tussen
ontwerpen en
illustreren
een handleiding tot prentenboekenmaker
een handleiding tot prentenboekenmaker
AFstuDeersCriptie
max Vos
GrAFisCH ontwerpen
deeltijd
AKV/st.Joostbreda 2009
tussen
ontwerpen en
illustreren
7 VOORWOORD
9 INLEIDING
11 EVEN VOORSTELLEN
12 Dick Bruna 14 petra Gerritsen 16 sanne te loo 18 Ans Meens 20 Janetta de with23 DE UITGEVER
25 over de grens 26 vernieuwen of renoveren27 HOE IS HET ALLEREERSTE
PRENTENBOEK ONTSTAAN?
31 TYPOGRAFIE EN VORMGEVING
34 natuurlijk is er ook de oneindige discussieover schreef of schreefloos
35 een ander belangrijk punt is de korpsgrootte
37 NEDERLANDSE ILLUSTRATOREN EN
PRENTEN
een overzicht van verschillende illustratiestijlen en bevindingen van nederlandse illustratoren
43 EN ZE LEEFDEN NOG LANG…
tot slot45 BRONNEN
inHouDs-opGAVe
VoorwoorD
„en wat heb je aan een boek, zonder
plaatjes of gesprekken?”
dacht Alice Zo begint het boek van lewis Carroll. het is wel een zin die me altijd bij is gebleven en waar ik ook altijd achter heb gestaan. Wat is inderdaad een boek zonder plaatjes?daarom ben ik mijn onderzoek gestart naar de wereld van prentenboeken. nu studeer ik af als grafisch ontwerper en dan een scriptie over alleen prenten-boeken kan natuurlijk niet. ik moest gelijk denk aan dick bruna die destijds als grafisch ontwerper is begonnen. een grafisch ontwerper die prentenboeken maakt, dat is ideaal. nu bleek al snel dat dick bruna niet de enige was. ook max Velthuijs bleek als ontwerper te zijn begonnen. ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en dick bruna te bellen. ik had geluk, ik mocht de week erna gelijk langskomen. daarna volgde de interviews zich in sneltrein vaart achter elkaar op. Janetta de With van lemniscaat, die zo vrij was geweest mij alles over het drukkerij leven te vertellen. daarna volgde ans meens van een kinderboekwinkel in Utrecht, die mij hielp in contact te komen met illustrator Sanne te loo. diezelfde dag had ik ook een interview met petra gerritsen, grafisch ontwerper van kinder- en prentenboeken.
het was voor mij belangrijk om alle facetten van de prentenboekwereld te leren kennen, zodat ik hier na mijn studie gebruik van kan maken. ik kwam er ook al snel achter dat het begrip illustrator niet direct een link heeft met het vak prentenboekmaker.
9
inleiDinG
in dit onderzoek staat de samenhang tussen grafisch ontwerper en prentenboekmaker centraal. Wat heeft grafisch ontwerpen te maken met prentenboeken? hoe verloopt het proces van het prentenboek?
om dit allemaal te weten te komen, beginnen we bij de basis. de uitgeverij is de bindende factor tussen de illustrator, schrijver, vormgever, boekverkoper en vaak zelfs de consument. ik heb hiervoor gekozen voor uitgeverij lemniscaat. Uitgeverij lemniscaat staat erom bekend goede prentenboeken op de markt te brengen, die populair zijn bij veel kinderen (en hun ouders).
daarnaast is het belangrijk om de oorsprong van het prentenboek te weten te komen. Wanneer is het eerste prentenboek ontstaan? Wie waren de eerste
illustratoren? hoe zagen die eerste illustraties eruit? het is belangrijk om je geschiedenis te weten en welke ontwikkelingen, zoals druktechnieken, zicht hebben voorgedaan in prentenboeken.
kunnen we nog typografie en vormgeving onder-scheiden tussen de verschillende prentenboeken? Wat is belangrijk in typografie voor kinderen? hebben zij nog eisen aan een prentenboek. dan natuurlijk de ultieme vraag; een schreefletter of een schreefloze? nederlandse illustratoren en prentenboekmakers die van belang zijn (geweest) voor de ontwikkeling van het prentenboek. Wat hebben zij betekend in de afgelopen jaren? Waar heeft Sanne te loo zoveel problemen mee?
11 Voor mijn onderzoek heb ik met diverse mensen
gesproken van verschillende afdelingen binnen het vakgebied van prentenboeken. er zijn daarom veel uitspraken van diverse mensen in deze scriptie terug te vinden. De uitspraken waar geen bron-vermelding bij is vermeld, komen uit de interviews en gesprekken die ik heb gehouden met deze personen.
„laat ik eerst even de mensen
voorstellen die ik heb gesproken.”
12
„ik heb dan ook de kans gehad om
dit toe doen, mede door nijntje
natuurlijk! ik heb er nooit iets bij
hoeven te doen. ik zou het wel leuk
vinden, als ik iets van muziek erbij
had gedaan, even iets totaal anders!”
13 Als grafisch ontwerper is hij begonnen met
het ontwerpen van de omslagen uit
De Zwarte Beertjes serie en heeft meer dan 120 prentenboekjes over figuren zoals nijntje, Boris Beer en Betje Big.
„ik was zelf ook heel blij met nijntje,
omdat ze als figuurtje na een aantal
boekjes heel dierbaar werd. ik heb
wel altijd het gevoel gehad dat ik
zeer grafisch bezig was. ik vond het
altijd jammer, dat wanneer ik
omslagen zag van andere mensen,
dat er geen rekening mee werd
gehouden dat er nog tekst op moest
komen te staan. Je moet je omslag zo
opbouwen dat je daar ruimte over
houdt. Het hoort zo ontzettend bij
elkaar. illustrators leveren — bij wijze
van spreken — ‘alleen maar’
14
petra Gerritsen in haar studio
„een ontwerper ontvangt geen
royalty’s, zoals de illustrator of
schrijver. Je loop wel als ontwerper
geen risico, wanneer het niet
verkoopt. wat je als ontwerper wel
krijgt is een ‘leenrechtvergoeding’.
Van de boeken die bij een
biblio-theek terecht komen, krijg je als
schrijver, illustrator en ontwerper een
vergoeding op de uitgeleende
1
„Je kan wel een stramien maken,
maar houd je er in godsnaam niet
aan vast. Je vernachelt daarmee de
prenten. een stramien is iets voor
jezelf om aan vast te houden, maar
moet je als eerste loslaten, op het
moment dat er tekst in je tekening
komt. Dan moet je het lekker weer
vergeten.”
Grafisch ontwerper van veel kinderboeken zoals Saskia en Jeroen van Jaap ter Haar, De Korenwolf van Jacques Vriens en veel prentenboeken van Harm van straeten.
16
sanne te loo in haar atelier
„een moeder vind ik ontzettend
moeilijk om te tekenen, een leuke
moeder tekenen is verdomd moeilijk.
Vaders zijn vaak leuk, maar moeders
zijn droge figuren. Ze hebben wat te
zeuren of ze zijn tuttig. Kinderen
tekenen vind ik heel leuk! Moeder
zegt nu; Doe je kleren aan!! een
lollige vader kan wel, naar een lollige
moeder is erg moeilijk en vaak saai.”
1
„Het was eigenlijk een idee van mijn
dochter. ik vroeg haar: ,waarom heb
je eigenlijk een hoofd?’ ,om op te
staan!’ zei ze toen. ik zeg: ,om op te
staan? Hoe kom je daar nou bij?’ en
ze ging op haar kop staan. ik had wel
eens vaker wat aan haar gevraagd.
,waarom heb je haren? ,om mee te
zwiepzwaaien!’ Je hebt dus allemaal
lichaamsdelen en we weten waar ze
voor zijn, maar dat hoeft helemaal
niet waar te zijn! Dit verhaal was te
magertjes voor een prentenboek en
toen kwamen ze met dat kleine
boekje. Maar met de platen erbij was
de reactie eigenlijk zo goed, dat ze
hebben besloten er een groot
prentenboek van te maken. Als het
andersom was geweest, was het niet
gebeurd!”
illustrator van de prentenboeken Ping Li en zijn vlieger, Kleine Vis, Gewoon Fien en het
geschenkboekje Ik heb een hoofd. Daarnaast illustreert zij voor verschillende auteurs.
18
19 eigenaar van de Kinderboekenwinkel Kakelbont in
utrecht. Zij heeft deze winkel al meer dan 15 jaar en is zeer bekend met veel boeken en illustratoren.
„Ze beginnen op een bepaalde
leeftijd, zo’n 10 jaar, rotzooi te lezen.
Ze mogen lezen. Ze moeten blijven
lezen. Dan gaan ze al die serie’s
lezen, achter mekaar. Dat doen ze
een jaar, dan zijn ze klaar met die
reeksen en hebben ze het gehad. Ze
weten hoe het in elkaar steekt. Ze
zullen dat niet zo vertellen, maar het
werkt vaak wel zo. Daarna gaan ze
naar de betere jeugdliteratuur en
daarna na de volwassenen literatuur.
Zo werkt dat nu eenmaal. Die fase
moet je gehad hebben. weten wat
kwaliteit is en wat niet! Je moet dat
ook kunnen voelen en ervaren.”
„een mens kan nooit gehoord
hebben van alle boeken en alle
literatuur, alle schrijvers en
illustratoren. een goede vriend van
mij die maakt muziek, schrijft muziek.
Hij zit ook in een band. en die had
nog nooit van Frank sinatra gehoord.
Je kan altijd iets ontgaan, maar dat is
helemaal niet erg. De wereld is groot
er valt genoeg te ontdekken.”
20
Janetta de with op een beurs
„Francine oomen is 2 jaar geleden
bij Van Holkema & Warendorf
opgestapt naar Querido, omdat ze
beter redactioneel begeleid wilde
worden. Ze had ook ambitie om iets
voor volwassenen te schrijven.
Misschien wil ze ook een keer een
griffel winnen. Ze kan nu net iets
meer ambachtelijk bezig zijn met haar
schrijfwerk. Door De Nederlandse
Kinderjury wordt zij vaak bekroond, ze
scoort daarom ook goed bij
kinderen, maar de griffels en penselen
worden door volwassenen
21 Zij beheert momenteel de Foreign rights afdeling
bij Lemniscaat, vanaf eind 2009 wordt zij mede-redacteur bij het kinderboekenfonds. Ze heeft voorheen 7 jaar bij Querido gewerkt en dus de nodige ervaring in de prentenboekenwereld.
„Het blijft heel moeilijk om iets te
kunnen zeggen over uitgevers
beslissingen. soms geef je iets uit
om bijvoorbeeld continuïteit te
houden. Het kan ook dat je soms
toch iets uitzoekt wat misschien niet
precies in je straatje past, maar dat
het boek je raakt en dat je vind dat
het boek een leven verdient. Het
heeft voortdurend te maken met
persoonlijke keuzes. soms geef je
iets uit, wanneer je weet dat je er niet
rijk van wordt, maar zegt wel iets over
identiteit van de uitgever.”
23
„Het is vooral een heel sociaal
beroep, netwerken en bestaande
netwerken onderhouden. Je hebt
vaak hele intense gesprekken met
auteurs en illustrators.”
Janetta de withDe uitGeVer
in nederland zijn er een aantal grote uitgeverijen diezich in nederlandse prentenboeken specialiseren, natuurlijk verschilt de stijl onderling. daarom heb ik de belangrijkste van uitgeverijen die momenteel erg populair zijn onder-verdeeld. Uitgeverij Lemniscaat en de 4 Windstreken (oorspronkelijk uit Zwitserland) vallen onder de ‘klassieke’, altijd goed prentenboeken. Zij geven prentenboeken uit die eigenlijk bij veel mensen populair zijn en het publiek graag leest.
Lemniscaat is bekend dankzij de boeken van o.a.
ingrid en dieter Schubert en Charlotte dematons. de 4 Windstreken is het bekendst vanwege de boeken van hans de beer. daarnaast heb je uitgeverij Leopold, die vrij trend-gevoelig is. deze uitgeverij durft meer verscheidene prentenboeken uit te geven. leopold is momenteel ook reeksen aan het maken. denk aan de boeken van Kleine Ezel van annemarie van haeringen en de Kikker serie van max Velthuijs. momenteel is collage een vrij populaire manier van illustreren en worden daarom ook veel prentenboeken met deze techniek uitgegeven. hoewel Querido niet zozeer bekend is om zijn nederlandse prentenboeken, maar wel om zijn literaire en vooruitstrevende kinderboeken. illustrators zoals de italiaanse Sara Fanelli en
natuurlijk de boeken van annie m.g. Schmidt en dus illustrator Fiep Westendorp. een andere uitgeverij die zich bezighoudt met, het oorspronkelijke doel,
kunstzinnige prentenboeken is De Eenhoorn. deze uitgeverij is wel gevestigd in belgië, maar komt goed op in de nederlandse prentenboekenmarkt.
Uitgeverijen zoals Van Goor en Kluitman hebben in de afgelopen eeuw wel hun naam waargemaakt als
uitgeverijen van prentenboeken, maar brengen momenteel alleen ‘vertalingen’ uit en dus weinig nederlands talent.
uit De jongen die zijn brood knipte van annemarie van haeringen
24
de uitgever is bij het maken van een prentenboek van het begin tot het eind betrokken. de uitgever is dan ook degenen die alles bekostigt. in veel gevallen brengt de uitgever de auteur en illustrator ook samen.
„De uitgeverij moet je beschouwen
als de spin in het web. De redactie
van de uitgeverij bepaalt grotendeels
wat er moet gebeuren. De uitgeverij
heeft ook liever niet dat je onderling
met een illustrator overlegt. De
uitgeverij wil graag overal zicht op
hebben.”
petra Gerritsenhet aantal ‘prentenboekenmakers’, degenen die een boek volledig geschreven en geïllustreerd hebben (eigenlijk ook horen te vormgeven), is beperkt. Vaak beperken illustratoren of auteurs zich toch hun vakgebied. gelukkig komt het steeds vaker voor dat illustrators ook gaan schrijven of auteurs ook gaan tekenen. natuurlijk zijn er ook natuurtalenten die beide kunnen.
„ik doe ook gewoon illustraties voor
leesboeken en andere schrijvers,
maar het liefst doe ik een
prenten-boek. Dat is gewoon het allerleukst,
want het is helemaal van jezelf. wel
vind ik een verhaal schrijven gewoon
ontzettend moeilijk. Het is wel een
opluchting als het verhaal er is. een
schrijver schrijft alleen maar, die is er
altijd mee bezig. ik kan me voorstellen
dat het op een gegeven moment
makkelijker gaat, omdat je er meer
gevoel voor krijgt. Met een verhaal van
jezelf kan het nooit vervelend zijn om
te illustreren. ik denk ook voornamelijk
in beelden en daar komt dan tekst bij.
Je bedenkt altijd oplossingen die bij je
passen. wanneer je een hoed kiest
als hoofdthema, moet je geen hekel
hebben aan hoeden. Je kiest altijd iets
wat dicht bij je staat. Je komt altijd
met oplossingen die het meest voor
de hand liggen, voor jezelf.”
sanne te loo allereerst wordt ervoor gezorgd dat de omslag(voorkant, voornamelijk) van het boek af is. Zodat er een aanbiedingsbrochure gemaakt kan worden, zodat de vertegenwoordigers ermee langs de boekwinkels kunnen. een boekwinkel kiest een boek dan ook alleen uit, op basis van de omslag (eventueel een extra illustratie uit het binnenwerk) en de achterflaptekst. ondertussen worden de illustraties af gemaakt, de teksten worden bijgeschaafd. alles wordt
klaargemaakt om te drukken, maar er wordt gewacht op de bestellingen van alle boekwinkels. aan de hand van de bestellingen wordt de oplage bepaald.
„Met sommige illustratoren/schrijvers
weet je dat het succesvol wordt,
maar met nieuwe namen zijn ze erg
voorzichtig.”
Janetta de witheen pagina aanbiedingsbrochure van Lemniscaat uit het van voorjaar 2009 met een overzicht van de Biegel-Bibliotheek
2 dit is natuurlijk een hele korte versie van het traject,
want er kunnen maanden overheen gaan, maar soms kan een boek ook heel snel in productie worden genomen.
„Bij Querido is het geval dat ze erg
ver vooruit werken. Heel 2009 was
halverwege 2008 al in grote lijnen
bekend, dit geld ook voor leopold.
Bij Lemniscaat proberen we een
kortere termijn aan te houden. we
weten wel een aantal boeken die
gaan uitkomen, maar wanneer er
vandaag of morgen iets tussen de
post zit en het is fantastisch, kan het
van de zomer al uitgebracht worden.
De grootste reden hiervan is, denk ik,
omdat de productietijd wat korter is.
we hebben sowieso als uitgever
alles intern, dus eigen vormgevers.
Bij Querido wordt dit ergens anders
gedaan. Querido heeft ook wat meer
op de stapel liggen, om uit te geven.”
Janetta de with
oVer de grenS
nederlandse kinderboeken in uitgeverijen zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Waar er voorheen 80% werd aangekocht vanuit het buitenland en 20% van nederlandse auteurs en illustrators. nu is dit omgekeerd. de boeken die wij zelf uitgeven, dus van nederlandse auteurs of illustratoren, daar hebben wij de rechten van en mogen wij die verkopen aan het buitenland. Je koopt de rechten van een boek in een bepaalde taal.
„Het grootste voordeel van een boek
uit het buitenland is dat de productie
sneller gaat. Je hoeft het alleen maar
aan te kopen, te laten vertalen en op
te maken. Vaak is dit een
goedlopend boek en geeft je meer
zekerheid voor een succes.”
Janetta de with
Janetta doet hard haar best om ervoor te zorgden dat de hele wereld van lemniscaat en haar boeken weet. niet alleen omdat ze daar geld mee verdienen, maar voor een auteur of illustrator is het ook fantastisch wanneer ze een vertaling in Spanje of korea hebben.
„Ze verdienen er niet heel veel geld
mee, maar het levert wel wat op.
illustratoren ontvangen een
voorschot, maar leven puur van de
royalty’s. Het voorschot hoeven ze
nooit terug te betalen. wanneer je
dus zoals de schuberts, zo’n 20
boeken in druk hebt lopen. Die
redelijk populair zijn en veel
verkopen, dan tikt het nog wel aan,.
Zij leven ook echt van hun boeken.”
Janetta de with
„Je betaalt in principe per verkocht exemplaar een percentage aan de uitgever. Meestal vraag ik
tussen de 6 en 9% royalty’s. Als een boek dus 10,- euro kost, ontvangen wij 60 cent.” Janetta de with
26
“Als je de rechten van een boek
verkoopt aan het buitenland zijn ze
niet verplicht om het boek letterlijk
over te nemen. Dit wordt natuurlijk
wel geacht, maar soms zijn
aan-passingen wensbaar. Bijvoorbeeld
opheilia van de schuberts, daar
verdwijnen de letters achter de
slierten, dat wilden ze in het
buitenland niet.”
Janetta de withduitsland heeft een grote afzetmarkt dan nederland als het om kinderboeken gaat. het is dus belangrijk dat zo’n land je boeken uitgeeft, wil je er van kunnen leven.
„wanneer een uitgever zo’n boek niet
meer in productie heeft, vallen de
rechten terug naar ons en mag ik de
rechten opnieuw aan een andere
drukken aanbieden in dat land. ”
Janetta de with
naast eigen promotie naar het buitenland bestaat er ook het nederlands literair productie en Vertaling Fonds. Zij stimuleren dat nederlandse literatuur in het buitenland beschikbaar is. Zij beschikken over een groot netwerk en bezoeken veel beurzen.
er is 1 beurs waar je als uitgever van kinderboeken zeker naar toe moet. dat is de kinderboekenbeurs in bologna. hier komen van over de hele wereld; uitgevers, auteurs, illustratoren en liefhebbers van kinderboeken.
VernieUWen oF renoVeren
een uitgever zoekt steeds naar allerlei manieren om zijn boeken populair en op de markt te houden, dit kan door bijvoorbeeld een nieuwe vormgeving. bij
Querido hebben ze een aantal jaren geleden de
rechten, over de kleurillustraties uit de Bobo, van
Jip en Janneke gekochte om zo een nieuwe
kleuren-uitgave te maken. Querido bezat alleen maar de rechten van de zwart-wit illustraties.
Lemniscaat heeft een aantal jaren geleden de Biegel-Bibliotheek opgericht. er komt ieder jaar een boek van
paul biegel opnieuw uit. Weliswaar met nieuwe illustraties en in een nieuw jasje gestoken. Zo zorgt de uitgever ervoor dat de boeken leesbaar en toegankelijk blijven.
„De uitgever had het idee om
prentenboeken te maken voor blinde
kinderen. Hij heeft hier het klassieke
verhaal van Rupsje Nooitgenoeg
gebruikt om ‘voelbladen’ te maken.
nu hadden we de opdracht
omge-draaid en zelf een boek gemaakt
om een voel- en kijkboek te maken.
Zo houden we ook de rechten bij
onszelf.”
Janetta de withnaast project zoals het voelboek, is de uitgeverij ook bezig geweest met de zogenaamde ‘vertelplaten’. Je hebt een soort van poppenkast, een kamishibaikastje, maar dan met de illustraties uit het prentenboek. achterop de plaat, staat dan de tekst die erbij hoort.
kamishibaikastje met een vertelplaat uit Raf van
2 in 1892 publiceerde beeldend kunstenaar theo van
hoytema 2 boeken, waaronder Het leelijke jonge eendje, die veel ophef veroorzaakten in de nederlandse
boekenwereld. het was gebruikelijk dat illustraties vaak ondergeschikt waren aan de tekst. Ze dienden puur om de teksten wat te ‘versieren’ en boeken voor kinderen wat interessanter te maken. nu was het omgedraaid, de tekst werd gereduceerd tot enkele regels en dus ondergeschikt aan het beeld. ook de druktechniek l i tHoG r AF i e was nieuw en zorgde
ervoor dat er illustraties gedrukt konden worden met zachtere tinten en meer diepte in de platen. de verhalen – sprookje – werden voor het eerst (voor een belangrijk deel) via beeld verteld. het prentenboek was een feit!
l i tHoG r AF i e (steendruk) was een belangrijke ontwikkeling in de druktechnieken, want het gaf illustrator of in dit geval een kunstenaar de mogelijkheid om gelijk zijn illustratie op de steen te tekenen. Deze steen werd gebruikt om de afbeelding mee op het papier te drukken. Voorheen werden illustraties door een graveur gemaakt en dus gegraveerd uit hout. er was wel 1 klein nadeel aan, het was niet zo gedetailleerd als hoogdruk omdat het vaak een korrelig eindresultaat heeft.
Wat natuurlijk wel merkwaardig is dat juist een beeldend kunstenaar het eerste prentenboek op de markt bracht en niet een illustrator.
theo van hoytema behoorde tot een stroming van kunstenaars in nederland die, aan het eind van de negentiende eeuw, probeerden de kunst in het dagelijks leven te integreren. dit werd vooral veroor-zaakt door ideeën van de engelse Arts and Crafts beweging. letterlijk vertaald kunst en ambacht, deze stroming duur van 180 tot ongeveer 1914. het was eigenlijk een designstroming die in opstand kwam tegen de ontwikkelingen van de negentiende eeuw. de industriële revolutie ondervonden veel mensen niet als een positieve vooruitgang. hierdoor ontstond een tegenbeweging die de Arts and Crafts genoemd werd. Zij streefde naar een herleving van de oude ambachten en verbetering van decoratieve ontwerpen en
architectuur. de kunstenaar moest ambachtsman worden en de ambachtsman kunstenaar.
Zoals ik al eerder aangaf waren de afbeeldingen van voor 1900 voornamelijk bedoeld om de literaire inhoud, de morele boodschap van het verhaal kracht bij te zetten. Ze hadden toen nog geen artistiek doel. Van de voorbeelden die we uit die tijd kunnen vinden, viel op dat in veel gevallen geen illustrator werd genoemd. dit bevestigt dat de rol van de illustrator in die dagen zeer ondergeschikt was. ook bij de
uiteindelijk uitvoering van de illustraties moest je nog maar hopen dat de graveur je prent uitvoerde, zoals jij hem bedacht had. er bestond toen een groot verschil tussen de ontwerper (inventor) van de prent en de uitvoerder (delineator).
toen theo van hoytema aan het einde van de negentiende eeuw zich als inventor en delineator tegelijkertijd opstelde, geheel in de stijl van de
moderne kunst; de Arts en Crafts stroming, betekende dit nog niet dat er een grote productie van kunst-zinnige of andere experimentele prentenboeken was ontstaan. Uitgeverij Van Goor bracht destijds pas in 1914 hun eerste prentenboek op de markt. dit terwijl
Kluitman in 190 al zijn eerste kunstzinnige
prenten-boek, weliswaar een aankoop uit het buitenland, uitbracht getiteld De Schoone Slaapster. Van Goor was bang dat ze niks zouden verdienen aan een prenten-boek en wilde, wanneer hij er 1 uitgaf, absoluut de kwaliteit van het kunstzinnige prentenboek hoog houden.
Zo heeft het zelfs nog jaren geduurd, voordat het vak van illustrator, en zeker de prentenboekenmaker, een zekere status kreeg. laat staan dat deze daar hun brood mee verdienden. langzaam verschenen er wel namen van illustratoren op de omslagen, soms zelfs groter als die van de schrijver. toen in de jaren 20 de kunstopleidingen beter waren georganiseerd, ontstond er een groep illustratoren. de uitgevers uit die tijd konden een keuze maken uit de illustratoren en hadden vaak vaste illustratoren per uitgeverij.
Hoe is Het
Allereerste
prentenBoeK
ontstAAn?
28
de eerste min of meer fulltime werkende kinder-illustratoren, zoals rie Cramer, Sijtje aafjes,
berhardina midderigh-bokhorst, Freddie langeler en nans van leeuwen specialiseerden zich tot eind jaren 30 in lieve plaatjes vol gedetailleerde huiselijke
knusheid in een beschermende sfeer. deze illustratoren stonden in die tijd hoog op de rang-lijsten. dit komt omdat het belangrijkste doel was; de leefwereld van arbeiders en de middenstand tot een ideaal beeld te toveren.
artistiek werd toen ruim opgevat en stond voor; modern, alles wat vernieuwend was en niet behoorde tot de standaard ‘fantasieloze’ massaproductie.
D e st i C H t i nG C o l leC t i e Ve p ropAG An DA VAn H e t n eD er l An Ds e BoeK is officieel opgericht in 1983, maar ontstond als commissie tijdens de eerste kinderboekenweek in 1955. De stichting heeft als doel de boekverkoop en boekbezit te stimuleren. Het merk-waardige bij de uitreiking van Griffels en Penselen voor kinderboeken, dat deze door een volwassen jury worden bepaald en uitgereikt! Dit is vandaag de dag nog steeds zo. wel heeft de CpnB een aparte commissie in het leven geroepen De Nederlandse Kinderjury, hierin kunnen kinderen van 6 tot 12 jaar op hun favoriete boek stemmen.
die lange artistieke eindigde bewust niet aan het einde van de tweede wereldoorldog. het blijkt dat de oorlog, met zijn papierschaarste, hier geen afbreuk heeft gekend. Juist de beeldende kunst in de vorm van illustratie heeft daarmee een enorme impuls gehad. dit omdat tijdens de oorlog weinig geschreven en gepubliceerd kon worden, mensen drukten zich o.a. uit in illustratie. de oorlogskunst maakte, als het ware, de weg vrij voor de verfrissende kinderboeken van de jaren 0 en het begin van de jaren 60.
de jaarlijks door de C pn B uitgereikte Penselen
en Griffels bevestigen dat het beeld van een
vernieuwende stijl als voornaamste eis; boeken met een eigen gezicht, of ze nu gelezen of bekeken worden of niet, ontvingen hiervoor prijzen.
uit Het Muizenboek van nans van leeuwen
uit De Sterrekindertjes van Freddie langeler
29 Verfrissende kinderboeken ontstonden er zeker. dick
bruna, van oorsprong grafisch ontwerper, maar erg geïnteresseerd en bezig met illustratie. hij is in die tijd erg gecharmeerd geraakt door het werk van matisse. die in zijn laatste levensjaren niet meer kon schilderen en vormen knipte uit papier. dick bruna liet met zijn eerste boek De Appel zien, dat je met deze techniek ook een verhaal kan vertellen en uitbeelden.
„net de vormen van dingen maken,
heel eenvoudig. Dat zie je ook wel in
mijn tekeningen toen al. Dat ik er
steeds minder ging opzetten, steeds
eenvoudiger. op een gegeven
moment dacht ik, ik moet ook een
verhaal kunnen vertellen, kunnen zien
dat een figuurtje oogjes heeft, vrolijk
is of huilt. Daardoor zijn de lijnen erin
te komen, maar met de grootste
eenvoud.”
Dick BrunaBlue Nude van matisse
uit De Appel uit 199 van dick bruna
de invloed van De Stijl, een nederlandse kunst-beweging uit de jaren 20, mag ook duidelijk zijn. de kunst van De Stijl werd gekenmerkt door het gebruik van de primaire kleuren (rood, geel en blauw) met daarnaast zwart en het gebruik van rechte lijnen. leden van De Stijl, zoals theo van doesburg, piet mondriaan en gerrit rietveld, zochten naar een pure representatie van de werkelijkheid, om zo een
universele stijl te creëren. die ideeën werden destijds gecommuniceerd door het gelijknamige tijdschrift
De Stijl.
uit De Appel uit 193 van dick bruna
30
naast grafisch ontwerper dick bruna was de Zaltbommelse illustrator Fiep Westendorp ook erg populair met haar zwart-wit silhoueten (o.a. Jip en
Janneke) in het parool. Fiep Westendorp is weliswaar
geen prentenboeken-maker, maar ze is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het kinder-boek en haar illustraties. Samen met annie. m.g. Schmidt verdrongen ze de brave illustraties en kinder-rijmpjes van rie Cramer. humor en ‘sprekende’ dieren waren ineens geoorloofd.
terwijl in de jaren 0 de kinderboeken ineens aan maatschappelijk en psychologische problemen moesten voldoen, doorstonden illustratoren als dick bruna en Fiep Westendorp deze jaren. daarna werd in de jaren 80 ineens aandacht besteed aan de
esthetische kwaliteiten van de kinderboeken.
prentenboekmakers zoals max Velthuijs en hans de beer verschijnen ten tonele. ook op het literaire niveau werd de lat hoog gelegd. in tegenstelling tot de illustratoren van voor de oorlog, die de lieve huiselijke taferelen uitbeelden, werden nu problemen besproken zoals dood gaan, ziekte of zelfs leven met een
handicap.
„Kinderen zijn mensen, ze zijn wat
kleiner dan wij maar ze zitten precies
hetzelfde in elkaar. Ze hebben
dezelfde emoties. Dus waarom zullen
we nou moeilijk doen en iets voor
kinderen bedenken. Kinderen zijn wij
zelf.”
Max VelthuijsWanneer eind jaren 90 de computer betaalbaar werd voor veel mensen, ontstonden er nieuwe illustratie-stijlen. hierbij werden handwerk en digitale
illustraties gecombineerd. dit ontwikkelt zich nog steeds tot vandaag de dag. de computer vervaardigde 3d illustraties worden steeds populairder. of deze het kunnen tippen aan het ambachtelijke handwerk is nog maar de vraag, want dick bruna knipt nog steeds!
uit Kikker en het vogeltje van max Velthuijs uit Het hele schaap veronica van Fiep westendorp
31 de typografie en vormgeving zijn in veel
prenten-boeken zo verschillend. er is bijna geen touw aan vast te knopen. als ontwerper vind ik persoonlijk dat iedere illustrator in ieder geval betrokken moet zijn bij de uiteindelijke vormgeving. het is ook heel bepalend of de illustrator rekening houdt met ruimte voor teksten. Wanneer de illustrator dit doet, is deze ondertussen al aan het vormgeven van de pagina’s.
„ik ga me niet bezig houden met de
vormgeving en de tekst een millimeter
omhoog. ik heb wel aangegeven dat
de teksten moesten verspringen,
omdat het met de volgende bladzijde
te maken had. De ene vormgever zal
het misschien anders doen dan de
andere, maar ieder zijn vak. Je houdt
wel rekening met de vlakverdeling, er
moet ergens tekst komen.”
sanne te looWe kunnen wel een aantal dingen onderscheiden en verklaren.
typografie en vormgeving kan verschillend gebruikt worden in prentenboeken. allereerst de klassieke vormgeving in prentenboeken zoals Gewoon Fien van Sanne te loo. Uitgeverij Lemniscaat staat vrij bekend om het uitgeven van boeken met een ‘klassiekere’ uitstraling, zij gebruiken dan ook een traditionele schreefletter. Zij kiezen boeken met kwalitatief hoge platen die een breed publiek aanspreekt. Zij kiezen hierin bewust voor een behouden typografie, zodat de kwaliteit van die prenten goed naar voren komt.
„een behouden belettering kan altijd,
want dan laat je de tekeningen het
werk doen.”
petra Gerritsendat je als uitgeverij van prentenboeken hier bewust voor kiest, is te begrijpen, de boeken moeten verkocht worden op (grotendeels) hun prenten. alleen wil klassieke vormgeving niet altijd zeggen dat je ook een klassieke letter moet gebruiken.
Wanneer je naar de boekjes van dick bruna kijkt, zijn ze ook vrij klassiek opgemaakt. Weliswaar een schreefloze letter en geen leestekens, maar de tekst staat los van de illustraties en doet geen afbreuk aan elkaar. dit is een belangrijke keuze die je als
illustrator of ontwerper maakt. Wil ik teksten door mijn illustraties heen geplaatst hebben? Wanneer je illustraties zo zijn opgebouwd dat er geen typografie overheen geplaatst kan worden, is het van belang dat daar met de vormgeving rekening mee wordt
gehouden.
typoGrAFie en
VorMGeVinG
32
„Als ik zag dat kinderen voorgelezen
werden, dat het eigenlijk nog directer
was, wanneer je tekst en tekening
naast elkaar plaatst.”
Dick Brunadaarnaast staat de experimentele typografie zoals in de prinses op de erwt van lauren Child. hierin laat de typografie zien, hoe het verhaal voorgelezen ‘dient’ te worden. natuurlijk vanuit het perspectief van de ontwerper. dit is een manier om deze soort typografie toe te passen. in andere boeken spelen de woorden met de illustraties mee en dat maakt deze boeken voor kinderen juist leuk om te lezen. Ze moeten op zoek naar de teksten, zodat het boek een uitdaging blijft om te lezen. Sara Fanelli is een illustrator, misschien ook tevens wel een ontwerper, die met haar teksten speelt, zodat ze onderdeel worden van de illustraties.
„er wordt vanuit scholen veel
gevraagd om het lezen interessanter
te maken voor kinderen. de boeken
van lauren Child zijn een goed
voorbeeld die daaraan bijdragen.”
Janetta de with
uit De Prinses op de erwt van lauren Child uit Nijntje (19) van dick bruna
33
Weliswaar een verstandige keuze van de vormgever om de tekst naast de illustratie te plaatsen. op deze manier wordt er het minst afbreuk gedaan aan de illustratie. tevens is dit ook de goedkoopste oplossing, anders moest er in de illustraties iets aangepast
worden.
uit Wolf van Sara Fanelli
uit Button van Sara Fanelli experimentele typografie wil ook niet altijd zeggen
dat het ‘functioneel leesbaar’ is gebruikt. een select groepje illustratoren, waaronder Sara Fanelli, gebruikt haar teksten als onderdeel van de illustraties. in haar boek button worden stukjes tekst via de illustraties verteld of half in de achtergrond. Veelal schrijft ze zelf haar teksten of worden ze geknipt uit andere woorden of materialen. dit geeft als totaalplaatje een schitterend gezicht, maar wanneer een boek naar het buitenland moet worden verkocht, ontstaan er problemen. hoe wordt dit dan in het beeld aangepast?
34
„wanneer een uitgever experimentele
typografie wil, wordt er wel expliciet
om gevraagd. Het is wel heel leuk
om experimentele typografie te
gebruiken. Je krijgt er alleen niet voor
betaald! De financiën op het gebied
van kinderboeken typografie is slecht
betaald.
(Als je rijk wilt worden, moet je een andere vak kiezen.)Je moet dus wel geld
bijleggen, want je bent er veel langer
mee bezig. er zitten vaak correcties
en veel extra tijd in, terwijl het heel
eenvoudig eruit ziet. Als je ziet wat
het dan uiteindelijk betaald, is het om
te gillen. Je moet alles plaatsen en
weer in hoge resolutie aanleveren,
terwijl de prijs er niet op vooruitgaat.”
petra Gerritsen
natUUrliJk iS er ook de oneindige diSCUSSie oVer SChreeF oF
SChreeFlooS
het aantal boeken dat volledig in een schreefloze letter is gezet is een stuk lager als de boeken met een schreefletter. over het algemeen hebben ze wel een hoog herkenbaarheidgehalte, maar score ze laag als het over leesbaarheid gaat. traditioneel gezien hebben schreeflozen ook een grotere x-hoogte vergeleken met schreefletters, waardoor ze op het eerste gezicht groter en dus duidelijker lijken te zijn. dit gaat echter wel ten kosten van stok- en staartlengte en dus leesbaarheid. dit geld over het algemeen wel op langere stukken tekst. langere stokken en staarten zijn wenselijk voor een optimale herkenning van de woorden.
„Het moet dus een schreefloze letter
zijn, dat is absoluut de grootste
eenvoud.”
Dick Brunanu heeft dick bruna een vrij jonge doelgroep en 4-regel versjes die hiervoor geschikt zijn. Wanneer je nu een iets oudere doelgroep kinderen hebt en langere stukken tekst zoals ingrid en dieter Schubert, is zo’n schreefloze letter niet meer geschikt.
„een klassieke schreefletter leest
gewoon het lekkerst.”
petra Gerritsen een tweede stelling die weliswaar iets zegt over schreef of schreefloos, maar met een heel ander doel. dick bruna was op zoek naar de allergrootste eenvoud in een letter. petra gerritsen is juist op zoek naar de grootste leesbaarheid van teksten. Zij weet als geen ander dat veel prentenboeken voor volwassenen worden vormgegeven, omdat deze de teksten moeten lezen. dick bruna zocht juist naar herkenbaarheid van letters, zodat kinderen woorden leren herkennen, dus leren lezen.Veel experimentele boeken bijvoorbeeld willen volwassenen niet lezen, omdat ze die niet overzichtelijk vinden.
„normaal (bijvoorbeeld unieboek) krijg ik 5 euro per pagina. een prentenboek bestaat meestal uit 32 pagina’s, dus reken maar uit. 160 euro!” petra Gerritsen
3 uit Charlie en Lola Mijn wiebeltand mag er nooit niet uit
van lauren Child
„De figuren van lauren Child vinden
kinderen erg leuk, maar er zijn
ouders die vinden het te rommelig
om voor te lezen. Zij is nu een
illustrator die niet door iedereen
gewaardeerd wordt, maar door een
kleine groep heel erg. sara Fanelli is
nog een graatje hoger. Daar vallen
vaak meer volwassenen voor.”
Ans Meens
het belangrijkste voor een uitgeverij is het verkopen van boeken, wanneer ouders boeken niet kopen vanwege een ‘rommelige’ typografie en vormgeving. is dat reden genoeg om dit niet te doen? Wanneer je dit wel doet, is het belangrijk dat je goed in smaak valt bij de kinderen. lauren Child is dit mede gelukt vanwege ‘haar leuke figuren’ Charlie en Lola die ook op de televisie zijn. bij de boeken van lauren Child is de totale vormgeving en typografie erg speels en leerzaam voor kinderen. Ze leren ook verschillende soorten lettertypen lezen.
ik ben het namelijk wel eens met de uitspraak.
„Het is overigens ook een zaak van
wat men gewend is, ‘you read best,
what you read most’. Vroeger was
het zelfs mogelijk, om een heel boek
cursief te zetten.”
indra Kupferschmid uitLetters — een bloemlezing over typografie
het maakt dus wel degelijk uit in welke tijd je bent opgegroeid en met welke boeken. ik kan me nog goed herinneren dat veel kinderboekjes van W.g. van der hulst in een schreefloze letter werden gezet, een gill-achtige letter. terwijl haaks op deze boekjes, de vrolijke Jip en Janneke pockets in een traditionele schreefletter werden gezet. Juist een boekje met zulke uitbundige en vrolijke illustraties zou je een wat moderner lettertype verwachten. Volgens kidstype.org zijn er geen bewijzen van studies dat kinderen een schreef- boven een schreefloze letter kiezen. leren geven wel aan dat ze voorkeur geven aan schreefloze letters, vanwege de eenvoud van de letter. deze zijn sneller en makkelijker te herkennen, om zo het leesproces te versnellen. Wel krijgen de kinderen vandaag de dag zo’n groot scala aan lettertypen mee, dat het voor de huidige generatie kinderen niet meer uitmaakt of het nu een schreef- of schreefloze letter is.
een ander belangriJk pUnt iS de korpSgrootte
Wat is de ideale korpsgrootte voor een letter? naarmate kinderen opgroeien en meer leeservaring opbouwen verandert hun ideale korpsgrootte in een snel tempo. in de vroege stadia van het leren lezen ligt de nadruk vooral op het herkennen van letters en woorden. naarmate een kind ouder wordt neemt de behoefte toe om volledige woorden te herkennen en is een kleiner korps van belang. tegen de tijd dat een kind zo’n jaar of 12 is, kunnen de ‘normale’
leeskorpsen, die volwassenen goed leesbaar vinden, gebruikt worden.
36 het is op zich vrij logisch dat kleinere kinderen een groter lettertype nodig hebben om te woorden te kunnen lezen, zij moeten immers letters nog herkennen en dan het woord vormen. Voor ons als volwassenen is dit al vanzelfsprekend, wij lezen al hele woorden met een sneller tempo.
„ik denk dat er bij typografie voor
kinderen veel meer mogelijkheden
zijn; speelsheid, variëren.”
petra Gerritsen
„een lettertype mag ook niet te klein
zijn, omdat je een prentenboek van
een afstand bekijkt. een prentenboek
houd je vrij ver van je vandaan,
omdat de kinderen ook willen
meekijken.”
petra Gerritsenhet is moeilijk om een optimale korpsgrootte te bepalen, want er spreken verschillende factoren mee zoals regelafstand, aan- of afspatiëren. over het algemeen is het zo dat normale teksten een korpsgrootte hebben tussen de 9-12 pt. de meest gebruikte grootte is 10 pt. Wanneer het korps groter is dan 12 pt, lijkt een negatieve werking op te treden met betrekking op de leessnelheid omdat de letters dan teveel ruimte in beslag nemen.
tAB el D e kor psgroot te in re latie tot de le ef tijd van k inderen
s pAt i ër en is het veranderen van de ruimte tussen de letters of tussen de woorden. spatiëren is het uit elkaar zetten van letters of juist dichter bij elkaar zetten. Je kunt ook tussen de regels spatiëren, dit wordt in nederland alleen interlinie genoemd. tegenwoordig is dit heel makkelijk aan te passen op je computer, vroeger werd dit handmatig gedaan. er werden dan extra ‘spaties’ van lood tussen de letters, woorden en/of regels geplaatst.
Juist omdat ze leren lezen en woorden samenstellen is misschien die experimentele typografie wel een geschikt medium, waanneer ze bijvoorbeeld een moeilijk woord s pAt i ër en oof meer ruimte
aanbrengen tussen de woorden kan dit een
verduidelijking zijn voor kinderen. het is daarom van belang dat er genoeg ruimte is tussen de woorden.
„De leesbaarheid wordt eerder in
gevaar gebracht door te weinig
ruimte tussen de regels dan door te
kleine woordspaties.”
edward Johnston uit Writing And Illuminating And
Lettering 1906
Deze tAB el was geproduceerd in sir Cyril Birts A psychological study of typography in 1956. De letter voor zijn onderzoek was de Caslon. Birt benadrukt ‘… met name bij iets oudere kinderen een net iets te grote of te kleine letter kan vaak leiden tot het maken van leesfouten […] verder is het gebruik van kleine woordspaties af te raden, vooral wanneer de lezer 9 jaar of jonger is. worden moeten dan heel duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn.’
le ef tijd kor ps tekens per rege l
o nder 7 24 3 0 7- 8 18 3 8 8 -9 16 4 5 9 -10 14 52 10 -12 12 58 12 en ouder 11 6 0
3
neDerlAnDse
illustrAtoren
en prenten
„Het is voor kinderen heel belangrijk
om die verschillende stijlen mee te
krijgen, zodat ze zo leren kunst te
waarderen. Daar begint de basis,
voor naar kunst kijken. sara Fanelli zit
bijvoorbeeld aan de bovengrens als
het om kunstprentenboeken gaat. ik
vind dat die boeken moeten bestaan
en gedrukt kunnen worden, want er
zijn altijd mensen bij die een andere
smaak hebben. Het kijken naar kunst
begint bij het kijken naar
prenten-boeken. Dan leren kinderen ook
onderscheid te maken tussen
verschillende stromingen.”
Ans Meens Daarom is het zo belangrijk dat er een groot aantal verschillende illustratoren en prentenboekmakers zijn. er waren – en zijn – tenslotte ook veelverschillende kunstenaars, ieder met zijn eigen tijdgeest.
Fiep WeStendorp
Zwart-wit illustraties is niet gebruikelijk voor kinderen, hun (belevings)wereld is vaak kleurrijker dan die van de meeste volwassenen. toch zijn Jip en
Janneke 2 zwart-wit kleuters die ondertussen al meer
dan 6 jaar populair zijn bij generaties van kinderen. bovenal groeiden deze 2 figuurtjes uit, van grappige kleuters uit een lokale amsterdamse krant in de jaren 0, tot nationale iconen van onze kindercultuur in de eenentwintigste eeuw. dit natuurlijk mede door de merchandising van de Hema in de jaren 80 tot vandaag de dag.
,,toen Annie en ik voor de
kinderpagina van Het Parool een
rubriek gingen maken, wilde ik iets
origineels doen. silhouetjes, dacht ik
toen, die kunnen ook goed worden
afgedrukt in de krant omdat ze in
lijncliché met de tekst meegedrukt
kunnen worden.’’
Fiep westendorpFiep Westendorp koos dus in eerste instantie voor de silhouetten om technische en financiële redenen. Weliswaar kwamen de illustraties in grafisch opzicht krachtig over op het krantenpapier. dat ze zich beperkingen oplegde wist ze wel, maar er was voor alles wel een oplossing. dat juist die beperking zorgde ervoor dat die 2 brutale kleuters in hun moderne vorm vandaag nog springlevend zijn.
,,Haar figuren dartelen rond in die
vrolijke gestileerde wereld waarin zij
met haar sterke gevoel voor
illustratief ontwerpen, compositie en
paginabeheersing, ook consequent
haar eigen spelregels van het
perspectief en het platte vlak
hanteerde.’’
truusje Vrooland-löb uit Otje van Fieb Westendorp38
3 generaties Jip is de meester van Fiep Westendorp (192 en 1963 voor Het Paroool en 198 voor Bobo)
Jip en Janneke heeft ze vanaf het begin een bewuste
versimpeling van de vorm laten ondergaan, waar alleen dick bruna zich mee kan meten in ons land. de silhouetjes van Jip en Janneke met hun wipneusjes en kordate houdingen zorgden voor een grote
herkenbaarheid. Wie dan ook de eerste tekeningen vergelijkt met de huidige Jip en Janneke ziet duidelijk die verschillend. Ze zijn uiteindelijk getransformeerd tot jonge brutalere kleuters. hoewel Fiep 3 rondes Jip
en Jannkekes heeft gemaakt, hun kleding en
verouderde details – zoals een kolenkachteltje – moderniseerde ze wel, maar de ‘oervorm’ is ze trouw gebleven. Zelfs wanneer ze in de jaren 0 voor de Bobo kleurenillustraties maakt van Jip en Janneke, de zwarte silhouetjes is ze trouw gebleven. de platen worden voller en beweeglijkers. het valt dan ook op hoe bijzonder ze omgaat met het perspectief in haar tekeningen. die 2dimensionale kleuters laat ze eigenlijk rondlopen in een 3dimensionale wereld en weet ze de spanning tussen deze 2 heel geloofwaardig vol te houden.
hoewel haar illustraties vrij krachtig en op zichzelf staan is Fiep Westendorp van huis uit een echte illustrator, ze stelt zich ‘dienender’ op dan prentenboek-illustratoren. Uit respect voor de auteur zou ze nooit het hoogtepunt van een verhaal tekenen.
dit is waarschijnlijk de reden dat er illustratoren zijn die echte prentenboekmakers, eigenlijk boekkunste-naars, zijn geworden.
diCk brUna
het gebruik van de primaire kleuren en de werkelijk-heid zo eenvoudig opzetten is terug te vinden in de boekjes van dick bruna. dit maakt deze boekjes ook zo bijzonder dat ze vandaag de dag, naast de
illustraties van o.a. Fiep Westendorp, nog steeds bestaan. kinderen blijven zich interesseren voor het simpele kleurgebruik en de strakke herkenbare vormen, dit terwijl waarschijnlijk hun grootouders deze boekjes ook hebben gelezen. Wat dick bruna van andere prentenboekmakers onderscheid is zijn grafisch achtergrond. het zelf samenstellen van de prentenboeken, lettertypes, vorm en formaten van de boekjes.
„Vierkant vond ik de eenvoudigste
vorm. ik heb toen een vel van de
drukker gevraagd en dat ingedeeld.”
Dick Bruna
naast het formaat en de eenvoudige, maar grafische vormen, werkt dick bruna ook met vaste kleuren.
„Dat heeft met het zoeken naar die
eenvoud te maken, alleen als het
echt nodig was heb ik kleuren
toegevoegd. op een gegeven
moment krijgt nijntje een bruin
vriendinnetje; nina. net als gras
moet groen zijn en een olifant die
moet ook echt grijs zijn, verder ga ik
wel uit van de primaire kleuren.”
Dick Brunamijn zusje grapte tijdens het interview; ‘dick bruna-blauw’, maar sloeg daarmee wel de spijker op zijn kop.
39
„De boeken van toen waren veel
meer gemaakt voor de ouders. ik
weet nog wel van toen ik net begon,
stond ik op de kunstmarkt in utrecht.
wanneer er dan ouders met kinderen
langskwamen, vonden die ouders het
maar niks. Vonden het veel ‘te
weinig’, terwijl die kinderen als snel
riepen; ‘Ah, dat is mooi, dat groen’ en
‘Dat is leuk’. De ouders zeiden dan
dat ze thuis veel mooiere boeken
hadden. natuurlijk, dat vonden zij!
Veel gecompliceerder en volle
tekeningen, maar kinderen vonden
mijn boekjes erg leuk. Juist die
eenvoud en die heldere kleuren.”
Dick Bruna
dat is gelijk ook 1 van de grote redenen, dat zulke boekjes vandaag de dag nog steeds erg populair zijn.
De Stijl is een periode die zich kenmerkt door
‘tijdloze’ werken te maken. Veel ontwerpen uit die kunststroming ogen nog steeds ‘modern’ en zijn nog steeds toepasbaar in het dagelijkse leven. die kracht heeft dick bruna ook in zijn werken weten te leggen.
dick bruna (samen met de Designpolitie) presenteren een zeefdruk uit Boris en de Berg, die als omslg
gebruikt wordt voor My Dutch Design 2008 2009
de omslagen van My Dutch Design 2008 2009
max VelthUiJS
een prentenboekenmaker die met zijn illustratie-techniek het tegenovergestelde van dick bruna laat zien, is max Velthuijs. beide illustraties zou je totaal niet aan elkaar koppelen, weliswaar dat ze 1 groot ding gemeen hebben. Ze behoren beide tot de top van nederlandse illustratoren. tevens hebben ze beide boekjes waarin dieren de hoofdrol spelen.
„ik denk dat je kinderen makkelijker
bereikt via dierenpersonages dan via
mensen of kinderen.”
Max VelthuijsWat op zich logisch is, dieren zijn toegankelijk voor iedereen. kinderen kunnen zich ook makkelijk vergelijken met een dier, want ze kunnen er nooit precies op lijken, wel kunnen ze zich identificeren met de emoties die in het verhaal voorkomen. bij max Velthuijs is Kikker de meest bekende en geliefde hoofdpersoon. in 1989 komt Kikker is verliefd uit en dit betekende de wereldwijde doorbraak van max Velthuijs. de boekjes kenmerken zich door veel naïviteit en hier en daar kleine beetje moraal in de verhalen. dit is onder meer terug te zien in Kikker en
het vogeltje, waar het vogeltje overlijdt.
„ik los dat op zoals kinderen het
doen: heel praktisch. er is een dood
vogeltje. wat doen we ermee? Hup,
begraven. even een traan. en daarna
tikkertje spelen en de slappe lach
krijgen. op het laatste plaatje fluit op
de tak alweer een nieuw vogeltje.
want dat is het mooie van
prenten-boeken: er is altijd die vrolijke laatste
bladzijde.”
Max Velthuijs40
ook in Kikker en de vreemdeling laat hij zien dat
vooroordelen snel uit de weg geruimd moeten worden. in dit verhaal staat het thema ‘vrees voor de
vreemdeling’ centraal. dat max Velthuijs hiervoor een rat heeft gekozen, een dier dat al snel wordt
geassocieerd met vies en gevaarlijk, is natuurlijk een zeer goede vondst.
over zijn prenten is al ontzettend veel geschreven, vaak kleine kunstwerkjes genoemd.
„Max is geen illustrator, maar ook
geen schrijver, hij is een schilder die
erbij vertelt. De schilderijtjes vertellen
samen een verhaal. Verhalen met een
warm gevoel en een warme sfeer over
de gewone menselijke gevoelens.”
Monique Hagen in Het Klokhuis
dat is waarschijnlijk ook de grootste reden, dat max Velthuijs internationaal het ook zo goed doet. Zij prentenboekjes zijn een verzameling kunstwerkjes. in iedere prent vallen er weer nieuwe details te
ontdekken. een schilderij in een museum, heb je vaak ook niet in 1 keer bekeken, daar moet je wat langer en vaker naar kijken.
mede dankzij zijn grafisch achtergrond, zijn ook doe prentenboekjes als totaal een kloppend geheeld. Ze doen sterk denken aan de eerste opzet van dick bruna’s prentenboekjes, maar dit bewijst alleen maar dat hier ook iemand met een grafische achtergrond aan heeft gewerkt. het is daarom ook zo ideaal, wanneer de schrijver en tekenaar één en dezelfde persoon zijn. Zodra je met 2 mensen te maken hebt, loop je het risico dat er iemand iets inlegt wat de ander niet zo bedoeld heeft.
„ik voelde me altijd meer tekenaar.
nog steeds eigenlijk. Het schrijven is
noodzakelijk, omdat er een verhaaltje
bij de tekeningen moet.”
Max VelthuijsKikker en Eend van max Velthuijs Sanne te loo
na haar boek Gewoon Fien heeft ze de harten van vele kinderen weten te veroveren. haar mooie verhaal en prachtige prenten kloppen helemaal. Ze heeft een traditionele manier van illustreren, die bij veel kinderen in de smaak valt. prenten die tot in de puntjes verzorgd zijn. in vergelijking met de andere illustratoren zou je zeggen dat het misschien ‘gewoon’ is, maar zoals ans meens al aangaf. kinderen moet je verschillende stijlen meegeven, zodat ze beter leren kijken hun eigen smaak ontwikkelen. Sanne te loo heeft geen speciaal karakter in haar hoofd, zoals: nijntje of kikker, maar gewoon Fien.
in haar boek Gewoon Fien, leren we een alledaags meisje die een bijzonder ontmoeting meemaakt, maar er nog meer Fientjes bijkomen?
„Fien liegt me wel het meeste aan
het hart. Dit boek heeft me ook veel
gebracht, door het boek Gewoon
Fien kreeg ik betere opdrachten. op
mijn lat zou je dat een succes kunnen
noemen. Dan ga je toch automatisch
van zo’n boek houden, ook van het
meisje.Fien hoort gewoon bij mij,
maar of er nog meer Fientjes komen?
Volgens mij moet je dat overkomen
om echt aan een figuurtje vast te
houden. Als het niet gebeurt vind ik
het ook niet erg. ik heb er wel over
nagedacht. ‘Moet ik een figuurtje
ontwikkelen en dat een hele serie
maken?’ is het dan garantie op
succes? ik geloof het niet. Dat zou
ook betekenen dat ik altijd hetzelfde
karakter moet tekenen, dat kan ook
heel benauwend zijn. ik weet niet of
ik dat leuk zou vinden, op een
gegeven moment zou ik me
misschien wel gaan vervelen.”
sanne te loo41
„ik heb geen serie Fientjes in mijn
hoofd, maar als ik een verhaal
bedenk, heet het meisje weer Fien.
Vaak verander ik dat later wel weer.
Het mag ook wel eens een meisje
zijn met donkere krullen. er zijn toch
zoveel verschillende kinderen. er
moet ook wat verscheidenheid in
zitten. ik ga er dan ook zeker niet
naar zoeken om nog een Fien te
maken. Het gaat me met name om
het verhaal, niet omdat het meisje zo
bijzonder is. Als het verhaal goed is,
dan staat het boek ermee.”
sanne te loo Uiteindelijk ging het gesprek met Sanne te loo over het feit dat er weinig boeken over kinderen zijn met andere culturen. Juist identificatie is voor kinderen heel belangrijk, ook voor kinderen uit een andere cultuur. Veel nederlandse prentenboeken gaan vaak over een blanke hoofdpersoon. Wel heeft deze vaak donkere vriendjes uit een andere cultuur, maar niet al hoofdpersoon.Sanne heeft er ook aan gedacht een boek te maken, want er zijn weinig boeken in nederland verkrijgbaar over buitenlandse kindjes. Wel heeft ze boeken gemaakt over een Chinees kindjes. er zit alleen wat nadelen aan een boek over een andere cultuur.
„Het zit me dan wel een beetje dwars,
je hebt je weinig kennis over die
culturen. terwijl er wel behoefte aan
is. er komen weliswaar niet veel
allochtonen in deze boekwinkels,
maar er zijn dan ook weinig boeken
over andere culturen te vinden. Harry
potter is er ook niet in het ‘donker’,
maar alleen blonde kinderen kan echt
niet meer. en terecht! Alle kinderen
moeten je boeken willen lezen. ik ga
ook wel eens naar een boekwinkel om
te vragen wat er wel en wat er niet is.
Zijn er ook boeken met donkere
kinderen erin? Die zijn er dus ook
ontzettend weinig. ik heb er wel eens
aan gedacht om een boek te schrijven
over een Afrikaans jongetje, maar ik
weet niet van tradities. ik mis de
achtergrond en ben niet bekend met
hun cultuur. ik ben wat dat betreft té
Hollands.
42
ik denk wel dat er een generatie
aankomt die daarmee is opgegroeid.
Dan krijg je ook kinderboeken met
een Marokkaanse of surinaamse
inslag. ik ken die tradities niet, dan
zou ik eerst een cultuur studie moeten
doen. ik ben nog wel op zoek naar
iemand die daar vandaag komt en mij
daar veel over kan vertellen.”
sanne te loodat er weinig prentenboeken over andere culturen te vinden zijn is een feit. dat er een generatie aankomt, die daar verandering in gaat brengen, begint ook een feit te worden.
liza milton, een antilliaanse van afkomst, is haar eigen uitgeverij Maopé begonnen. Maopé zal
prentenboeken uit gaan geven met kinderen en culturen over de hele wereld.
„Het gaat om boeken met mooie
verhalen en illustraties waarbij
kinderen uit verschillende culturen uit
voortkomen, witte kindjes, zwarte
kindjes, gele kindjes, paarse kindjes,
alle kleuren van de regenboog.”
liza Milton
een goed initiatief, want in de huidige samenleving is het belangrijk dat kinderen met elkaar leren
samenleven en daar over kunnen lezen.
“ik weet nog dat ik een prentenboek
tegenkwam met daarin een donker
meisje als hoofdpersoon. ik kocht het
boek meteen, en kan mij de vreugde
goed herinneren. een boek waar ik
mezelf in kan herkennen.”
liza Miltonomslag Ping Li en zijn vlieger van Sanne te loo
het eerste boek van uitgeverij Maopé heet Broertjes van mylo Freeman
43
en Ze leeFDen
noG lAnG…
tot Slot
Wanneer ik nu alles op een rijtje zet, kom ik erachter dat er eigenlijk een soort handleiding is ontstaan om het ideale prentenboek te maken (of te analyseren). dus wil je gaan illustreren of word je prentenboeken-maker, dan is dit onderzoek ideaal geweest.
het belangrijkste gegeven bij het uitgeven van een prentenboek is toch de uitgeverij. Zij bepalen of je boek wel of niet gedrukt en uitgegeven gaat worden, zij moeten tenslotte ook alles bekostigen. Je zult ze dus moeten overtuigen met je illustraties of met je verhaal. Wat ook 2 belangrijke factoren zijn die goed op elkaar afgestemd moeten worden. de uitgeverij heeft persoonlijk liever 2 ‘losse personen’, maar ik denk wanneer je in prentenboeken gaat beginnen dat je een totaal product moet kunnen aanleveren. dat is enige manier, waarop je zeker kan zijn dat het boek uitgegeven wordt zoals jij dat bedoeld had. nu is het wel het geval, dat het eerste prentenboek van theo van hoytema ook niet zelf geschreven! dat is waarschijnlijk ook de reden dat dit prentenboek, alleen bekend is vanwege het feit dat het de eerste in zijn soort is.
Wanneer je kijkt naar personen zoals dick bruna en max Velthuijs is het van belang geweest dat ze een prentenboek konden aanleveren en niet alleen illustraties. neem bijvoorbeeld Sanne te loo,
beginnend prentenboekmaker, zij heeft goed en leuke verhalen, prachtige illustraties, maar de uiteindelijke vormgeving wordt door iemand anders gedaan. en toch zie je dat aan prentenboeken. het is overduidelijk dat ze ook rekening houdt met de plaatsing van
teksten bij haar illustraties, maar ik denk persoonlijk dat wanneer je wilt dat je boeken decennia lang
meegaan, zoals bijvoorbeeld nijntje of kikker, dat het meer een grafisch geheel moet vormen. de
vormgeving is natuurlijk niet de enige reden dat nijntje en kikker nog bestaan. ook de illustraties zijn vrij uniek in hun soort en dat spreekt toch ook mensen aan.
ik denk dat een illustrator zoals Sanne te loo nog hele goede en populaire boeken gaat maken, maar ik vraag me af of ze over, pakweg, 0 jaar nog steeds uitgegeven worden. illustrators uit het begin van de vorige eeuw, zoals rie Cramer, worden zo af en toe nog uitgegeven, maar veel van haar tijdsgenoten horen we nu nog weinig van.
ik wil absoluut niet beweren dat je als illustrator nu ineens een cursus of opleiding vormgeving moet gaan doen, want daar ligt je interesse ook niet. misschien is een goede samenwerking met een ontwerper
belangrijk. Sara Fanelli werkt in veel van haar boeken samen met een ontwerper om zo de teksten zo goed mogelijk en zoals bedoeld te plaatsen. deze
samenwerking is goed af te lezen in haar boeken, het vormt ook 1 geheel.
Schreef of schreefloos? het blijft nog steeds een discussie punt. dick bruna kiest voor een schreefloze letter, omdat dit volgens hem de ‘grootste eenvoud’ is. Schreefloze letters zijn voor kinderen sneller herken-baar en heeft als gevolg dat ze ook sneller leren woorden herkennen en dus ook lezen. daarnaast kiezen volwassenen eerder voor een prentenboek met een schreefletter, want dit vinden zij beter lezen. Ze zijn tenslotte wel degenen die de boeken moeten voor-lezen. ik denk persoonlijk dat niet zoveel uitmaakt of je een schreef- of schreefloze letter uitkiest, het gaat om het totale beeld. interlinie, witruimtes en marges van het boek zijn allemaal belangrijke factoren die meespelen. Wanneer de vormgeving goed is aange-pakt, dan moet het soort lettertype er niet te doen! het prentenboek is dus ooit ontstaan als boek van een kunstenaar, als kunstwerk. het is ook goed dat er een aantal prentenboekenmakers zijn, die deze artistieke lijn doorzetten. Wel moet je in de gaten houden dat een prentenboek ook bedoeld is voor vermaak. het plezieren van de lezer is het hoogste doel!
4 interVieWS
dick bruna / Utrecht petra gerritsen / Utrecht ans meens / Utrecht Sanne te loo / Utrecht Janetta de With / rotterdam
dieuwke Siema / den haag / eigenaar van
Kinderboekhandel Alice in Wonderland
boeken
Prentenboeken ideologie en illustratie, 1890-1950 /
Saskia de bodt en Jeroen kapelle
Dick Bruna / Joke linders / koosje Sierman / ivo de
Wijs / truusje Vrooland-löb
het paradijs in pictogram Het werk van Dick Bruna /
Samengesteld door kees nieuwenhuijzen en ella reitsma
Ik bof dat ik een kikker ben Leven en werk van Max
Velthuijs / Joke linders
Getekend: Fiep Westendorp / met o.a. een bijdrage van
truusje Vrooland-löb
Over typografie Wie de regels van de typografie wil
overtreden moet ze eerst kennen / david Jury Letters – een bloemlezing over typografie / diverse
auteurs
artikelen
Grafisch Ontwerpen: Waar is het goed voor? / alice
twemlow
De invloed van De Stijl / alston W. purvis en Cees W.
de Jong WebSiteS
www.kidstype.org www.cpnb.nl
www.levenlang.nl / radio-interview max Velthuijs www.kunstbus.nl / arts and Crafts
www.lemniscaat.nl www.fiepwestendorp.nl
geraadpleegde SCriptieS
Hoerenjongen en weeskinderen typografie in prentenboeken 2003 / mirjam riemens
Over Grafisch Ontwerpen en Dogma 2003 / adriaan
mellegers
ColoFon
lettertype Caslon / akzidenz grotesque MiJn speCiAle DAnK AAn mark Schalken, Janetta de With, ans meens, petra gerritsen, dick bruna, Sanne te loo, dieuwke Siema en inge van Wijgerden