Afdeling Sensoriek Rapport 86.71
1986-08-01 Pr.nr. 404.0080
Onderwerp: Enquête thuispanel.
Een evaluatie van thuispanel-onderzoeken bij de re~pondenten.
Verzendlijst: directeur, directie VKA, sektorchef, projekt! ei der, afd. Sens. (3x), projektbeheer, afdeling OCON, biblio -theek (1x), circulatie.
Projekt: Sensorisch onderzoek van voedingsmiddelen door het thuispanel
Onden.,rerp: Enquête thuispanel. Een evaluatie van thuispanelonderzoeken bij de respondenten.
Samenvatting
De enquête onder de respondenten van het Thuispanel om informatie te krijgen hoe de verschillende testen beoordeeld worden, heeft een posi-tief beeld opgeleverd. Het aantal respondenten dat niet zo leuke erva-ringen heeft is onder de 1%. Er zijn enkele 'spelregels' gevonden waaraan de organisatie zich dient te houden. Zo moet het aantal open vragen niet hoger worden en de leiding moet niet te vaak een vragen-lijst zonder produkt uitdelen. Aan nieuwkomers dient de instruktie ge-geven te 1vorden o1u het formulier tijdens de test of kort daarna in te vullen en tenslotte lijkt 10 jaar de minimale leeftijd te zijn om zelfstandig aan een test mee te kunnen doen.
Tenslotte blijkt leeftijd een belangrijke variabele te zijn o.a. in de waardering van de onderzoeken die tot nu toe zijn gehouden. Aanbevolen wordt om in alle testen van het Thuispanel in ieder geval naar deze invloed te kijken.
Verantwoordelijk dr ir A.B. Cramwinckel
~
Samensteller/medewerker: dr ir A.B. Cramwinckel, nn.,r D.H. van Hazijk-Bokslag
Projektleider dr ir A.B. Cramt.,rinckel
/
l>f
2. Doelstelling 3. Opzet
3.1 De vragenlijst
3.2 De samenstelling van het Thuispanel 3.3 De verwerking van de gegevens
4. Resultaten 4.1 Respons
4.2 De onafhankelijke variabelen 4.3 De afhankelijke variabelen
4.4 Datareduktie afhankelijke variabelen
4.5 De invloed van de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabelen 1 2 2 2 2 3 3 3 4 4 5 4.5.1 Voorgedrukte antwoorden? 5
4.5.2 Vragenlijst zonder produkt? 5 4.5.3 Wat zijn de ervaringen tot nu toe? 6 4.5.4 Welk onderzoek is tot nu toe het meest 6
resp. het minst plezierig gevonden?
4.5.5 Vanaf welke leeftijd vindt u dat kinderen 7 zelfstandig mee kunnen doen aan een onderzoek?
4.5.6 Het formulier kan op verschillende manieren 7 ingevuld worden. Wanneer vult u het formulier
doorgaans in?
4.5.7 Als u het formulier invult, doet u dat meestal 8 alleen of doet u dat in overleg met andere
huisgenoten?
4.5.8 Het algemeen oordeel over inleiding, vragen en 8 berichtgeving over de resultaten van het
onderzoek.
4.5.9 Het algemeen oordeel over de mate van uitgebreid 8 zijn van inleiding, vragenlijst etc.
5. Konklusie 9
10 6. Samenvatting
Bijlage A. De beantwoording van de open vragen Bijlage B. De vragenlijst
gang van zaken rond de onderzoeken die gedaan zijn. Daartoe zijn vragen gesteld over de volgende onderdelen:
- het aantal onderzoeken waar men tot dan aan heeft meegedaan, - de lengte en duidelijkheid van inleiding, vragenlijst en beric
ht-geving over de resultaten van het onderzoek, - de produkten die getest zijn,
- de algemene indruk die men van de onderzoeken heeft,
- vanaf welke leeftijd men vindt dat kinderen doorgaans zelfstandig mee kunnen doen,
- wanneer de vragenlijsten doorgaans worden ingevuld en
- of de vragenlijsten doorgaans alleen of in overleg worden ingevuld. Op het moment dat deze vragenlijst is uitgedeeld zijn er in de voor-gaande periode 16 produkten getest. Vier instituten doen vanaf het be-gin mee, iin instituut is er na het 6e onderzoek bijgekomen.
Bij het verwerken van de gegevens is getracht volgens een bepaalde ana-lysemethode te werken. Kenmerk van deze methode is datareduktie, dat wil zeggen dat er nagegaan wordt in hoeverre vragen die grotendeels dezelfde informatie geven, samengevoegd kunnen worden tot ién nieuwe variabele. Een ander kenmerk is het aanbrengen van een duidelijk onderscheid tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabelen en de onderlinge relatie tussen beide typen van variabelen. De onafhankelijke variabelen zijn b.v. leeftijd, sexe, verbondenheid met een instituut en de afhankelijke variabelen zijn de antwoorden op de diverse vragen.
2. Doelstelling
Het doel van deze enquete is het nagaan hoe de respondenten van het Thuispanel oordelen over de verschillende onderzoeken waar zij aan heb-ben deelgenomen. De resultaten van dit onderzoek kunnen van nut zijn bij het opzetten van een nieuw onderzoek.
3. Opzet
3 .1 Q_e _ VE_a~e~ .!_j~
Alle deelnemers vanaf 10 jaar hebben een vragenlijst ontvangen. Deze vragenlijst is als bijlage B opgenomen. De vragenlijst is tevens benut om aan de representanten te vragen of de samenstelling van hun huishou-den nog veranderd is. Als dit nog niet doorgegeven was, kon dit nu ge-daan \-lOrden. Bij de vragenlijst is een overzicht meegegeven met de onderwerpen van de tot nu toe uitgevoerde testen.
3. 2 Q_e _s~m!:_n2_t~!_iE_g_vE_n _ h~t_T.!:!_u.!_s.E_aE_e!_
Het panel is samenges tel d uit mede\olerkers van de hieronder genoemde instituten met huis- en buurtgenoten:
- Sprenger Instituut, Wageningen (SI)
-Proefstation voor de Fruitteelt, \Hlhelminadorp, Zeeland (PF\.J)
- Rijks-Kwaliteitsinstituut voor land- en tuinbouwprodukten, Wageningen (RIKILT)
-Het Spelderholt, Beekbergen (Spelderholt)
- Centraal Bureau voor de Tuinbomo1veilingen, Den Haag (CBT). Het aantal respondenten van de vijf deelnemende instituuten is in
tabel 2 gegeven.
3.3 Q_e_v~r~eE_k.!_n~~aE_È_e_g!:.g~v!:.n2..
De gegevensverwerking is als volgt uitgevoerd: 1. Data-invoer:
De gegevens van het vragenformulier zijn in de computer gevoerd. De gegevens zijn gekontroleerd op uitschieters die niet mogen voor-komen. Voorts is de non-respons vastgesteld.
2. Vaststelling van de onafhankelijke variabelen:
Bij dit onderzoek zijn de onafhankelijke variabelen: sexe, leeftijd, instituut en grootte van de huishouding en het aantal onderzoeken waar men aan heeft meegedaan.
3. Eventuele datareduktie van de onafhankelijke variabel en:
Soms is het mogelijk en wenselijk om gegevens te kombineren tot fiin kengetal nadat gekontroleerd is of dit verant\Wot·d is (item-rest correlatie). Bij dit onderzoek is datareduktie op de onafhankelijke variabele niet zinvol.
-4. Vaststelling afhankelijke variabelen:
Hieronder worden de antwoorden verstaan die respondenten geven op
de vragenlijst.
5. Datareduktie afhankelijke variabelen:
Een aantal vragen zijn min of meer hetzelfde. Indien deze vragen
ook over het algemeen genomen hetzelfde type antwoord opleveren
kunnen ze samengevoegd worden. Het de item- rest correlatietoets is
nagegaan welke vragen wel, en welke niet samengevoegd mogen worden.
6. Kontrole op randomisatie:
Er mag geen verband zijn tussen een aangeboden produkt en een be-paald deel van het panel. Bij dit onderzoek (één vragenlijst voor
alle panelleden) speelt randomisatie geen rol.
7. Maatregelen indien randomisatie niet geslaagd is:
Dit aspekt speelt bij dit onderzoek geen rol.
8. Nagaan in hoeverre de onafhankelijke variabelen invloed hebben op
de afhankelijke variabelen:
Hierbij gaat het om zicht te krijgen in hoeverre b.v. jongeren
anders geantwoord hebben dan ouderen of in hoeverre mannen een
ander oordeel hebben over het Thuispanelonderzoek dan vrouwen etc.
9. Onderlinge relaties tussen de afhankelijke variabelen:
Voor zover datareduktie niet mogelijk is, kan nagegaan worden in
hoeverre de beantwoording van de ene vraag verband houdt met de
be-antwoording van een andere vraag. Bij dit onderzoek zijn deze
ver-banden niet zinvol geacht.
Het hoofdstuk 4 zal aan de hand van deze methode van
gegevensverwer-king ingedeeld worden.
4. Resultaten
4.1 !e~p~n~
De respons was voor dit onderzoek > 95%, hetgeen een gebruikelijke waarde is voor thuispanelonderzoeken. Het aantal respondenten is 1123.
4.2 Qn~f~a~k~l.!_j~e_v~r..!_a.È_e_!en
Behalve de gebruikelijke onafhankelijke variabelen: instituut, grootte
van de huishouding, sexe en leeftijd is het aantal keren dat men aan
Enkele variabelen blijken met elkaar in relatie te staan. Zo is de grootte van de huishoudingen niet gelijk verdeeld over de vier insti-tuten en ook niet over de leeftijd. Tenslotte is het aantal keren dat men ~ heeft meegedaan aan een onderzoek niet gelijk verdeeld over de instituten. Een overzicht van mogelijk scheve verdelingen is gegeven in tabel 1. Bij de verdere bespreking van de resultaten z~, waar nodig, hier rekening mee gehouden worden. De frequentieverdeling van deze variabelen is gegeven in de tabellen 2 tot en met 6.
'
•·3
Q_e_afh~n~e!_ijk~ ~a.E_i~b~enDe vragen van de enquete vormen de afhankelijke variabelen. De fre-quentieverdeling van deze variabelen is gegeven in tabel 7. Bij de enquete zijn ook nog diverse open vragen gesteld. De op- en aa nmerkin-gen zijn samengevat en verdeeld in ondersteunende antwoorden en aan- of opmerkingen. Ze staan in bijlage A.
4.4 Da.!_a.E_eÈ_u~t!e_afh~n~e!_i_j_k~ ~a.E_i~b~ en
Een viertal vragen over de mate van uitgebreidheid van de enquête heb -ben de volgende drie ant\voordmogel ijkheden:
1 = te uitgebreid 1 te veel
2 = goed of 2 = goed
3 te beperkt 3 = te weinig
Deze ant\voorden hebben gemeen dat het ant\voord "goed" aangeeft dat men over het ~gemeen tevreden is. Vragen met deze drie typen van a ntwoor-den zijn gesteld met betrekking tot de inleiding, de vragenlijst, ant-woordmogelijkheden van voorgecodeerde vragen en de berichtgeving over de resultaten van een test. Een ander ant\voord dan "goed" geeft aan dat men het liever anders heeft. Nagegaan is of de beantwoording van de ene vraag overeenkomsten had met de beantwoording van de overige vragen van dit type. Vanwege een voldoende onderlinge correlatie (n > 1000, r > .20) is besloten deze vier vragen samen te voegen tot êên kenmerk: oordeel over de mate van uitgebreidheid van de enquete's.
Een driet~ andere vragen hebben als ant\voordmogelijkheid: 1 duidelijk
2 onduidelijk
Deze ant\YOorden kon men geven met bet rekking tot vragen over de inl ei-ding, vragen en het resultaat van de onderzoeken.
-Ook deze vragen bleken voldoende met elkaar samen te hangen (n
>
1000, r =>
.25), zodat besloten is ook deze antwoorden samen te voegen totêên kenmerk: mate van duidelijkheid van de enquete's.
Er is nog nagegaan of er een samenhang aanwezig is tussen de beant
-woording van de vraag "wat zijn uw ervaringen tot nu toe? (1 = leuk;
2 = gaat wel en 3 = niet zo leuk)" en het kenmerk "oordeel over de
mate van uitgebt.·eidheid van de enquete' s", doch deze cor.relatie was te laag (n
>
1000, r < 0.15). Blijkbaar meten beide vragen verschillendeaspekten, zodat samenvoeging verlies van informatie zou geven.
4. 5 Qe_ iE_vlo~d-van_ d~ ~n~fÈ_aE_kel.!_j.!:e_ var..:!:_a be_!eE_ ~p-d~ ~fÈ_aE_k~l.!_jke
variabelen
In tabel 8 is het overzicht gegeven ~1elke onafhankelijke variabelen
van invloed zijn op afhankelijke variabelen. In de volgende
subpara-grafen wordt ingegaan op de betekenis van deze relaties. De niet sig
-nifikante verbanden worden verder buiten beschouwing gelaten.
4.5.1 Voorgedrukte antwoorden?
Uit tabel 8 blijkt dat de instituten verschillend hebben geantwoord op
de vr.aag:" Een enkele keer nemen we een open vraag op. Een vraag dus
waarop u het antwoord zelf moet formuleren. Wat vindt u van dit type vraag? (1 = open vraag heeft mijn voorkeur; 2 = geen voorkeur/mening;
3
= voorgedrukte
antwoorden hebben mijn voorkeur; 4 = een kombinatievan open vragen en voorgedrukte antwoorden heeft mijn voorkeur)",
Uit de beantwoording van deze vraag blijkt dat men een voorkeur heeft
voor een kombinatie van open vragen en voorgedrukte antwoorden. Het
CBT is het meest uitgesproken in deze mening. De panelleden van
Wilhelminador.p hebben vergeleken met de andere instituten de meeste
voorkeur voor de voorgedrukte antwoorden. Aan alleen open vragen geeft
slechts 7% van de panelleden de voorkeur..
4.5.2 Vragenlijst zonder. produkt?
De vraag luidt: "Tot nu toe is steeds een produkt getest. Hebt u er
bezwaar tegen als u een vragenlijst krijgt zonder. een produkt erbij?
De respondenten van het Spelderholt hebben vaker bezwaar dan de
respondenten van de overige instituten, n.l. 22% en de respondenten van het RIKILT minder vaak bezwaar, n.l . 13% dan het gemiddelde, dat op 17% 1 igt. Gemiddeld genomen heeft 39% geen bez1o~aar om een vragen
-lijst te krijgen zonder produkt. Het RIKILT scoorde met 49% als hoogste
op deze vraag en het CBT met 21% als laags te. De derde ant\o~oordmoge
lijkheid, geen bezwaar mits niet te vaak, werd door 43% van het
totale pan~ aangekruist. Het hoogste antwoordpercentage op deze vraag
werd door het CBT gegeven met 59%, het laagste door het RIKILT met 38%. Hieruit blijkt dat 83% geen bezwaar heeft of alleen bezwaar heeft als
het te vaak gebeurt om een vragenlijst te ontvangen zonder produkt. De pan~leden van het Sp~derhol t zullen volgens de beant1wording het
eerst bezwaar maken, de pan~leden van het RIKILT het laatst.
Dit bezwaar zal met name genoemd \<lOrden door de \<lat grotere gezinnen (5
ä
6 persoonshuishoudens). De 2 persoonshuishoudingen, op het RIKILT wat meer vertegenwoordigd, hebben over het algemeen geen bezwaar. Daar het ook de jongeren zijn die eerder bezwaar hebben tegen een v ragen-lijst zonder produkt (jonger dan 24 jaar) lijken het vooral de kinderente zijn uit de grotere gezinnen die bezwaar maken. In de l eeftijd
24-40 jaar wordt het minst vaak bezwaar geuit tegen een vragenl ijst zonder produkt. Verder hebben mannen over het algemeen eerder bezwaar
tegen een vragenlijst zonder produkt dan vrou1o~en en tenslotte hebben
de pan~leden die aan veel onderzoeken hebben meegedaan vaker geen b e-zwaar dan pan~leden die aan weinig onderzoeken hebben meegedaan.
4.5.3 Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
Op deze vraag kon men het volgende antwoorden: leuk; gaat wel; niet zo leuk. Bij de beant1voording is alleen een sexe effekt aangetroffen. Vrouwen zeggen vaker dat de ervaringen l euk waren. Mannen antwoorden
2 x zo vaak als vrouwen: gaat wel.
4.5.4 Helk onderzoek is tot nu toe het plezierigst resp. het minst plezierig gevonden?
In de bijlage waren alle onderzoeken, die tot nu toe geweest zijn, op-genomen. Uit deze l ijst kon vervolgens het onderzoek dat men het p le-zierigst had gevonden gekozen worden.
-De beantwoording laat een instituuts-, een grootte van het huis
hou-dings-, een leeftijds- en een sexe-effekt zien. Deze effekten worden
besproken. In tabel 9 worden per instituut de twee onderzoeken genoemd
die men het meest plezierig resp. minst plezierig vond. In tabel 10
wordt het overzicht gegeven naar grootte van de huishouding. Het meest
duidelijk zijn de verschillen in de onderzoeken die het meest resp.
het minst plezierig zijn gevonden indien naar de leeftijd van de
respondenten wordt gekeken. Dit overzicht staat in tabel 11. Hieruit
blijkt dat jongeren over het algemeen een geheel andere keuze hebben
van meest en minst plezierige onderzoeken dan ouderen. Ten aanzien van
sexe is er geen verschil tussen de sexen met betrekking tot de minst
plezierige onderzoeken, wel met betrekking tot de meest plezierige
onderzoeken. Vrouwen kozen kouseband en oesterzwam en mannen kozen
oesterzwam en poelierskuiken als meest plezierige onderzoeken.
4.5.5 Vanaf welke leeftijd vindt u dat kinderen zelfstandig mee kunnen
doen aan een onderzoek?
Deze vraag is door de instituten verschillend beantwoord. Ook de v
er-schillende leeftijdsgroepen van het thuispanel hebben de vraag v
er-schillend beantwoord.
De meeste respondenten vinden dat de leeftijd van zelfstandig mee kun
-nen gaan doen ligt tussen de 10-12 jaar. De respondenten van het
RIKILT zijn het minst uitgesproken in het noemen van een leeftijd,
mits deze tussen de 6 en 14 jaar ligt. De respondenten van het CBT en
Wilhelmtnadorp geven een wat oudere leeftijd op: 12-14 jaar. Voor de
respondenten van het Sprenger Instituut en het Spelderholt ligt deze
leeftijd rond de 8-10 jaar. Wat de samenhang met de leeftijd betreft, ligt de uitkomst wel voor de hand. Er is een tendens, dat naarmate men
jonger is men vaker vindt dat men jonger zelfstandig mee kan doen.
4.5.6 Het formulier kan op verschillende momenten ingevuld worden.
Wanneer vult u het formulier doorgaans in?
Ook deze vraag is door de respondenten van de verschillende instituten
verschillend ingevuld. Verder is deze vraag door respondenten die al
De invloed van het CBT is in beide gevallen aanwezig en zijn dus niet onafhankelijk van elkaar. Het blijkt dat het CBT, meer dan bij de andere instituten het formulier ifin of meerdere dagen na de test in-vult. Dit blijkt bij 24% van de respondenten van het CBT het geval te zijn. Het laagst scoort het RIKILT n.l. 9%.
Slechts 21% van de respondenten van het CBT vult het formulier tijdens het testen in. Wat dit betreft scoort Wilhelminadorp het hoogst, n.l. 36%. Niet geheel onafhankelijk hiervan blijkt dat naarmate men aan minder onderzoeken heeft meegedaan er een tendens is om het formulier later in te vullen. Zoals al eerder gezegd is, is het CBT later bij het Thuispanel gekomen.
4.5.7 Als u het formulier invult, doet u dat dan meestal alleen of doet u dat in overleg met andere huisgenoten?
Op deze vraag is alleen door de verschillende leeftijdsgroepen de vraag verschillend beantwoord. Het gegeven ant~..roord is gemakkelijk te begrijpen: in de leeftijd van 17 jaar en ouder vult men het formulier meestal alleen in. In de leeftijd van 16 jaar en jonger wordt zowel alleen als in overleg met anderen het formulier ingevuld.
4.5.8 Het algemeen oordeel over inleiding/toelichting, vragen en berichtgeving over resultaten van het onderzoek.
Met betrekking tot het geven van een algemeen oordeel worden alleen door verschillende leeftijdsgroepen andere antwoorden gegeven. Er blijkt een positief signifikante correlatie te zijn (P
<
0,001) het -geen duidt op een tendens, dat naarmate men ouder is, men meer uitge-sproken is in de mening dat vragenlijst, informatie en berichtgeving over de resultaten in orde is.4.5.9 Het algemeen oordeel over de mate van uitgebreid zijn van inlei-ding, vragenlijst etc.
Met betrekking tot deze vraag hebben de respondenten van de verschil -lende instituten verschillend geantwoord, evenals de respondenten af -komstig van verschillende grootten van huishoudingen en de verschil -lende leeftijdsgroepen.
-Over het algemeen wordt geant~word dat het thuispanel gebeuren eerder
te beperkt is dan te uitgebreid. Te uitgebreid wordt nog het vaakst
genoemd door respondenten van het Spelderholt, maar tevens zeggen de
respondenten van het Spelderholt ook te beperkt, dit laatste in gelijke
mate met respondenten van het Sprenger Instituut en het RIKILT.
De uitspraak te beperkt of te uitgebreid hangt dus ook samen met de
grootte van de huishouding. Te beperkt wordt het vaakst genoemd door 1 p en 2 p huishoudingen, terwijl de wat grotere gezinnen wat vaker
vinden dat het geheel aan de uitgebreide kant is. 1</at de leeftijd be
-treft blijkt de leeftijdsgroep 15-45 het geheel eerder te beperkt te
vinden, ten.Jijl de leeftijd van 45 jaar en ouder het geheel ~.Jat vaker
als te uitgebreid beoordelen. Er is geen sexe-effekt en er is ook niet
verschillend geantwoord op deze vraag door respondenten die aan weinig
resp. veel onderzoeken hebben meegedaan.
5. Konklusie
Over het algemeen is er weinig reden om de opzet van het Thuispanel te
veranderen. Ongeveer 85% van alle respondenten zegt bijvoorbeeld dat
de ervaringen tot nu toe leuk zijn en slechts 0,6% antwoordt met niet
zo leuk. Toch zijn er enkele resultaten uit de enquête naar voren ge
-komen die extra aandacht nodig hebben. We noemen:
- Het aantal open vragen dient niet te hoog te worden.
- Af en toe is het mogelijk om een vragenlijst zonder produkt uit te
delen. De respondenten van het Spelderholt zullen mogelijk het eerst
bezwaar maken als dit te vaak gebeurt.
- Over het algemeen vindt men 10-12 jaar de beginleeftijd om
zelf-standig mee te kunnen doen aan een test. CBT en Wilhelminsdorp
leg-gen de grens ca. 4 jaar hoger dan het Sprenger Instituut en het
Spelderholt.
- Nieuwkomers zijn eerder geneigd om de vragenlijst in te vullen nadat
de test al gedaan is. Het verdient aanbeveling er bij nieuwe leden
op te wijzen dat het van belang is om het forrnul ier zo spoedig
moge-lijk in te vullen.
Verder blijkt uit dit onderzoek dat er een duidelijke invloed van de
l eeftijd is op de beant\wording van de vraag welk onderzoek het meest
Zo blijken het potplanten- en het drinkyoghurtonderzoek over het al
ge-meen het vaakst genoemd te worden als minst plezierige onderzoeken,
terwijl het drinkyoghurtonderzoek door de jongeren en het
potplaten-onderzoek door de ouderen onder het Thuispanel als het meest plezierige onderzoek naar voren k1·mmen. Bij de uitwerking van Thuispanel onder-zoeken is het daarom noodzakelijk om de invloed van de l eeftijd na te
gaan op de beant\wording van de en om daarbij ook naar de invloed van
de overige onafhankelijke variabelen zoals b.v. instituut, grootte van
de huishouding en sexe, te kijken. Bij de meeste onderzoeken wordt dit
ook routinematig gedaan.
6. Samenvatting
De enqu@te onder de respondenten van het Thuispanel om informatie te
krijgen hoe de verschil! ende testen beoordeel d worden, heeft een pos
i-tief beeld opgeleverd. Het aantal respondenten dat niet zo leuke er
va-ringen heeft is onder de 1%. Er zijn enkele 'spelregels' gevonden
waaraan de organisatie zich dient te houden. Zo moet het aantal open
vragen niet hoger worden en de leiding moet niet te vaak een vragen
-lijst zonder produkt uitdelen. Aan nieuwkomers dient de instruktie
ge-geven te worden om het formulier tijdens de test of kort daarna in te
,vullen en tenslotte lijkt 10 jaar de minimale leeftijd te zijn om
zelfstandig aan een test mee te kunnen doen.
Tenslotte blijkt leeftijd een belangrijke variabele te zijn o.a. in de
waardering van de onderzoeken die tot nu toe zijn gehouden. Aanbevolen
wordt om in alle testen van het Thuispanel in ieder geval naar deze
invloed te kijken.
Sexe lee Aantal
Instituut
-
*)~* n.s. n.s.***
Deelnemers per huishouding
***
-
n.s.***
n.s.Sexe n.s. n.s.
-
n.s. n.s.Leeftijd n.s.
***
n.s.-
n.s.Aantal onderzoeken meegedaan **"~'< n.s. n.s. n.s.
-n.s. = niet significant
HISTOGRAM OF lNST 1 ~14 2 2'<'< 3 250
..
289 !> 66 MISSING VALUES 0 en 5=
CBT. ···-···~··· ...•...•••...•...•...••....•.•••...•...•••..•....•...•.••... ········4·········· ···~···.
...•.•...••.••.SCALE: I ASTERISK REPRES~IHS ~.83 UNIT<Sl
Tabel 3. De frequentieverdeling van het aantal deelnemers per
huis-houding. HISTOGRAM OF OLIIHH ~CALC: :;! 3
..
5 ~ I B 9 HlllSING VAI..UCS 312 157 '<30 170 38 0 ll a ll ···"··· .•..•.•....•...•... ···...•...••.•....•••.•...••..• ···-···:.:;TER lOK REI'ALZCUlC \t. 2? ~H H::; l
Tabel 4. De frequentieverdeling van de sexen, 1
=
man, 2=
vrouwHISTOGRAM OF SEX
556 ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
2 ~67 ···~···4·~···
MISSING VALUES ll
SCAI..E: 1 ASTERISI( REPRESENTS S.56 UIUHSJ
.
.
:.
•.
.
.
•.
.
.
:.
.
•. .
:.
.
• '. . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
•
.
:.
.
:.
.
:.
. .
.
:.
.
.
.
:.
.
.
.
_,.
• •.
.
.
•.
.
.
.
".
.
.
.
.
•.
.
•.
.
.
.
• :.
.
•.
.
.
:.
.
.
.
.
:. .
~ :.
.
.
.
.
• • •.
.
: :.
.
.
::
.
.
.
•
.
: :. .
.
.
.
•.
.
.
.
.
. .
•.
.
.
. .
.
.
: :.
.
.
.
• •.
• •
.
.
.
.
:.
. . .
.
:
.
.
• :.
.
.
• -• • • • •.
••
.
.
.
•.
.
••
:.
.
: •. .
'.
.
.
.
.
.
.
: • ; : •.
.
.
: •.
.
.
.
,.
:.
.
.
.
.
•.
.
:.
.
•.
.
.
.
.
.
:.
.
.
.
.
.
.
. .
: •.
.
.
.
.
:•
.
:.
. .
.
.
:.
.
.
:.
.
.
.
•.
.
.
.
•.
. .
.
.
.
.
• :.
.
.
.
.
.
.
: :.
. .
. .
• • •.
•.
.
.
.
.
.
.
:.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
..
.
'.
.
-
.
.
..
.
.
.
.
.
. .
.
.
.
.
.
.
. .
.
:.
. . .
.
.
. . .
. .
.
:.
.
;.
.
.
•
.
.
.
• •.
.
.
.
.
.
.
.
• •.
•.
.
.
.
•.
:.
•
.
.
.
:.
.
.
.
.
:.
.
.
.
:.
•.
:.
. .
.
.
.
.
.
.
.
".
.
.
..
' 111.
•.
• . . ....
.. • • " •.
•.
...
.
...
.,...
.
.
.
.
...
.. ...
.
.
:::::
:~::.::::::: ::::::::
• • • • • • • • • a • • (& ::::: ::::::::.
.
...
...
...
...
.
.
.
.
..
.
.
.
-
.
.
.
....
...
.
.
.
.
,..
..
.
.
• ••• * "" •• 1111 • • • • •...
..
..
.
.
..
•
.
.
.
.
.
•.
..
.
.
.
• •..
,...
I 1 I 1 I I I I I o I I 1 1 t I I 1 I 1 l I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I t I I I I I I I I I I I I 1 I I I I I I 1 I I I I I I I 1 I I I I I~~=~~~~~~9~~~~~~~~~re~~~A~,~~~g~~;~~~~,~~~~~~~~~~~~~3~~3i~~~~s~~~~~~~~~~~a~~~
Tabel 6. lttSfOGRAN OF onNJAL 6 • 2 >S 3 I~ ~ I~ s 211 b b • 1 0 D IB
De frequentieverdeling van het aantal onderzoeken waar men
aan heeft meegedaan.
? 68 · · · - · · · 10 42 ~··· ll 3'> l2 l , ... . . . .. .. . . .. . .. . . .. . . . 13 2Lt? · · ··· · · ·· ·· · · ··· · · - · ·· · · ·· - · 14 1.406 ···~··· .. ·· · · ·· · " ·· ··· · · · ·· ·· · · ' ' ' IS 0
"
HlS91M3 VIILUES 11!lfnt..E: l A9f~Rl6K REPRESF.:tUS '•· lb tJtH H S'
'"
~ z :J..
..
..;..
"' ... z 1/1 ~ UI w CL :J...
<i UJ > «"
ill ?; .... a:.,
w ~ ... x: ~ w <1 ~Wat vindt u over het algemeen van het aantal vragen?
Hoe vindt u over het algemeen de
duidelijkheid van de gestelde
vragen?
Wat vindt u van het aantal
antwoord-mogelijkheden?
Hat vindt u van dit type vraag?
Hebt u er bezwaar tegen als u een vrage n-lijst krijgt zonder een produkt erbij?
He willen weten of de informatie voldoende
duidelijk resp. uitgebreid is.
Hat zijn u ervaringen tot nu toe?
Welk onderzoek heeft u tot nu toe het
meest/minst plezierig gevonden?
18.14 3 te beperkt 1 = duidelijk 2 onduidelijk 1 = te veel 2 goed 3
=
te weinig 1= duidelijk
2 = onduidelijk 1 te uitgebreid 2=
goed 3 te beperkt 2,9% 95,1% 4,9% 9,4% 88,0% 2,6% 92,7% 7,3% 8,7% 82,8% 8,5%1
=
open vraag heeftmijn voorkeur 6,8% 2 geen mening 17,0% 3 voorgedrukte antwoorden hebben mijn voorkeur 30,0% 4 een combinatie heeft mijn voorkeur 46,3% 1 = ja
2 nee, mits niet
te vaak 3 nee 1 duidelijk 2 = onduidelijk 1 te uitgebreid 2 goed 3
=
te beperkt 1 leuk 2=
gaat wel 3=
niet zo leuk meest 1 1,0% 2 2,8% 3 17,2% 4=
3,2% 5 15,7% 6=
2,1% 7 2,8% 17,3% 43,4% 39,2% 95,7% 4,3% 3,3% 88,1% 8,6% 84,5% 14,9% 0,6% minst 0,8% 3,3% 9,9% 2,7% 3,1% 1,9% 4,1%11 12 13 ==
u..
== 15 = 16 5,8% 17,9% 1,0% 0,2% 1,7% 9,1% Indien u kinderen heeft: vanaf welke leeftijd 2 jaar 0,3%vindt u dat ze zelfstandig mee kunnen doen? 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
14
15 16 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar =o,
7% 2,4% 8,8% 4,9% = 18,9% == 3,6% 32,4% 0,8% 17,9% 0,6% 2,9% 2,4% 2,4% 17 jaar 18+jaar 0,8%Hanneer vult u het formulier doorgaans in? 1 2
3
Als u het forrnul ier invult, doet u dat meestal 1
alleen of in overleg met andere huisgenoten? 2
tijdens het testen
1 a ter, maar wel op dezelfde dag
een of meerdere dagen later mees tal all een meestal in overleg 2,7% 11,0% 4,6% 0,4% 6,1% 21,6% 27,6% 56,1% 16,3% 71,0% 29,0%
Een enkele keer nemen \ve een open vraag
op. Een vraag dus waarop u het antwoord
zelf moet formuleren. Hat vindt u van dit
type vraag? (1 = open vraag heeft mijn
voorkeur; 2
=
geen mening/voorkeur; 3 =voorgedrukte antwoorden hebben mijn voor
-keur, 4
=
een combinatie van open vragenen voorgedrukte antwoorden heeft mijn
voorkeur)
Tot nu toe is steeds een produkt getest.
Hebt u er bez\vaar tegen als u een vragen
-lijst krijgt zonder een produkt erbij?
(1
=
ja; 2=
nee, mits niet te vaak;3 = nee)
Hat zijn U\<1 ervaringen tot nu toe? (1
=
1 euk; 2 = gaat wel; 3
=
niet zo leuk)Welk onderzoek heeft u tot nu toe het
plezierigst gevonden?
Helk onderzoek heeft u tot nu toe het
minst plezierig gevonden?
Indien u zelf kinderen heeft: vanaf welke
leeftijd vindt u dat kinderen zelfstandig
mee kunnen doen aan een onderzoek?
Het formulier kan op verschil! ende momen
-ten ingevuld worden. Hanneer vult u het
formulier doorgaans in? (1 = tijdens het
testen; 2
=
later nadat de test gedaan is,maar wel op dezelfde dag; 3 = een of
meerdere dagen nadat de test is gedaan)
Als u het formulier invult doet u dat
meestal alleen of doet u dat in overleg
met andere huisgenoten? (1 = meestal
alleen; 2
=
meestal in overleg)Hate van duidelijkheid van de enquête
Mate van uitgebreidheid van de enquête
n.s. niet signifikant
*
= significant niveau p<
0,05** = significant niveau p
<
0,01***
= significant niveau p<
0,001= niet zinvol om verband na te gaan
18.16
Instituut dl n hh 1 ft sexe Aantal
onderzoek. meegedaan
***
n.s. n.s. n.s.***
**
***
***
*(CBT)1 n.s. n.s. n.s. 'ld;* n.s. ***(CBT)1**
*)'<*
* ***(CBT)1**
***
n.s.***
n.s.***
**
n.s. n.s. n.s. ***(CBT)1 n.s. *** n.s. n.s. n.s.***
n.s. n.s.**
***
**
n.s. n.s.i
I
I
I
Instituut Heest plezierig Ninst plezierig
s.r.
kouseband/oesterzwam drinkyoghurt/potplantenPFW reuzechamp/kouseband potplanten/kouseband
RI KILT oesterzwam/kouseband drinkyoghurt/potplanten
Spelderholt kouseband/oesterzwam potplanten/oesterzwam
CBT oesterzwam/poelierskuiken drinkyoghurt/oesterzwam
Tabel 10. Overzicht van de onderzoeken door de verschillende grootte
van huishoudingen het meest resp. het minst plezierig zijn
gevonden.
Grotte van
huishouding Heest plezierig l-1inst plezierig
1 persoon kouseband/poelierskuiken drinkyoghurt/potplanten
2 personen oesterzwam/poelierskuiken drinkyoghurt/potplanten
3 personen reuzechamp/kouseband potplanten/drinkyoghurt
4 personen oesterzwam/kouseband drinkyoghurt/potplanten
>4
personen kouseband/oesterzwam potplanten/kousebandTabel 11. Overzicht van de onderzoeken die door de verschillende
leef-tijdsgroepen het meest resp. het minst plezierig zijn
gevon-den.
Leeftijd
(jaar) Heest plezierig :t-1inst p_lezierig
8-16 drinkyoghurt/reuze champ potplanten/oesterzwam
16-24 reuzechamp/drinkyoghurt potplanten/kouseband
24-32 oesterzwam/reuze champ drinkyoghurt/potplanten
32-40 oesterzwam/kouseband drinkyoghurt/potplanten
40-48 kouseband/oesterzwam potplanten/drinkyoghurt
48-56 kouseband/reuze champ drinkyoghurt/potplanten
56-64 kouseband/oesterzwam drinkyoghurt/oesterzwam
Heeft u hierover nog op- of aanmerkingen?
Deze vraag is door 24 panelleden beantwoord. Slechts 2 panelleden
gaven een negatief antwoord, n.l.:
"Waarom deze vraag, klopt het systeem niet?"
"Hees tal wel leuk, maar ook \-lel lastig met verdelen en verzamelen",
B. Heeft u over de vragenlijst nog op- of aanmerkingen?
Op deze vraag hebben 52 panelleden geantwoord.
Enkele antwoorden:
"Soms is meer dan een antwoord mogelijk" (6x)
"Nadeel dat het antwoord soms tussen de voorgedrukte antwoorden in ligt" (7x)
"Soms te weinig keuze mogelijkheden" (5x) "Soms een onduidelijke vraag" (5x)
"De vraagstelling is soms te moeilijk" (3x)
"De voorgedrukte antwoorden sluiten soms niet aan op de vragen"
"Graag meer ruimte voor opmerkingen".
c.
Heeft u over de produkten nog op- of aanmerkingen?Deze vraag is door 35 panelleden beantwoord.
Enkele positieve antwoorden:
"De verscheidenheid in produkten is prettig" (5x)
"Liefst nieuwe produkten".
Enkele negatieve antwoorden:
"De groente moet \•lel vers zijn, b.v. sperziebonen, kouseband" (4x)
"Bij produkten zoals reuzechampignons of oesterzwam vraag je je toch af: 'moet dat nou zo nodig', er is al zo veel" (2x).
Enkele algemene opmerkingen of vragen:
"Bij produkten die aan bederf onderhevig zijn graag van te voren datum
van afgifte opkondigen" (2x)
"Ik zou graag achteraf horen welk monster ik getest heb, zoals b.v. bij drinkyoghurt a
=
x% en b=
y% sap""Ik zou graag achteraf horen welk merk ik getest heb, zodat ik het later nog eens kan kopen als het bevallen is"
"Je kunt geen vragen beant\o/Oorden, als je het produkt niet hebt gezien
of geproefd" (7x)
"Gezien de tendens om bij dit soort enquêtes de sociaal gewenste a nt-woorden te geven (we krijgen er wat voor dus laten we vriendelijk
scoren) lijkt het mij nuttig om naast deze testen ook aan andere
per-sonen hun mening over de produkten te vragen zonder dat ze aan de
tes-ten meedoen".
D, Heeft u over de resultaten of de berichtgeving daarvan nog op- of
aanmerkingen?
35 panelleden hebben op deze vraag geantwoord.
Er zijn 4 positieve antwoorden: "Prettig resultaten te horen" (4x). Enkele negatieve antwoorden:
"Haarom duurt het zolang" (7x)
"Veel vragen hebben \-leinig met de eindconclusies te maken" "Soms onduidelijk wat de conclusies zijn".
gedaan"
"Ik mis conclusies en gevolgen, m.a.,.,. lo7at is er wel/niet veranderd door de uitslag van een onderzoek",
Enkele algemene opmerkingen en vragen: "Graag meer achtergrondinformatie" (4x)
"\.Jordt er nooit gepubliceerd, zijn er samenvattingen van de rapporten beschikbaar"
"\.Jat gebeurt er met de gegevens" (4x)
"In verband met de door u genoemde snelheid van de verwerking van de
gegevens lijkt het mij wenselijk de antwoorden in gecodeerde vorm op
b.v. ponskaarten o.i.d. door de panelleden te laten invullen".
E. Welk onderzoek heeft u tot nu het meest plezierig gevonden, reden: Op deze vraag is door 1123 panelleden als volgt geantwoord:
1. Scharreleieren: - maats~happeli}k-relevante vraag (1x) - veel bereidingamogelijkheden (1x). 2 • !P.E_el:_s!:p ..!_ - niet vermoeiend (lx) - lekker (l3x)
- vroeger veel getest (1x)
- goed vergelijkbaar (1x).
3. Kouseband:
- kennismaking onbekend produkt (133x) iets aparts (13x)
natuurprodukt, geen additieven (1x) lekker (6x).
4. Kaas:
- kaas leren eten (1x) - lekker (21x)
-mening ouderdom kan getest worden aan de feiten (1x). 5. Reuzechampignons:
- veelverwerkingsmogelijken (11x) - kennismaking onbekend produkt (73x) - lekker (105x)
- iets aparts (7x)
- zien er leuk uit (5x)
-mede door panel produktuitbreiding (1x).
6. ~x_!_r!:-!:P.E_el:_m~e2_:
- lekker (l3x).
7. Bosui:
- kennismaking onbekend produkt (20x)
- lekker (13x)
9. Poelierskuiken:
-
lekker(7TxT--- kwaliteitsvergelijking mogelijk (9x)
- naar eigen smaak te bereiden (10x)
- eindelijk kip zonder bijsmaak (2x)
- net een nieuwe oven met draaispot (1x).
10. Drinkyoghurt:
- lekker- (51x)
-- gemakkelijk aan vergelijkingsmateriaal te komen (1x)
- meer diepgang in de vragen (4x)
- duidelijk te vergelijken (3x)
- geen voorbereiding nodig (1x).
11. Zelfmaakmoes:
-
lekker-(1ox)--- fijn zelf iets te maken (17x)
- nog nooit appelmoes gemaakt (1x)
- leuk resultaten en variatie in resultaten van anderen te zien (13x).
12. Oesterzwammen:
- lekk~r-
(41x)--- veel verwerkingsmogelijkheden (9x)
- kennismaking onbekend produkt (130x)
- iets aparts (12x). 13. Hinterboter: - lekk~ r-(6x).-14. Spinazie: - lekker-(2x). 15. Komkommer: - lekker- (T3x). 16, Potplanten: - ee;-voudlg (3x) - lang plezier (38x)
- hoeft men niet te eten (3x)
- mooi, houd er van (21x)
- kwaliteit lang te volgen (4x)
- iets aparts (4x)
- interessant (2x)
- leuk dat tuinplanten het ook binnen doen (2x)
- "levend" objekt (1x).
1.
- - - -
Scharrelei:- twijfels over scharrelei (2x).
2. _!p.E_e.!_s~p .:._
- gebruik nooit sap (2x)
- niet lekker, houd er niet van (lOx)
- moeilijk te beoordelen (3x)
- saai, alledaags (2x).
3. Kouseband: - s'iilakeloos-(lx)
- niet lekker, houd er niet van (43x)
- taai en slap (6x)
- geen groente voor hollandse pot (3x)
- niets bijzonders van te maken (1x)
- onaantrekkelijk (1x)
- onbekend (2x).
4. Kaas:
- nie t lekker, houd er niet van (22x)
- niet interessant (1x).
5. Reuzechampignons:
- niet lekker-:- houd-er niet van (22x)
- onantrekkelijk uiterlijk (2x).
6. Extra-appelmoes:
- nietlekker-:-houd er niet van (5x)
- commerciele appelmoes kan goed zijn (1x)
- 2 potten is te veel (1x)
- saai, alledaags (1x)
7. Bosui:
- niet lekker, houd er niet van (23x)
- ui was vlug slap (1x)
- valt weinig mee te doen (lx)
- geen zelfstandige groente (2x).
8. Sperzieboon:
- niet lekker-:- houd er niet van (13x)
- eigen groentetuin, dus veel verse bonen (2x)
- slechte kwaliteit, niet vers (13x)
- saai, alledaags (3x).
9. Poelierskuiken:
- diepvrieskip taai (lx)
te veel en te groot, dagen kip gegeten (6x)
niet lekker, houd er niet van (20x)
bereiding niet leuk (4x)
moeilijk verschil aan te geven (2x)
- niet lekker, houd er niet van (107x) - overbodig produkt (4x) - kan geur-, kleur.- en smaakstoffen bevatten (Sx) - te veel vragen (2x) - te moeilijk (7x) - produkt slecht van k\-laliteit (1x) - tijdsinterval 1e en 2e keer te groot (1x)
- onnatuurlijk produkt (1x)
- geen gezond produkt (1x).
11. Zelfmaakmoes:
- geen goede appels (1x)
- niet lekker., houd er niet van (4x)
- te veel werk (4x)
- weinig te vergelijken/proeven (1x)
12. Oesterz\o~ammen:
-- onbekend produkt (2x) niet lekker., houd er niet van (77x) niet interessant (2x) onbekend, niet gegeten (3x) bereiding mislukt (1x) 13. \olinterboter: - nie t- lekker,- houd er niet van (18x) - boter smaakt altijd hetzelfde (3x) - zal slecht smeerbaar. blijven (lx) - niet te smeren (4x) - te duur om te kopen (1x) - niet interessant (1x). 14. Spinazie: - niet- iekker, houd er niet van (1x)
- moest snel gebruikt worden, snel rot (2x) .
1 S. Komkorome r:
- niet lekker, houd er niet van (29x)
- saai, alledaags (8x)
- onvoldoende motivatie (1x)
- was niet vers (1x).
16. Potplanten:
- marktonder."Zoek (1x)
- niet interessant (39x) - lelijke planten (30x) - moeilijke planten (13x) - zaten beesten in, eigen planten aangetast (3x) - kan je niet eten (2lx) - kan slecht met planten omgaan (lx) - geen kamerplanten (26x) - onduidelijke vragen (2x) 18.22
- pasten niet tussen de andere planten, te groot (9x)
- planten zijn allang in de handel (lx)
- ging snel dood (2x)
aantal
CD
Beeft u hierover nog op- of aanmerkingen?
B.
De vragenlijstEen onderzoek wordt ingeleid aet een korte tekst om u een idee te geven waar het onderzoek over gaat. Wat vindt u over het algemeen van deze inleidingen?
1 • te uitgebreid
2 • goed
3 • te beperkt
1 • duidelijk 2 • onduidelijk
Vervolgens worden vragen gesteld. Wat vindt u over het ·
algemeen van het aantal vragen?
1 • te veel
2 • goed 3 .. te weinig
De vragen betreffen een bepaald aspekt van het onderzoek.
Hoe vindt u over het algemeen de duidelijkheid van de gestelde vragen?
1 .. duidelijk 2 "' onduidelijk
De meeste vragen hebben de verschillende antwoordmogelijk
-heden al voorgedrukt. Wat vindt u van het aantal antwoord-mogelijkheden. 1 c te uitgebreid 2 • goed 3 ". te beperkt
DJ
D
D
D
D
D
-·--· ·---..- · - - -
-~ open vraag ~eft mijn
voor-keur
2 '"' gt-.en tAenin.g/voork.eur
3 = voorgedrukte antwoorden
hebben ~jn voorkeur
4 u een kombinatie qan open
vragen en voorgedrukte
ant-woorden heeft ~jn voorkeur
Beeft u over de ~ragenlijst nog o~ of aanmerkingen?
c ..
De
produkten~ot nu toe is steeds ~en produkt getesto Hebt u er bezwaar
tegen als u een vragenlijst krijgt zonder een produkt erbij? 1 "" ja
2 ""' neet mits niet te vaak 3 ."nee
Beeft u over de produkten nog op- of aanmerkingen?
D. Resultaten van het onder~oek
Bet ver~erken van de gegevens die VMI zo'n panel afkomstig
zijn kost veel tijd. Een snelle rapportage is daarom niet
mogelijk.
We nemen aan dat u zo snel ~ogelijk resultaten trllt zien.
Daar stellen we dan ook geen vraag over. Wel willen ~e
~eten of de informatie die u krijgt voldoende duidelijk
resp. uitgebreid iso
l
=
duidelijk2 "" onduidelijk
1 ~ te uitgebreid 2 .. goed
3 "" te beperkt
Beeft u over de resultaten (of berichtgeving daarvan) nog op- of aanmerkingen?
D
D
D
D
1 • leuk 2 • gaat vel 3 • niet zo leuk
Welk onderzoek (zie nummering van de in de bijage genoemde onderzoeken) heeft u tot nu toe
- Bet meest plezierig gevonden:
reden:
- Bet minst plezierig gevonden:
reden:
Indien u zelf kinderen heeft: vanaf welke leeftijd vindt u dat kinderen zelfstandig aee kunnen doen aan een onderzoek
over het algemeen vanaf
l_j
jaarBet formulier kan op verschillende aomenten ingevuld worden. Wanneer vult u het formulier doorgaans in?
1 • tijdens het testen
2 • later nadat de test gedaan is, aaar wel op dezelfde dag
D
D
D
-
UJ
3 • een of .eerdere dagen nadat
de test ie gedaan
0
Als u het formulier invult doet u dat aeestal alleen of doet u dat in overleg aet andere huisgenoten?
1 • aeestal alleen 2 • aeestal in overleg
Beeft u nog op- of aanmerkingen over de tot nu tot gevolgde gang van zaken die niet aan de orde zijn gekomen in voor-gaande v.ragen?