Maatschappelijke waarden in aanbesteden
Laatst gewijzigd:19-02-2015 14:49 | Jan Telgen |Den Haag - Recent hebben groene ondernemersorganisaties vastgesteld dat
duurzame initiatieven weinig aftrek vinden bij de overheid. Het streven - al uit
2010 - om 100 procent duurzaam in te kopen, wordt nog lang niet gehaald. Bij
sociaal aanbesteden wordt gelijkluidende kritiek geuit. Door de wijze waarop
de discussie wordt gevoerd, lijkt het alsof duurzaam en sociaal aanbesteden
een keuze voor overheidsaanbesteders is en geen verplichting. Maar is dit wel
correct?
Op basis van de Aanbestedingswet 2012 dienen opdrachtgevers al bij iedere aanbesteding zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te leveren (art. 1.4 lid 2). Europa gaat zelfs een stap verder door te stellen dat “overheidsdiensten strategisch gebruik dienen te maken van
aanbestedingen door producten aan te schaffen met een hogere maatschappelijke waarde. Bijvoorbeeld goederen en diensten die innovatie bevorderen, milieuvriendelijk zijn en klimaatverandering tegengaan, het energieverbruik verminderen, de werkgelegenheid, volksgezondheid en sociale omstandigheden verbeteren, en tegelijk gelijkheid bevorderen en de insluiting van achtergestelde groepen verbeteren’. Ook de Europese Rekenkamer spreekt in haar onlangs verschenen rapport ‘De middelen van de EU optimaal benutten: een overzicht van de risico’s voor het financieel beheer van de EU-begroting (2014)’ van een verplichting in de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen om in het aankoopbeleid rekening te houden met sociale en milieukwesties (pag. 98 e.v.).
De Rekenkamer spreekt ook wel haar zorgen uit in dit verband: “De nieuwe wetgeving maakt de procedures voor aanbestedende diensten dan wel eenvoudiger, maar kan het moeilijker maken om vast te stellen of de beginselen van gelijke behandeling en transparantie zijn toegepast. Ze introduceren ook een zeker element van subjectiviteit en extra complexiteit, aangezien de toepassing van de regels voor sociale en milieukwesties op interpretatie zal berusten”. Deze vrees van de Rekenkamer is terecht, maar geen reden om deze uitdaging niet aan te gaan.
Los van de wettelijke verplichtingen zijn er andere urgente redenen om sociale en duurzame overwegingen bij aanbestedingen te betrekken. Sociale ondernemers, maatschappelijke instellingen, buurtbewoners of combinaties daarvan (de samenleving in ruime zin) eisen steeds explicieter om door de overheid – naast de markt – betrokken te worden bij belangrijke beslissingen, en dus ook bij de uitvoering van overheidsopdrachten. Zijwillen betrokken worden wanneer bijvoorbeeld een gemeente een opdracht plaatst voor groenonderhoud in hun buurt. Dat kan immers in meerdere opzichten een maatschappelijk belang in hun directe omgeving zijn. Daarom willen burgers individueel of met elkaar verenigd of in samenwerking met een commercieel bedrijf deelnemen aan de aanbesteding. In Nederland wordt deze
nieuwe trend als maatschappelijk aanbesteden aangeduid. Een maatschappelijke aanbesteding kenmerkt zich doorgaans door het sociale karakter van de aanbieders, door intensieve
samenwerking met doelgroepen vroeg in het traject en door een focus op maatschappelijke resultaten in plaats van uitsluitend op de te leveren producten. De overheid stelt kaders en blijft verantwoordelijk. Maatschappelijk aanbesteden past daarom goed in de hedendaagse tendens waarin de overheid krimpt en de samenleving talloze (kleine en middelgrote)
initiatieven ontplooit. Maatschappelijk aanbesteden kan gezien worden als een nieuwe vorm van sociaal opdrachtgeverschap. In het Verenigd Koninkrijk zijn de positieve resultaten van sociaal opdrachtgeverschap reeds gebleken na evaluatie van de twee jaar geleden ingevoerde Social Value Act. Voor Nederland wijst deze ervaring er op dat de mogelijkheden om sociaal en duurzaam aan te besteden helder gemaakt dienen te worden. Dan kunnen aanbesteders zich niet achter een vermeende complexiteit van het aanbestedingsproces verschuilen en zo doende voorbijgaan aan deze belangrijke maatschappelijke opdracht. De Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (RVO.nl), in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft in ieder geval beloofd om in de lente van dit jaar in een leaflet de juridische mogelijkheden uit te leggen hoe maatschappelijk aanbesteden in concreto kan worden gerealiseerd.
Elisabetta Manunza, Jan Telgen
Resp. hoogleraar Internationaal en Europees aanbestedingsrecht Universiteit Utrecht en hoogleraar besliskunde en inkoopmanagement Universiteit Twente, beiden verbonden aan het Public Procurement Research Centre (www.pprc.eu)