsvennootschap oprichten. Vb. Renovatie station van Antwerpen Tijdelijke vennootschappen worden opgericht door andere vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Deze worden bijvoorbeeld opgericht door 3 NV’s, de vennoten kunnen enkel hun inbreng kwijt geraken. Dus als er iets gebeurd met de tijdelijke vennootschap, kunnen de NV’s misschien wel failliet gaan, maar de vennoten erachter niet. Men kiest voor een tijdelijke handelsvennootschap omdat de structuur niet te veel mag kosten. 7.4. STILLE HANDELSVENNOOTSCHAP Art 2 §1 = occulte of geheime vennootschap. Je weet als buitenstander gewoon niet dat de vennootschap bestaat, want je kan die gemakkelijk mondeling oprichten. • Zonder rechtspersoonlijkheid • Zonder eigenvermogen maar met een onverdeeldheid tussen de vennoten • Net zoals bij commanditaire vennootschap: o Stille vennoten (houden zich enkel bezig met het voorzien van een inbreng). De stille vennoot is beperkt aansprakelijk. o Werkende vennoten (Doen een inbreng, besturen de vennootschap en ze treden naar buiten toe op). De werkende vennoot is onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk. • Personenvennootschap • Het kapitaal is variabel en er zijn geen kapitaalvereisten. • Hier kan u een continu bestuur inbouwen, maar u kan hier mee spelen. U kan ook een discontinu bestuur voorzien. U geeft dat vorm zoals u wil. U regelt het bestuur zoals u wil.

(27)

7.5. BVBA Art 2 §2 • Met rechtspersoonlijkheid • Eigen vermogen dat loskomt van de individuele vennoten • Beperkte aansprakelijk van alle vennoten, deze zijn slechts gehouden tot hun inbreng. Maar u hebt wel altijd het risico van doorbraak van uw beperkte aansprakelijkheid (dit geld bij alle vennootschapsvormen met beperkte aansprakelijkheid). Dan ben je voor meer gehouden dan enkel u inbreng. De doorbraak begint te spelen als er fouten zijn gebeurd in de vennootschap. Deze situaties van doorbaak zijn situaties die u zelf in de hand hebt. Normaal gaat u hiermee niet geconfronteerd worden. Als er fouten zijn gebeurd in de vennootschap: 1) Conventionele = doorbraak bij overeenkomst 1 of meerdere vennoten stemmen er bij overeenkomst mee in dat ze onbeperkt aansprakelijk zullen worden. Vb. Bij lening overeenkomsten bij banken. Bank wil dat 1 of meerdere vennoten er mee instemt dat persoonlijk vermogen aansprakelijk wordt gesteld. Doet zich voor bij leningen. Je doet afstand van beperkte aansprakelijkheid en je gaat er zelf mee akkoord om persoonlijk vermogen te riskeren. Meerdere vennoten stemmen in voor een doorbraak van beperkte aansprakelijkheid. U beslist vrij om u eigen vermogen te riskeren. Het is een doorbraak bij overeenkomst, en u stemt er zelf conventioneel mee in. 2) Wettelijke doorbraak. Meestal als er fouten in de vennootschap gebeurd zijn. (Oprichtersaansprakelijkheid bijvoorbeeld) Men meent dat de beperkte aansprakelijkheid niet kan gelden. Het zijn situaties waarin de wet het voorziet. Dit zijn situaties waar ergens iets verkeerd loopt bij de vennootschap. Vb. Oplichtersaansprakelijkheid, als u bewust fouten begaat bij de oprichting van u BVBA, door overwaardering bv een te grote waarde kleven op iets wat u inbrengt in u vennootschap. Dit leidt dus tot doorbraak.

(28)

3) Gerechtelijke doorbraak: rechtbank gaat dit beslissen. Dit zijn situaties die u zelf niet in de hand hebt. Deze gerechtelijke doorbraken doen zich voor bij faillissementen maar niet bij alle faillissementen. àBij situaties waarbij er misbruik van rechtspersoonlijkheid is. Wanneer de vennootschap niet echt de bedoeling was, maar eerder een mistgordijn en dat u de handelaar was in plaats van de vennootschap Vb. Vermenging van vermogens… De rechtbank van koophandel die naar aanleiding van een procedure, het waterdicht schot tussen u en de vennootschap weghaalt. Als u het spel speelt volgens de regels gebeurt dit niet, enkel in situaties van faillissementen. Misbruik van rechtspersoonlijkheid, situatie dat u failliet gaat en dat men vaststelt dat u misbruik maakt van rechtspersoonlijkheid. Rechtbanken van koophandel kunnen dit vaststellen aan de hand van een aantal feiten(knipperlicht). U heeft dit dus niet in de hand, dit overkomt u. • Bvba balanceert tussen personenvennootschap en kapitaalvennootschap. • Het kapitaal is vast • Er zijn enorme kapitaalvereisten • Hier kan u een continu bestuur inbouwen, maar u kan hier mee spelen. U kan ook een discontinu bestuur voorzien. U geeft dat vorm zoals u wil. U regelt het bestuur zoals u wil.

(29)

I. VARIANTEN 1. EBVBA: • Vennootschap wordt maar opgericht door 1 vennoot. • à Al de regels die gelden voor de bvba gelden ook voor de ebvba. • Specifieke kapitaalvereisten • Kan enkel opgericht worden door fysieke personen. Dit brengt mee dat als een rechtspersoon een ebvba zou oprichten, dat u dan een onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid zal hebben. U mag ook maar 1 ebvba oprichten. Vanaf de 2de die u opricht krijgt u onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid. Maar het kan zijn dat u bv ineens aandelen verwerft van de EBVBA van u ouders dus dan heeft u ineens 2 EBVBA’S, dan krijgt u een regularisatie periode waarin u ofwel de EBVBA moet ontbinden en wegdoen, ofwel in die tweede EBVBA een nieuwe vennoot moet zoeken, waardoor het dan een gewone BVBA word. 2. SBVBA: de bvba-starter – de startersbvba Bestaat vanaf 2010 Probleem: deze is voorzien omdat men vastgesteld heeft dat voor veel mensen het bijeenbrengen van kapitaal een zeer moeilijke aangelegenheid is (je wil beperkte aansprakelijkheid, maar dan heb je minimumkapitaal nodig) à Voor jonge ondernemers is het een probleem om het minimumkapitaal bijeenbrengen. Als jongen mensen willen starten kunnen deze best voor beperkte aansprakelijkheid kiezen. Daarom heeft men een SBVBA voorzien, dit is een vennootschap waarbij u wel de garantie krijgt dat u een beperkte aansprakelijkheid heeft, maar waar u geen hoge minimum kapitaalvereisten heeft. • U hebt hier beperkte aansprakelijkheid, maar geen strenge kapitaalvereisten

• Kan alleen worden opgericht door fysieke personen. Dit is belangrijk omdat de s-bvba eigenlijk ook een gewone bvba is maar met aparte kapitaalvereisten. Men wil het dus voorbehouden voor jonge ondernemers daarom mag het enkel opgericht worden door fysieke personen. • Als je niet aan de regels voldoet dan krijg je onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid. • S-bvba kan opgericht worden onder de vorm van o Een gewone bvba o Een e-bvba

(30)

211 bis van het WVV. §1 • Deze bepaalt dat niet om het even wie een s-bvba kan oprichten. Men wil dat vennootschapstype echt voorbehouden aan echte starters. U mag dus niet belangrijk (voor meer dan 5%) participeren in een ander vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Men wil het voorbehouden aan mensen die niet de financiële middelen hebben om een echte BVBA op te richten. à Op alle stukken die de vennootschap verlaten moet u duidelijk aanbrengen dat het om een s-bvba gaat. Je moet het kunnen onderscheiden van een gewone bvba. De “s” moet er altijd bij staan zodat tegenpartij dit zou kunnen zien (bij een EBVBA moet dit niet). Kapitaal Men heeft heel andere kapitaalvereisten. Het kapitaal kan gelezen zijn tussen de 1 euro en de 18550 euro. Je kan in principe een s-bvba oprichten met 1 euro. Er moet minstens 1 euro volstort zijn. Volstorting: het moet effectief aanwezig zijn in de vennootschap Men heeft de wetgeving gewijzigd op de s-bvba ‘s. Vroeger moest je binnen de 3 jaar alles volstort hebben dus minstens 18550 euro als kapitaal te hebben, maar nu kan je onbeperkt in de tijd een s-bvba blijven. Bemerking: men heeft de termijn van 3 jaar geschrapt maar in de praktijk stellen we vast dat vele s-bvba ’s na 3 jaar hun kapitaal optrekken tot 18550. Omdat de wetgeving het volgende zegt; als u kiest voor een kapitaal beneden de 18550 euro, dan bent u aansprakelijk voor het bedrag bv 20 euro (dit was bv u inbreng), maar na 3 jaar maken ze u ook aansprakelijk voor het ontbrekende bedrag tussen die 20 euro en de 18550 euro. Als u dus na 4 jaar failliet gaat, dan kunnen de oprichters gehouden zijn tot 18550 euro, hoewel ze maar 20 euro kapitaal voorzien hadden. Dus omdat u na 3 jaar toch aansprakelijk bent voor 18550 euro is het misschien slimmer om u kapitaal toch op te trekken tot die 18550 euro. Art. 215 lid 1: u moet bij de oprichting van de s-bvba een financieel plan opstellen waarin u de hoogte van het kapitaal verantwoord. Art. 215 lid2: de oprichter van een SBVBA is verplicht zich te laten bijstaan door een instelling (dit is meestal de doodsteek). Als u een SBVBA opricht moet u beroep doen op een specialist (bv een boekhouder, een accountant, …) die voor u dat financieel plan opstelt. Dat betekend dus dat u al kosten heeft bij de oprichting van uw vennootschap. à Als u aandeelhouder bent in een s-bvba mag u de aandelen niet overdragen aan een ander rechtspersoon. U mag ze enkel overdragen aan andere fysieke personen. Als je het bestuur aanstelt in een s-bvba dan moeten dit ook fysieke personen zijn.

(31)

Art. 319 bis: je kan s-bvba oprichten en die kan goed functioneren en je kan al snel na je oprichting winst maken. Mag je al onmiddellijk winst uitkeren? Neen, je mag niet direct winstuitkeren, je gaat eerst een reservefonds moeten aanleggen. In eerste instantie gaat de winst bestemd zijn om een reservefonds aan te leggen dat de kloof dekt tussen uw kapitaal en die 18550. Je moet altijd een stuk van je winst bestemmen zodat die kloof overbrugd wordt. Als dat reservefonds gevormd is, dan voert men een kapitaalverhoging door, door een incorporatie van het reservefonds in het kapitaal. Wanneer verliest u het statuut van s-bvba? Op het ogenblik dat u het minimumkapitaal van een BVBA (18550 euro) hebt bereikt. Op het ogenblik dat u het kapitaal hebt opgericht tot 18550 euro wordt u een bvba. Dan vallen alle vereisten van de SBVBA weg en gelden de regels van de BVBA.

Hier zijn een aantal nadelen aan I. Kosten financieel plan II. Opgericht via authentieke akte, via notaris en dit brengt ook extra kosten mee III. Terughoudendheid van schuldeisers omdat er weinig kapitaal in de vennootschap zit, bank gaat geen 20 euro als kapitaal accepteren waardoor u gaat moeten opteren voor een conventionele doorbraak! Maar wat is dan het nut van een sbvba? 7.6. NAAMLOZE VENNOOTSCHAP (NV) Art 2 §2 • Met rechtspersoonlijkheid • Het heeft een eigen vermogen dat loskomt van de individuele vennoten • Beperkte aansprakelijkheid van alle vennoten. Alle vennoten zijn slechts gehouden tot hun inbreng. Maar u hebt wel altijd het risico van doorbraak van u beperkte aansprakelijkheid. • Kapitaalvennootschap • Vast kapitaal • Wel kapitaalvereisten • Discontinu bestuur. Dit kan maar maximaal 6 jaar zitten. 7.7. COMANDITAIRE VENNOOTSCHAP OP AANDELEN (COMM VA) Art 2 §2 à Gelijkenis met de NV, deze is ontstaan toen men in een periode vroeger minstens 7 vennoten moest hebben in een NV. In de commanditaire vennootschap op aandelen moest men maar 2 vennoten hebben. Nu is dat niet meer nu kan een NV ook opgericht worden door 2 vennoten, dus wordt de commanditaire vennootschap op aandelen niet meer veel gebruikt.

(32)

7.8. COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP (CV) Art 2 §2 Alle vennootschappen rond Arco zijn allemaal coöperatieve vennootschappen. Men zei altijd klassiek dat dat een vennootschap was met inbreng en de winst ging men verdelen onder de vennoten. Men zag als winst dat men daardoor een vermogensvermeerdering ging veroorzaken bij de vennoten. Kunnen we winst niet verstaan dat het een voordeel is voor vennoten in plaats van een vermogensvermeerdering. Kunnen we niet komen tot een systeem waar we collectief samenwerken en in het groot gaan aankopen en dat het voordeel is voor de werknemer dat ze zijn producten goedkoper gaat kunnen kopen. Men wilde dus iets doen aan het welzijn van de werknemers en de arbeiders. Men wilde een systeem waar men collectief samenwerkten. Dat bv de arbeiders z’n producten goedkoper kon kopen, i.p.v. een uitkering van dividend.

• Aan de basis ligt het idee dat we samenwerken en de vennoten een voordeel bezorgen maar dit hoeft geen geld te zijn. Vb. Coop. = winkel van de socialistische beweging en daar kon je alles kopen als je lid er van was en mét korting. Winkelketen waar men in het groot aankocht en zo kon men verminderde prijzen bedingen bij de producent waardoor men deze verminderende producten kan aanbieden aan de consument. Idee: korting gewoon doorrekenen en dat is het voordeel! Vb. In het groot mazout aankopen

De coöperatieve gedachte uit zich dat dit een vennootschap is waar je met minstens 3 moet zijn om deze vennootschap op te richten. Vb. Coöperatieve vennootschap Cera. Deze hoort thuis in de hele koepel van KBC. We zien hier ook een coöperatieve gedachte terug. Aandeelhouders van Cera krijgen sinds dit jaar terug een dividend uitgekeerd. Aandeelhouders van Cv krijgen ook aandeelhoudersvoordelen in natura (krantenabonnement, Plopsaland,.. ). Er staan in een boekje vennoten voordelen. Bv als u naar Plopsaland gaat betalen wij 1/4de van u ticket terug. • Het is een vennootschap met rechtspersoonlijkheid. Het heeft een eigen vermogen dat loskomt van de individuele vennoten. • 2 types van Coöperatieve vennootschappen: 1. Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (merendeel is zo) 2. Coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid • Coöperatieve vennootschap heeft dubbele kapitaalstructuur - Een stuk vast kapitaal: moeilijk te wijzigen. - Een stuk variabel kapitaal: makkelijk te wijzigen, hierdoor kunnen vennoten makkelijk toetreden en uittreden.

(33)

7.9. EUROPEES ECONOMISCH SAMENWERKINGSVERBAND (EESV) Hier hangt een geurtje aan omdat we het wel als een vennootschapsvorm beschouwen, maar het een samenwerkingsverband is. ð Deze vennootschapsvorm wordt geregeld door een Europese verordening, het is dus onmiddellijk toepasbaar in lidstaten. ð Het is een vennootschap met rechtspersoonlijkheid.

ð Vennootschap zonder kapitaal en dit betekent dat de vennoten geen inbreng moeten

doen in de vennootschap. (Dit is geen eigen vermogen). ð Deze heeft onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid ð Het is een vennootschapsvorm enkel voor ondernemingen. Doelstelling: vennootschap heeft altijd een doel en dit is een zelfstandig doel, maar een doel op zich. EESV kan enkel opgericht worden ter ondersteuning van de activiteiten van de deelnemende vennoten (=leden).

EESV heeft geen zelfstandige doelstelling, het is altijd ondersteunend!

VB.1 : 2 bedrijven die producten maken maar nood hebben aan bijkomend onderzoek (individueel is dit te duur) Je kan dan een EESV oprichten met als doelstelling: ondersteunen van onderzoeksactiviteiten van 2 deelnemende leden. VB.2: Kledingbedrijf om een distributiecentra op te zetten met een ander bedrijf. • EESV kan u alleen oprichten als minstens 2 deelnemende leden een verschillende nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie.

(34)

7.10. ECONOMISCH SAMENWERKINGSVERBAND (ESV) Dit is op Belgisch niveau. U hoeft dus geen 2 verschillende nationaliteiten te hebben. Dit staat in het wetboek van vennootschappen. Art 2 § 2 • Met rechtspersoonlijkheid • Geen kapitaal, de vennoten moeten dus geen inbreng doen in de vennootschap • Onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid • Doel: moet ondersteunend zijn 7.11. VENNOOTSCHAP MET SOCIAALOOGMERK (VSO) Art 661 ev. Vaak willen mensen handeldrijven maar geen doelstelling hebben om winst te maken, of als ze winst maken niet als doelstelling hebben om die winst uit te keren. à Enige oplossing is dan een VZW. Maar met VZW: 1) Geen handelsactiviteiten, een VZW mag geen handel drijven. 2) Geen kapitaal, dus de kredietwaardigheid van de vennootschap is aangetast, de mensen die het oprichten moeten geen kapitaal vormen. U gaat bij een VZW ook moeilijk een lening krijgen bij de bank. Met VSO: Als u een VSO wil oprichten moet u een vennootschapstype nemen uit art 2 §2 (met rechtspersoonlijkheid) en dit kan dus een nv, bvba, vof, zijn. Hiervoor moet u een aantal eigenschappen hebben. 1. De vennootschap mag niet gericht zijn ter verrijking van de vennoten. Maar in de praktijk maken veel VSO’s wel winst, maar ze mogen die winst niet uitkeren aan de vennoten. 2. 9 clausules opnemen in statuten (zie art. 661)

1. U moet bepalen dat u vennoten geen of slechts beperkt vermogensvoordeel gaat laten nastreven. Bedoeling: u wil uw vennoten geen direct vermogensvoordeel geven (Dit wil zeggen dat u ze geen geld gaat uitkeren) Het is niet uitgesloten dat u toch iets gaat uitkeren, maar dit wordt beperkt door de 5de clausule 5de clausule: berekening hoeveel u wel mag uitkeren aan uw vennoten. U mag wel iets gaan uitkeren, maar u moet gaan zien naar rentevoet en het mag niet meer zijn dan daar bepaald. Het is dus gelimiteerd.

(35)

2. U moet bepalen wat uw sociaal oogmerk is. De wet omschrijft niet wat een sociaal oogmerk is. Dit gaat u hebben voor activiteiten in de zachte economie (beschutte werkplaats, eerlijke producten, natuurbehoud, ziekenhuizen) Beperking: het voornaamste kenmerk mag er niet in bestaan aan het onrechtstreeks vermogensvoordeel geven aan uw vennoten, dit mag gewoon niet uw hoofddoel zijn van uw vennootschap Vb. Kinderopvang voor vennoten mag niet uw hoofddoelstelling zijn.

3. Betrekking op de winst. Er zijn heel wat VSO’s die winst maken. Een VSO drijft vaak handel.

U gaat uitdrukkelijk moeten aangeven op welke wijze uw winst wordt besteed conform uw sociaal oogmerk.

4. De participatie in een vennootschap.

Uw pakket aandelen in uw vennootschap bepaalt de macht in een vennootschap. Men streeft ernaar in VSO dat alle vennoten maximaal kunnen participeren in de vennootschap. In 4de clausule: er mag niemand deelnemen met meer dan 1/10 (10%) van de aandelen. Zo gaan de kleine aandeelhouders ook iets te zeggen hebben in de vennootschap 5. Rechtstreeks vermogensvoordeel (zie hierboven)

6. Bepalen dat de zaakvoerders een verslag uitbrengen op de wijze dat de vennootschap toezicht heeft uitgeoefend op het oogmerk overeenkomstig met 2° (bijzonder verslaggevingsplicht). 7. Vennootschap kan mensen tewerkstellen en deze zullen normalerwijze niet het statuut hebben van vennoot.

U moet een clausule opnemen waardoor u werknemers vennoot kan laten worden in uw vennootschap. Deze bepaling is niet van toepassing op personeelsleden die niet volledig handelingsbekwaam zijn (zie voorbeeld beschutte werkplaats). Het is logisch dat deze geen vennoot kan worden.

8. U moet de mogelijkheid voorzien voor werknemers die vennoot zijn geworden, om hun aandelen terug kwijt te geraken, als ze de vennootschap verlaten.

9. Als er op het einde van de vennootschap (als de vennootschap vereffend wordt) winst overblijft, moet u dit besteden aan een ander sociaal oogmerk. U mag het niet

uitkeren aan de vennoten.

(36)

Dit zijn vennootschappen waar dat de doelstelling niet is de winst uit te keren aan de vennoten. In de praktijk maken veel VSO’s wel winst, maar ze mogen deze winst niet uitkeren aan de vennoten. Vb. Commerciële activiteiten binnen de sociale sectoren (beschutte werkplaats, ongeschoolde mensen tewerkstellen) => allemaal sociale hoog werken Probleem: als je handel wil drijven zonder winst uit te keren aan vennoten dan moet je vzw oprichten maar het probleem van een vzw is dat je geen handel mag drijven (en dat doe je in dat geval wel!) Een ander probleem is dat je geen kapitaal moet vormen. Dus we moeten zorgen naar een vennootschapsvorm die de mogelijkheid wel biedt, maar de mogelijkheid heeft om winst uit te keren. Gaan we nu een nieuwe vorm creëren of bestaande vennootschappen de mogelijkheid bieden om opgericht te worden als bv. Een bvba-vso (met dus een sociaal oogmerk!) In principe alle vennootschappen art 2 §2 (met rechtspersoonlijkheid) kun je ook oprichten als VSO. HOE OPRICHTEN? Men heeft ervoor geopteerd om bestaande types te nemen. VSO is een variatie hierop. Drie mogelijkheden - Vennootschap die ineens een VSO is. U richt gewoon een vennootschap op. - Een VZW ombouwen tot een VSO. Een VZW heeft ook rechtspersoonlijkheid. Zo kan u op geen ogenblik uw rechtspersoonlijkheid verliezen (de periode daartussen zal u uw rechtspersoonlijkheid dus niet verliezen). - Een gewone vennootschap ombouwen tot een VSO, via wijziging van u statuten. • Een VSO moet altijd de letters VSO dragen! Op alle documenten bv. Bvba-VSO. Zo ziet u het verschil tussen een VSO en een gewone vennootschap. APARTE ONTBINDINGSGROND Iedere belanghebbende kan de gerechtelijke ontbinding vragen van de VSO. Dit betekent dat een medevennoot stapt naar de rechter om een einde te maken aan de VSO (gerechtelijke ontbinding). Dit kan in 2 situaties: o Statuten bevatten niet meer de 9 clausules. o Wanneer zou blijken dat de vennootschap handelt tegen de 9 clausules in (ze staan dus wel in de statuten). Deze ontbindingsgronden bestaan naast de klassieke ontbindingsgronden die er bestaan. De conclusie:

(37)

7.12. COMMERCIËLE MAATSCHAP Art. 2 §1 (broertje van de burgerlijke maatschap) • Geen rechtspersoonlijkheid • Onverdeeldheid tussen de vennoten (geen eigenvermogen) • Zo goed als geen reglementering • Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk. Iedere vennoot kan dus aangesproken worden voor de volledige schuld. Voorkomen omwille van 2 redenen

1. Ze wordt gewild opgericht. Dit gebeurt niet veel vanwege onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid.

2. Ze bestaat ongewild. De rechter gaat vaak samenwerkingsvormen tussen mensen kwalificeren tot een commerciële maatschap. Dit is in de praktijk belangrijk omdat er vaak schulden zijn. Zo kan de schuldeiser iedereen aanspreken. Valnetfunctie: je moet altijd in het achterhoofd houden dat vennootschappen met rechtspersoonlijkheid altijd schriftelijk moeten opgericht worden en dat je een uittreksel moet deponeren bij de griffie van de RVK. Als u dit niet doet wordt u zo gekwalificeerd.

Een Commerciële maatschap daar kan u commerciële activiteiten mee ontwikkelen. U bent dan handelaar en het faillissement loert altijd. Als commerciële maatschap schulden begint te maken, kan nooit de vennootschap failliet gaan. Als er iets fout gaat kunnen enkel de vennoten failliet verklaard worden (er is immers geen rechtspersoonlijkheid). 7.13. EUROPESE NV. SE (Societas Europea) Essentie: als u in een België vennootschap opricht wordt deze in België erkend als rechtspersoon, maar als u in Buitenland actief bent gaat deze misschien daar niet erkend zijn. Via deze 2 vennootschapstypes richt u vennootschap op die in alle lidstaten van de EU erkend wordt. Deze 2 vennootschapsvormen zijn dus ook voorzien voor zeer grote groepen en voor ondernemingen die actief zijn in de hele Europese unie. 1. Kapitaalvereisten zijn anders, minimumkapitaal: 130.000 euro. 2. Deze worden beheerst door Europese verordeningen, nationale wetgeving en een richtlijn die belangrijk is voor medewerkingsparticipatie van werknemers, de medewerkers hebben dus mee inspraak. (Dit komt vaak in Duitsland voor).

(38)

7.14. EUROPESE COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP (EUROPESE CV) SCE à Als u deze opricht wordt die in alle lidstaten van de Europese Unie erkend. Essentie: als u in België vennootschap opricht wordt deze in België erkend als rechtspersoon. Maar als u in Buitenland actief bent gaat deze misschien daar niet erkend zijn. Via deze 2 vennootschapstypes richt u vennootschap op die in alle lidstaten van de EU erkend wordt. Deze 2 vennootschapsvormen zijn dus ook voorzien voor zeer grote groepen en voor ondernemingen die actief zijn in de hele Europese unie. Ø Kapitaalvereisten zijn anders: 130.000. Ø Deze worden beheerst door verordeningen, nationale wetgeving, richtlijn die belangrijk is voor medewerkingsparticipatie van werknemers. 7.15. VARIATIES Beursvennootschap: types kunnen soms aangepast worden aan specifieke activiteiten. Beursvennootschap is een NV of een BVBA maar waar extra vereisten voor bestaan gelet op de activiteiten waar de vennootschap zich mee bezighoudt (houdt zich dus bezig met spaargeld). Bv waarbij de kapitaal vereisten veel hoger liggen, omdat men deze vennootschap veel kredietwaardiger wil maken gelet op hun activiteit. Maar qua structuur hebben ze meestal de bestaande structuren van degene die we besproken hebben.

(39)

8 OPRICHTING VAN EEN VENNOOTSCHAP

à Dit geldt in principe voor elk type vennootschap. We hebben enerzijds de materiële vereisten en anderzijds de formele vereisten. 8.1. MATERIËLE VEREISTEN. U kan deze herleiden tot de materiële vereisten die men ook stelt bij de oprichting van een vennootschap. Dit zijn inhoudelijke vereisten, deze zijn hetzelfde als bij het sluiten van een overeenkomst. 8.1.1 VOORWERP + OORZAAK Voorwerp: u wordt verplicht iets te doen, iets niet te doen of iets te geven. = altijd het voorwerp van een overeenkomst. • U kan dat naar een vennootschap herleiden tot de inbreng. U moet iets ter beschikking stellen van u vennootschap. Zonder inbreng gaat u geen geldige vennootschap kunnen oprichten • U kan enkel inbrengen in vennootschap datgene waarover u een overeenkomst kan sluiten = u moet erover kunnen contracteren • Het moet bepaalbaar zijn • Maar u kan niks inbrengen van nalatenschappen (als de mens nog niet dood is, maar u weet bv dat hij bijna gaat sterven). Oorzaak = reden waarom u de overeenkomst sluit (waarom u de vennootschap opricht). In vennootschap: 1. Winstoogmerk en winstverdeling 2. U realiseert dit door een concrete doelstelling te hebben. Oorzaak mag niet tegen de openbare orde en tegen de goede zede zijn. Dat is niet toegestaan.

(40)

8.1.2 TOESTEMMING VENNOTEN Toestemming van vennoten: Toestemming tot het toetreden van een vennootschap moet in alle vrijheid worden gegeven. 1. In persoon toestemming geven 2. Via volmacht toestemming geven. U schrijft hier een stuk papier dat een persoon in uw naam en voor uw rekening een vennootschap mag oprichten. =lastgeving Door het oprichten van de volmachthebber gaat u gebonden zijn Toestemming mag niet aangetast zijn door wilsgebreken.

Dwaling=

verkeerde voorstelling van zaken o Dwalen over de zaak: dwaling over het vennootschapstype dat wordt opgericht. Men neemt enkel een verschoonbare dwaling in aanmerking: wat zou een redelijk persoon gedaan hebben in dezelfde omstandigheden o U gaat dwalen over de persoon. U hebt gedwaald over uw medevennoten. Dit kan uw enkel hebben als het een persoonsvennootschap is. Hier geldt ook dat die dwaling verschoonbaar moet zijn.

Bedrog:

technieken om een ander te laten toetreden tot de vennootschap 1. Opgeblazen of foute gegevens (vervalste gegevens) Vb. Iemand drijft al handel en deze zoekt een partner en je gaat een vennootschap oprichten, maar je wil al zijn zakencijfers zien, maar deze zijn opgeblazen. Dit gaat ervoor zorgen dat er geen vrije toestemming is geweest 2. U wist bepaalde zaken maar u gaat ze niet meedelen (passiviteit). Het moet altijd gaan om wezenlijk bedrog, = bedrog dat van dien aard is dat zonder dat bedrog de andere vennoten niet zouden hebben toegetreden.

Geweld:

onder dwang iemand doen toetreden

1 Moet van dien aard zijn dat zonder dat geweld iemand niet was toegetreden 2 Moet onrechtmatig zijn

(41)

8.1.3 BEKWAAMHEID

Bekwaamheid (onder toestemming qua structuur): alle vennoten moeten bekwaam zijn. Juridische bekwaamheid: je moet minimaal 18 jaar zijn. • Aantal problemen MINDERJARIGHEID Principieel is het niet erg dat minderjarigen mee een vennootschap oprichten. Je gaat in het burgerlijk recht moeten kijken wie de minderjarige moet bijstaan. Een stuk van zijn vermogen gaat ingebracht worden in de vennootschap (handeling van de beschikking van goederen) meestal met hulp van ouders en de vrederechter. Mag nooit handelaar zijn. o Een minderjarige mag dus geen vennoot zijn van een vof (als vof failliet gaat, gaan ook de vennoten failliet, maar alleen een handelaar kan failliet gaan)! U moet daarom een minderjarige buiten de vof houden ð Minderjarige mag nooit een inbreng in nijverheid doen. U kan u toekomstige arbeid ook ter beschikking stellen van de vennootschap. ð Minderjarige kan ook niet inschrijven op niet-volstortte aandelen. o Als een minderjarige toetreedt moet hij altijd het aandeel volledig volstorten, hij kan niet onmiddellijk beginnen met schuld in de vennootschap.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gen moeten worden vermeden die het publiek in zijn eerbaarheidsgevoel kunnen Zwemmen of baden is níet toegelaten ín.. de havens van de Belgische

Vooral in duurzame landbouw is dit belangrijk, waar onze partners deze financiële middelen nodig hebben om hun landbouwseizoen te kunnen starten. “Wij werken graag met

Om aan de toepassing van artikel 344, § 2 WIB 1992 te ontsnappen, zou de heer Dupont de aandelen van een bestaande SPF van een derde kunnen aankopen. Die rechtshandeling valt

Toen de wetgever merkte dat de rechtbanken het principe van de verschoonbaarheid tot een gunst hadden gemaakt en niet als een recht beschouw- den, werd in 2002 beslist om de tekst

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geau- tomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

Dit doen wij in deze bijdrage aan de hand van die norm voor bestuurdersaansprakelijkheid in het licht van de oorzaken en consequenties van mogelijk defensief gedrag van bestuurders

Yumi Ng is de auteur van Brutazur (2015) en Brutazur breekt (2017), en freelance hr-manager..

De Belgische wetgeving rond homohuwelijk, abortus en euthanasie is dus helemaal geen uiting van permissiviteit, maar kwam tot stand vanuit een moreel uitgangspunt: respect voor