• No results found

De normalisatie van seksuele intimidatie in Amsterdamse nachtclubs : de dunne lijn tussen flirten en seksuele intimidatie : ervaringen van mannen en vrouwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De normalisatie van seksuele intimidatie in Amsterdamse nachtclubs : de dunne lijn tussen flirten en seksuele intimidatie : ervaringen van mannen en vrouwen"

Copied!
75
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Normalisatie van Seksuele Intimidatie

in Amsterdamse Nachtclubs

De dunne lijn tussen flirten en seksuele intimidatie: ervaringen van mannen en vrouwen.

MASTERSCRIPTIE

Student: Michelle Geurs

Email: michelle.geurs@student.uva.nl msgeurs@gmail.com

Student nummer: 11251379

Datum: 9 juli 2018

Faculteit: Maatschappij- en gedragswetenschappen, Algemene Sociologie. 1ste Supervisor: Dr. Marie-Louise Janssen

2e Supervisor: Dr. Linda van de Kamp

Woordaantal: 23.356

(2)

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ... 3 ONDERZOEKSSAMENVATTING ... 4 1. INLEIDING ... 6 2. THEORETISCH KADER ... 8 2.1SEKSUELEINTIMIDATIE ... 9

2.2DENACHTCLUBALSHYPERSEXUALISEDSPACE ... 10

2.3.HETHETERONORMATIEVEFRAME:MACHTSRELATIESINDECLUB ... 11

2.4VERDEDINGSSTRATEGIEENVANVROUWEN ... 15

3. ONDERZOEKSMETHODOLOGIE ... 15

4. DE ONBEPAALDE GRENS TUSSEN FLIRTEN EN SEKSUELE INTIMIDATIE IN AMSTERDAMSE NACHTCLUBS ... 19

4.1.SEKSUELEINTIMIDATIEINCLUBS:ERVARINGENNAARGENDER ... 19

4.2DENORMALISATIEVANSEKSUELEINTIMIDATIEINNACHTCLUBS ... 30

5. AMBIVALENTIES ... 42

6. CONCLUSIE ... 51

DISCUSSIE ... 54

LITERATUURLIJST ... 57

(3)

VOORWOORD

Voor u ligt de door mij geschreven masterscriptie over de normalisering van seksuele

intimidatie in Amsterdamse nachtclubs. Naar aanleiding van mijn persoonlijke ervaringen met seksueel ongewenst gedrag in nachtclubs leek dit het juiste moment om aandacht te creëren voor dit steeds groter wordende probleem. Want ik ben helaas niet de enige die met dit probleem te maken krijgt, om mij heen hoor ik continu vrouwen die zich niet meer prettig of veilig voelen in Amsterdamse nachtclubs, zoals ook blijkt uit de verkregen

onderzoeksresultaten. Een avondje uit met vriendinnen verloopt nooit zonder seksueel ongewenst gedrag, er lijkt altijd wel iets te gebeuren: een ongewenste hand op je heupen, een seksueel intimiderende opmerking, een dansende man tegen je billen aan, zonder dat er sprake is van enkele eerdere interactie of zelfs maar oogcontact. En dat is helaas nog maar een klein deel van het werkelijke probleem. Natuurlijk kies ik er persoonlijk voor om nachtclubs te bezoeken, maar niet omdat ik graag ongevraagd aangeraakt wil worden, wel om te dansen en van de muziek te genieten. Helaas is dit geen optie, want de club behoort toe aan mannen, zij creëren de regels en houden deze door middel van de machtsrelatie tussen mannen en

vrouwen in stand. Als vrouwen er wel voor kiezen een nachtclub te bezoeken, moeten zij accepteren dat zij hun persoonlijke grenzen en ruimte moeten opgeven. Hoewel seksuele intimidatie in nachtclubs een steeds groter probleem lijkt te worden, lijken nog maar weinig mensen te weten hoe ernstig de situatie in werkelijkheid is. Het is moeilijk te begrijpen hoe het kan dat mensen bepaalde handelingen zo verschillend opvatten in clubs. Hoewel er voor de hand liggende factoren zijn, zoals de seksuele sfeer in clubs of alcohol- en drugsgebruik, lijkt het probleem nog veel dieper te liggen. In deze masterscriptie is dit probleem onderzocht, zodat het hopelijk meer aandacht zal verkrijgen.

Ik wil graag mijn begeleidster, dr Marie-Louise Janssen, bedanken voor haar goede tips, feedback en vooral de steun die zij mij heeft geboden tijdens het schrijven van mijn scriptie. Ook wil ik graag mijn tweede begeleidster bedanken, dr. Linda van de Kamp, voor het geven van alle goede tips en het verder helpen met mijn scriptie. Ook wil ik alle

interviewparticipanten bedanken voor hun deelname, en natuurlijk mijn eigen vrienden en vriendinnen die ik keer op keer heb meegesleept naar nachtclubs voor mijn participerende observaties. Tenslotte wil ik mijn medestudenten bedanken, voor alle steun en gezelligheid die zij mij hebben gegeven de afgelopen jaren. Ik wens jullie veel leesplezier.

(4)

ONDERZOEKSSAMENVATTING

In deze masterscriptie is kwalitatief onderzoek gedaan naar de ervaringen van seksuele intimidatie in Amsterdamse nachtclubs, en naar de manieren waarop seksueel intimiderend gedrag wordt genormaliseerd door mannelijke en vrouwelijke clubbezoekers. Er is begonnen met het uitvoeren van participerende observaties in drie Amsterdamse nachtclubs. Uit deze observaties zijn situaties gehaald, die als vignetten terugkwamen in de vijftien interviews met clubbezoekers. Zoals de titel van de scriptie al aangeeft, is er in de hyper geseksualiseerde nachtclubs een onduidelijke grens tussen seksueel gewenste en seksueel ongewenste aandacht. Dit wordt bevestigd door de ambivalenties die zichtbaar zijn in de vignetten: de participanten zien seksuele aandacht minder vaak als ongewenst wanneer zij denken aan de context van nachtclubs. Het doel van dit onderzoek is het creëren van bewustzijn over de onduidelijkheid tussen seksueel gewenst en seksueel ongewenst gedrag in nachtclubs, zodat deze grenzen niet meer standaard overschreden worden wanneer een vrouw een avond uit gaat. Naast deze onduidelijke grens is er sprake van het steeds normaler worden van seksueel intimiderend gedrag, doordat clubbezoekers geloven dat seksuele intimidatie niet te

voorkomen is binnen de seksuele context van nachtclubs. Het feit dat seksueel intimiderend gedrag voornamelijk door vrouwen ervaren wordt, kan verklaard worden door de dominante machtsverhouding tussen mannen en vrouwen. Mannen bepalen de regels in nachtclubs, vrouwen passen zich aan. Deze machtsverhouding binnen een seksuele context zorgt voor tegenovergestelde genderrolverwachtingen voor mannen en voor vrouwen. De man heeft het vinden van seks en het jagen op vrouwen als doel, terwijl de vrouw seksueel grens bewarend dient te zijn. Zij jaagt daarom niet op mannen, maar laat mannen op zich jagen. Deze

machtsverhouding beïnvloedt de manieren waarop mannen en vrouwen seksuele intimidatie normaliseren in nachtclubs. Terwijl mannen vrouwen in clubs objectificeren, en beoordelen in welke mate vrouwen openstaan voor seksuele aandacht op basis van hun gedrag en kleding, praten zij (en ook vrouwen) het ongewenste gedrag van mannen goed door te kijken naar de intentie van de man. Als de intentie niet slecht is, is er geen sprake van seksuele intimidatie, ook niet wanneer het voor een vrouw wel als seksueel intimiderend voelt. Omdat seksueel ongewenste aandacht zoveel voorkomt in clubs, wordt er ook veel geaccepteerd door

vrouwen. Zij zijn bang om als aansteller of overdrijver gezien te worden wanneer zij bepaalde seksuele aandacht aanvoelen als seksueel intimiderend. Zij houden daarom vaak hun mond hierover, zowel tegen vriendinnen als tegen de bewaking in nachtclubs. Daarnaast zorgt het feit dat mannen een afwijzing vaak anders interpreteren dan vrouwen deze bedoeld hebben

(5)

voor verschillende interpretaties van seksuele aandacht. Terwijl de vrouw een afwijzing werkelijk als afwijzing ziet, blijkt uit de interviews dat mannen dit kunnen interpreteren als deel van het seksuele spel. Omdat de vrouw in haar genderrol haar seksuele grenzen moet bewaken, doet zij volgens mannen alsof ze moeilijk te versieren is, maar vindt zij de aandacht eigenlijk leuk. Deze verschillende interpretatie van interactie zorgt voor een grotere kans op het plaatsvinden van seksuele intimidatie. Ten slotte vergroot het gebruik van alcohol en drugs in clubs de kans op seksuele intimidatie, omdat het de seksuele grenzen van zowel mannen als vrouwen vervaagt. Mannen durven meer, en zullen daarom meer (on)gewenste seksuele aandacht geven aan vrouwen. Vrouwen laten hun seksuele grenzen vervagen, waardoor het kan dat zij onder invloed van alcohol of drugs meer open denken te staan voor seksuele aandacht van mannen. Omdat seksueel intimiderend gedrag zo vaak voorkomt in nachtclubs, hebben vrouwen verschillende verbale en non-verbale verdediging strategieën bedacht om zichzelf te beschermen tegen seksueel intimiderend gedrag van mannen: grapjes, smoesjes, weglopen, verstoppen of zelfs een fysieke aanval.

Deze factoren zorgen ervoor dat het aanpakken van seksuele intimidatie laag op de agenda staat in nachtclubs. Het probleem lijkt niet als groot genoeg ervaren

te worden, omdat het plaatsvinden van seksuele interactie zo normaal is in clubs: vele bezoekers komen met de intentie iemand van het andere geslacht te ontmoeten, vaak om voor dezelfde avond plezier mee te hebben. De gevaren die dit met zich meebrengt, zoals de overschrijding van seksuele grenzen, lijkt binnen de context van een nachtclub

onoverkomelijk, omdat dit zo erg geïnternaliseerd is in de dominante, seksuele normen van nachtclubs.

(6)

1. INLEIDING

Als gevolg van de #Me-Too discussie zijn seksuele intimidatie en seksueel geweld meer dan ooit onder de aandacht gekomen. Sommige slachtoffers spreken zich uit waar zij dit eerder niet durfden, omdat er met de #Me-Too discussie openheid gecreëerd wordt over de onderwerpen seksuele intimidatie en seksueel geweld in zowel media, politiek en de samenleving (Theaker, 2016; Anker, 2017; Lanigan, 2017 Schagen, 2017; Seawell, 2017; Pollitt, 2018). Behalve dat er openheid gecreëerd wordt met de #Me-Too discussie, is er ook kritiek op de discussie, want niet elke flirt of seksuele aandacht is direct seksuele intimidatie (Giesen, 2018; Andrews et al., 2018). De onduidelijke grens tussen gewenste en ongewenste seksuele aandacht zorgt voor verschillende perspectieven op ‘normaal’ seksueel gedrag1. Wat

de ene persoon als seksuele intimidatie kan ervaren, kan de andere persoon ervaren als een flirt, grapje of als een normale manier van interactie tussen mannen en vrouwen (Quinn, 2002; Thompson en Cracco, 2008; Fileborn, 2012).

De specifieke context heeft invloed op dat wat ervaren wordt als normaal seksueel gedrag (Snow et al., 1991; Quinn, 2002; Thompson en Cracco, 2008; Grazian, 2007, 2009; Graham et al., 2006, 2010; Fileborn, 2012; van Liempt et al., 2015). In de privésfeer wordt ander gedrag als normaal gezien dan in de publieke sfeer (Berlant en Warner, 1998). In een nachtclub ligt dit ingewikkeld, omdat dit een publieke plaats is met specifieke normen omtrent seksueel gedrag. De onderzoekster en criminologe Fileborn (2012) noemt de ruimte van een nachtclub een ‘hyper geseksualiseerde’ context. Fileborn (2012) is gespecialiseerd op het gebied van criminologie, seksualiteit en genderverschillen. In de hyper geseksualiseerde context van een club is seksuele interactie passend. Heteroseksueel gedrag gerelateerd aan seks, zoals flirten en intimiteit tussen mannen en vrouwen, komt vaak voor in nachtclubs en wordt daarom als normaal en passend ervaren (Snow et al., 1991; Graham et al., 2006; Thompson en Cracco, 2008; Grazian, 2007, 2009; Fileborn, 2012).

Bij het bekijken van de websites van grotere nachtclubs in Amsterdam, waaronder de clubs waarin de participerende observaties zijn uitgevoerd, lijkt het alsof seksuele intimidatie nog niet hoog op de agenda staat. In club C staan de huisregels niet online, bij club B (2018) staat er in de huisregels dat intimidatie, agressie, racisme en discriminatie niet worden geaccepteerd, er staat echter niets expliciet over seksuele intimidatie. Bij club A (2018) staat er in de huisregels dat ongewenste intimiteiten niet getolereerd worden. Hoewel huisregels niet altijd werken, kan het wel werken als voorzorgsmaatregel, of juist om het publiek een

(7)

veiliger gevoel te geven (Seawell, 2017). Hoewel er in Nederland nog weinig onderzoek is verricht naar seksuele intimidatie in het uitgaansleven, zijn er in het buitenland meerdere onderzoeken uitgevoerd: in de Verenigde Staten (Snow et al., 1991; Quinn, 2002; Thompson en Cracco, 2008; Grazian, 2007; 2009), Canada (Graham et al., 2006; 2010), Australië (Fileborn, 2012) en het Verenigd Koninkrijk: uit een onderzoek van YouGov (2017) blijkt bijvoorbeeld dat 79%, meer dan driekwart van de vrouwen, verwacht dat zijzelf of haar vriendinnen te maken krijgen met seksuele intimidatie tijdens een avond uit (YouGov, 2017).

Deze hoge verwachting kan te maken hebben met het feit dat het moeilijk is om een grens te trekken tussen gewenste en ongewenste seksuele aandacht. De scheidingslijn is vaak onduidelijk en varieert per individu. Wat de ene persoon ervaart als seksueel gewenste aandacht, kan de andere persoon ervaren als seksueel ongewenste aandacht. Toch is het opvallend dat vooral vrouwen aangeven dat zij te maken krijgen met seksueel ongewenste aandacht in nachtclubs, zoals ook duidelijk te zien is in het onderzoek van YouGov (2017). Het is daarom belangrijk om een beter begrip te krijgen van verschillen in

genderperspectieven ten aanzien van de lijn tussen gewenst en ongewenst seksueel gedrag in nachtclubs. De onderzoekster en sociologe Quinn (2002) geeft een mogelijke verklaring voor dit verschil in perspectieven: genderrolverwachting en socialisatie. Zij stelt dat hoe meer mannen en vrouwen zich conformeren aan traditionele genderrollen (‘de echte man’ en ‘de echte vrouw’)2, hoe groter de kans is dat zij seksuele aandacht als acceptabel en normaal

ervaren, in plaats van als seksuele intimidatie. Binnen de hyper geseksualiseerde context van nachtclubs zijn genderrolverwachtingen geseksualiseerd: de echte man moet jagen op de vrouw, terwijl de ‘echte vrouw’ moet afwachten tot er op haar wordt gejaagd. Ze moet zich laten veroveren door de man (Quinn, 2002; Thompson en Cracco, 2008, Fileborn, 2012). Deze dominante machtsverhouding tussen mannen en vrouwen binnen nachtclubs kan verklaren waarom vrouwen seksuele aandacht vaker dan mannen als seksueel intimiderend ervaren. Hoewel het verschil in ervaringen met seksueel intimiderend gedrag tussen mannen en vrouwen onderzocht wordt in deze masterscriptie, is het van belang om andere

achtergrondfactoren ook mee te nemen in het onderzoek, zoals leeftijd, etniciteit en sociale klasse. Het is belangrijk te onthouden dat genderverschillen niet de enige basis zijn voor een ongelijke machtsrelatie binnen nachtclubs, maar dat er ook verschillen tussen mannen en vrouwen onderling kunnen voorkomen (Connell en Messerschmidt, 2005; Schippers, 2007; Grazian, 2009).

(8)

Het is belangrijk dat er bewustzijn gecreëerd wordt over de onduidelijkheid van seksuele grenzen binnen nachtclubs, als gevolg van de geseksualiseerde ambiance, normen en dominante machtsverhoudingen tussen man en vrouw, zodat deze seksuele grenzen niet langer structureel overschreden worden. In deze masterscriptie zijn daarom de seksuele grenzen en ervaringen van mannen en vrouwen in Amsterdamse nachtclubs onderzocht, om te kijken of, en op welke manieren, mannen en vrouwen seksuele intimidatie3 normaliseren in

nachtclubs.

ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN

De onderzoeksvraag van dit onderzoek is: Hoe normaliseren bezoekers van nachtclubs seksuele intimidatie in Amsterdamse nachtclubs, en hoe verschilt dit naar sekse?

Hierbij zijn de volgende deelvragen gehanteerd:

Wat ervaren mannen als ongewenst seksueel gedrag in nachtclubs? Wat ervaren vrouwen als ongewenst seksueel gedrag in nachtclubs?

Hoe internaliseren mannen bepaalde normen omtrent seksueel gedrag in nachtclubs? Hoe internaliseren vrouwen bepaalde normen omtrent seksueel gedrag in nachtclubs? Welke strategieën ontwikkelen vrouwen tegen ongewenst seksueel gedrag?

In deze scriptie wordt eerst een theoretische basis gelegd, zodat gebruikte begrippen en de context van het onderzoek duidelijk zijn. Vervolgens wordt de methodologie van het

onderzoek behandeld: participerende observaties en interviews met vignetten. De verkregen data uit de observaties en interviews worden aan de hand van de deelvragen geanalyseerd in de daaropvolgende hoofdstukken. In de conclusie wordt de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord, en er wordt ingegaan op mogelijke beperkingen van het onderzoek.

2. THEORETISCH KADER

In het theoretische kader staan de belangrijkste definities van dit onderzoek. Het begrip seksuele intimidatie is eerst omschreven, zodat er een duidelijke definitie bestaat van dit begrip bij het onderzoek. Omdat de specifieke context in dit onderzoek zo belangrijk is, is hier ook aandacht aan besteed. De nachtclub kan ervaren worden als hyper geseksualiseerde

(9)

(Fileborn, 2012) context, waar bepaalde machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen dominant zijn en seksuele normen anders liggen dan in andere (openbare) gelegenheden.

2.1 SEKSUELE INTIMIDATIE

Om ervaringen van seksuele intimidatie in nachtclubs te onderzoeken, is het belangrijk dat er een duidelijk afgebakende definitie is van het begrip seksuele intimidatie. Bestaande literatuur (Pollack, 1990; Fitzgerald et al., 2010) heeft het concept seksuele intimidatie opgesplitst in een wettelijke definitie en een psychologische definitie. Hoewel deze met elkaar overlappen, kunnen wettelijke criteria voor seksuele intimidatie anders zijn dan wat een persoon

psychologisch ervaart als seksuele intimidatie (Pollack, 1990; Fitzgerald et al., 2010).

Onderzoekster Pollack (1990), gespecialiseerd in vrouwenrechten, bekritiseert de gelimiteerde wettelijke definitie van seksuele intimidatie, omdat deze alleen de meest ernstige vormen van seksuele intimidatie betreffen. Pollack (1990) stelt dat andere ervaringen van seksuele

intimidatie van vrouwen afgedaan worden als iets dat logischerwijs gebeurt. Deze vrouwen worden vaak niet serieus genomen, terwijl zij zich wel seksueel geïntimideerd voelen. Fitzgerald et al., (2010) hebben daarom een theoretisch model ontwikkeld waarin zowel de wettelijke als psychologische definitie van seksuele intimidatie terugkomen. Louise Fitzgerald is een professor in gender-en vrouwenstudies, gespecialiseerd in seksueel geweld en seksuele intimidatie. Volgens Fitzgerald et al. (2010) bestaat seksuele intimidatie uit drie

componenten: 1) gender intimidatie, dit zijn verbale en non verbale uitingen met als doel het beledigen of kleineren van (voornamelijk) vrouwen. 2) ongewenste seksuele aandacht: de ongewenste non-verbale en verbale aandacht die gerelateerd kan worden aan seks, en plaatsvindt tussen twee of meer individuen en 3) seksuele dwang. De laatste is gericht op de wettelijke definitie, terwijl gender intimidatie en ongewenste seksuele aandacht gaan om de meer psychologische definitie van seksuele intimidatie (Pollack, 1990; Fitzgerald et al., 2010). Dit theoretische model van Fitzgerald et al. (2010) is een ideaaltype, welke een andere vorm aanneemt binnen verschillende contexten. Voor mijn onderzoek wordt dit model

aangehouden.

In dit onderzoek, volgend op het model van Fitzgerald et al. (2010), en op de definitie van Fileborn (2012), wordt seksuele intimidatie gedefinieerd als: ‘alle verbale en non-verbale

(lichamelijke en visuele) ongewenste seksuele aandacht die ervaren wordt door een vrouw als dwingend of als een bedreiging, met als gevolg dat de vrouw zich gekwetst of vernederd voelt’

(10)

2.2 DE NACHTCLUB ALS HYPERSEXUALISED SPACE

Van Liempt et al. (2015) stellen dat het nachtleven in de stad sterk differentieert van het dagleven in de stad. Zowel van Liempt en van Aalst zijn gespecialiseerd in urbane en humane geografie. Volgens van Liempt et al. (2015) worden dominante sociale normen van overdag in het nachtleven overtreden, omdat er ’s nachts andere emoties en gedragingen genormaliseerd zijn. Deze emoties en gedragingen worden overdag als abnormaal gezien, maar passen binnen de normen van het nachtleven. Er bestaat niet alleen een verschil tussen sociale normen met betrekking tot dag en nacht, maar ook met betrekking tot de specifieke plaats (Fileborn, 2012). Voor andere publieke ruimten, zoals een restaurant of supermarkt, gelden er andere normen en regels. Voor nachtclubs bestaan unieke regels die in andere publieke plaatsen als abnormaal worden ervaren (Snow et al., 1991; Thompson en Cracco, 2008; Grazian, 2007, 2009; Graham et al., 2006, 2010; Fileborn, 2012). Dit komt, volgens Fileborn (2012) doordat nachtclubs een seksuele lading hebben. Volgens Fileborn gedragen en voelen bezoekers zich meer seksueel in een nachtclub dan in andere publieke settingen. Het uiten van seksueel gedrag is normaal, het is een geïnstitutionaliseerde norm binnen nachtclubs. De nachtclub is een plek om nieuwe mensen te leren kennen, te flirten, te dansen en om seksueel gedrag te tonen. Fileborn (2012) stelt dat nachtclubs vaak gebruikt worden als ‘directe seksuele marktplaatsen’, waar bezoekers de verwachting hebben dat er seksueel contact plaats zal vinden. Fileborn (2012) labelt nachtclubs daarom als ‘hyper geseksualiseerde’ plaatsen, een term die overgenomen wordt om nachtclubs in dit onderzoek te karakteriseren.

Er is echter ook een negatieve keerzijde aan de normalisatie van seksueel gedrag en de uiting van seksuele emoties binnen nachtclubs. Bezoekers kunnen zich angstig of in gevaar voelen in een nachtclub en als (ongewild) onderdeel van de ‘seksuele marktplaats’ (Fileborn, 2012; van Liempt et al, 2015). Doordat mensen de kans hebben om sociale normen passend bij normaal gedrag overdag te overtreden in het nachtleven, bijvoorbeeld met betrekking tot de uiting van seksueel gedrag, is er in het nachtleven een grotere kans op intimiderend, agressief, crimineel en asociaal gedrag (van Liempt et al., 2015). Fileborn (2012) doet in haar artikel onderzoek naar de percepties en ervaringen van vrouwen met betrekking tot ongewilde seksuele aandacht in uitgaansgelegenheden. Haar onderzoek is een duidelijk voorbeeld van de tegenstrijdigheid van verschillende ervaringen. Wat de ene persoon kan ervaren als ongewilde seksuele aandacht, kan de andere persoon ervaren als een gewilde flirt. Uit voorgaand onderzoek naar seksuele intimidatie, in de Verenigde Staten, Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk, van onder andere Snow et al. (1991), Quinn (2002); Graham et al

(11)

(2006, 2010), Thompson en Cracco (2008) en Fileborn (2012) blijkt dat er een groot verschil zit in ervaringen naar gender. Een situatie die vrouwen zouden ervaren als seksuele intimidatie, wordt door mannen vaker ervaren als flirt, grapje of normale interactie. Nachtclubs worden daarom gekenmerkt door zowel ‘verlangen’ als ‘gevaar’ (van Liempt et al., 2015). Quinn (2002) stelt dat deze verschillen in ervaringen tussen mannen en vrouwen gedeeltelijk verklaard kunnen worden door de uitingen die gewenst zijn bij het beeld van de ‘echte man’. Het feit dat zij hun seksuele gedrag niet als intimidatie ervaren, kan volgens Quinn (2002) verklaard worden door twee belangrijke uitingen van masculiniteit: het zien van de vrouw als seksueel object, in plaats van als persoon, en het onderlinge mannelijke spel om vrouwen te veroveren.

2.3. HET HETERONORMATIEVE FRAME: MACHTSRELATIES IN DE CLUB Berlant en Warner (1998) hebben het begrip heteronormativiteit geïntroduceerd binnen de Queer theorie, en beschrijft het als een complex begrip dat gaat om het feit dat

heteroseksualiteit geïnternaliseerd is in instituties en sociale structuren. Het gaat hierbij niet alleen om een heteroseksuele voorkeur hebben, maar om een ideaalbeeld waaraan mensen in een bepaalde samenleving dienen te voldoen (Berlant en Warner, 1998; Jackson, 2006). Heteronormativiteit normaliseert heteroseksuele acties, interacties en denkwijzen, maar stigmatiseert hierdoor de mensen die niet aan deze heteroseksuele normen voldoen (Jackson, 2006). Volgens deze normen zijn er twee dichotome genders, met allebei hun eigen sociale rol: mannen en vrouwen. Een man moet zich mannelijk gedragen, een vrouw moet zich vrouwelijk gedragen. De eigenschappen behorende bij mannelijke en vrouwelijke

genderrollen zijn ‘vastgelegd’ in het heteronormative frame en laten zien hoe een ‘echte’, masculiene man zich moet gedragen en hoe een ‘echte’ feminiene vrouw zich moet gedragen (Quinn, 2002).

Het concept van ‘hegemonische masculiniteit’ beschrijven Connell en Messerschmidt (2005) als het patroon van uitingen die de dominante positie van de man tegenover de

ondergeschikte positie van zowel de vrouw als dat van ondergeschikte masculiniteiten van andere mannen legitimeert en in stand houdt (Connell, 1995; Schippers, 2007; Grazian, 2009; Coles, 2009; Lazar, 2007). De sociologe Connell is de eerste die met deze definitie van hegemonische masculiniteit kwam (1987). Zij is gespecialiseerd op het gebied van homoseksualiteit en vrouwenstudies. Socioloog en criminoloog Messerschmidt is

gespecialiseerd in gender- en vrouwenstudies. Het concept van hegemonische masculiniteit is volgens Connell en Messerschmidt (2005) geen vaste identiteit, maar een identiteit die

(12)

constant varieert afhankelijk van cultuur, plaats en tijd (Connell en Messerschmidt, 2005; Schippers, 2007). Om masculien gedrag in nachtclubs te onderzoeken, is de flexibiliteit van de definitie van Connell en Messersmidt (2005) van hegemonische masculiniteit bruikbaar. Omdat masculiniteit varieert op basis van tijd en plaats, neemt de uiting van masculiniteit in nachtclubs ook een specifieke vorm aan, welke passend is binnen de context (Thompson en Cracco, 2008). Zowel Connell en Messerschmidt (2005) als Schippers (2007) beschrijven daarnaast het concept van ‘hegemonische femininiteit’, hoewel Schippers dit meer uitgebreid doet. Deze definitie van hegemonische femininiteit varieert ook afhankelijk van cultuur, plaats en tijd, net zoals het concept van hegemonische masculiniteit (Connell en

Messerschmidt, 2005; Schippers, 2007).

SEKSUELE SCRIPTS IN NACHTCLUBS

Zoals in de vorige paragraaf duidelijk wordt nemen hegemonische masculiene en hegemonische feminiene eigenschappen en gedragingen binnen verschillende culturen, plaatsen en tijden verschillende vormen aan. Dit is ook het geval binnen de context van een nachtclub, waar er sprake is van een seksuele sfeer en seksuele interactie tussen een man en een vrouw normaal is (Thompson en Cracco, 2008; Fileborn, 2012). In seksuele script theorie zijn mannelijke en vrouwelijke gedragingen en eigenschappen vastgelegd in seksuele scripts. Mannen moeten zich op een bepaalde manier gedragen, vrouwen moeten zich op een andere manier gedragen. Seksuele script theorie gaat ervan uit dat de realiteit op een bepaalde manier geconstrueerd en geïnterpreteerd wordt door een sociale groep. Seksuele gedragingen krijgen een bepaalde betekenis, die volgens Gagnon (1991), een socioloog die het concept van seksuele script theorie introduceerde, is geconstrueerd door 1) een cultureel script, die de grenslijnen bepaalt van wat binnen en buiten de normen valt en mensen voorschrijft hoe zij zich dienen te gedragen in de samenleving, oftewel het heteronormatieve frame, 2) een interpersoonlijk script, waarin mensen een eigen invulling kunnen geven aan deze culturele normen wanneer zij interacteren met elkaar en 3) een intra persoonlijk script, die op een individueel niveau werkt, om zo de diepste persoonlijke gevoelens te linken aan het sociale leven (Gagnon, 1991; Wiederman, 2015). In werkelijkheid zijn deze drie scripts aan elkaar gerelateerd, en worden ze tegelijkertijd uitgevoerd.

Omdat een nachtclub een hyper geseksualiseerde context is, uiten hegemonische masculiniteit en femininiteit zich in nachtclubs op een seksuele manier (Thompson en Cracco, 2008; Fileborn, 2012). Echte feminiene kwaliteiten worden geassocieerd met zachtheid, passiviteit, meegaandheid en ondergeschiktheid aan de man. De echte vrouw is onderdeel van

(13)

het ‘spel’ van de man, en past zich hieraan aan. Zij moet sexy zijn, maar niet laten zien dat zij seks ambieert (Schippers, 2007; Quinn 2002). In tegenstelling tot femininiteit, uit

hegemonische masculiniteit zich in dominantie, kracht en een duidelijk afgebakende seksuele voorkeur: heteroseksualiteit (Quinn, 2002). De ‘echte man’ dient actief te jagen op vrouwen, hij dient zijn gevoelens van seksuele lust duidelijk te maken (Thompson en Cracco, 2008).

Een belangrijk aspect van deze genderrolverwachtingen in seksuele interactie, versieren en flirten is het bestaan van de dubbele seksuele moraal voor mannen en vrouwen. De echte man dient dus actief op zoek te gaan naar vrouwen en seks, en wordt na het hebben van seksueel contact geprezen voor zijn gedrag, bijvoorbeeld door zijn vrienden

(Vanwesenbeeck, 2011; Fjaer et al., 2015). Zoveel mogelijk seks is voor de man iets positiefs, een doel om na te streven. De status van de man zal als gevolg van seks omhooggaan. Bij vrouwen is dit anders, want het hebben van seks is altijd normatief: het is of iets goeds, bijvoorbeeld wanneer je in een langere relatie zit, of iets slechts, bijvoorbeeld casual seks. De vrouw heeft, in tegenstelling tot de man, geen trots gevoel na afloop, maar eerder een gevoel van spijt of schaamte. In vergelijking met mannen worden vrouwen vaker geobjectificeerd of beoordeeld op hun daden. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn groot, zoals ook bijvoorbeeld te zien is in de benamingen voor mannen die vaak casual seks hebben (player, wat een positieve connotatie heeft voor mannen onderling) en vrouwen die vaak casual seks hebben (slet, wat een negatieve connotatie heeft) (Fjaer et al., 2015).

DOMINANTE MACHTSVERHOUDINGEN

Bij seksueel intimiderend of agressief gedrag komt de inhoud van het script van de man niet overeen met het script van de vrouw, er wordt dus op een andere manier gedacht over een bepaalde situatie en gepast gedrag en interactie. Dit kan volgens Gagnon (1991) komen door dominante culturele scripts, die op verschillende manieren vertaald kunnen worden in interpersoonlijke scripts. In het patriarchale culturele script staat de machtsrelatie tussen mannen en vrouwen centraal, waarbij de man boven de vrouw staat. De heteronormatieve genderrollen ‘man en vrouw’ brengen bepaalde verwachtingen met zich mee

(genderrolverwachtingen), die er volgens Gagnon (1991) voor kunnen zorgen dat seksueel intimiderend of agressief gedrag gestimuleerd wordt. Seksueel intimiderend of agressief gedrag wordt volgens Gagnon (1991) ook aangemoedigd door de media, en dan vooral door vrouwen in seksueel getinte beelden, waardoor er een algeheel gevoel van disrespect tegen (bepaalde) vrouwen in de samenleving bestaat (Gagnon, 1991). Culturele scripts vormen dus bepaalde overkoepelende denkbeelden over hoe mannen en vrouwen hun seksualiteit moeten

(14)

uiten. De dubbele seksuele moraal is een voorbeeld van zo’n cultureel script: mannen moeten hun seksuele lusten uiten, vrouwen moeten zich juist seksueel beheersen. De dubbele seksuele moraal wordt aangehouden en op die manier verder versterkt.

De sociologen Thompson en Cracco (2008) stellen dat bars en nachtclubs locaties zijn waarin mannen hun masculiniteit uiten, om op deze manier te kunnen concurreren met de masculiniteit van andere mannen. Cracco focust zich op geweld tegen vrouwen en Thompson heeft zich gespecialiseerd in genderstudies, familie, mannen en geweld. Mannen willen indruk maken op bijvoorbeeld hun vriendengroep, om te laten zien dat zij een ‘echte man’ zijn. Zoals in de vorige paragraaf beschreven is, dient een ‘echte man’ in een nachtclub zijn seksuele gevoelens jegens vrouwen duidelijk te maken (Schippers, 2007; Quinn 2002). In tegenstelling tot de man wordt er van de vrouw verwacht dat zij niet jaagt, maar dat er door mannen op haar gejaagd wordt. Zij dient passief en afwachtend te zijn, wel sexy maar niet op zoek naar seks. Dit zijn genderrolverwachtingen die van een ‘echte’ vrouw worden verwacht. De dubbele seksuele moraal wordt hier zichtbaar. Deze dubbele standaard is bruikbaar en passend in de seksuele context van een nachtclub, omdat het gaat om de interactie en machtsverhouding tussen mannen en vrouwen. Doordat de macht bij mannen ligt in deze onderlinge relatie, zijn zij de dominante partij binnen een context, zo ook binnen de context van nachtclubs (Fileborn, 2012; Snow et al., 1991; Thompson en Cracco, 2008; Grazian, 2009; Graham et al., 2006, 2010).

Quinn (2002) stelt dat uitingen van masculiniteit, ook met betrekking tot seksueel gedrag, vaak niet alleen gaan om de patriarchale relatie tussen man en vrouw, maar ook om de sociale machtsrelaties tussen mannen onderling, bijvoorbeeld in een vriendengroep. Het bekijken en versieren van vrouwen kan gezien worden als een spel dat tussen mannen

onderling gespeeld wordt (Quinn, 2002). De vrouw wordt in het masculiene spel niet ervaren als een persoon, maar gezien als een object in de vorm van het vrouwelijk lichaam.

De objectificatie van vrouwen zorgt er volgens Quinn (2002) voor dat mannen seksuele aandacht anders kunnen ervaren dan vrouwen. In het hoofd van de man is het vrouwelijk lichaam een object waarop de ‘echte man’ dient te jagen. De traditionele ‘echte vrouw’ gaat hierin automatisch mee, want zij is zacht en ondergeschikt aan de man en dient als prooi veroverd te worden. Mannen zien dit veroveringsproces vaak als spel, als een flirt of grapje, als een normale vorm van interactie tussen man en vrouw. Vrouwen kunnen dit echter anders ervaren, want zij hebben wel degelijk gevoelens. Quinn (2002) geeft een logische verklaring voor dit verschil in perspectieven: genderrolverwachting en socialisatie. Zij stelt dat hoe meer mannen en vrouwen zich conformeren aan de traditionele, hegemonische genderrollen, hoe

(15)

groter de kans is dat zij seksuele aandacht als acceptabel en normaal ervaren, in plaats van als seksuele intimidatie. Dus, een man die jaagt op vrouwen en een vrouw die zich laat versieren in een club, zullen seksuele aandacht, verbaal of non-verbaal, sneller ervaren als normaal en passend in nachtclubs dan diegenen die zich niet gedragen volgens hun voorgeschreven genderrol.

2.4 VERDEDINGSSTRATEGIEEN VAN VROUWEN

Om zichzelf te beschermen tegen ongewenste seksuele aandacht van mannen, hebben

vrouwen verdediging strategieën ontwikkeld (Fileborn, 2010; Snow et al., 1991). Snow et al. (1991) maken een onderscheid in deze ‘cooling-out’ technieken, tussen verbale technieken, welke bestaan uit empathische (zoals excuses, grapjes) en non-empathische technieken (ernstige, defensieve, onbeleefde of zelf rechtvaardigende reacties, zoals het stellen dat je al een relatie hebt) en non-verbale technieken: bijvoorbeeld het dragen van een ring als teken van gebondenheid, maar ook het verstoppen in het vrouwentoilet of het verlaten van de nachtclub (Snow et al, 1991). Deze verdedigingsstrategieën zijn in het onderzoek meegenomen als manieren van vrouwen om de normalisatie van seksuele intimidatie in nachtclubs tegen te gaan.

3. ONDERZOEKSMETHODOLOGIE: PARTICIPERENDE OBSERVATIES, INTERVIEWS EN VIGNETTEN

In het methodologisch hoofdstuk worden de onderzoeksmethoden, onderzoeksgroep en ethische kwesties besproken. Het onderzoek betreft een kwalitatief onderzoek, bestaande uit twee verschillende onderzoeksmethoden: participerende observaties en interviews met een focus op situatie (vignette)vragen (Hughes & Huby, 2004; Rabiee, 2004; Bryman, 2012).

PARTICIPERENDE OBSERVATIES

Auto-etnografisch onderzoek is onderzoek waarin culturele ervaringen begrepen kunnen worden door middel van het analyseren van persoonlijke ervaringen (Ellis et al., 2011). Een manier van auto-etnografisch onderzoek uitvoeren zijn participerende observaties, waarbij ik mijn persoonlijke ervaringen als vrouw in een nachtclub gebruik om een beeld te verkrijgen van de huidige situatie met betrekking tot seksueel intimiderend gedrag in nachtclubs. De participerende observatie kan daarom illustreren wat mensen in werkelijkheid doen, in plaats van wat zij zeggen te doen, zoals in interviews. Onderliggende normen kunnen op deze manier geïdentificeerd worden (Hennink et al., 2011). De observaties zijn uitgevoerd in een tijdsperiode van circa twee maanden, in drie verschillende nachtclubs in Amsterdam (zie de

(16)

bijlage voor de contextbeschrijving van de drie clubs), om te kijken of er mogelijk verschillen bestaan tussen nachtclubs wanneer gekeken naar seksueel intimiderend gedrag. Anderson (2009) stelt dat seksueel intimiderend gedrag voornamelijk plaatsvindt in mainstream clubs, en in mindere mate in alternatieve nachtclubs. Twee van de interviewparticipanten stellen ook dat seksuele intimidatie voornamelijk plaatsvindt in ‘foute, mainstream clubs’, net zoals Anderson (2009) dit doet. Twee van de onderzochte nachtclubs zijn grotere clubs (+500 mensen, voornamelijk techno muziek in club A, voornamelijk techno en R&B/hiphop in club B), een van deze nachtclubs is kleiner (circa 100 mensen, voornamelijk top 40 muziek in club C). Hoewel er in dit onderzoek onderscheid wordt gemaakt tussen drie clubs, was er te weinig tijd om een uitgebreid onderzoek naar de verschillen tussen de clubs te doen, omdat deze verschillen worden beïnvloed door meerdere factoren. Vanuit de participerende observaties valt wel iets over mogelijke verschillen te zeggen, zoals dat R&B, Hiphop en mainstream muziekfeestjes in vergelijking met techno feestjes vaker seksueel intimiderend gedrag lijken uit te lokken. Dit kan verklaard worden door de muziek, het type publiek (vaak passend bij de muziekstijl), het gezelschap waarmee ik op dat moment was (mannen en/of vrouwen), maar ook door de plaats en tijd. Er kan dus niet gesteld worden dat alleen het soort nachtclub invloed heeft op de mate van plaatsvinden van seksuele intimidatie (Anderson, 2009), maar wel dat het soort nachtclub in combinatie met andere factoren invloed heeft op het plaatsvinden van seksuele intimidatie. Door de variatie aan factoren zijn mogelijke verschillen niet heel duidelijk geworden. Er is op verschillende tijden en verschillende dagen in de week geobserveerd, hoewel de tijden altijd de piektijden van clubs zijn geweest: tussen 00:00/01:00 en 04:00/05:00 uur. Op bepaalde dagen in de week zijn daarnaast vaker observaties gedaan, omdat het dan drukker is in de onderzochte nachtclubs. Dit waren donderdag, vrijdag en zaterdag. Er zijn ook observaties gedaan op andere dagen, zoals zondag en dinsdag, om te kijken of de dag in de week verschil maakt in de seksuele gedragingen van bezoekers van nachtclubs. Tijdens de participerende observaties ben ik altijd in gezelschap geweest van vrienden of vriendinnen, waardoor ik niet alleen mijn persoonlijke ervaringen observeerde, maar ook de ervaringen van (voornamelijk) mijn vrouwelijke gezelschap.

Om de observaties op een structurele manier uit te voeren, is er gebruik gemaakt van een gestructureerd observatieschema (zie de bijlage). Op deze manier wist ik als onderzoeker van tevoren op welk gedrag ik moest letten: de dominante machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in clubs, uitingen van masculiniteit (jagen op vrouwen, de objectificatie van vrouwen en de onderlinge interactie van mannen binnen de vriendengroep), uitingen van femininiteit (meegaandheid van de vrouw met de man, of juist het tegen de man ingaan door

(17)

het inzetten van verdediging strategieën tegen ongewenste seksuele aandacht) en seksuele aandacht en interacties tussen mannen en vrouwen onderling, met een focus op het seksuele gedrag dat als ongewenst of intimiderend ervaren wordt. Uit alle observaties (zie de bijlage voor het observatieschema en notities) zijn uiteindelijk 13 situaties gehaald die zijn voorgelegd als vignetten aan de interviewparticipanten.

INTERVIEWS

Naast de participerende observaties zijn er interviews met 15 participanten gevoerd, waarvan zeven mannen en acht vrouwelijke participanten. Het interview bestond deels uit semigestructureerde vragen (Bryman, 2012), en deels uit situatievragen (vignetten) (Hughes & Huby, 2004). In het interview zijn er vragen gesteld over hegemonische masculiniteit, hegemonische femininiteit en gewenst en ongewenst seksueel gedrag in nachtclubs. De vignette situaties gingen in op de grenslijn tussen seksueel intimiderend en seksueel gewenst gedrag. Door gebruik te maken van vignetten, kunnen verschillende perspectieven op ‘seksuele aandacht’ vergeleken worden. De vignetten zijn hierbij geconstrueerd vanuit ervaren situaties uit de participerende observatie. De verschillende ervaringen van de participanten van de geobserveerde situaties kunnen helpen om te bepalen waar de lijn tussen gewenste en ongewenste seksuele aandacht voor de mannelijke en vrouwelijke participanten ligt, en of deze grenslijn anders ligt binnen nachtclubs (Hughes & Huby, 2004; Bryman, 2012). Voor een overzicht van de interviewvragen en vignetten, zie de bijlage. Zowel de data uit de participerende observaties en interviews zijn getranscribeerd en vervolgens gecodeerd met het analyseprogramma Atlas TI. Zoals in de vorige paragraaf gesteld zijn er bij de participerende observatie al codes gecreëerd, zodat ik wist op welk gedrag ik moest letten tijdens het observeren. Deze codes zijn in de analysefase van de observaties en interviews uitgebreid, naar een totaal van 21 codes. Deze codes zijn gefocust op interacties in clubs, de dominante machtsverhouding tussen mannen en vrouwen en gewenste en ongewenste seksuele interactie. Voor een overzicht van de lijst met codes, zie de bijlage.

ONDERZOEKSGROEP

De toegang tot de onderzoeksgroep is verkregen op meerdere manieren. Er is zowel gebruik gemaakt van mijn persoonlijke netwerk (Fuiji, 2018) als van de sneeuwbaltechniek (Bryman, 2012; Fujii, 2018; Hennink et al, 2011) waarbij gatekeepers en eerdere interviewees mij introduceren aan mogelijk nieuwe participanten. Bij het zoeken in mijn persoonlijke netwerk is er bewust gezocht naar verschillende leeftijden, etniciteiten en sociale klassen, zodat de

(18)

onderzoeksgroep divers is. Bij de sneeuwbaltechniek is dit niet het geval, omdat participanten via-via hoorden over het onderzoek en zichzelf hebben aangemeld om deel te nemen.

De onderzoeksgroep bestaat in totaal uit 15 participanten tussen de 19 en 30 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 25 jaar. De onderzoeksgroep bestaat uit zowel mannen (zeven) als vrouwen (acht), zodat beide perspectieven evenredig verdeeld zijn in het onderzoek. Zij gaan allemaal met regelmaat uit in Amsterdamse nachtclubs. Er is een focus op

heteroseksualiteit omdat het onderzoek gaat om de relatie tussen man en vrouw. Om te kijken of mannen en vrouwen onderling ook verschillende ervaringen hebben met seksuele

intimidatie in nachtclubs, wordt er gekeken naar de intersectie van gender met etniciteit, sociale klasse en leeftijd. Het is daarom belangrijk dat er participanten met verschillende leeftijden, etnische achtergronden en sociale klassen deelnemen aan het onderzoek. Etniciteit en sociale klasse worden bepaald aan de hand van zelfidentificatie, lettend op etnische achtergrond en financieel en cultureel kapitaal van de participant zelf of zijn/haar ouders. De onderzoeksgroep bestaat uit tien zichzelf identificerende witte Nederlanders (vijf mannen, vijf vrouwen) die zich allen identificeren met de middenklasse, hogere middenklasse of hogere sociale klasse. Daarnaast is er één Hindoestaans-Guineese participant (vrouw), één

Marokkaanse (vrouw), één Spaans-Nederlandse (vrouw) en twee Indiaas-Punjabi (mannen). De twee Indiase-Punjabi mannen identificeren zich met de lagere sociale klasse, de

Hindoestaans-Guineese en de Marokkaanse vrouw identificeren zichzelf als middenklasse en de Nederlandse-Spaanse vrouw als hogere sociale klasse. Voor een schematisch overzicht van de onderzoeksgroep, zie de bijlage.

ETHISCHE KWESTIES

Een ethisch onderzoek betreft volgens Hennink et al. (2011) de aanwezigheid van informed consent, een vrije wil, de minimalisatie van schade, anonimiteit en vertrouwelijkheid. In de interviews is dit gerealiseerd door een duidelijke uitleg te geven over de gespreksonderwerpen, het verloop en het doel van het gesprek, zodat participanten weten waar zij aan deelnemen (Hennink et al., 2011). In de introductie van de interviews wordt openheid gegeven over wat er gebeurt met de opnames en aantekeningen. Er wordt ook verteld dat de persoon anoniem blijft en dat hij of zij geen schade zal ondervinden door zijn of haar deelname (Hennink et al., 2011). Bij de participerende observaties is er niet aan alle vijf de criteria voldaan. Er is geen informed consent en geen vrije wil, omdat participanten niet op de hoogte zijn van hun deelname. Dit kan gedragingen beïnvloeden. Omdat de nachtclub een openbare plek is, is dit echter niet verplicht (Palmer, 2010). Het is belangrijk dat het

(19)

onderzoek toch ethisch blijft. Dit wordt gerealiseerd door aan de andere ethische criteria te voldoen: de minimalisatie van schade, door het waarborgen van de anonimiteit van de participanten en de zorgvuldigheid van omgang en bewaring van de verkregen data.

4. DE ONBEPAALDE GRENS TUSSEN FLIRTEN EN SEKSUELE INTIMIDATIE IN AMSTERDAMSE NACHTCLUBS

Dit hoofdstuk analyseert de belangrijkste data uit de interviews en participerende observaties. Deze data zijn aan de hand van de deelvragen gepresenteerd, en beantwoorden gezamenlijk de hoofdvraag van het onderzoek. Ten eerste is er gekeken naar verschillende ervaringen van mannen en vrouwen met betrekking tot seksueel intimiderend gedrag, binnen de context van nachtclubs. De grens tussen seksueel intimiderend gedrag en seksueel gewenst gedrag ligt voor de 15 interviewparticipanten verschillend. Waar dit verschil door beïnvloed wordt, is in de paragraaf erna besproken, door te kijken op welke manieren de participanten de in

nachtclubs seksuele gedragscodes internaliseren en zo dominante machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen creëren en in stand houden.

4.1. SEKSUELE INTIMIDATIE IN CLUBS: ERVARINGEN NAAR GENDER Om de eerste twee deelvragen te beantwoorden is er gekeken naar de verschillen in ervaringen van seksuele intimidatie in nachtclubs, gelet op verschillen tussen mannen en vrouwen. In de interviews stellen twee van de acht vrouwen (25%) en vijf van de zeven mannen (71%) dat zij het lastig vinden om te bepalen waar voor hen de grens ligt tussen gewenste seksuele aandacht en seksuele intimidatie, binnen de context van een nachtclub. Hierover in het volgende hoofdstuk (5) meer.

HYPER GESEKSUALISEERDE NACHTCLUBS

De nachtclub wordt door alle 15 participanten (100%) ervaren als een seksuele omgeving waarin verschillend gedrag (seksueel) dan in andere openbare gelegenheden passend is. De quote van participant F illustreert het gemiddelde beeld dat de 15 participanten hebben van nachtclubs: ‘In de club zijn de bedoelingen vaak wat meer gericht op flirten en zoenen.

Verleiden in ieder geval’ (Participant F, man). De participanten hebben alle 15 (100%)

aangegeven dat zij seksuele interactie tussen man en vrouw passend vinden binnen de context van een nachtclub. De term seksuele interactie is aan de participanten uitgelegd als de

interactie tussen man en vrouw die gerelateerd is aan seks, zoals flirten of versieren. Toch geven slechts twee van de zeven deelnemende mannen (29%) aan een club te bezoeken met

(20)

als doel het regelen of versieren van vrouwen. De andere vijf mannen (71%) geven aan dat dit niet hun primaire doel van het bezoeken van clubs is, maar dat het vooral gaat om de

gezelligheid met vrienden, dansen en naar muziek luisteren. Wel is het opvallend dat zes van de zeven mannen (86%) benoemen dat andere mannen dan zijzelf wel naar de club gaan om vrouwen te regelen of versieren. Zij benoemen hier bijvoorbeeld hun vrienden, maar ook onbekende mannen, zoals bepaalde type mannen (‘de foute man, de macho’) en mannen met een lagere leeftijd. In alle gevallen (100%) gaat dit om het regelen voor de avond zelf, en niet voor de langere termijn. Dit wordt duidelijk geïllustreerd in de quote van participant F: ‘In

een club denk ik toch wel meer voor de leuk, ja dat denk ik eigenlijk wel. De ervaringen die ik daarmee heb gehad waren altijd voor de avond zelf en that’s it’ (Participant F, man,

Nederlands). Zowel de zeven mannelijke (100%) als de acht vrouwelijke participanten (100%) geven aan dat wanneer zij iemand leren kennen in een club, zij geen potentie zien voor een relatie op de langere termijn. Zij zien het als leuk voor de avond zelf, maar geven aan dat zij de kans op het vinden van een serieuze partner klein schatten: ‘Nee, ik denk niet

dat mensen hun ware liefde kunnen vinden op de dansvloer’. (Participant D, man,

Nederlands). Wat een opvallend verschil is tussen mannen en vrouwen, is de reden waardoor zij denken dat een ontmoeting in een club vooral iets is voor de avond zelf. Mannen verklaren dit vooral door externe factoren, zoals alcoholgebruik, harde muziek en de algehele seksuele sfeer die er in een club hangt. De quote van participant E geeft dit duidelijk aan: ‘Dan ben ik

heel dronken en is het heel flirty, en het is dan gezellig en leuk. En als je dan de volgende dag of later iemand ergens anders weer ziet kan het heel anders zijn’. (Participant E, man,

Nederlands). Vrouwen hebben een andere verklaring, zij leggen de reden bij het gedrag en de seksuele intenties van mannen in nachtclubs. Participant N (vrouw) vertelt dat zij mannen in clubs niet serieus kan nemen, en zij de relatie ziet als iets van korte termijn: ‘Vaak zie ik dat

als iets wat tijdelijk is. Want, mannen in de clubs kan ik niet echt serieus nemen’ (Participant

N, vrouw, Hindoestaans-Guinees). Participant N geeft aan dat zij mannen in clubs niet serieus kan nemen doordat zij volgens haar vaak van de ene naar de andere vrouw stappen: ‘En dat

komt ook gewoon puur omdat, je ziet het ook heel vaak, als zij [mannen] bijvoorbeeld jou benaderen, en je reageert er niet op, dan gaan ze al gauw naar iemand anders, snap je?’

Participant L benoemt de seksuele intenties van mannen in nachtclubs: ‘Omdat je toch meer

denkt van, oh, mannen gaan uit voor seks en om een meisje te vinden. En dat is gewoon echt het stereotype beeld dat ik heb van mannen in clubs’. (Participant L, vrouw,

Spaans-Nederlands). In tegenstelling tot mannen benoemen slechts twee van de acht vrouwelijke participanten (25%) het ontmoeten van mannen als (secundaire) reden waarom zij clubs

(21)

bezoeken. Alle acht deelnemende vrouwen (100%) geven als primaire reden om een club te bezoeken de gezelligheid, het dansen en het samenzijn met vriendinnen. Participant H stelt dit onderscheid tussen mannen en vrouwen ook: ‘Mannen zijn, misschien onbewust, meer aan het

jagen. Vrouwen hebben dat ook, maar niet als belangrijkste doel. Mannen hebben dat wel, bij hun gaat het echt om regelen [het regelen, versieren van een vrouw]’ (Participant H, vrouw,

Marokkaans).

SEKSUEEL INTIMIDEREND GEDRAG

Seksuele intimidatie wordt door zes van de zeven mannen (87.5%) en zeven van de acht vrouwen (87.5%) ervaren als iets dat niet prettig en ongewenst is, maar hoort bij het uitgaan in nachtclubs. Participant D vertelt dat hij een club ziet als een seksuele plaats met seksuele interacties tussen mannen en vrouwen, waarin het logisch is dat er seksuele intimidatie ervaren wordt: ‘Ik wil er wel nog even bijzeggen dat ik een club wel zie als een broeinest van

voortplanting. Ik denk dat er niets zou gebeuren als er niet bepaalde seksuele intimidatie zou plaatsvinden. Het is alleen, de ene vrouw ziet iets als seksuele intimidatie en de ander vindt het prettig’. (Participant D, man, Nederlands). In de quote van participant D wordt ook het

feit dat ervaringen kunnen verschillen benadrukt: wat de ene persoon ervaart als seksueel intimiderende aandacht, kan de andere persoon ervaren als seksueel gewenste aandacht. Dit bevestigt de onduidelijke grenslijn tussen gewenst en ongewenst gedrag. Participant I geeft aan dat zij er niet mee zit wanneer zij seksueel geïntimideerd wordt in een club, omdat seksuele intimidatie er zo normaal is geworden voor haar: Nee, ik zit er niet mee [seksueel

intimiderende aandacht]. Maar ook omdat het er gewoon in is gesleten ofzo. Het voelt niet alsof er iets ergs is gebeurd (Participant I, vrouw, Nederlands). De betekenis die wordt geven

aan het begrip seksuele intimidatie verschilt per participant. Wanneer er gekeken wordt naar genderverschillen, blijkt uit de interviewdata dat de mannen de grens trekken bij fysieke aanrakingen op seksuele lichaamsdelen (de billen, borsten, etc.). Hoewel de participerende vrouwen dit grotendeels (75%) ook vinden, ervaren zij in vergelijking met mannen vaker verbale of non-verbale seksuele aandacht, zonder fysieke aanraking, als seksueel

intimiderend. Dit is alleen het geval wanneer de man in kwestie blijft volhouden met deze aandacht, en niet ophoudt nadat de vrouw heeft aangegeven dat zij het gedrag als vervelend ervaart. Dit gaat om zeven van de acht vrouwen (87.5%) tegenover twee van de zeven

mannen (28.5%). Dit geldt niet voor verbale aandacht an sich, of non-verbale aandacht zonder fysiek contact dat niet volhoudend is. Dit ervaart geen van de participanten als seksueel intimiderend. Het volhoudende karakter van mannelijk gedrag bij ongewenste seksuele

(22)

aandacht wordt door vrouwen ook benoemd bij ongewenste fysieke aanrakingen op seksuele lichaamsdelen. In tegenstelling tot mannen benoemen zij het volhouden na afwijzing vaker als grens van seksueel intimiderend gedrag, zowel bij non-verbale als verbale seksuele aandacht.

Non-verbale seksuele intimidatie: fysieke aanraking

Het begrip non-verbale seksuele intimidatie omvat in dit onderzoek ongewenst seksueel fysiek contact, op intieme en niet intieme plekken, maar ook non-fysiek contact, bijvoorbeeld het tegenhouden, achtervolgen of insluiten van vrouwen. Wanneer er gekeken wordt naar de interviewdata, blijkt dat er een duidelijk verschil zit tussen mannen en vrouwen wanneer hen gevraagd wordt om te vertellen wat zij verstaan onder seksuele intimidatie.

Alle participerende mannen (100%) geven aan dat zij het seksueel intimiderend vinden wanneer een man ongevraagd een intiem lichaamsdeel van een vrouw aanraakt in de club. Bij intieme lichaamsdelen benoemen de participanten de billen, borsten, vagina, en soms de heupen, buik en benen van een vrouw. Opvallend is dat twee van de mannen (28.5%) al twijfelen over dit statement, vlak nadat ze deze hebben gedaan. Dit kan betekenen dat de grenslijn binnen de specifieke context van een nachtclub anders ligt dan in andere situaties. Hierover meer in hoofdstuk 5 (ambivalenties). Één van de mannelijke participanten (12.5%) geeft aan het ook seksueel intimiderend te vinden wanneer een man een vrouw op een niet-intiem deel van het lichaam aanraakt, zoals de schouders. In tegenstelling tot mannen ervaren slechts zes van de acht participerende vrouwen (75%) een fysieke aanraking op intieme lichaamsdelen als seksuele intimidatie. De andere twee vrouwen (25%) ervaren een

ongewenste aanraking op een intiem deel van het lichaam als vervelend of irritant, maar niet als seksueel intimiderend, omdat het zo vaak voorkomt in clubs. ‘Ik vind het raar. Maar het is

niet seksueel intimiderend. Meer een beetje machogedrag dan dat het echt seksuele

intimidatie is’ (Participant M, vrouw, Nederlands). Met machogedrag wordt door participant

M typisch negatief masculien gedrag bedoeld: ‘Van die types die het leuk vinden om een

beetje uit te dagen en aandacht lopen te zoeken, niet op een normale manier door een gesprek te beginnen, maar door dat soort dingen [ongewenste aanrakingen]’ (Participant M, vrouw,

Nederlands). Net zoals bij de mannen ervaart één van de vrouwen (12.5%) het ook als seksueel intimiderend wanneer een niet-intiem deel van het lichaam ongevraagd aangeraakt wordt, zoals de handen of de schouder. Participant O stelt in de eerste instantie dat zij het ongewenst vastgrijpen van een hand geen seksuele intimidatie zou noemen, omdat het zo heftig klinkt, maar wanneer zij kort nadenkt zegt zij het toch wel te ervaren als seksuele intimidatie: ‘Nou, dat klinkt wel weer erg heftig [seksuele intimidatie]. Maar, misschien klinkt

(23)

het heftig, maar het is het voor mij dan toch eigenlijk wel, seksuele intimidatie’ (Participant O,

vrouw, Nederlands). Wanneer er sprake is van volhoudende ongewenste fysieke aanraking op een intiem deel van het lichaam, dus wanneer de vrouw heeft aangegeven dat het gedrag ongewenst is maar de man toch doorgaat, ervaren alle acht de vrouwen (100%) het als seksueel intimiderend gedrag. Dit geldt ook voor alle zeven de participerende mannen

(100%). Drie van de mannen (43%) stelt echter dat sommige vrouwen een directe aanpak ook wel kunnen waarderen. Wanneer respondent E wordt gevraagd wat hij vindt van de situatie waarin er ongevraagd aanhoudelijk tegen een vrouw haar billen aangedanst wordt, geeft hij aan: ‘Ik denk dat er ook wel vrouwen zijn die zo’n directe aanpak kunnen waarderen’ (Participant E, man, Nederlands). Uit deze quote wordt duidelijk dat er onduidelijkheid is over wat gewenst en ongewenst gedrag is, en dat bijna de helft van de participerende mannen ervaart dat de grenslijn voor de ene vrouw anders ligt dan voor de andere vrouw. Zij gaan ervanuit dat sommige vrouwen het juist waarderen dat mannen op hen jagen, hen ongevraagd aanraken en hun afwijzing niet serieus nemen.

Non-verbale seksuele intimidatie: zonder fysieke aanraking Wanneer er geen sprake is van fysiek contact, lijkt het alsof zowel de mannelijke als

vrouwelijke participanten een situatie in de club niet direct ervaren als seksueel intimiderend. Het ongewenst blokkeren van de ingangwordt door alle acht de vrouwelijke participanten (100%) ervaren als iets vervelends, maar niet als iets dat zij seksueel intimiderend vinden. Een van deze vrouwen (12.5%) geeft aan dat zij het wel normaal en passend gedrag vindt in een club. Ook mannen ervaren het blokkeren van een ingang niet als seksueel intimiderend voor een vrouw. Drie van de zeven mannen (43%) vindt het vervelend gedrag, twee (28.5%) mannelijke participanten geven aan het vervelend, maar tegelijkertijd ook passend en normaal gedrag te vinden in nachtclubs. De twee overige mannen (28.5%) vinden het normaal gedrag in clubs, zoals ook is te zien in de quote van participant A: ‘Dus hij staat zo een beetje al denk

ik dan weetje wel [reagerend op vignette twee, opstoppen bij de deur van de club, zie de

bijlage voor de gehele vignette] en daarna worden ze boos. En toen is hij weggegaan, dus ja,

ik vind hier niets bijzonders aan’ (Participant A, man, Indiaas- Punjabi). Het voor langere tijd

blijven staren naar een vrouwwordt door zes van de acht (75%) vrouwen ervaren als iets dat normaal is in clubs: ‘Dus ik vind ook dat je daar als vrouw zijnde, je gaat ook naar een club

en mensen kijken elkaar aan, komen voor elkaar, om elkaar uit te checken. En te kijken van, zijn er leuke meisjes?’ (Participant M, vrouw, Nederlands). Het is dus kijken en bekeken

(24)

ervaren langdurig staren als seksueel intimiderend. Nog meer dan vrouwen ervaren mannen (alle zeven, 100%) staren als iets dat past en normaal is binnen nachtclubs. Van deze zeven mannen zijn er drie (43%) die het zich zouden kunnen voorstellen dat vrouwen zich vervelend of geïntimideerd kunnen voelen wanneer zij voor een langere tijd aangestaard worden. Het ongewenst insluiten van vrouwen door een groepje mannen4 wordt door drie van de acht

vrouwen (37.5%) als vervelend of intimiderend ervaren, maar niet als seksueel intimiderend. Een van deze vrouwen twijfelt of zij het alleen intimiderend vindt, of ook seksueel

intimiderend. Vier van de vrouwen (50%) geeft aan de situatie seksueel intimiderend te vinden. Opvallend is dat drie van de acht vrouwen (37.5%) van mening zijn dat het wel gedrag is dat past binnen een nachtclub, een van de vrouwen, participant I, beschrijft het als een goede versiertechniek van mannen: ‘Nou, ik vind het wel een goede tactiek. Ik zie dat wel

vaker in de club en ik snap op zich wel dat mannen zo denken’ (Participant I, vrouw,

Nederlands). Het feit dat de helft van de participerende vrouwen de situatie als seksueel intimiderend ervaart, en de andere helft als intimiderend, maar tegelijkertijd zegt het gedrag wel passend te vinden binnen nachtclubs, duidt op een normalisatie van seksueel intimiderend gedrag in nachtclubs door vrouwen. Vijf van de zeven (71.5%) participerende mannen geeft aan het insluiten van vrouwen te zien als iets vervelends of intimiderends, maar niet als seksueel intimiderend. Twee van deze mannen twijfelen of zij het gedrag seksueel

intimiderend vinden, terwijl de twee overige mannelijke participanten (18.5%) het duidelijk seksuele intimidatie vinden. Twee van de zeven mannen (18.5%) vinden dat het insluiten van vrouwen in een cirkel wel passend is in clubs, omdat het daar zo vaak voorkomt. Opvallend is dat de participanten er sneller naar neigen bepaald gedrag als seksueel intimiderend te zien wanneer het dichterbij fysieke aanraking komt, zoals het insluiten van vrouwen in een cirkel. Dit geldt voornamelijk voor mannen, maar ook voor vrouwen, en komt overeen met de interviewdata. In de interviews wordt de grens tussen gewenst en intimiderend seksueel gedrag door de mannen ook gelegd bij ongewenst fysiek contact op een intiem deel van het lichaam.

Verbale seksuele intimidatie

Uit de interviewdata blijkt dat zowel mannen als vrouwen ongewenst seksueel verbaal contact in mindere mate ervaren als seksueel intimiderend dan ongewenst seksueel non-verbaal contact, de fysieke aanraking van het lichaam. Geen van de mannelijke participanten (0%) ervaart het als seksueel intimiderend wanneer een man een seksueel getint gesprek probeert te beginnen met een vrouw. Participant C representeert het gemiddelde beeld van mannen over

(25)

ongewenste verbale aandacht in nachtclubs. Hij ziet verbale aandacht niet als seksueel intimiderend, omdat hij vindt dat er geen seksuele grens overschreden wordt met praten:

‘Geen seksuele grens. Want ik vind zelf altijd dat praten gewoon mag. Het is niet per se zo dat iemand fout bezig is als hij blijft praten. Want met praten ga je niet echt over iemands grens heen denk ik’ (Participant C, man, Nederlands). Vijf van de zeven (71.5%) mannelijke

participanten is van mening dat ongewenst blijven doorpraten op een seksuele manier (flirten, versieren) raar, irritant of zielig is, maar dat de term seksuele intimidatie niet passend is bij dit gedrag, omdat er geen ongewenst lichamelijk contact plaatsvindt en dit gedrag nu eenmaal vaak voorkomt in nachtclubs. Participant G geeft aan dat hij het vervelend, maar niet seksueel intimiderend vindt wanneer een man volhoudend ongewenst seksueel blijft praten tegen een vrouw, omdat het normaal is dat dit gebeurd in clubs: ‘De situatie dat je daar met een irritant

iemand staat waar je helemaal geen zin in hebt is eigenlijk wel herkenbaar. Ik vind het vervelend, maar geen seksuele intimidatie of misbruik ofzo. Gewoon niet chill van een gast, irritant. Maar wel iets wat je 100x meemaakt op een avond. (Participant G, man, Nederlands)

.

Dezelfde situatie beschrijft ook participant C als irritant, maar hij vindt het overdreven om ongewenste seksuele verbale communicatie seksuele intimidatie te noemen: ‘Het is niet

zozeer seksuele intimidatie, in de zin van, mensen vertonen gewoon irritant gedrag in clubs. Ik vind het een beetje overdreven om dan al gelijk de seksuele intimidatie kaart erbij te pakken. Er is geen fysiek contact nog in dit geval’ (Participant C, man, Nederlands). Drie van

deze vijf mannen benoemen dat zij volhoudende verbale seksuele aandacht, al dan niet gewenst of ongewenst, normaal en passend vinden in een club. Dit wordt gereflecteerd in de quote van participant G: ‘Dat [de club] is een van de weinige plekken in de maatschappij

waar dingen wat eerder geaccepteerd worden, in de zin van flirten en versieren. Als ik een beetje dronken ben, en dansend en gek aan het doen, is het wat normaler om tegen een meisje te zeggen: hee, wat heb je mooie ogen. Als ik dat hier [andere locatie dan de nachtclub] zou doen, dat komt wat raarder over’ (Participant G, man, Nederlands). Dit betekent dat hoewel

deze drie mannelijke participanten het gedrag afkeuren, zij wel vinden dat de club de ideale context biedt voor verbale seksuele aandacht. De overige twee mannen (29%) stellen dat zij het wel seksueel intimiderend vinden wanneer een man volhoudend blijft praten tegen een vrouw in een nachtclub. Participant B geeft aan dat hij het seksueel intimiderend vindt dat een man doorgaat met een gesprek wanneer de vrouw aangeeft dat zij hier geen behoefte aan heeft, omdat zij een vriend heeft: ‘Want hij wilt verder met haar in gesprek gaan terwijl ze

(26)

seksueel intimiderend’. (Participant B, man, Indiaas-Punjabi). Participant B stelt dat hij het

seksueel intimiderend vindt, omdat de man doorgaat met het gesprek, en dus meer van de vrouw wil hebben op seksueel gebied.

Net als bij de mannen vindt geen van de vrouwelijke interviewparticipanten (0%) het seksueel intimiderend wanneer een man een seksueel getint gesprek met een vrouw probeert te voeren. Zoals participant O duidelijk maakt, vinden de vrouwelijke participanten een seksueel getint gesprek normaal in clubs, omdat het een plek is waar mannen en vrouwen elkaar kunnen ontmoeten: Een club is voor veel mensen ook een plek om andere mensen te

ontmoeten toch? Een praatje maken moet dan kunnen, vind ik (Participant O, vrouw,

Nederlands). Drie van de acht vrouwelijke participanten (37.5%) geeft aan verbale seksuele aandacht wel intimiderend te vinden, maar niet seksueel intimiderend omdat er geen sprake is van ongewenst fysiek contact op een intieme plek van het lichaam. Participant N vertelt dat zij verbaal seksueel gedrag onacceptabel vindt, maar minder erg dan wanneer zij ongewenst fysiek aangeraakt wordt: ‘Dus het is sowieso geen acceptabel gedrag. Maar, ja, het gebeurt

vaak. Ik vind het minder erg dan dat een man je bijvoorbeeld aanraakt ofzo’ (Participant N,

vrouw, Hindoestaans-Guinees). Hoewel geen van de acht vrouwen verbale seksuele aandacht dus als seksueel intimiderend ervaart, vinden zeven van de acht vrouwen (87.5%) het

ongewenst volhouden van verbale aandacht, zoals een gesprek, wel seksueel intimiderend. De grenslijn die participant M trekt, representeert het gemiddelde beeld van de vrouwelijke participanten over volhoudende ongewenste aandacht. Zij geeft aan dat wanneer iemand niet stopt (non-verbaal of verbaal) en zij boos moet worden, zij een interactie als seksueel

intimiderend zou ervaren: ‘Ik denk als iemand echt aan je zit en niet stopt, terwijl je dan

aangeeft van stop. Dus iemand gaat door, terwijl je stop zegt. En ook wel dus qua aanraking, als iemand echt aan je zit en niet stopt. En ook wel als iemand met woorden, dus als iemand zegt bijvoorbeeld van ‘ik wil dat je mee naar huis gaat’, of ‘ik wil je doen [seks hebben]’ ofzo, dat hij daar ook niet mee stopt als je dat duidelijk zegt of boos wordt. En daar dus ook geen grens in heeft als hij weet dat hij moet stoppen’ (Participant M, vrouw, Nederlands).

Participant J zegt dat zij het seksueel intimiderend vindt wanneer de vrouw al heeft aangegeven dat ze geen behoefte heeft aan een gesprek: Ja, ik vind dat ook seksuele

intimidatie. ‘Vind ik gewoon een superduidelijke uitspraak. En zo’n man heeft dan het idee dat hij je wel even om kan praten ofzo, bij zo’n vrouw. Terwijl het echt zo is van, hoe duidelijk kun je zijn?’ (Participant J, vrouw, Nederlands). Slechts één van de vrouwen (12.5%) vindt

het niet seksueel intimiderend wanneer een man volhoudend ongewenst blijft praten tegen haar, omdat er geen sprake is van fysiek contact. Opvallend is dat vrouwen de lijn anders

(27)

trekken wanneer zij hun mening geven in de vignettevragen uit de participerende observaties. Over deze ambivalenties in hoofdstuk vijf meer.

Intersectie met sociale klasse. leeftijd en etniciteit

Zoals eerder is gesteld, is het voor dit onderzoek belangrijk dat er niet alleen naar verschillen in ervaringen tussen mannen en vrouwen wordt gekeken, maar dat er ook naar onderlinge verschillen tussen de groep vrouwen en de groep mannen wordt gekeken, lettend op sociale klasse, leeftijd en etniciteit (Grazian, 2009; Schippers, 2007). De sociale klasse en etniciteit zijn bepaald op basis van zelfidentificatie van de participanten5. In totaliteit zijn er tien witte

Nederlandse participanten (m/v), één Hindoestaans-Guineese (v), één Marokkaanse (v), één Spaans-Nederlandse (v) en twee Indiaas-Punjabi (m). De twee Indiase-Punjabi mannen identificeren zich met de lagere sociale klasse, de Hindoestaans-Guineese en de Marokkaanse vrouw identificeren zichzelf als middenklasse, de Nederlandse-Spaanse vrouw als hogere klasse en de Nederlandse participanten variëren van middenklasse tot hogere klasse. De

leeftijden van de participanten variëren van 19 tot 30 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 25. Wanneer er naar de etnische achtergrond van de participanten gekeken wordt, is het opvallend dat de man/vrouw machtsrelatie in clubs en de masculiene en feminiene

genderrolverwachting voor de Hindoestaans-Guineese en de Marokkaanse vrouw meer vanzelfsprekend is dan voor de andere vrouwen. Dit is ook het geval bij de twee Indiase-Punjabi mannen, hoewel dit zich bij de twee mannen op een verschillende manier uit. In deze traditionele man/vrouw relatie moet de man de vrouw benaderen, terwijl de vrouw zich laat versieren. Hoewel de andere respondenten deze onderlinge machtsrelatie lieten

doorschemeren, stelde de Hindoestaans-Guineese vrouw expliciet dat een man voor haar geen man is wanneer hij haar niet benadert: ‘Dan denk ik van, waarom kan hij me niet zelf

benaderen? Dan voel ik me een beetje de man in de relatie, dat is raar’ (Participant N, vrouw,

Hindoestaans-Guinees). Dit doet de Marokkaanse vrouw ook: ‘Ik denk dat je als meisje toch

wel verwacht dat als je oogcontact maakt de man de eerste move wel moet maken’

(Participant H, vrouw, Marokkaans). De Hindoestaans-Guineese en de Marokkaanse vrouw denken meer traditioneel dan de andere vrouwelijke participanten. Dit is ook te zien in het feit dat de Hindoestaans-Guineese vrouw vindt dat sexy kleding de aandacht van mannen op een negatieve manier trekt, of dat vrouwen persoonlijk verantwoordelijk zijn om iets aan seksuele intimidatie te doen, zoals naar bewaking toestappen. Voor de Hindoestaans-Guineese en Marokkaanse vrouw zijn er, in totaliteit, meer externe oorzaken die seksueel intimiderend

(28)

gedrag van mannen verklaren. Bij de twee Indiase-Punjabi mannen komt de traditionele man/vrouw verhouding ook meer naar boven dan bij de Nederlandse mannen. Vooral de genderrolverwachting en de dubbele seksuele moraal komt duidelijk naar voren: een man moet zoveel mogelijk vrouwen versieren, terwijl een vrouw juist zo min mogelijk seksuele interactie met een onbekende man moet hebben. Hoewel dit in de antwoorden van alle

mannelijke participanten terugkwam, werd deze relatie door de twee Indiase-Punjabi mannen meer benadrukt: ‘Jongens moeten veel meer proberen [een vrouw te versieren]. Dus als

meisje zou mijn gedrag in een nachtclub zeker anders zijn’ (Participant A, man,

Indiaas-Punjabi). Ook kwam bij een van de twee Indiase-Punjabi (A) participanten de objectificatie van vrouwen erg naar voren, bij de andere Indiase-Punjabi (B) was dit juist niet het geval. In het interview ervaarde participant B veel van de verbale en non-verbale vignetten als seksuele intimidatie, meer dan dat de gemiddelde mannelijke participant dit vond. Na afloop van het interview met deze participant maakte een goede vriend van de participant echter duidelijk dat participant B een aantal sociaal wenselijke antwoorden heeft gegeven, omdat hij bepaalde dingen niet wilde zeggen tegen mij (als vrouwelijke onderzoeker). Dit beïnvloedt het beeld dat de participant heeft geschetst. Door zijn sociaal wenselijke antwoorden heen, kwamen uitspraken die bijvoorbeeld de traditionele genderrolverdeling heel duidelijk naar voren brachten. Er is hier dus een discrepantie te zien in wat participant B zegt te vinden en wat hij werkelijk vindt. Hierover meer in de discussie paragraaf. De andere Indiase-Punjabi man (A) ervaart fysieke aanrakingen op intieme lichaamsdelen als seksueel intimiderend. Verderop stelt hij echter dat die lijn voor hem niet zo nauw ligt, omdat sommige vrouwen seksuele aandacht, ook fysiek, juist leuk vinden. Een mogelijke verklaring voor dit gedrag kan gevonden worden in de grotere zelfidentificatie met de voorgeschreven genderrol, want hoe meer iemand zich identificeert met zijn of haar genderrol, hoe normaler zij seksueel

intimiderend gedrag vinden (Quinn, 2006). Dit kan het geval zijn bij de Indiase-Punjabi participanten, die zich volgens de data sterker identificeren met hun gender dan de andere mannelijke (allen Nederlands) participanten. De identificatie met de vrouwelijke genderrol is ook sterker te zien bij de Spaans-Nederlandse vrouw dan bij de Nederlandse vrouwen: een vrouw moet zich netjes en beheerst gedragen, een man moet meer proactief en zelfverzekerd zijn. Dit komt minder terug bij de witte Nederlandse vrouwelijke participanten, zij vinden vaker dat een vrouw ook makkelijk op een man kan afstappen.

Wanneer er gekeken wordt naar mogelijke verschillen in de ervaring van seksuele intimidatie wanneer gelet op sociale klasse, kan er vastgesteld worden dat er geen grote verschillen zijn tussen de participanten. Wel kan er gesteld worden dat mannen die zichzelf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inwoners of bezoekers van Arnhem kunnen vervelende ervaringen door seksuele intimidatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag op straat of online vanaf 1 januari 2021 melden bij

Het in rekening brengen van het aspect deeltijdse arbeid leidt bijgevolg tot een sub- stantiële daling van de loonkloof, maar toch blijkt uit deze cijfers dat het loonverschil

daling van de loonkloof, maar toch blijkt uit deze cijfers dat het loonverschil tussen vrouwen en man- nen slechts gedeeltelijk kan toegeschreven worden aan het verschil in

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek geeft vol- gende definitie: “het bestaan en duurzaam voortbe- staan van verschillen tussen mannen en vrouwen in hun positie op

Ik won de Masters niet, maar het meisje dat won kwam uit Denemarken, dus ik was de beste Zweedse deelnemer.’ Dit jaar won ze voor de vijfde keer de Zweedse kampioenschappen en

Andere oorzaken van problemen met klaarkomen kunnen te maken hebben met negatieve seksuele ervaringen; ook hebben veel vrouwen geleerd dat seks slecht is of iets om je voor te

Deze wetten gebruiken om een sociale norm uit te dragen: deze wetten zijn er omdat veel mensen gelijkheid tussen vrouwen en mannen belangrijk vinden en geweld tegen

[r]