• No results found

Natuurlijke bestrijding bladluizen lastiger dan gedacht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Natuurlijke bestrijding bladluizen lastiger dan gedacht"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuurlijke bestrijding bladluizen

lastiger dan gedacht

PPO is op zoek

naar nieuwe,

milieuvriende-lijke bestrijders

van bladluizen in

de buitenteelt.

Voor

boomkwe-kerijgewassen

richt het

onder-zoek zich op de

bestrijding van

rozenluis en

aardappeltop-luis.

teriën, virussen, zweefvliegen en roofwant-sen tegen. Om die reden is het onderzoek naar die organismen gestopt. Oorwormen en een sluipwesp bleken wél interessant voor verder onderzoek.

Het lukte PPO niet om de zweefvliegen

Eupeodes corollae en Sphaerophoria scrip-ta te kweken, hoewel deze vaak in rozen

voorkomen. Dat is de reden waarom er geen nader onderzoek is gedaan naar deze biologische bestrijder. Toch is het wel zin-vol om de zweefvlieg naar het gewas te lok-ken, omdat deze bladluizen bestrijdt. Dit kan door bloemstroken langs het gewas in te zaaien. De zweefvlieg legt eieren in het gewas en de larven leven van de bladluizen. De volwassen vlieg eet stuifmeel en wordt dus door de bloemen gelokt.

In de fruitteelt worden oorwormen suc-cesvol toegepast tegen de appelbloedluis. PPO testte tijdens het onderzoek de Euro-pese oorworm (Forficula auricularia). De oorwormen werden buiten gevangen en getest in bakken. Zij bestreden de rozen-luis op de roos echter niet. Katoenrozen-luis op de roos werd wel door de oorwormen be-streden.

Verder bleek uit het onderzoek dat de oorwormen vraatschade aanrichtten op chrysanten en paprika’s; rozen werd niet aangetast.

De sluipwesp Praon volucre trok de aan-dacht van de onderzoekers, doordat deze een kweek van de aardappeltopluis volledig uitroeide. Het is bekend dat de sluipwesp veel verschillende soorten bladluizen pa-rasiteert. Het kweken van dit kleine insect bleek helaas niet gemakkelijk. Er moet dan

ook meer onderzoek naar deze sluipwesp gedaan worden.

Praon volucre werd tegen rozenluis

ge-test in proefkooien. Na acht dagen was er een werking van 83% ten opzichte van de niet-bestreden rozen. Na 15 dagen was dit gestegen naar 99%.

Vervolgens werd de werking van Praon

volucre vergeleken met die van de

commer-cieel verkrijgbare sluipwesp Aphidius ervi. Uit deze proef kwamen geen duidelijke re-sultaten.

Weinig perspectief

Hoewel de oorworm het in de fruitteelt goed doet, biedt deze weinig perspectief voor de rozenteelt.

Sluipwesp Praon volucre werkte in de proefkooien niet beter dan Aphidius ervi. Toch zou deze sluipwesp verder onderzocht moeten worden. In de proefkooien hadden de sluipwespen namelijk niet de kans om weg te vliegen. Van Aphidius ervi is bekend dat deze gemakkelijk wegvliegt van een plant als de wesp niet snel bladluizen vindt. Mogelijk zoekt Praon volucre intensiever en blijft zij beter in het gewas. In dat geval kan deze sluipwesp toch een interessante biologisch bestrijder zijn. ■

Luizen op roos kunnen meerdere kleuren aannemen. Foto’

s: PPO Bomen De Boomkw ek er ij 5 (3 f ebr uar i 2006)

11

Biologische bestrijding

Elberse is onderzoeker bij PPO Bomen in Lisse, (0252) 46 21 21/ivonne.elberse@wur.nl. Ivonne Elberse

Dit project liep van 2002 tot en met 2005 en werd gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

In samenwerking met Plant Research Inter-national (PRI) heeft PPO onderzoek gedaan naar natuurlijke vijanden van bladluizen in onder andere de rozenteelt.

PPO heeft voor roos gekozen, omdat dit gewas ook in de glastuinbouw gekweekt wordt. Tijdens het onderzoek vond samen-werking plaats met verschillende agrarische sectoren, zoals de glastuinbouw.

In de glasgroenteteelt wordt al veel ge-bruikgemaakt van de diensten van biolo-gische bestrijders van bladluizen. Niet alle natuurlijke vijanden die in de binnenteelt toegepast worden, zijn echter geschikt voor de buitenteelt. Sommige natuurlijke vij-anden passen zich bijvoorbeeld slecht aan boomkwekerijgewassen aan, vinden het buiten te koud of vliegen gemakkelijk weg van het gewas. PPO zocht daarom naar na-tuurlijke vijanden die van nature al voor-komen in boomkwekerijgewassen. Deze voelen zich daarop waarschijnlijk thuis en zijn dus misschien betere bestrijders dan de bestrijders uit de kassen.

Binnen de boomkwekerij heeft PPO zich gericht op bestrijders van rozenluis

(Ma-crosiphum rosae) en aardappeltopluis

(Macrosiphum euphorbiae) in roos.

Oorwormen en een sluipwesp

In 2002 zijn de onderzoekers begonnen met het zoeken naar de natuurlijke vijanden die van nature voorkomen in rozen. In eerste instantie dachten ze hierbij aan bacteriën, virussen, zweefvliegen, roofwantsen, sluip-wespen en oorwormen, maar na intensief onderzoek vielen de resultaten van de

bac-Het vrouwtje van de sluipwesp Praon volucre legt haar eitjes in bladluizen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar de maatregelen om deze kosten te beteuge- len zijn tot nu toe vooral gericht op het reguleren van het gezondheids- zorggebruik, en niet op het verminderen van de noodzaak om

(brief title) Acronym or short title of study Capecitabine for Advanced Breast Cancer Official scientific. title of the study Official scientific title of study should include name

Human Sciences Research Council (HSRC) Education Skills Development Unit and North West University, School for Educational Leadership Development e-mail:

The purpose of this study was to determine the psychometric properties of the EIS in order to contribute to the verification of its reliability and validity as an

for setting standards for General and Further Education and Training in South Africa and for assuring their quality.. In addition to developing and managing the quality of

Practical implications of using the DBE vs SS cut-scores In this section, the practical implications of using the cut-scores for reporting on the percentage of learners

DATE/TIME PLACE WEAPONS USED CASUALTIES COMMENTS 4 September 1987 – 20h55 Elundu 60mm mortars, SKS rifle- grenades, Small arms Nine x SADF wounded 23 x mortars hit the

The aim of this study was to explore the role of gender as moderator in the relationship between emotional intelligence and aspects of psychological well-being (positive