• No results found

CaribischeGebied,H.4en5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CaribischeGebied,H.4en5"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoofdstuk 4:

INTERNE EN EXTERNE RELATIES

onze contacten binnen en buiten het

Caribisch gebied

4.1 staatkundige achtergronden

4.2 externe relaties, politiek en

cultureel

4.3 de politieke invloed van de VS

4.4 economische relaties

(2)

Tien Tien Tien! 10 oktober 2010

Dat is de datum die de regering voor ogen staat voor het moment van ingang van de nieuwe staatkundige orde. De ontwerp-begroting voor het dienstjaar 2010 van het land de Nederlandse Antillen, die u is aangeboden, beoogt de laatste te zijn. En - in beginsel – voor de laatste maal geef ik U als Gouverneur van de Nederlandse Antillen een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid voor het dienstjaar dat komen gaat. Wij staan dus aan de vooravond van een historisch moment.

Daarom een korte terugblik.

Bij de Grondwetsherziening van 1948, ruim 60 jaar geleden, werden de Nederlandse Antillen als land ingesteld. Maar als parlementaire democratie zullen de Nederlandse Antillen naar verwachting de 60 jaar net niet volmaken. Immers, pas op 7 februari 1951 werd, met de inwerkingtreding van de Interim-regeling, het parlementaire stelsel op constitutionele grondslag geïntroduceerd. Vandaag wordt op die staatsrechtelijke basis voor de 59e maal een uiteenzetting van het regeringsbeleid aan de Staten gegeven. Voor de eerste maal vond dat plaats op de eerste dinsdag in april, vervolgens op de tweede dinsdag in mei en sinds 1995 op de tweede dinsdag in september. Niet altijd opende de Gouverneur de zitting: er is ook een periode geweest dat de Minister-president dat in zijn plaats deed. Los van staatkundige veranderingen zal de Gouverneur met ingang van vandaag de zitting van de Staten niet meer openen.

Als gevolg van de inwerkingtreding van de wijziging van de Staatsregeling, in verband met de verzelfstandiging van de Staten op 2 juli jongstleden, worden de opening en de sluiting van het zittingsjaar verrichtdoor de Voorzitter. Die is nu ook door U uit uw midden benoemd en niet meer door de Gouverneur. Daarmee heeft de scheiding der machten – de trias politica - kort voor de opheffing van het land haar voltooiing gevonden.

De op handen zijnde staatkundige veranderingen zijn nu bijna voelbaar: de vorming van de landen Curaçao en Sint Maarten en het opgaan van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Nederlandse staatsbestel. Vanzelfsprekend binnen het verband van het Koninkrijk der Nederlanden, verenigd onder de Kroon van Oranje. Het leek heel lang onwerkelijk en misschien ook wel onhaalbaar. Maar, zoals Nelson Mandela sprak: “It always seems impossible until it’s done”.

Uiteraard zal de regering, zoals steeds, tot het einde toe haar zorgplicht jegens de burgers van de Nederlandse Antillen blijven vervullen. Het laatste jaar van de Nederlandse Antillen zal dan ook in het teken blijven staan van totstandkoming van zaken die vóór de opheffing van het land de Nederlandse Antillen in het belang van de burgers gerealiseerd moeten zijn. In de interim-periode zal geen nieuw beleid worden geïnitieerd,tenzij dat onontkoombaar is. Ook zullen taken, die niet tot de overheidszorg behoren, geleidelijk aan verder worden afgestoten. Tegelijkertijd moet de ontmanteling van het land en de overdracht van taken en bevoegdheden aan de nieuwe entiteiten onverminderd doorgaan. De regering zet zich tot het uiterste in om op korte termijn zoveel mogelijk landstaken naar Curaçao en Sint Maarten over te dragen. Met dit oogmerk zal de regering binnenkort de Landsverordening Overgangsregeling Decentralisatie aan de Staten aanbieden.

(3)

De regering zal de beide eilandgebieden ook ondersteunen bij de opbouw van hun landsdiensten. Met Sint Maarten zijn afspraken gemaakt over bijstand door middel van onder meer het oprichten van dependances en kennisoverdracht. Op de vergadering van de politieke stuurgroep van24 juni jl. hebben de deelnemende landen en eilandgebieden nog eens de gezamenlijke wens bevestigd dat het land de Nederlandse Antillen op zo kort mogelijke termijn ontmanteld moet worden. Daarbij is ook vastgesteld dat de wetgeving die hiervoor nodig is, niet op1 januari 2010 afgerond kan zijn. Alle wetgeving vergt zorgvuldige toetsing en behandeling. Voor zover nu kan worden overzien zal pas in de zomer van 2010 de noodzakelijke wetgeving van kracht kunnen worden. Om die reden is afgesproken om eind van deze maandgezamenlijk de exacte transitiedatum vast te stellen.

De regering meent dat met het oog op een voortvarende totstandkoming van de nieuwe staatkundige verhoudingen alles in het werk gesteld moet worden om die overgang naar de nieuwe statussen van Curaçao en Sint Maarten enerzijds en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba anderzijds te bespoedigen. Dat betekent onder meer dat het vanuit democratisch oogpuntgewenst is, dat op zo kort mogelijke termijn de bevolkingen van Curaçao en van Sint Maarten hun nieuwe volksvertegenwoordigingenmoeten kunnen kiezen. Om die reden had de regering het voornemen om, door aanpassing van de Staatsregeling, het mandaat van de huidige Staten met enkele maanden te verlengen. Alhoewel de Raad van Advies van oordeel is dat dit voorsteljuridisch gezien in beginsel mogelijk is en vanuit democratisch oogpunt verdedigbaar is, heeft de Raad geadviseerd dit voorstel niet bij de Staten in te dienen. De regering heeft besloten dit advies op te volgen. Dat betekent dat in januari 2010 de laatste verkiezingen voor de Staten van het land de Nederlandse Antillen zullen plaatsvinden. Meneer de voorzitter, leden van de Staten,

De positie van de landsambtenaren vraagt bijzondere aandacht. De afspraken die hierover in december 2007 zijn gemaakt, worden in nauw overleg met de ambtenarenbonden uitgewerkt. De regering streeft er naar dat binnenkort alle ambtenaren een plaatsingsbrief hebben ontvangen met betrekking tot hun overgang naar de nieuwe entiteiten en verwacht dat de rechtspositionele verplichtingen van het land nog vóór het einde van het jaar zijn afgerond. Bij het ingaan van de nieuwe staatkundige structuur houden zowel het Land als de eilandgebieden op te bestaan. Om die reden wordt een zorgvuldig personeelsbeleid gevoerd. Zo geldt in beginsel, enkele uitzonderingen daargelaten, een vacaturestop. Uitsluitend aan de hand van prioriteiten en met inachtneming van de financiële situatie van het Land,zullen nog vacatures worden ingevuld. Daarnaast worden, voor zover mogelijk èn noodzakelijk, personen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, verzocht aan te blijven, zodat geen nieuw personeel aangetrokken behoeft te worden. Bij openvallende functies zullen interne kandidaten voorrang krijgen.

De regering hecht aan een goede dienstverlening aan de burgers. Het overheidsbeleid moet inzichtelijk en eenduidig zijn. Daar hebben burgers rechtop. Maar dan moet wel de bedrijfsvoering bij de overheid op orde zijn. In de afgelopen jaren is daarom bijzondere aandacht gegeven aan verbetering van de interne bedrijfsvoering van de justitiële diensten. Om die nog verder te verbeteren wil de regering zich inzetten voor transparantie en voor vereenvoudiging van beleid en regelgeving. Ook zal op alle eilanden de automatisering bij die justitiële diensten verder worden uitgebreid. Zoals is overeengekomen in het kader van de staatkundige herstructurering,gaan de politiekorpsen vanaf 2010 over naar een nieuwe organisatiestructuur. De regering zal ervoor zorgen dat de korpsen terdege op hunnieuwe

(4)

verantwoordelijkheden zijn voorbereid. De huidige veiligheidssituatie in de gevangenissen moet verder geoptimaliseerd worden. In het kader van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen worden middelen aangewend om de gebouwtechnische voorzieningen te verbeteren. Omdat de regering vorming en scholing belangrijk vindt, zullen vooral de vorming en scholing van het personeel èn de activiteiten,opleidingsmogelijkheden en werkprojecten voor gedetineerden, extra aandacht krijgen. Het voldoen aan de geldende internationale normen is daarbij uitgangspunt.

De jaren 2009 en 2010 zullen in het teken staan van de opbouw van de nieuwe verzelfstandigde organisatie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De afgelopen jaren is gewerkt aan de totstandkoming van één rechterlijke organisatie voor de nieuwe landen van het Koninkrijk. Er is een ontwerprijkswet in procedure. Een financieringsmodel en een modelverdeelsleutel zijn opgesteld. Momenteel wordt het voorwerk verricht voor sluitende rechtspositionele regelingen voor de rechters en voor de ondersteuning van de rechterlijke macht. Eind maart 2009 is in de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen Nederlandse Antillen besloten om het Gemeenschappelijk Hof van Justitie reeds in het jaar 2010 als zelfstandige eenheid te laten proefdraaien. Daarmee zal een eerste en vooral grote stap worden gezet in het proces van de overgang naar de nieuwe, verzelfstandigde organisatie,met een eigen bedrijfsvoering.

Meneer de Voorzitter, leden van de Staten,

Bij de overdracht van taken op het gebied van economische en arbeidszaken staat het bevorderen van een duurzame economische groei van de entiteiten, een optimale werkgelegenheid en goede arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden, voorop. De faciliterende rol van het land hierbij richt zich in het bijzonder op een economische structuur die zich weet aan te passen aan de internationale ontwikkelingen, op een goed investeringsklimaat, een goed werkende arbeidsmarkt met optimale arbeidsverhoudingen en op het ontwikkelen van een economisch netwerk met het buitenland. De regering zal er alles aan doen om het Land de Nederlandse Antillen van de zwarte/grijze lijst van de OECD afgevoerd te krijgen. In dat kader worden met verschillende landen onderhandelingen gevoerd over het sluiten van een uitwisselingsverdrag op het gebied van belastinggegevens. Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën dergelijke verdragen met Canada en met Mexico ondertekend. De Minister van Financiën zal op10 september a.s. te Parijs soortgelijke belastingverdragen met Denemarken, Groenland, Faraöer, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden ondertekenen.

De regering is voornemens ook met een aantal Caribische landen, die lid zijn van de OECD dergelijke verdragen te sluiten. De crisis die op de financiële markten is begonnen heeft zich in 2008 verspreid naar de reële economie. De gevolgen voor onze economie bleven in 2008 nog bescheiden, dankzij de robuuste economische ontwikkeling die gaande was. In 2009 en 2010 zal de groei naar verwachting vertragen tot respectievelijk 1,0% en 1,3%. Bij de voorbereiding van de begroting 2010 is daarom uitgegaan van een behoedzaam scenario. In het realiseren van een duurzame financiële situatie hebben de Nederlandse Antillen een eigen verantwoordelijkheid. De schuld en de rentelasten hebben evenwel een zodanige omvang bereikt dat zij niet meer zelfstandig binnen een redelijke termijn tot een houdbare omvang konden worden teruggebracht. Verlichting van de rentelasten is cruciaal voor een gezonde begroting. Met de overname van schulden door Nederland is de Landsbegroting structureel in evenwicht. Begrotingsevenwicht en sanering van de schulden door Nederland

(5)

betekenen minder rentelasten. Hierdoor komt op termijnruimte vrij voor beleidsintensiveringen.

Het belastingstelsel moet worden aangepast aan de realiteit van de nieuwe staatkundige werkelijkheid. Het huidige stelsel is te complex voor sommige van de nieuwe entiteiten. De regering treft daarvoor samen met de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten de nodige voorbereidingen. De opgaande lijn van de resultaten van de Douane Nederlandse Antillen heeft zich het afgelopen jaar onverkort voortgezet. Vooral de opbrengstenvoor ‘s Lands kas hebben opnieuw een aanzienlijke stijging laten zien,terwijl aan de uitgavenkant van de organisatie een behoorlijke kostenbesparing is gerealiseerd. Ook de resultaten van de eerste helft van 2009 zijn positief. Inmiddels lijken de effecten van de internationale economische crisis zichtbaar te worden. De Regering zal dit scherp in de gaten houden om tijdig de nodige maatregelen te treffen. De komende periode zullen de vrije beroeps oefenaren en de niet-financiële bedrijfstakken onder de werking van de Landsverordening Melding Ongebruikelijke Transacties worden gebracht. Ook zal een afdeling Toezicht worden opgericht en zal de op handen zijnde evaluatie van de Nederlandse Antillen door de Financial Action Taskforce worden voorbereid. De overdracht van taken zal voor wat betreft het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT) anders zijn dan voor de andere landsdiensten. Zolang de Antillen bestaan zal, als gevolg van internationale regelingen, slechts één nationale en centrale MOT kunnen bestaan. Pas na de staatkundige herinrichting zullen de nieuwe landen en Nederland namens de BES-eilanden een eigen Meldpunt kunnen hebben. Vooruitlopend daarop zal op Sint Maarten een dependance van het MOT worden opgericht, zodat daar alvast de nodige kennis en ervaring kan worden opgedaan.

Meneer de Voorzitter, leden van de Staten,

De regering kan en wil zich niet onttrekken aan haar verantwoordelijkheidvoor de bescherming van onze kinderen en jongeren. Daarom wordt tijdens de transitieperiode specifiek ondersteuning geboden voor de uitvoering van de leerplicht. Immers met de leerplicht heeft de overheid de school gemaakt tot vindplaats van het kind. Een deel van onze jeugd vereist extra aandacht en zorg. Jongeren kunnen in problemen raken, door onder meer spijbelen en voortijdig schoolverlaten. Veelvuldig schoolverzuim kent verschillende oorzaken. De Regering heeft inhoud gegeven aan haar wettelijke verantwoordelijkheid van de controle op schoolverzuim door de instelling van de leerplichtbrigade. Deze controle heeft geleid tot het terugdringen van het schoolverzuim. Ook de criminaliteit onder jongeren vergt aanhoudend onze aandacht.

Daarom zal de Regering gedurende de overgangsperiode naar de nieuwe staatkundige structuur tijdelijke maatregelen voorstellen voor opvang,hulp en begeleiding aan kinderen en jongeren en hun ouders en familie. De Sociale Vormingsplicht heeft tot nu toe meer dan 1000 jongeren op de goede weg geholpen en de Regering streeft ernaar door middel van inspectie en controle de kwaliteit van de trajecten dusdanig te bevorderen dat minstens nog 1500 jongeren kunnen worden geholpen. De nadruk zal dan liggen op de kwaliteit van de kanstrajecten binnen de Sociale Vormingsplicht.

Nu de wetgeving voor het onderwijs een feit is zal de kwaliteit van het regulier onderwijs de nodige aandacht krijgen. Daartoe heeft de overheid een uitgebreid traject uitgezet voor centrale toetsen waardoor de leerprestaties per leerling, per schol maar ook landelijk worden bijgehouden. De samenwerking in het Koninkrijk op het gebied van de luchtvaart, dat

(6)

gebaseerd is op het Protocol dat door de drie Ministers is ondertekend, is de afgelopen jaren zeer goed verlopen. Vooral bij de voorbereiding op de audit van het Koninkrijk door de International Civil Aviation Organization (de ICAO), is duidelijk gebleken dat goede samenwerkingbelangrijke voordelen met zich meebrengt. Daarom is besloten om ook bij de uitvoering van het verbeterplan intensief samen te werken. Met dit verbeterplan zullen de tekortkomingen die tijdens de ICAO-audit werden geconstateerd, in de regelgeving en handboeken worden verholpen. In het licht van de staatkundige ontwikkelingen zijn de toekomstige nieuwe landen Curaçao en St. Maarten reeds als waarnemers betrokken bij het werk van de Regiegroep die advies moet uitbrengen over een aantalconcrete samenwerkingsgebieden. De Regering juicht deze ontwikkeling toe.

Mede door haar tripartite samenstelling kan de Sociaal-Economische Raad een sleutelrol vervullen voor de sociaal-economische ontwikkeling van en bijdragen aan stabiele sociale verhoudingen in de nieuwe landen van het Koninkrijk. Naast de reguliere advies-werkzaamheden wil de Raad aandacht besteden aan de oprichting en wettelijke inbedding van dit unieke onafhankelijke en zelfstandige adviesorgaan in de Staatsregeling van de nieuwe landen. Het Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (het GOA) speelt een belangrijke rol ten aanzien van de rechtspositionele aangelegenheden bij de overgang van het landspersoneel naar de nieuwe entiteiten, waaronder het sociaal statuut en de migratieplannen. In het kader van de staatkundige vernieuwingen zullen ook de verantwoordelijkheden op het gebied van de meteorologische dienstverlening overgedragen worden aan de nieuwe entiteiten. Ruim vóór de transitiedatum, zullen de eilanden overeenstemming moeten bereiken, opdat de operationele taken, verantwoordelijkheden en internationale aspecten zonder oponthoud en op soepele wijze, doorgang kunnen vinden voor alle eilanden van de Nederlandse Antillen.

Meneer de Voorzitter, leden van de Staten,

Onlangs heeft de regering de ontwerp-Landsverordening Beroepen in de Gezondheidszorg aan de Staten van de Nederlandse Antillen voorgelegd. Deze wet moet garanderen dat slechts zij, die daartoe bevoegd én bekwaam zijn, worden toegelaten tot de uitoefening van een medisch beroep. Ook tijdens de uitoefening van hun beroep zullen de medische beroepsbeoefenaren op regelmatige basis moeten aantonen dat zij nog beschikken over de juiste kennis en bekwaamheid, onder andere door het deelnemen aan nascholingsactiviteiten. De Regering spreekt de hoop uit dat deze landsverordening nog dit najaarkan worden goedgekeurd. Met voldoening stelt de overheid vast dat een kwetsbare groep in onze gemeenschap, de gepensioneerden en ook de gepensioneerden uit Nederland, die onder het Nederlands verzekeringstelsel vallen als ze naar de Antillen verhuizen thans bij de SVB kunnen worden verzekerd.

De Inspectie voor de Volksgezondheid bereidt zich eveneens voor op de nieuwe staatkundige structuur en de versnelde overdracht van landstaken aan de nieuwe landen in oprichting. Curaçao en St. Maarten zien beide de noodzaak in van een eigen onafhankelijke Inspectie voor de Volksgezondheid. Ter bescherming en ter waarborging van de volksgezondheid dienen de beide nieuwe landen vanaf dag één na de ontmanteling te beschikken over een slagvaardig inspectieapparaat. De huidige Inspectie ziet het als haar taak om de nieuwe landen in oprichting zo goed mogelijk hierin bij te staan. De Minister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling heeft het eilandgebied St. Maarten verzocht ambtenaren ter beschikking te stellen van de Inspectie voor de Volksgezondheid, die belast

(7)

zullen worden met specifieke inspectiewerkzaamheden (toezicht en handhaving). Met deze vorm van gedeelde verantwoordelijkheid kan een soepele en verantwoorde volledige overdracht van de formele wettelijke taken en verantwoordelijkheden,worden bewerkstelligd. Meneer de Voorzitter, leden van de Staten,

Er is in het staatkundig proces al veel bereikt. Op 15 december 2008 is de Ronde Tafel Conferentie succesvol afgesloten met de goedkeuring van de voor de staatkundige toekomst essentiële wetgeving. Vervolgens kon binnen Koninkrijksverband overeenstemming worden bereikt over ontwerp-wetgeving die voor een belangrijk deel inmiddels ter beoordeling aan U is voorgelegd. Bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren hebben hard gewerkt om de door het volk gewenste staatkundige veranderingendichterbij te brengen. Maar we zijn er nog niet. In het komend jaar liggen nog grote uitdagingen voor ons. In het laatste bestaansjaar van de Nederlandse Antillen heeft u als volksvertegenwoordigers nog een belangrijke rol te vervullen bij de totstandkoming van de wetgeving, waarmee de vorming van de nieuwe landen en de opheffing van het Nederlands-Antilliaanse staatsverband kan worden bewerkstelligd.

De Nederlandse Antillen hebben politiek gezien een turbulente tijd achter de rug. Zowel op Bonaire als op Sint Maarten zijn nieuwe bestuurscolleges aangetreden van een andere politieke samenstelling. Op Curaçao is er op 15 mei een referendum gehouden over de resultaten van de Ronde Tafel Conferentie. De campagne voorafgaand aan het referendum en ook de periode daarna, hebben op Curaçao spanningen te zien gegeven, die zorgen baren. Voorop staat dat discussie in de samenleving een groot goed is en kan leiden tot een grotere betrokkenheid van burgers bij de politieke besluitvorming. Een vitale democratie kan niet zonder debat. Maar dat debat moet wel met respect voor ieders mening worden gevoerd. Verdeeldheid mag en kan geen doel op zich zijn en blijvende twist zal ons verzwakken.

“We may be a small island, but we are not a small people”, zei de Britse premier Heath ooit over zijn vaderland. Wij kunnen veel bereiken, maar tweedracht maakt zelfs de grootsten zwak. Laten wij ervoor zorgen dat wij zelf niet onze grootste vijand worden.

Bron 1: de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

Op 8 september 2009 begon de gouverneur van de Nederlandse Antillen, mr. F.M.d.l.S. Goedgedrag, zijn toespraak met de volgende woorden:

" Tien Tien Tien! 10 oktober 2010. Dat is de datum die de regering voor ogen staat voor het moment van ingang van de nieuwe staatkundige orde. De ontwerp-begroting voor het dienstjaar 2010 van het land de

Nederlandse Antillen, die u is aangeboden,beoogt de laatste te zijn. En - in beginsel – voor de laatste maal geef ik U als Gouverneur van de

Nederlandse Antillen een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid voor het dienstjaar dat komen gaat. Wij staan dus aan de vooravond van een historisch moment."

4.1

Staatkundige achtergronden

De eilanden in het Caribisch gebied

(8)

rechtssystemen van elkaar. De oorzaak hiervan moeten we vooral in het verleden zoeken. De voormalige koloniale overheerser is hierin van grote invloed geweest. Rond 1600 was het hele gebied onder Spaans gezag. Maar de Spaanse heerschappij brokkelde al snel af en de Spaanse invloed was dus gering. Zo kunnen we de staatkundige situatie op de eilanden op dit moment grofweg verdelen in:

1. Voormalige Nederlandse kolonies

2. Voormalige Franse kolonies 3. Voormalige Britse kolonies 4. Overige gebieden

Afhankelijk van bovenstaande indeling hebben de eilanden nu meer of minder autonomie binnen een republiek of koninkrijk, of ze zijn inmiddels zelfstandige staat. Ook in de zelfstandige staten herken je in de staatsstructuur nog veel van de vroegere overheerser.

Voormalige Nederlandse kolonies. Aruba en de Nederlandse Antillen hebben een eigen, unieke status in het Caribisch gebied. Beide landen zijn, evenals Nederland, onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Het koninkrijk bestaat dus uit 3 landen. De staatkundige positie van de landen is echter verschillend. De beide Caribische gebiedsdelen zijn sinds 1954 door het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden autonoom. Dit statuut is een soort grondwet. De Nederlandse Antillen en Aruba kennen elk een eigen staatsregeling. Dit is een vorm van regionale autonomie, wat

beslissen daarnaast ook mee over enkele koninkrijksaangelegenheden voor zover die aangelegenheden de beide gebieden raken. Maar Nederland treedt als enige van de drie landen naar buiten op als officiële vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden. Ook defensie van de landen wordt geheel door Nederland geregeld.

Tot 1975 was ook Suriname een autonoom land binnen het koninkrijk. In 1975 werd dit land onafhankelijk. Door deze verregaande autonomie kan je bij ons koninkrijk ook spreken van een vorm van federalisme: één centrale staat met deelstaten die ieder voor een groot deel zelfstandig zijn.

Dit maakt echter het koninkrijk nog geen federale staat zoals de V.S. of Zwitserland omdat het daar één land betreft met delen (staten of kantons) die eigen bevoegdheden hebben. Voornemens vanaf 10-10-2010 zal de situatie officieel veranderd zijn: Het land de Nederlandse Antillen bestaat dan niet meer. Er treed separatisme op voor Curaçao en Sint Maarten. Zij worden dan net als Aruba zelfstandige landen. De 3 overige eilanden (de zogenaamde BES eilanden) worden bijzondere gemeenten van Nederland.

Voormalige Engelse kolonies Vele eilanden behoren nog steeds tot Brits overzees gebied. Dit zijn: de Kaaiman eilanden, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat, Anguilla en De Turks- en Caicoseilanden. Deze gebieden hebben inmiddels hun eigen bestuur met eigen wetten. De koningin van

Het juridisch systeem is gebaseerd op het Engels recht. Veel andere eilanden zijn ook Engelse kolonie geweest: Trinidad & Tobago, Grenada, Jamaica, St Lucia, Dominica, Barbados, St.Vincent & de Grenadines, St. Kitts & Nevis en Antigua & Barbuda. Al deze eilanden zijn nu onafhankelijk, maar ze maken nog wel deel uit van het gemenebest van naties. De Britse koningin is hier nog steeds symbolisch staatshoofd. In deze landen is overal een parlementaire democratie en is Engels de officiële voertaal. De overige kolonies

De Spaanse invloed nam in de 17e eeuw al snel af. Haïti, Jamaica en de kleine Antillen waren toen al in handen van Frankrijk, Nederland of Engeland. De Dominicaanse Republiek en Cuba zijn onafhankelijk geworden na (voornamelijk) Spaanse overheersing. Na deze definitieve onafhankelijkheid was er sprake van nation building, het opbouwen van een nieuwe natie. (dit komen we bij meer eilanden tegen). Puerto Rico kreeg na de verovering door de Amerikanen op Spanje al snel veel autonomie. Sinds 1917 heeft Puerto Rico een grondwet en een eigen bestuur. De inwoners zijn burgers van de VS, maar het eiland is geen staat van de VS. Er wordt zowel Spaans als Engels gesproken.

De Amerikaanse Maagden-eilanden zijn in 1917 door Denemarken aan de VS verkocht.

Het Britse gemenebest der naties bestaat uit Engeland en (op 2 na) oud koloniale gebieden van Engeland. Het

lidmaatschap houdt niet zo veel in: het Britse staatshoofd is ceremonieel hoofd. Ieder lid heeft daarnaast gewoon een eigen president of koning(in). Alle leden zijn zelfstandige landen. Ze komen eens in de 2 jaar bijeen in één van de landen die lid zijn.

De leden worden gelijkwaardig in status gezien. Activiteiten bestaan uit het promoten van democratie, mensenrechten, "good governance", individuele vrijheid, vrije handel en wereldvrede. Als een van deze beginselen bij een van de leden in het geding is zal dat op de agenda komen.

(9)

Bron 2: het gemenebest der naties

De Spaanse invloed is natuurlijk nog wel steeds zichtbaar aan een aantal imposante forten zoals in Havanna, St. Domingo of zoals op de foto:

“ El Morro” het fort van San Juan in Puerto Rico.

De Spaanse invloed op de meeste Caribische eilanden is gering. Al in de 16e eeuw gebruikten de Spanjaarden deze eilanden vooral als basis van waaruit verdere veroveringen naar het midden en zuid Amerikaanse vasteland werden

voorbereid. We zien daarom niet veel van de Spaanse overheersing terug op de meeste eilanden. De Engelsen, Fransen en Nederlanders verjaagden de Spanjaarden wel op de kleine eilanden maar veel verder kwamen ze niet. De VS waren eind 19e eeuw al zo machtig dat ze meer invloed wilden in deze regio. Tijdens de oorlog met Spanje "veroverden" ze de laatste eilanden die nog in Spaanse handen waren: Cuba en Puerto Rico.

Voormalige Franse kolonies

De meeste Franse overzeese gebiedsdelen bestaan uit zogenaamde overzeese departementen (départements d'outre-mer, afgekort DOM). In het Caribisch gebied zijn dit Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana. Net als de departementen in Frankrijk zijn ook deze verder onderverdeeld in arrondis-sementen, kantons en gemeenten. Hier zie je de Franse gendarmes lopen, de Franse verkeersregels gelden hier en je kan er stokbrood en croissants kopen. Omdat ze onderdeel van Frankrijk zijn, zijn ze dus ook onderdeel van de Europese Unie en is de Euro er het betaalmiddel.

Saint Martin (het noordelijk deel van het eiland Sint Maarten!) en Saint-Barthélemy zijn uitzonderingen. De bewoners van deze eilanden kozen in 2003 voor een zelfstandige status die ze in 2007 ook hebben gekregen. Sindsdien zijn St. Martin en St. Barthélemy ieder een overzeese gemeenschap (collectivité d'outre-mer, afgekort COM) van Frankrijk. Haïti is ook ooit Franse kolonies geweest en werd in 1804 zelfstandig. Bestuurlijk heeft Haïti niets (meer) gemeen met de andere Franse kolonies. De taal is wel nog steeds Frans.

Bron 3: invloed van Spanje in het Caribisch gebied Bron 4: de Voormalige Franse kolonies

Op verzoek van de BES-eilanden wordt de Amerikaanse dollar de officiële munteenheid in de eilandgebieden. De dollarbiljetten en de dollarmunten van de Verenigde Staten van Amerika worden het wettige betaalmiddel.

Wist je dat:

Het bestuur van Suriname tot 1975 ook werd geregeld door het ons bekende statuut. Toen 2 partijen die voor onafhankelijkheid waren wonnen bij de verkiezingen in 1973 eisten zij, onder aanvoering van premier Arron, snelle onafhankelijkheid. In 1975 werd dit een feit. Vanwege de onzekerheid over de toekomst en slechte economische vooruitzichten vertrokken veel Surinamers naar Nederland.

(10)
(11)
(12)

4.1 Staatkundige achtergronden opdrachten

1 gebruik de atlas, bron 2 en figuur 1

1a geef de namen van de Franse overzeese departementen 1b geef de namen van de Franse overzeese gebiedsdelen

1c Leg uit wat het verschil is tussen de gebieden van 1a en van 1b 1d kleur in figuur 1 de departementen groen en de gebiedsdelen blauw 1e welke van de departementen staat niet op het kaartje van figuur 1? 2 gebruik de atlas, de teksten, bron 2 en figuur 1

2a geef de namen van de Britse overzeese gebiedsdelen

2b geef de namen van de eilanden(groepen) die horen tot het Britse gemenebest 2c Leg uit wat het verschil is tussen de gebieden van 2a en van 2b

2d kleur in figuur 1 de Britse overzeese gebiedsdelen rood en de Britse gemenebest eilanden(groepen) geel

3 gebruik de atlas, de teksten en figuur 1

3a geef de namen van de landen van de overzeese gebiedsdelen van het koninkrijk der Nederlanden

3b geef aan welk eilanden bij welk land horen 3c kleur in figuur 1 deze eilanden bruin

3c geef aan hoe de staatkundige situatie er uit zal zien na 10-10-2010

3d Uit hoeveel landen bestaat het koninkrijk der Nederlanden na 10-10-2010?

4 gebruik de bijlage met de toespraak van de Gouverneur over de staatkundige veranderingen 4a verdeel de tekst in stukken en maak per groepje een korte samenvatting van ieder stuk 4b bespreek de tekst binnen je groepje en formuleer een eigen mening over de inhoud 4c bespreek per groepje de samenvatting en de eigen mening met de klas

5 gebruik bron 3 en de kaarten over de koloniale tijd in de atlas

5a Hoe komt het dat de Dominicaanse Republiek, Puerto Rico en Cuba meer Spaanse invloeden hebben dan de andere (ei)landen in het Caribisch gebied?

5b Geef 2 voorbeelden van cultuur die nog duidelijk aanwezig zijn op deze eilanden 6 Gebruik de teksten, de atlas, bron 4 en wikipedia (internet).

6a Neem onderstaand overzicht over in je schrift en vul het verder in. Eigen grondwet Eigen ministerraad Officieel staathoofd Eigen bureau BuZa Betaal-middel Onderdee l Van EU Nederlandse overzeese gebiedsdelen ja Franse overzeese gebiedsdelen nee Britse overzeese gebiedsdelen Koningin van Engeland

(13)

6b Na 10 oktober 2010 zal er voor het koninkrijk der Nederlanden het een en ander zijn veranderd. Neem onderstaand overzicht over in je schrift en vul het verder in.

Eigen grondwet Eigen ministerraad Officieel staathoofd Eigen bureau BuZa Betaal-middel Onderdeel Van EU Nederlandse overzeese gebiedsdele n (land) Nederlandse overzeese gebiedsdele n (gemeente) 7 gebruik de teksten

7a leg uit wat wordt bedoeld met "nation building"

7b waarom ging het economisch gezien vaak veel slechter met een land nadat het onafhankelijk was geworden?

(14)

Bron 6: winkelen in Florida

De invloed van Amerika is ook in het Caribisch gebied erg groot. Amerika wordt gezien als het toppunt van welvaart en luxe.

Nu het reizen ook steeds goedkoper wordt gaan de meer bemiddelde inwoners uit het Caribisch gebied graag af en toe shoppen in Miami of naar een van Disney's pretparken in Florida.

AMERIKA IS HOT!

4.2

Externe relaties: politiek en cultureel

De eilanden van de Nederlandse Antillen en Aruba hebben onderling op politiek niveau natuurlijk frequent contact. Binnen het Caribisch gebied hebben de eilanden verder niet deze intensieve contacten. Buiten het Caribisch gebied zijn de contacten vooral intensief met Nederland. Daarnaast zijn er contacten met de VS omdat er o.a. intensieve samenwerking is als het gaat om het waarborgen van de stabiliteit in de regio. Deze relaties zijn kenmerkend voor de meeste landen in het Caribisch gebied. Voor vrijwel ieder land in de regio gelden de volgende verhoudingen:

Binnen de regio:

* Intensieve contacten met eilanden waarmee verbondenheid is uit het verleden (met dezelfde voormalige koloniale overheerser). Contacten zijn er op bestuurlijk (politiek), economisch en cultureel gebied. Over en weer zijn goede verbindingen tot stand gebracht. * Weinig contacten met de overige eilanden. Dat heeft te maken met ligging, cultuurverschillen en ook omdat er weinig handel wordt gedreven tussen de eilanden. Wel zijn er formele politieke betrekkingen en zijn er afspraken op het gebied van criminaliteitsbestrijding.

Buiten de regio: Contacten met Europa

Ieder land in het Caribisch gebied is nog steeds sterk georiënteerd op het voormalige moederland in Europa. Dat is ook wel te verklaren. Er zijn goede verbindingen (vaak dagelijkse

zaken worden vaak nog daar geregeld. Er werken en wonen nog steeds veel inwoners uit het moederland op het eiland. Er komen veel goederen uit het moederland, maar ook toeristen om op het eiland vakantie te vieren.

Jonge eilandbewoners studeren vaak in het voormalige moederland. De meesten hebben zich daar definitief gevestigd.

Contacten met de Verenigde Staten

Door de geografische ligging en economische kenmerken zijn veel eilanden in het Caribisch gebied een aantrekkelijke locatie voor verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit. De eilanden bevinden zich in een

transitgebied: illegale

migratiestromen in het Caribisch gebied en de nabijheid van drugsproducerende landen in Latijns-Amerika, in combinatie met goede verbindingen met de Verenigde Staten en Europa maken de eilanden kwetsbaar voor drugssmokkel, mensensmokkel en daarmee verbonden financieel-economische criminaliteit.

De VS hebben daarom sinds lang een grote invloed in het gebied. Zo is er op Curaçao een uitvalsbasis voor de Amerikaanse luchtmacht. In nauwe samenwerking met de landen in het Caribisch gebied en met Nederland, Frankrijk en Engeland wordt aan drugsbestrijding gedaan. Natuurlijk is Amerika ook al lang een belangrijke bondgenoot van Engeland, Frankrijk en Nederland.

de inwoners in het Caribisch gebied en door het koloniale verleden zijn de culturele invloeden heel divers geweest. Soms zijn er nog invloeden van de oorspronkelijke indiaanse bevolking aanwezig. De voormalige slaven hebben iets van hun cultuur meegenomen naar de eilanden. Het koloniale moederland heeft grote culturele invloed gehad. En met migratiestromen hebben ook inwoners van andere landen in het Caribisch gebied invloed gehad op de cultuur. De laatste tijd is er op cultureel gebied ook sprake van

Amerikanisering. Overal in het

Caribisch gebied zijn Amerikaanse televisiezenders te ontvangen. Op bijna ieder eiland zijn rechtstreekse vluchten van en naar de VS. Veel Amerikanen komen op vakantie in het Caribisch gebied en met de vluchten komen ook veel Amerikaanse (luxe) goederen naar de eilanden. Overal rijden Amerikaanse auto's en steeds meer kom je Amerikaanse bedrijven tegen.

Overige contacten

Door de ligging van Aruba, Bonaire en Curaçao voor de kust van Venezuela hebben de ABC eilanden ook contacten met dit land. Er zijn familiebanden, op de Nederlandse Antillen zijn Venezolaanse banken, verse producten uit Venezuela worden op de Antillen verkocht, en er is over en weer sprake van toerisme. Deze meer intensieve relatie geldt

(15)

vluchten). Buitenlandse zaken,

defensie en een aantal bestuurlijke Culturele invloeden.Door de gemengde afkomst van niet voor andere landen uit hetCaribisch gebied.

Het eiland St. Maarten is een eiland van ongeveer 100 km2 dat al een paar honderd jaar is verdeeld in een Frans deel en een Nederlands deel. De inwoners van beide delen wonen sindsdien vreedzaam

naast elkaar. Een echte grens tussen beide delen is er niet. Voor dat je het weet zit je in een "ander land". Je zou verwachten dat op zo'n kleine oppervlakte de cultuur aardig gemengd zou zijn, maar dat is toch niet zo. Beide delen hebben zich altijd georiënteerd op het voormalige

moederland. Sint Maarten heeft veel contacten met de andere eilanden van de Nederlandse Antillen. Saint-Martin heeft vooral contacten met Guadeloupe en Martinique. Logisch of niet?

Bron 7: Sint Maarten en Saint-Martin

Bron 8: Wie kent ze niet? de Amerikaanse TV zenders Bron 9: de Merengue is een kan je overal ontvangen muzieksoort die is ontstaan uit

Afrikaanse en Europese invloeden

bron 11: economische

invloed

uit de VS Bron 10: groente en fruit uit Venezuela op de “botenmarkt”

in Willemstad.

(16)
(17)

4.2 Externe relaties, politiek en cultureel

opdrachten

1 gebruik de teksten en bron 7

1a "Sint Maarten is in geopolitieke zin een apart eiland". Leg uit waarom.

1b Geef van het Nederlandse deel aan met wie ze vooral contacten hebben binnen het Caribisch gebied

1c Geef van het Nederlandse deel aan met wie ze vooral contacten hebben buiten het Caribisch gebied

1d Geef van het Franse deel aan met wie ze vooral veel contacten hebben binnen het Caribisch gebied

1e Geef van het Franse deel aan met wie ze vooral veel contacten hebben buiten het Caribisch gebied

1f Wat valt je op als je 1b -1e vergelijkt? 2 gebruik de teksten, bron 8 en bron 11

2a Wat voor externe invloeden uit het verleden hebben de huidige cultuur van de eilanden bepaald?

2b geef 2 voorbeelden van culturele uitingen die door deze externe invloeden zijn ontstaan 2c Wat is Amerikanisering?

2d Leg uit wat bron 8 te maken heeft met Amerikanisering 3 Gebruik de teksten

3a Leg uit waarom de eilanden nog zo veel contacten hebben met het (voormalige) koloniale moederland

3b Geef een voorbeeld van een voordeel van deze contacten. Leg uit 3c Geef een voorbeeld van een nadeel van deze contacten. Leg uit 4 gebruik de teksten

4a Hoe komt het dat veel eilanden in het Caribisch gebied kwetsbaar zijn voor drugssmokkel? 4b Waarom vinden juist de VS het belangrijk hier iets tegen doen?

4c "de eilanden zijn kwetsbaar voor financieel-economische criminaliteit". Wat wordt hiermee bedoeld?

4d geef een voorbeeld van deze vorm van criminaliteit 5 gebruik de teksten en bron 10

5a Niet alleen op politiek niveau hebben we te maken met Venezuela. Geef 2 voorbeelden van contacten op economisch niveau

6 gebruik de teksten en bron 11

(18)

Bron 12: vlakbij Venezuela

De benedenwindse eilanden liggen vlak voor de kust van Venezuela. Door deze ligging heeft de Venezolaanse president Hugo Chavez al eens geopperd dat onze ABC eilanden eigenlijk bij dat land zouden moeten horen.

Voor de NAVO bondgenoten zijn de eilanden van groot belang. Immers, een betrouwbare partner in het zuiden van het Caribisch gebied kan strategisch zeer belangrijk zijn. De VS zijn blij dat 3 van deze eilanden bij ons koninkrijk horen.

4.3

De politieke invloed van de VS

De VS hebben zich tot een van de belangrijkste grootmachten in de wereld ontwikkeld. Om haar belangen veilig te stellen oefenen ze invloed uit in grote delen van de wereld, en natuurlijk ook in hun "eigen achtertuin", het Caribisch gebied.

Dat begon in 1823 toen de toenmalige president James Monroe verklaarde dat elke vorm van Europese bemoeienis op het Westelijk halfrond werd verboden. Deze politiek werd de Monroe doctrine genoemd. Monroe hoopte met het verbod op interventie een stokje te steken voor Europese pogingen om het Amerikaanse expansieproces tegen te werken. ook verhinderde dit verbod nieuwe invloed van Europa in de oud koloniale gebiedsdelen die nu zelfstandig waren geworden.

Tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog in 1898 veroverde de VS Puerto Rico en Cuba op de Spanjaarden. Puerto Rico is een vrijstaat onder invloed van de VS geworden. Burgers zijn Amerikaanse staatsburgers geworden. Cuba mocht onafhankelijk worden maar wel met een aantal bindende afspraken (waaronder de “eeuwige bruikleen” voor de marinebasis van Guantanamo!) die moesten zorgen voor Amerikaanse invloed en controle.

De VS en de strijd tegen het communisme

tweede keer dictator van het land wordt (met hulp van de VS), begint de revolutionair Fidel Castro een opstand. De eerste keer mislukt de opstand, maar in 1956 keert hij terug en op 1 januari 1959 weet Castro de macht over te nemen.

Na de 2e wereldoorlog komen de VS en de Sovjet-unie tegenover elkaar te staan. Tijdens deze periode, ook wel de koude oorlog genoemd, moest het kapitalisme van de VS zegeveren over het communisme. Na een mislukte overname door tegenstanders (met hulp van de VS) zoekt Castro hulp bij de Sovjet-unie. Cuba wordt tot schrik van de Amerikanen een communistisch land. Spanningen lopen hoog op als Russische raketten op Cuba worden geplaatst. Nadat de Sovjet-unie in de jaren '80 uiteenvalt stopt ook de Russische steun aan Cuba waardoor dit land in een isolement komt. De laatste jaren komen er steeds meer toeristen naar Cuba. De VS en Cuba hebben inmiddels wat meer overleg op politiek niveau en Cuba kan de westerse dollars die binnenkomen goed gebruiken.

Politieke en militaire invloed van de VS geven rust en stabiliteit in de regio maar als dit vooral het eigenbelang dient wordt deze uitbreiding door critici ook wel neokolonialisme (in voormalige koloniën) of imperialisme (in andere landen) genoemd. Voorbeelden van interventies van de VS in de regio: * Van 1915 tot 1934 bezetten de VS

* De Dominicaanse Republiek staat van 1916 tot 1924 onder Amerikaans militair bestuur. En in 1965 sturen de VS mariniers naar de Dominicaanse Republiek om te verhinderen dat de afgezette linkse president Bosch opnieuw aan de macht komt.

* In 1983 werd in Grenada een (tweede) staatsgreep gepleegd door generaal Huson Austin. Maurice Bishop werd afgezet. Voor de Verenigde Staten was het duidelijk dat Cuba erachter zat. Met steun van Dominica en enkele andere Caribische landen, gingen de Verenigde Staten over tot militaire actie. Na de invasie gaven de Verenigde Staten miljoenen dollars aan economische steun. Ze steunden bovendien een pro-Amerikaanse kandidaat bij de verkiezingen van 1984.

* Er is veel internationale kritiek op het aanhouden van de basis Guantanamo Bay op Cuba. Vooralsnog worden daar gevangen vastgehouden die door de aparte status van Guantanamo buiten het internationale recht vallen. Daarbij blijft Cuba door de ideologie die ze navolgen nog altijd een gevaarlijke buurman voor de VS.

* Ook iets verder weg, in Honduras, Guatemala, El Salvador en Panama zijn de VS actief betrokken geweest bij het installeren of omverwerpen van regeringen of dictators.

* Op dit moment maken de VS zich zorgen om de invloed van

(19)

Cuba bleef tot 1934 een Amerikaans protectoraat en ook daarna hielden de Amerikanen een vinger in de pap. Nadat Batista in 1952 voor de

Haïti (de Duitsers kregen er steeds meer invloed en dat wilden zij niet). In 1994 komt Aristide met hulp van de VS opnieuw aan de macht.

Hugo Chavez in Venezuela. De VS onderhandelen met buurland Colombia voor uitbreiding van militaire aanwezigheid.

Bron 14: De VS beschikt op Curaçao en Aruba over

twee militaire steunpunten, zogeheten Forward Operating Locations (FOL's)

Bron 13: the Monroe doctrine

In 1901 werd Theodoor Roosevelt president van de VS. Zijn motto voor buitenlandse zaken was "speak softly but carry a big stick" (spreek zacht, maar draag een dikke stok bij je). later werd dit de "Big Stick policy" genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat een land bij diplomatieke onderhandelingen dreigt met (militaire) acties wanneer niet wordt bereikt wat zij wil. Met deze vorm van politiek bedrijven heeft Roosevelt begin 20e eeuw de invloed van de VS in de regio kunnen versterken.

Bron 15: Big stick policy

bron 16 Voorbeelden van de Big Stick Policy in de regio

Chavez ziet dreiging VS via Antillen

(Novum/AP) - De Venezolaanse president Hugo Chavez beschuldigt Nederland ervan de

Amerikaanse strijdkrachten gebruik te laten maken van Aruba, Curaçao en Bonaire om een

mogelijke aanval op zijn regering voor te bereiden.

(20)

eilanden voor de Venezolaanse kust gestuurd, zegt hij. Chavez beweert dit wel vaker, maar in

een toespraak donderdag voor de klimaatconferentie in Kopenhagen zei hij benieuwd te zijn

'wat de Europese Unie hierover te zeggen heeft'.

Chavez beweert al langer dat Washington linkse regeringen in Latijns-Amerika en het

Caribisch gebied probeert te ondermijnen.

bron 17: de gespannen relatie tussen de VS en Venezuela

4.3 de politieke invloed van de VS opdrachten

1 Gebruik de teksten en bron 13

1a Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met de "Monroe doctrine" 1b Hoe komt deze politieke leer aan zijn naam?

2 gebruik de teksten en de bronnen 15 en 16

2a Leg in je eigen woorden uit wat wordt verstaan onder de "big stick policy" 2b in welke periode werd het beleid waar deze term op slaat uitgevoerd?

2c Noem 3 landen in het Caribisch gebied waar dit beleid werd toegepast door de VS

3 gebruik bron 14, bron 17, de atlas en de teksten

3a "geografisch gezien vindt Venezuela de FOL bases een bedreiging voor zijn land". Leg uit wat hiermee wordt bedoeld

3b Wat wil Chavez bereiken met zijn opmerking op de klimaatconferentie in Kopenhagen? 3c Wat betekent de uitbreiding van militaire bases door de VS in Colombia voor de ABC

eilanden? 4 gebruik bron 14

4a waarom willen de VS de FOL's op Curaçao en Aruba?

In 2010 loopt het 10-jarig contract over het gebruik van de vliegvelden tussen de VS en het koninkrijk der Nederlanden af. Inmiddels is bekend dat het contract verlengt wordt. Sommige politici van de Curaçao zijn tegen verlenging, anderen zijn vóór verlenging.

4b Geef een reden waarom mensen tegen verlenging van dit contract kunnen zijn 4c Geef een reden waarom mensen vóór verlenging van dit contract kunnen zijn 5 gebruik de teksten

5a Tegenstanders van de VS noemen interventies in de regio door de VS ook wel "imperialisme". Geef hiervan 3 voorbeelden

5b waarom wordt imperialisme ook wel neokolonialisme genoemd? 6 gebruik de teksten

6a Geef het verschil aan tussen kapitalisme en communisme

6b waarom waren de VS tegen het vragen van hulp aan de Sovjet-Unie door Cuba? 6c Hoe heet het stuk grond op Cuba dat de VS gebruiken?

6d Hoe komt het dat de VS dit gebied van Cuba kunnen gebruiken? 6e waarvoor wordt dit gebied door de VS gebruikt?

(21)

Bron 18: Het Schottegat, de natuurlijke haven. Curaçao kan uitgroeien tot handelspoort voor Europese Unie en Latijns Amerika

Curaçao moet ernaar streven de handelspoort te worden tot Latijns Amerika en Europa. De editie 2009 van Economic Outlook heeft voor ogen dat het eiland dankzij zijn dienstverlening en infrastructuur een soort pre-clearence wordt voor die markten. Grote

exportlanden als Brazilië en Colombia zullen dan maar al te graag gebruik maken van Curaçao als hub voor hun goederenstromen, ook naar de Verenigde Staten. Wie weet lukt het ooit om Europese douane op het eiland gevestigd te krijgen. Daarvoor moet een buitenlands handelsbeleid worden ontwikkeld. Een overleg met Den Haag en Brussel moet gevoerd worden onder het motto ‘more trade, less aid’, aldus Antilliaanse Nieuwsbrief 2009 nr. 4.

4.4

Economische relaties: handel en toerisme

Mainport

Willemstad met zijn prachtige natuurlijke haven Schottegat, zijn vele financiële instellingen en zijn nabij gelegen luchthaven heeft alle potenties om uit te groeien tot een mainport, een knooppunt van handel en vervoer van internationaal belang. Curaçao ligt zeer centraal in het Caribisch gebied, tussen Noord-en Zuid-Amerika. Hoewel het landoppervlak van het eiland klein is, kan Curaçao toch over een groot achterland beschikken met deze centrale ligging. Het achterland is het gebied waarvan export en import via een bepaalde haven gaan. Het transportnetwerk over zee en door de lucht moet daarvoor worden uitgebreid, maar op het eiland zijn slechts geringe aanpassingen nodig. Er ontstaat dan gemakkelijk een agglomeratie-effect, een samenklontering van industrie, diensten en mensen. Bovendien is er in de directe omgeving weinig concurrentie te verwachten.

Handel in de Cariben

Het Caribisch gebied is al vanouds een echt handelsgebied. De waarde van de export van landen als Trinidad en Tobago, Bahama’s en Jamaica bedraagt bijna 5 miljard US$ per jaar. Het grootste deel van deze export is op de Verenigde

natuurlijke haven die direct aan een druk bevaren zee ligt, is ook uitstekend geschikt voor offshore bedrijvigheid, officieel handel en industrie buitengaats. Dat is in de eerste plaats het werkterrein van de olie-industrie, waar op olieplatforms op zee aardolie wordt gewonnen. Ook de bevoorrading van die kunstmatige eilanden behoort daarbij. Onder andere om die bevoorrading gemakkelijk te maken hebben veel Caribische eilanden daartoe delen van hun grondgebied buiten hun douanebepalingen geplaatst. Het zijn drukke handelscentra, waar belastingvrij allerlei goederen kunnen worden gekocht en verkocht. Het grote aantal zelfstandige staten op de Caribische eilanden bevordert deze bedrijvigheid: ieder eiland wil zijn eigen ‘free zone’ hebben.

Toerisme

Daarnaast is het toerisme in het Caribisch gebied van grote betekenis voor de economie van de eilanden. Sommige eilanden zijn voor ruim 80 % afhankelijk van het toerisme voor hun Bruto Nationaal Product (BNP), het gezamenlijk inkomen. Zolang het in de wereld economisch goed gaat, is het toerisme een goede inkomstenbron. Met relatief geringe investeringen

Inclusief alle toeristische diensten is er in het massatoerisme per twee toeristen voor één persoon werk in een volledige dagtaak. Veel landen in de wereld die zich op de ontwikkeling van het toerisme hebben geconcentreerd, hebben in één generatie een grote stijging in de welvaart kunnen realiseren. Zulke landen zijn bijvoorbeeld Tunesië en de Bahama’s. Regionaal kunnen daardoor binnen een staat grote welvaartverschillen ontstaan. Het massatoerisme creëert zelf ook extra werkgelegenheid. Ondernemingen bieden allerlei diensten aan, bijvoorbeeld restaurants, excursiebureaus en souvenirwinkels. Daarmee worden extra geldstromen het land binnengehaald.

Toerisme is echter ook zeer gevoelig voor verschillen in conjunctuur. Gaat het in de wereld economisch wat minder goed, dan zijn vakantiereizen de eerste artikelen waarop mensen bezuinigen. In het Caribisch gebied kan dit hard aankomen, want een vakantie naar een eiland is door de reis over zee of door de lucht relatief duur. Tijdens een economische crisis kan zo gemakkelijk in de toeristische sector plotseling een grote

(22)

Staten gericht.

Het gunstig gelegen Schottegat, de kan snel veel geld worden verdiend.Toerisme is ook arbeidsintensief, de sector levert veel werkgelegenheid.

werkloosheid ontstaan. In het volgende hoofdstuk komen we hier nog uitgebreid op terug.

Buitenlandse handel Curaçao en Bonaire in mln Naf

Jaar 2006 2007 2008 Eiland C B C B C B Totale import 1713 107 1908 153 2398 174 Kapitaalgoederen 269 19 331 30 448 34 Consumptiegoederen 419 15 463 24 586 25 Totale export 211 19 189 19 245 17 Kapitaalgoederen 27 3 17 1 28 2 Consumptiegoederen 64 0 49 0 46 1

Bron 19: Buitenlandse handel Curacao (C) en Bonaire (B) Buitenlandse handel Trinidad en Tobago in % in 2004

Export import Verenigde Staten 69 34 Barbados 3 -Jamaica 4 -Rest Caricom 6 2 Brazilië - 11 Venezuela - 3

Rest Centraal- en Zuid-Amerika 4

-Canada - 2

Japan - 4

Verenigd Koninkrijk - 5

Rest Europese Unie - 15

Overige landen 14 24

Bron 20: Buitenlandse handel Trinidad en Tobago

Bron 21: cruisetoerisme is een belangrijke bron voor de Caribische eilanden

(23)
(24)

4.4. Handel en toerisme opdrachten

1 Gebruik de teksten 1a Wat is een mainport?

1b Waarom moet voor een mainport het achterland groot zijn? 1c Welke functie heeft het agglomeratie-effect hierin?

2 Gebruik de atlas.

In de tekst wordt Willemstad genoemd als stad die kan uitgroeien tot een mainport. 2a Waarom zou Willemstad nog geen volledige mainport zijn?

2b Wat zou moeten gebeuren om Willemstad tot mainport te laten uitgroeien? 2c Ben je het ermee eens zoals het nu in de tekst staat?

2d Geef een toelichting op je antwoord. 3 Gebruik kaart 31 en 91 uit de atlas

3a Welke symbolen in en bij Willemstad wijzen erop dat Willemstad een mainport is? 3b Heeft Willemstad volgens de kaarten een groot of een klein achterland?

3c Waarom is het moeilijk om deze vraag te beantwoorden?

3d Verander je van mening over je antwoord op de vragen 2c en 2d?

3e Waarom?

4 Gebruik kaart 99 en internet. Tik het adres in: www.portofrotterdam.nl Ga naar: ‘zaken doen’ en daarna naar ‘verbindingen’.

4a Hoe groot is het achterland van de haven van Rotterdam? 4b Hoeveel inwoners bestrijkt dit gebied?

4c Vergelijk dit achterland met dat van Willemstad. Welke verschillen zijn er?

4d Bespreek in een korte samenvatting van ongeveer 20-30 zinnen welke voor- en nadelen elk van beide havens heeft.

5 Gebruik de teksten en kaart 31 uit de atlas 5a Wat is offshore bedrijvigheid?

5b Waarom is een eiland daarvoor zeer geschikt? 5c Waarom is Curaçao daarvoor zeer geschikt? 5d Wat is een free zone?

5e Waar ligt de free zone van Curaçao? 5f Waarom ligt deze niet direct aan zee? 6 Gebruik kaart 91 en de bronnen 19 en 20.

6a Welke twee landen zijn de grootste handelspartners van Trinidad en Tobago? 6b Welk product vooral maakt het handelsvolume groot?

6c Hebben de Nederlandse Antillen en Aruba een groter of kleiner handelsvolume? 6d Uit welke gegevens blijkt dat?

7 Gebruik kaart 57B.

7a Welke twee Caribische eilanden ontvangen de meeste toeristen?

7b Betekent dit automatisch dat hun economieën ook voor het grootste deel van toerisme afhankelijk zijn?

(25)

Bron 23: de CARICOM

De Caricom is een Caribische handels-organisatie met 15 leden, 5

geassocieerde leden en 7 waarnemende leden. De Caricom wil de economische betrekkingen tussen de leden

verbeteren. De vijftien lidstaten zijn voor een groot deel kleine staten met

grotendeels kleine markten, waarop de toegang verschillend is. Voor de leden is er vrije handel van goederen en diensten mogelijk. Invoerrechten zijn voor hen afgeschaft, maar dit geldt alleen voor goederen die ook afkomstig zijn van de lidstaten zelf.

4.5

Migratie en samenwerking

Migratie

Vaak wonen mensen niet hun hele leven op dezelfde plek. Ze doen dat bijvoorbeeld omdat ze een beter huis willen of omdat ze werk krijgen in een andere plaats. Soms verhuizen ze naar een ander land. Verhuizing naar het buitenland heet emigratie. Tegenover emigratie staat

immigratie. Immigratie is vestiging in het buitenland. Emigratie en

immigratie zijn een gevolg van push-en pullfactorpush-en. De pushfactorpush-en maken een gebied onaantrekkelijk om te wonen. De pullfactoren trekken migranten juist aan. Zo’n pulfactor kan een beter betaalde baan in een ander land zijn of meer mogelijkheden in een ander land na een studie aan een hogeschool of universiteit. Vertrekken om die reden veel afgestudeerde mensen uit hun geboorteland, dan spreekt men van brain drain. Het land verliest zijn intellectuele kader.

Niet altijd emigreren mensen uit vrije wil. Sommige mensen moeten vluchten uit hun land.

Onderdrukking, vervolging of oorlog zijn dus pushfactoren. Over de hele wereld zijn er miljoenen

vluchtelingen. Ze leven vaak in grote kampen in een buurland. Dit is gedwongen emigratie. Eigenlijk zouden ze graag terug gaan naar hun geboorteland, maar dat kan niet. Lukt dit na jaren wel, dan heet dit remigratie. Migratie vindt op verschillende schaalniveaus plaats:

De interregionale migratie is bijvoorbeeld die van de urbanisatie in ontwikkelingslanden. Daar is een sterke trek van platteland naar de stad. In de steden is meer

werkgelegenheid. Helaas voor de vele nieuwkomers zijn dit vaak geen officiële beroepen, maar baantjes in de informele sector. Veel steden in die landen zijn daardoor uitgegroeid tot miljoenensteden. De voormalige plattelanders wonen er vaak jarenlang in krotten. Rijke landen hebben vaak juist een tegengestelde migratiestroom, de suburbanisatie. Die gaat naar kleine kernen in de buurt van de stad of nog verder weg naar landelijke gebieden, de

desurbanisatie. De grootste stroom internationale migratie is gedwongen migratie.

Samenwerking

De Caricom beoogt één

gemeenschappelijke markt met een gemeenschappelijk munt. Dat heeft tevens als voordeel dat men naar complementariteit kan streven: de producten van de verschillende kleine staten kunnen elkaar zo veel mogelijk aanvullen.

De Caricom is opgericht op 1 augustus 1973 en heeft haar bestuurscentrum in Georgetown, Guyana.

De OECS (Organization of Eastern Caribbean States) is een

samenwerkingsorganisatie van zes staten van de Kleine Antillen:

St. Lucia en St. Vincent en de Grenadines. Men streeft in eerste instantie politieke stabiliteit en terugdringing van de armoede na. De economie van de landen is tamelijk eenzijdig en voornamelijk gebaseerd op toerisme, landbouw en offshore activiteiten.

De Mercosur is sinds 1991 een douane-unie van vijf Zuid-Amerikaanse staten: Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië en Venezulea. De organisatie beoogt vrije handel en vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal. Behalve de drie Guyana’s vormen sinds 2004 de overige Zuid-Amerikaanse staten samen met de Mercosur een gemeenschap die zich wil baseren op de

uitgangspunten van de Europese Unie.

Bij het verdrag van Rome, dat aan de basis stond van de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en de latere Europese Unie werden vele voormalige Europese koloniën in het kader van

ontwikkelingssamenwerking partner van de Unie. Met het verdrag van Lomé in 1975 werden voor deze ACS-landen de

industrie- en landbouwproducten, die geen directe concurrent zijn van Europese producten, vrijgesteld van douanerechten. Guyana, Suriname en de eilandstaten van het Caribisch

(26)

- intraregionaal, binnen een regio; - interregionaal, tussen twee regio’s; - internationaal, tussen twee staten.

Antigua en Barbuda, Dominica,

Grenada, St. Kitts en Nevis, gebied behoren tot deze groep ACS-landen.

Bron 24: verkrotting als gevolg van push-factoren

Bron 25: slechte huisvesting van vluchtelingen

Bron 26: verpauperde flatgebouwen waar vluchtelingen in wonen

Bron 27: de markt is een plaats voor de informele sector

(27)

bron 29: werk in de informele sector Bron 28: muziek maken voor toeristen

Verenigde Arabische Emiraten 22,98 Puerto Rico -0,96

Anguilla 14,06 St. Kitts & Nevis -1,15

Aruba 9,7 Cuba -1,56

Turks en Caicos 9,02 Haïti -2,07

Australië 6,23 Dominicaanse Republiek -2,22

Verenigde Staten 4,31 Mexico -3,61

Nederland 2,46 St. Lucia -4,14

Antigua & Barbuda 2,38 Dominica -5,45

Costa Rica 0,47 Jamaica -5,7

Rusland 0,28 Trinidad en Tobago -7,28

Brazilië -0,09 Guyana -7,44

Suriname -0,26 Saoedi-Arabië -7,6

Colombia -0,26 Grenada -10,55

Barbados -0,31 St. Vincent & de Grenadinen -11,8

Nederlandse Antillen -0,39 Maldiven -12,58

Bron 30 Netto migratie percentage (migranten per 1000 inwoners) in 2009

Bron 30 geeft voor de zelfstandige staten en autonome gebieden de netto migratie voor het Caribische gebied en enkele staten daarbuiten ter vergelijking.

In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw was er vanuit het Caribische gebied vooral migratie naar het Verenigd Koninkrijk. Er was daar veel werkgelegenheid. London Transport bijvoorbeeld had een wervingskantoor in Kingston.

Vanuit Trinidad en Tobago migreren sinds 1970 vooral hoger opgeleiden naar Canada en de Verenigde Staten. Ook vanuit Jamaica bestaat die trend. Men kan meer verdienen in het nieuwe vaderland. Het gaat hier dus om pull factoren. Push factoren werken vooral vanuit Haïti de migratie in de hand. Met kleine oude boten probeert men armoede en politieke onderdrukking te ontvluchten. De vluchtelingenstromen zijn vooral gericht op naburige eilanden met een hoger welvaartspeil.

Meer in het nieuws zijn al jarenlang de vluchtelingen vanuit Cuba naar de Verenigde Staten. Sinds 1980 zijn dat er ruim anderhalf miljoen. Ze vormen een niet te onderschatten oppositie tegen het regime op Cuba.

Migratie vindt ook plaats naar de Bahama’s vanwege het ontbreken van inkomstenbelasting. Inwoners vanuit Belize en de Guyana’s kunnen relatief gemakkelijk uitwijken naar het buitenland, namelijk de aangrenzende landen. Evenzo is de vluchtelingenstroom van Haïti naar de Dominicaanse Republiek relatief gemakkelijk.

De migratie van Suriname naar Nederland sinds de jaren 70 van de vorige eeuw heeft een braindrain voor Suriname veroorzaakt. Hier was sprake van een pullfactor. Hoger opgeleiden verdienen in Nederland meer dan in Suriname.

(28)

4.5. Migratie en samenwerking opdrachten

1 Gebruik de teksten

1a Wat is het verschil tussen emigratie en remigratie? 1b Kunnen voor beide dezelfde pushfactoren gelden? 1c Verklaar je antwoord.

2 Gebruik de teksten

2a Wat is het verschil tussen urbanisatie en desurbanisatie? 2b Welke typen migratie zijn voor beide van toepassing?

2c Kan deze migratie op alledrie de schaalniveaus plaatsvinden? 2d Geef een toelichting op je antwoord.

3 Gebruik de kaarten 28 en 29 Curaçao Verstedelijking en Ruimtelijke Ordening. 3a Is de ontwikkeling van Willemstad een gevolg van urbanisatie?

3b Waarom denk je dat?

3c Welke kaart zou kunnen wijzen op desurbanisatie?

3d Waarom?

3e Met welke andere kaarten zou je dit kunnen aantonen? 3f Kijk op internet www.cbs.an of je veronderstelling klopt. 4 Gebruik de kaart Wereld Migratie

4a Welke migratiestromen waren geen gedwongen migratie? 4b Waarom niet?

4c Denk je dat bij die migratie een informele sector ontstond?

4d Bespreek in een korte samenvatting de invloed van de migratiestromen op de economie van het Caribisch gebied.

5 Gebruik de teksten

5a Welke soort landen in het Caribisch gebied hebben last van brain drain? 5b Wat is daarvan de oorzaak?

5c Zoek in de atlas onder ‘vlaggen en feiten’ welke aanknopingspunten je kunt vinden om je antwoord op vraag 5b te ondersteunen.

5d Welke maatregelen zouden genomen moeten worden om dit proces tegen te gaan? 5e Leid uit de gegevens van je antwoorden op 5b en 5d een algemene regel af. 6 Gebruik kaart 14.

6a Welke landen zijn volwaardige leden van de Caricom? 6b Welke lidstaat staat niet op deze kaart?

6c Welke lidstaat is het grootst in oppervlakte? 6d Waarom is Curaçao geen lidstaat?

6e Waarom is Guadeloupe geen lidstaat?

7 Gebruik de kaart Haïti Economie en de teksten.

7a Zoek een lidstaat van de Caricom die economisch complementariteit heeft. 7b Welke producten komen daarvoor in aanmerking?

7c Beschrijf kort hoe dit voor beide landen voordeel kan hebben. 8 Gebruik de atlas.

8a Van welke samenwerkingsorganisatie is de economie het meest eenzijdig ontwikkeld? 8b Van welke lidstaat van de Caricom is de economie het meest eenzijdig ontwikkeld? 8c Waarom is dat ongunstig?

8d Leg dit antwoord uit. 9 Gebruik de atlas.

9a Welke samenwerkingsorganisatie vind je economisch het meest levensvatbaar? 9b Wat is daarvan de oorzaak?

(29)

Hoofdstuk 5:

TOERISME

en de voor- en nadelen hiervan

5.1 toerisme op de Caribische eilanden

5.2 de gevolgen van het toerisme

5.3 jouw beeld van het Caribisch

gebied

Afbeelding

Figuur 1 Aantal toeristen op de vier grootste eilanden van het koninkrijk der Nederlanden 4    Gebruik figuur 1 en de teksten
Figuur 2 Toerisme op Bonaire en op de Dominicaanse Republiek
figuur 1: import en exportcijfers van de Dominicaanse republiek 4 Gebruik figuur 1
figuur 2: wereldwijde consumptie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2 How does these three partici- pants’ understanding of Jesus’ story through Johannine symbolism, espe- cially the symbol of light, vary with the use of this notion of narrative

Scholtz bespeur ook 'sigbare vol- doening' by Smit as hy verslag doen van gebeure waar hy, soos Scholtz dit stel, aktief die geskiedenis betree (pp. 3-18) baie swaar geleun

Deze indeling ziet u in onderstaand schema, waarbij de naam van de opleiding staat vermeld zoals die in CROHO gebruikt wordt.. In sommige gevallen wijkt deze naam af van de

Elk plot kreeg een aparte behandeling: (1) Firefly’s geconcentreerd langs de windsingel, (2) Firefly’s gelijkmatig verdeeld over het plot en (3) geen Firefly’s

een toegevoegde waarde van 27 miljoen euro is immers goed voor toch bijna nog 3% van de totale toegevoegde waarde die wordt gegenereerd in de particuliere sector

A 3600 W electrical resistance heater (Thermcraft FPH-C 12-1250) mimicked the heat input of CSP to the PCM. Cylindrical guard heaters surrounding the PCM and thermal valve were set

Kinderen die zonder de steun van stichting Internationale Kinderhulp Nederland (kortweg IKN) in armoede op straat zouden leven en overgeleverd zouden zijn aan..

Wij zien op basis van de data niet zozeer een toename in aantallen dagen dat meerzorg wordt geleverd per cliënt, maar wel dat meer cliënten binnen dit zorgprofiel gebruik maken van