• No results found

Kwantitatieve massaspectrometrie van stilbeenhormonen (als HFB derivaat) met behulp van isotoopverdunning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kwantitatieve massaspectrometrie van stilbeenhormonen (als HFB derivaat) met behulp van isotoopverdunning"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ondeno~erp: K\o~antitatieve massaspectro-metrie van stilbeenhormonen (als HFB derivaat) met behulp van isotoopve r-dunning

Verzendlijst: direkteur, sektorhoofden, direktie VKA, afd. OCON (4x), Projektleider (Tuinstra), Projektbeheer, circulatie.

(2)
(3)

Projekt: Ontwikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van bestrijdingsmiddelen en (organische) contaminanten Onderwerp: K~o~antitatieve massaspectrometrie van stilbeenhormonen

(als HFB derivaat) met behulp van isotoopverdunning.

Doel:

Onderzoek naar de k1o~antitatieve toepassing van isotoopverdunnings-massaspectrometrie voor de analyse van stilbenen.

Samenvatting:

Voor de kwantitatieve bepaling van stilbenen zijn voor zowel diethyl-stilbestrol (DES), dienestrol (DE) en hexestrol (HEX) gelabelde ver-bindingen beschikbaar resp. DES (D6), DE (D2) en HEX (D4) .

Ten einde de mogelijkheden van k~o~antitatieve massaspectrometrie met behulp van isotoopverdunning na te gaan zijn een aantal experimenten uitgevoerd.

Conclusie:

Voor de k~o~antitatieve bepaling van stilbenen met behulp van GC-HS zijn de onderzochte gelabelde verbindingen DE (D2) en HEX (D4) niet

geschikt.

De spectra voor DE en HEX welke verkregen worden bij gebruik van de gelabelde verbindingen zijn ten gevolge van interferentie niet één-duidig te interpreteren en leveren dus niet voldoende betrouwbare resultaten. In het algemeen kan gesteld worden dat voor een GC-HS bepaling met behulp van isotoopdilutie en gebruik makend van een machine met laagoplossend vermogen aan één van de twee volgende voor-waarden moet worden voldaan.

1. De te bepalen verbinding dient gaschromatografisch basislijn gescheiden te zijn van de gelabelde verbindingen.

2. Er dient om interferenties te voorkomen een verschil in AHU

(atomaire mass units) waarde te zijn van minimaal drie, voor zowel het molecuulion als één der structuur afhankelijke fragmenten, tussen gelabelde en ongelabelde verbinding.

Het toepassen van de DES (D6) verbinding bij de analyse van anabolica kan gebruikt worden ter controle van de analyse. Ten gevolge van de ~.;risselende cis-trans verbinding is k1o~antificatie moeilijk. Er kan dan ook slechts gesproken worden over de orde grootte.

Verant~o~oordelijk:

ir L .G .H. Th. Tuinstra ) (

Hede1o1erker/Samensteller: ing. P. Kienhuis/H.A.

Traa

,

g

;/o(!f

Projektleider: ir L.G.H.Th. Tuinstra ~

(4)

Inleiding:

Voor het uitvoeren van kwantitatieve massaspectrometrie is de

toepas-sing van isotoopverdunning de geeigende methode (1,2,3). Gebruikt

wordt een stabiel gelabelde isotoop, van de te onderzoeken component, welke als interne standaard bij de gehele analysegang wordt gebruikt.

De isotoop wordt aan het te onderzoeken monster toegevoegd alvorens de opwerking \Wrdt gestart.

Aangenomen wordt, dat de isotoop zich chemisch en fysisch identiek gedraagt aan de niet gelabelde verbinding. Gedurende de gehele analysegang zal de verhouding van de engelabelde verbinding en de gelabelde verbinding zich dan ook niet wijzigen.

Na op\>lerking kan massaspectrametrisch (b.v. met "multiple ion detection") de verhouding van de intensiteiten van de massaspectra

-metrische pieken van de gelabelde verbinding ( I(l)) en de engelabelde verbinding (I(u)) bepaald worden.

Uit deze verhouding kan, wanneer het verband tussen de

massaspectra-metrisch gemeten iu/il en de bekende concentratie verhouding Cu/Ci

bepaald is, het gehalte van de engelabelde verbinding in het monster berekend worden.

Het verband tussen iu/il en Cu/Cl wordt verkregen door het maken van een ijklijn.

De bekende concentratieverhouding ,.,ordt verkregen door standaarden te maken met een vaste hoeveelheid gelabelde verbinding en een variabele hoeveelheid van de engelabelde verbinding.

Aansluitend \olordt de verhouding van de massaspectrametrische signalen

iu/il grafisch uitgzet tegen de concentratie verhouding Cu/Cl.

Wanneer er een rechte lijn verkregen wordt welke door de oorsprong gaat (lineaire functie: y

=

ax) kan geconcludeerd worden dat er geen interferentie is (4,5).

In het algemeen dient er rekening mee gehouden te worden, dat er wel interferenties optreden b.v. doordat de gelabelde verbinding nog wat ongelabeld materiaal bevat. Bovendien kan er een massaspectrametrische interferentie ontstaan b.v. van de 13c natuurlijke isotoop van de engelabelde verbinding met een enkelvoudige deuterium label van de gelabelde verbinding.

(5)

-Van belang is het dan ook om te weten of de gelabelde verbindingen vrij zijn van ongelabeld materiaal en '~elke fragmentionen van de gela-belde verbinding de fragmentionen van de engelabelde verbinding inter-fereren en/of welke fragmentionen van de engelabelde verbinding de fragmentionen van de gelabelde verbinding interfereren. Voorbeelden van ijklijnen bij verschillende interferenties zijn gegeven in bijlage 1.

Voor de kwantitatieve bepaling van de stilbenen zijn voor zowel

diethylstilbestrol (DES), dienestrol (DE), hexestrol (HEX) gelabelde

verbindingen beschikbaar. Ter beschikking gesteld door RIVM resp. Endoprep nr. H 145661, H 143275 en H 143274 (voor structuren zie bij-lage 2).

Teneinde de mogelijkheden van kwantitatieve massaspectrometrie met

behulp van isotoopverdunning na te gaan alsmede het kwantitatief bepa-len van het gehalte aan DES, DE en HEX in urine ten behoeve van een

ringonderzoek zijn een aantal experimenten uitgevoerd.

Experimenten

1. An2.lzs~ ~t~n5!_a2.r5!_eE_

Van de drie stilbenen alsmede van de overeenkomstige gelabelde

verbin-dingen zijn volgens (6) HFB derivaten bereid welke massaspectrametrisch onderzocht zijn.

De EI (Electron Impact) spectra zijn gegeven in figuur 1 t/m 6, ter-wijl het veronderstelde fragmentatiepatroon gegeven is in bijlage 3.

2

.

.!.J~l.!J.!!

In tabel 1 zijn de concentraties van de voor de ijklijn geprepareerde standaarden weergegeven.

Tabel 1 In bewerking genomen standaarden

St.no. Hoeveelheid Hoeveelheid Eindvolume

ongelabeld gelabeld ng ng JÜ 1 0 100 100 2 25 100 100 3 50 100 100 4 100 100 100 5 150 100 100 6 250 100 100 7 500 100 100 84107.2 - 3

(6)

-100.9

lUC

"10 RIC OOTA: l..t<IA 11

191'29/64 13:38:99 ~1: IITI 11

sm>LE: STOES DES06 I€X IEX04 DE OE02

RAI«:Et C 1.2197 LABELt H 9, 4.9 QI.Wl: A e. 1.8 Bf&: U 29. 3

1848

DE

+

DE (D2)

DES

+

DES (D6)

1760 14:40 3 17 4 1700 14:50 1794 1801 1800 15:0'3 IS20 15:10 1840 15:20

Figuur 1: Chromatagram stilbenen

~I~ TO 1868

SI484Q

(HEX

+

HEX

(D4;

1860 SCAN

(7)

In bijlage 4 zijn de drie met de hand getekende ijklijnen weergegeven.

Aansluitend is met behulp van de kleinste kwadraten methode via het "upp software pakket" (7) en de DEC PDP 11/44 computer het verband tussen de geanalyseerde concentratie verhoudingen en de gemeten in

-tensiteiten berekend (aangenomen is het volgende verband Y = A X

+

B) (zie bijlage 5).

3. ~n~lzs~~~t~r.!!.

Aan de hand van de resultaten verkregen bij punt 1 is een descriptor* voor de bepaling van stilbenen plus gelabelde verbindingen gemaakt (zie bijlage 6).

Aansluitend zijn een drietal urinemonsters (afkomstig van een experi-ment met dieren) in duplo geanalyseerd conform (6,7) waarbij aan de monsters 100 ng van de gelabelde verbinding l~as toegevoegd.

Gelet op de resultaten verkregen met radio-immuno-assay (RIA) kon uitgegaan worden van 1 ml urine en het eindextract volume kon gesteld worden op 100 ~1.

Na derivatisering zijn de monsters met behulp van de GC-MS geanaly-seerd.

Discussie

Het chromatagram van de analyse van het standaardenmengsel is gegeven in figuur 1. Hieruit blijkt dat er geen scheiding wordt verkregen tussen de gelabelde en de engelabelde verbindingen. De interpretatie van de resultaten wordt hieronder per component besproken.

~E~/QE~iD~ (figuur 2,3)

De belangrijkste fragmentionen 341; 417; 447; 631 en het M+ 660 van DES worden niet geinterfereerd door de overéénkomstige fragmentionen van de gelabelde verbinding (figuur 2). Met andere woorden fragmenten, uit de gelabelde verbinding, met slechts één deuterium worden niet gevormd (althans niet in het gemeten massabereik).

Ook bevat de gelabelde verbinding geen ongelabeld materiaal zodat het eventueel in het monster aanwezige DES niet heinvloed wordt.

* Descriptor programma voor het meten van een aantal geselecteerde

massa's (MlD = multiple ion detection).

(8)

-MSS SPECTRU!I 11/91/84 1~:39:00 + 15:~3 OATA1 STILB 11179 CAL I: PKI 13 lt:'IJ.(l 50.0

~LE: ST DES OE fEX HF8 ~'\.l lH ISOOCTAAN

341.1 303.1 331.1 3 : r 417.1 281.1 j 351' I 377.0

401:

I

~~

~1/E.

lila

350 4Óo 100.1'1 6f.0.2 631.1 5::.2 ~44.t> 571.2 593. I 613. I 645.0 ~ r.-. . ) -t _,_, . r: E 550 600 65\1

Figuur 2: Fragmentatiepatroon DES

~~7.2

~31,-

I

J

~63.1

45'3

700

MSS SPECTRUM DATA: STILA 11178 1ee.0 50.0 11/E 199.0 50.0 541.5 11/01/84 13:51100 + 15142 ~11 PKI 13 ~: ST I:B06 IEJ2 HEX04 tF8 SH::/ll. lH ISOOCT M'i

344.1 666.2 634.1 563.3 582.1 603.1

lt.

648.2

l

-~-·· ...

"'---

-

...

-.

~ -11/E sse 600 650

Figuur 3: Fragmentatiepatroon DES (D6)

BASE MI 3~1 RIC1 ?2960. 487 ..

e

508.8 : ! ' ' 500 BASE 1'1/E: 333 RICI 56704. 514.3 75(l 13760 13760 8249 8240

(9)

Geconcludeerd kan worden dat voor een kwantitatieve analyse elk der fragmentionen gekozen kan worden.

Gezien de specificiteit en de respons lmrdt gekozen voor het M+ 660

resp. M+ 666.

De ijklijn welke verkregen is, zie bijlage 4 en 5, vertoont een zeer

goed lineair verband, de laagste hoeveelheid DES welke is geinjecteerd

bedraagt 1,25 ng (dit komt overeen bij het volgen van de

standaard-procedure met 0,3 ppb) de hoogste hoeveelheid bedraagt 25 ng

( 6,5 ppb).

Een probleem bij de kwantificatie van DES is de wisselende (niet bekende) cis-trans verhouding (2).

Kristallijn standaard DES bevindt zich in de transvorm. Na oplossen en uitvoeren van o.a. allerlei chemische en physische stappen treedt er o.a. afhankelijk van het oplosmiddel een isomerisatie naar de cisvorm op. Dit betekent dat de met de GC-MS aangetoonde hoeveelheid trans-DES

slechts een deel is van het oorspronkelijke aamo~ezige DES.

QE.f_D!f. j_Dll_ (figuur 4 , 5)

Daar bij de gelabelde verbinding slechts tlo~ee deuterium atomen inge -bouwd zijn lijkt de kans op het optreden van interferentie ten gevolge van fragmenten met een enkelvoudige deuterium zeer wel mogelijk.

Uit het spectrum van de DE (D2) component blijkt echter dat de belang-rijkste fragmentionen van DE te weten M/z 341; 445; 461; 629 en 618 nauwelijks door fragmenten van de gelabelde verbinding worden geinter -fereerd.

Wel interfereren de natuurlijke aanwezige isotopen van (DE met name

18o) de fragmenten van de gelabelde verbinding, waardoor in een

mengsel de intensiteit van een aantal fragmenten van de gelabelde ver-binding te hoog was.

De intensiteit van het molecuulion van de gelabelde verbinding M/z 660

wordt, wanneer een gelijke hoeveelheid ongelabeld materiaal wordt

geanalyseerd, met ca. 1,5% verhoogd.

Overigens bevat de gelabelde verbinding, blijkens het verkregen

spectrum, nauwelijks ongelabeld materiaal.

(10)

-IIASS SPECTIMI

ll/91/84 14s39dl0 + 15: 3~

SIW>Lfs ST DES DE 10 HFB :ING/l.l. IN ISOOCTAAN 100.9 58.8 39 .I 341.1 317.1 355.1 H/E 300 350 40J 100.0 658.2 50.0 629.1 529.2 54 .7 57ü.S 5t4.8 rvE

Figuur

4:

Fragme

nt

atiepatroon

DE

100.8 se.0 H/E 100.0 50.0 11/E IIASS SPECTM ll/91/84 13:51s96 + 15s3~

54W'l.Es ST DE.S06 DED2 HEX04 lf'B ~l.l. lH ISOOCTM'l

342.1 318.1 394,8 333.1 660.2 52S. 2 553.9 57:1.2 59:1.:1 680 650

Fig

uur

5

:

Fragmentati

e

patroon DE

(

D2)

OAHu STILB 11167 CAL I 1 PI< I 13 445.2 461.1 429.1 6?~.1) 70ü DATA: STILA 11168 CAL.Is PKI 13 447.1 463.1 431.1 700 BHSE H/Es 445 RICs 61376. 75u BASE H/E: 447 RICs 630413. 513.1 750 7936 7936 8912 8912

(11)

Uit de grafische t11eergave van de ijklijn (bijlage 4) blijkt ook dat de

ongelabelde verbinding de gelabelde verbinding interfereert. Dit

blijkt uit het afwijken van de meetpunten, waarbij een relatief hogere

concentratie aan ongelabeld materiaal is geanalyseerd, ten opzichte van detectie.

Een ander probleem bij de analyse van dienestrol in aanwezigheid van de gelabelde verbinding is de kt~Talitatieve interpretatie van het

spectrum.

De twee verbindingen hebben dezelfde retentietijd, waardoor het

spectrum van DE verstoord wordt door DE (D2). Immers bij aanwezigheid

van relatief hoge concentratie aan de gelabelde verbinding zal het

spectrum meer op de gelabelde verbinding lijken dan op dienestrol

zelf.

In dit geval zal de "base peak" niet H/z 445 maar N/z 4l•7 zijn,

ll1aar-door de onderlinge verhouding van de fragmenten van dienestrol via een

rekenkundige correctie berekend moeten l-Torden. Ten gevolge van de

noodzaak van een dergelijke correctie zal de kans, bij aanwezigheid

van dienestrol (D2), op vals negatieve uitslagen toenemen.

!!_E~/.!:!.E~ lP~

De problemen welke te verwachten zijn bij de analyse van hexestrol ten

aanzien van hexestrol (D4) blijken direct uit het spectrum. De

gela-belde verbinding geeft naast een signaal voor M/z 333 ook een signaal

voor H/z 331 (ca. 10%). Belangrijker is echter de vorming van het

fragmention met M/z 303 uit de gelabelde verbinding.

Naast het fragmentatiepatroon van HEX en !lEX (D4) in bijlage 3C wordt hier de vorming van H/z 303 en H/z 304 schematisch weergegeven (alleen het belangrijkste deel van het molecuul is getekend).

A) D

0-

f

(f) H H H

O-

f

®

H

I

B)

c~t

I

0

-

1

~

_ H _ D H D 84107.5 6

(12)

-100.& 58.9 1\1[ 100.9 50.ü IVE IIASS SPE CT RLtt I 1/91184 14:39:00 • 1:1:58

SA"PLE: ST DES OE lEX tf'B 5NCIU.. lH ISOOCTAA/1

33 .I 3e .I 534. '5 554.7 600 650 DATA: STILB 11188 ~1: PKI 13

Figuur

6

:

Fragmentatiepatroon

HEX

100.9

5&.9

11/E

100.0

58.9

MSS SI'ECTRl.tl DATA: STILA 11188

111&1184 13:51100 t 15::50 CALI: PKI 13

SAIIPLE1 ST OES06 OED2 HEXD4 tf'B :itfC/ll. lH ISOOCTAAII

333.1 394.1 284.9 314.1

l

346.8 373.8 353.2 424.1 453.1 471.4 •"f - ·· ·-· • ·-·~ ~ t~·· ~ ..• ~ .... ~ 350 490 450 568.2 591.9 662.5 111[ 550 600 650 70û

Fi

g

uur

7: Fr

ag

m

e

ntati

e

patroon

HEX

(04)

BASE IVE: 331 RIC: 6630-4. BASE 11/E: 333 RIC1 157440, 494.4 27360 27369 66432 66432

(13)

Voor wat betreft de ijklijn welke is geconstrueerd aan de hand van de intensiteiten van M/z 331 en M/z 333 zou men een resultaat verwachten conform bijlage 1 (figuur 2). Dit blijkt niet uit bijlage 4 (hierbij is de lijn ten onrechte door de oorsprong getrokken, met andere woor-den Y

=

AX) echter \'lel uit bijlage 5 (Y

=

A X

+

B \'laar in B

=

0, 24).

Voor wat betreft het kwantitatieve aspect zal systematisch, wanneer

er geen correcties \'lorden toegepast, een te hoog hexestrolgehalte berekend \W rden.

De mate waarin het gehalte te hoog zal zijn is afhankelijk van de relatieve concentratie.

De k1-1alitatieve interpretatie van het spectrum van hexestrol (in

aan-wezigheid van de gelabelde verbinding is zeer moeilijk en de verkregen

resultaten zullen discutabel zijn en dus van geen enkele waarde.

Immers het spectrum geeft slechts t1-1ee fragmentionen te zien H/z 331 en

M/z 303 waarbij de eerste, bij gelijke concentratie van HEX en HEX (D4), ca. 10% te hoog is en de tweede ca. 50% te hoog is.

Resultaten monsteronderzoek

De hierboven genoemde discussie werd bevestigd door de resultaten van

een drietal onderzochte monsters afkomstig uit een dierproef en wel op

een voldoende hoog niveau nl. ca. 50 ppb. In het diethylstilbestrol

bevattende monster kon DES kwalitatief met de geldende criteria

aange-toond lwrden.

Voo1.· \'lat betreft het k1-1antitatieve aspect bleek niet het aanwezig zijn

van een gelabelde verbinding problemen te scheppen, maar de niet

constante cis-trans verhouding, zie ook (2).

In het dienestrol bevattende monster kon na het toepassen van een

aan-tal correcties dienestrol aangetoond worden echter het kwantitatieve

aspect werd bemoeilijkt door het niet lineair zijn van de ijklijn.

In het hexestrol bevattende monster kon ten gevolge van de interferen-tie van de gelabelde verbinding geen hexestrol met de op dat moment

geldende criteria aangetoond worden.

Daar de ijklijn van hexestrol niet door de oorsprong gaat zal het

gehalte bij k1-1antificering (bij toepassing van de functie Y = AX) te hoog zijn.

(14)

-- 7

-Conclusie

Voor de k1o~antitatieve bepaling van stilbenen met behulp van GC-HS zijn de onderzochte gelabelde verbindingen DE (D2) en HEX (D4) niet

geschikt.

De spectra voor DE en HEX 1o1elke verkregen worden bij gebruik van de gelabelde verbindingen zijn ten gevolge van interferentie niet één

-duidig te interpreteren en leveren dus niet voldoende betrouwbare resultaten. In het algemeen kan gesteld worden dat voor een GC-HS bepaling met behulp van isotoopdilutie en gebruikmakend van een machine met laagoplossend vermogen aan één van de twee volgende voor

-waarden moet worden voldaan.

1. De te bepalen verbinding dient gaschromatografisch basislijn gescheiden te zijn van de gelabelde verbindingen.

2. Er dient om interferenties te voorkomen een verschil in Al1U

(at oma i re ma ss units) 1o1aarde te zijn van minimaal drie, voor zowel het molecuulion als één der structuur afhankelijke fragmenten, tussen gelabelde en ongelabelde verbinding.

Het toepassen van de DES (D6) verbinding bij de analyse van anabolica kan gebruikt worden ter controle van de analyse. Ten gevolge van de wisselende cis-trans verhouding is k1o~antificatie moeilijk. Er kan dan ook slechts gesproken worden over de orde grootte.

Literatuur

1. B.J. Hillard, 1979. Quantitative mass spectrometry. Heyden and Sons London (UK) ISBN 0-85501-156-4.

2. J. Freudenthal: Chemisch Weekblad oktober 1979, 657-660.

3. J.A.A. Jonckheer, A.P. de Leenheer: Para Hedica (1981) 1, 2-5. 4. J.F. Pickup, K. HcPherson: Anal. Chem. 48 (1976) 1885-1890. 5. D. Picart, F. Jacolot, F. Berthon, H.H. Floch: Quantltative mass

speetrometry in life sciences II June 13-16, 1978, Ghant Belgium. 6. L.G.M.Th. Tuinstra, W.A. Traag, H.J. Keukens, R.J. van Mazijk:

Journal of Chromatography 279 (1983) 533-542.

7. R.A. Hilhorst: Uniform program package (UPP); Sprenger Instituut

lvageningen.

8. L.G.M.Th. Tuinstra, W.A. Traag. RIKILT-rapport 81.92: Interpretatie

van GC-HS resultaten van de bepaling van diethylstilbestrol in run

-derurine.

9. Intern voorschrift F 74.

(15)

Iu/ll Iu/ll 3,0 3,0 2,0 2,0 1,0 1,0 Cu/Cl Cu/Cl 1,0 2,0 3,0 1,0 2,0

3

~

1: geen wederzijdse interferentie

Iu/Il 3,0 2,0 1,0 Cu/Cl 1,0 2, 3,

3: interferentie van de ongelabelde

verbinding op de gelabelde

3,0

2,0

1,0

2: interferentie van de gelabelde

verbinding op de ongelabelde verbinding

lu/ll

Cu/Cl

i,o

2'

,

0

4: wederzijdse interferentie

Iu

=

intensiteit fragmention van de angelsbelde verbinding

11

=

intensiteit fragmention van de gelabelde verbinding

Cu

= concentratie

van de angelsbelde verbinding Cl

=

concentratie van de gelabelde verbinding

(16)

Bijlage 2 Structuur DES, DE,

HEX

Diethylstilbestrol

CH:\

Dienestrol

H

exes

trol

Diethylstilbestrol (D6)

CHz

I

CD

uo-Q-M

-

"

-

Oo"

co

I

CH3

Dienestrol

( D

.z)

c H!.

I

HO-o-1

~,-oO

ij

co1...

I

cHJ

Hexe

strol

(D4)

(17)

*

deuteriumlabel

bij de M+ zijn 6 D atomen aanwezig

0 11 lt - C -C Ft.-C i'"t..-C F3 CH3

I

g>Q

t

T

{}o

-

~-c,f)

~H~

M~

::

4b3

(1

1

bg

>f

)

CH.\ I>

-0

(18)

Bijlage 38 Fragmentatiepatroon Dienstrol en Dienestrol dideutero (D2) als

HFB derivaten

... CHz OF -C HI-/"11

*

Deuterium label plaats (maximaal 2 D-atomen aanwezig)

-~-·

11/TEIUIEOiiiÎr:

)t

(19)

_ _ _"G)

H

~-

~

l

~o -c-cr-t-cr'f.-c~." c tit.

I

CHJ - Cii.z.=CI-/z

*

Deut

e

riumlab

e

l plaats (max

.

4 D

atomen

aanwezig)

Opmerking

:

1)

t~olecuulion

wordt in d

e

"El

e

ktron

Impact

Mode" ni

et waar

g

eno

men.

2)

Zowel afsplitsing

D

a

l

s

H mog

e

lijk

(1

x

D mee

st

waarschijnlijk

M/z

=

304

(20)

7 6 5 4 3 2 1

Bijlage 4: Grafische ~eergave van de verhouding van de geanalyseerde

concen-traties versus de verhouding van de gemeten intensiteiten

Iu/Il 0

I

I

I

I

I

/

J

I

1 2 3 Cu/Cl 4 660 DES

=

666 ~ 658 DE

=

660

----

~

331 HEX

=

333 5

(21)

' . SUBSETS! DES

***

LINEAR REGRESSION

***

*

**

Y=A+B*X

*

*

*

1JA!UABLES: X=

X

Y= . y INF'UT DATAt SUBS, IOBS,

x

2 I 1 0 ') "- I 2 .25 2 I 3 • .J "'" 2 I 4 1 2 I 1:" .J 1 • 5 2 I 6 ' ) 1:" - • .J 2 I 7 1:" .J N anal~sed! 7 N "'is si nsl: 0 ~lE(-lN X AND Y: . 1, 53571 S T [I , [I E l,) , : 1.7466 REGRESSION COEFFICIENTS! A -,0325712

B

1.54884 RES. ST.ERR.: ·,152045 CORR •. COEFF! .998686 D.F,: 5 TABLE OF RESIDUALS!

X

·

Y

0 1:" • .J 1 1 .~· a:. -SUl~ EF:F: I '"·2: E X F' L , F' t-r R T : .016 .373 .681 1 t 4 5 2.15 4.12 7.632 .115589 .997374 y WEIGHT .016 1 .373 1 .681 1 1. 4 5 1 2.15 1 4.12 1 7.632 1 2 t 346 . 2.70875 STD, ERRORS! T- VALUES! .0792544 - .410971 .0355389 43.5814 Y<CAL) -.0325712 .354638 .741847 1.51627 2.29068 3.83952 7.71161 E ( I ) .0485712 .018362 --.0608473 - .0662659 --. 14 0 6 8 I} + 2804 ï'9 -- • 0 7 <j' 6 1 .t1 i

(22)

y 8.80 8.00

7.2o

l

b

.

~

o

l

~ '0 1 ._ •• o.

I

I

I,EO

t

i

4.00

1

3.20 1.60

0~

01

"

voO'

l

(

l

•. 11'. I

.

.

..

l

f .n• \ I

t

t

t. .

.

*

t I -u.ov

+

·

+;---t---t;---t---t;---t---;+~---+---+~~---t---t;~---t---~+~ -O~JO 01JO l1JO ,,JO 3.J0 4.J0 J1JO

x

ISD

(23)

ttt LINEAR

REGRESSION

***

***

Y~A+BtX

***

1

JNUABLES!

X=

X

Y= . y I t·~ F'U T DAH1 t SUBS,/OBS, ~· / 1 3 / ,..., :..:.:.

'

I I 3

'

I 4 3 I !::" .J -:2 /

t..

·-· 3 / 7

x

0 .·25 !::" t .J 1 1 t 5 2.5 5 N anz:d~:sed! "/ i·~ n; is. s. ins : 0 MEAN X AND Yl 1.53571

s

T [I t [I E I) t : 1 t 7 4 6 6

REGRESSION COEFFICIENTS:

A .0236102 B .391417 F:ES, ST,ERF:.: CORR, COEFF!

D.F.!

.0252476 .999432 !::" .J

TABLE OF

RESIDUALS!

x

0 ,..., c-+..:... ._1 c:· t ·- ' 1 . y .021 . 114 .215 .391 I ,.}7 t Q,;..., 1t-045 1 ' 7' t.. .0031872 y

WEIGHT

.021 1 t 1 1 4 1 .215 1 .391 1 .627 1 1.045 1 1.96 1 .t:-24714 .684035

STD.

ERRORS!

T-VALUES!

.0131604 1.79403 .00590135 66.3266

Y<CAL)

.0236102 .121464 .219319 t 4150:.~7 .610735 1.00215 1.98069

E<I>

-.00261024 -.00746439 --, 0 0 4 3 1 8 !S 4 -.0240268 .01626119 '0•128483

(24)

'( 2.20

t

2.00

I,BO

l

I ,60

j

1.40

I

1.20

l

1. 00

l

·

:f I

o.eo

1

*

I I 0160

o

.

40 ISD

(25)

***

***

Y=A+B*

X

***

IJARIABLE

S

!

X=

X

Y

=

y

INF'UT

DATA!

SUBS,/OBS,

x

1 I I 1 0 1 I 2 ,.·) C" t,:..~ 1 I I "1 ...,

.

t:' ...., 1 / 4 1 1 I I 1::" .J 1.5 1 I L u ' l t:" .... .... J 1 I 7 c ... ,J H anë: l -:;-=:.ed: 7 N rn i -::. -::. i r1 s

:

0

MEAN

X

AND

Y!

·1.53571 STD,

DE

'J.:

1.7466 REG~ESSION

COEFFICIENTS

!

A .0950932 B ,685056

RES.

ST.ERR.:

.101172

CORR

,

COEFF

I

.997034

[I.F

.!

5

TA

BLE

O

F RESIDUALS!

x ·y 0 ,... c::· tO::.--) "' t ,._1 1 S U I·~ C: F: F: • ~. 2 : E. X F' L , F' A R T ~ .012 .3'7'8 .816 1.223 1.945 ~~.421 .051179 .994077 y

WEIGHT

.012 1 .215 1 • 3<!8 1 .8l6 1 1. ~?23 1 1.945 1 3.421 1 1.1471'4 1. 20007 STD,

ERRORS:

T-VALUE

S

:

.0527365 1.80317 .0236479 28. 9689

Y<CAL)

• o<.f50?32 .266357 .437621 .7801.49 1.12268 1.80773 3.52037 E < I ) -. OB2.09~.2 - .0513571 --. 03?é. 21 .0358512 .100323 ~:!.37268 .... t (:'7'7'371:-:

(26)

y 3.60

(

, .-,0

t

'-' 'l. ( 'i

r.,,

j\

.:..1 C•-...:

l

2.40

t

I.

I

j 'l ,,,. l ... vJ ( I C._, '"1 L•

..

.

*

*

*

.

.

.

(27)

MlD DESC: A7

""'

INST: 4521 CALI: WTl '"\.,

'

'

\

MASS DEFECT AT 100 AMU 30 1'1MU

"

Mf-\STER RATE 256

'

·

TOT AL ACGU TIME 0. 210 SECS

TOT AL SCAN TIME 0. 300 SECS

CENT SAMP INT 0. 200 1'1S

MASS RANGE 1 TO 1024 AMU

16. 302. 590 666. 699 0. 009 0. 300 1 80 0

INT BEGIN END

TIME <SECS) MPW MFW MA

# MASS MASS REQUEST ACT UAL

1. 302. 590 303. 591. 0.015 0. 013 3 80 25

..,

<:... 303. 591 304. 591 0. 015 0. 013 3 80 25 3. 330. 599 331. 599 0. 015 0. 013 3 80 25 4. 332. 599 333. 600 0.015 0. 013 3 80 25 5. 340. 602 341. 602 0. 015 0. 013 3 80 25 6. 342. 602 343. 603 0. 015 0. 013 3 80 25 7. 343. 6()3 344. ·603 0. 015 0. 013 3 80 25 8. 444. 633 445. 633 0. 015 0. 013 3 80 25 9. 446. 633 447. 634 0. 015 0. 013 3 80 25 10. 452. 635 453. 635 0. 015 0. 013 3 80 25 11. 628. 688 629. 688 0. 015 0. 013 3 80 25 12. 630. 688 631. 689 0. 015 0. 013 3 80 25 13. 633. 689 634. 690 0. 015 0.013 3 80 25 14. 657. 697 658. 697 0. 015 0. 013 3 80 25 15. 659. 697 660. 698 0.015 0.013 3 80 25 16. 665. 699 666. 699 0. 015 0.013 3 80 25 '· 1 0 POS TH BL ION 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS . 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS 1 0 POS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat wil zeggen, de overtui- ging dat er zich ook eerlijke mensen aandienen als politiek leider, dat zij, een- maal aan de macht, niet aan vriendjespolitiek zullen gaan doen en

• Hoe meer gecentraliseerd leidende organisatie en hoe minder contacten tussen perifere. organisaties, hoe meer effectiever

Uit voorbereidend onderzoek bleek, dat de bepaling van het ijzer- en kopergehalte van één en dezelfde oplossing op verschillende dagen een grote spreiding tussen dagen

Anderzijds dient bij de resultaten van deze studie ook te worden gerealiseerd dat lagere uitvoeringskosten, de mogelijkheden tot (illiquide) langetermijnbeleggingsbeleid en

Voor de in gebruik name van de ICP-MS zijn de ontwikkelde methoden grondig gevalideerd middels de NCCLS protocollen, EP-5, EP-6, EP-9 en EP17 voor analyse van respectievelijk

Omdat MMA referentiemateriaal ont- breekt is voor de juistheid gebruik gemaakt van een vergelijk met een andere LC-MS/MS methode en zijn commer ciële serum calibratoren

Analytische testkarakteristieken zijn verkregen door de binnenchip- en de tussenchipvariatie voor zowel urine (2 niveaus) als serum (1 niveau) te bepalen op 10

De effectiviteit van deze twee vormen van complimenten is onderzocht in schoolsituaties, waarbij gevonden werd dat gelabelde complimenten weinig worden gebruikt door de