UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
[Bespreking van: N. Dew (2009) Orientalism in Louis XIV's France]
Oddens, J.
Publication date
2011
Document Version
Final published version
Published in
Zeventiende Eeuw
Link to publication
Citation for published version (APA):
Oddens, J. (2011). [Bespreking van: N. Dew (2009) Orientalism in Louis XIV's France].
Zeventiende Eeuw, 27(1), 112.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)
and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open
content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please
let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material
inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter
to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You
will be contacted as soon as possible.
De zev
entiende eeuw
jaar
gang
27
20
1
1
·
n
u
mmer
1
Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief
Jaargang
27, 2011, nummer 1
Uitgeverij Verloren
Van de redactie
Olga van Marion
· Dichten voor het cultureel erfgoed. Propaganda van
het verleden in de poëzie van Petrus Scriverius
Coen Maas
· Fides historica en Hollanda simplicitas. Petrus Scriverius’ rol
in de Bockenberg-controverse
Paula Koning
· De twee levens van Erasmus in Leiden. Petrus
Scrive-rius en Paullus Merula als biografi sche beeldvormers
Sandra Langereis
· Een humanistische beeldencultus voor een
burger-man. Boekhistoricus Petrus Scriverius en de Coster-iconografi e
artikelen
Guido van Meersbergen
· ‘In goede en vertroude handen’.
Commu-nicatie en beleid bij de voc tijdens de Hollandse Oorlog (1672-1678)
discussiedossier
Hessel Miedema
· Rembrandt en de regels van de kunst
Recensie
Signalementen
Personalia
Scriptieprijs
1
2
17
37
49
80
102
108
111
125
127
De zeventiende eeuw
jaargang 27
·
2 011
·
nummer 1
inhoudsopgave
DZE_20111_Omslag PMS2587 R8 DEF.indd 1 23-08-11 08:51112 Signalementen
N. Dew. Orientalism in Louis XIV’s France. Oxford,
Oxford University Press, 2009. 320 pp. isbn 978-0-19-923484-4. £ 55,00.
Wie denkt met Orientalism in Louis XIV’s France een
boek in huis te halen dat voortbouwt op de klas-sieker Orientalism van Edward Saïd, komt bedrogen uit. De jonge Britse historicus Nicholas Dew han-teert het begrip uit de titel van zijn eerste boek niet zoals Saïd ter aanduiding van het Westerse discours over het Oosten, maar geeft er de in het Engels veel minder courante betekenis aan van oriëntalistiek, de geleerde studie van de Oosterse talen en bescha-vingen. Dew heeft zich ten doel gesteld inzicht te verschaffen in het netwerk van Franse geleerden die zich tussen 1650 en 1715 bezighielden met de Ori-ent in de breedste geografische zin van het woord. Zij produceerden teksten die tot diep in de acht-tiende eeuw werden gelezen en geciteerd.
Deze studie heet niet te gaan over de inhoud van zulke teksten, maar over de geschiedenis van hun totstandkoming. Dat we die geschiedenis vrij breed moeten opvatten, blijkt direct in het eerste van vijf hoofdstukken. Dew geeft hierin een analyse van de verschillende patronagesystemen waarbinnen Bar-thélemy d’Herbelot opereerde in de jaren zestig van de zeventiende eeuw, en laat met deze casus tevens zien welke geografische, institutionele en discursie-ve plaats de oriëntalistiek innam binnen de Franse
république des lettres. De eigenlijke
productiegeschie-denis van het werk waarmee D’Herbelot bekend is geworden, de postuum verschenen Bibliothèque
oriental (1697), vormt het onderwerp van hoofdstuk
vier. In de overige hoofdstukken toont Dew de ver-geefse pogingen van Melchisedech Thévenot om een editie te maken van een veertiende-eeuws Ara-bisch manuscript, schetst hij de ontstaansgeschiede-nis van de beschrijving die François Bernier schreef naar aanleiding van zijn reis naar het Indische Mo-golrijk, en laat hij zien hoe Jezuïeten en Parijse in-tellectuelen samen een Latijnse vertaling van Con-fucius tot stand brachten.
Orientalism in Louis XIV’s France is een bundeling
van een reeks verdienstelijke papers die inkijkjes bieden in de productie, verspreiding en uitwisseling van kennis over Azië, maar het is weinig meer dan dat. Dew heeft niet overdreven veel moeite gedaan om de artikelen zo te herschrijven dat ze een geheel vormen; misschien zijn de casussen daarvoor ook
te ongelijksoortig. Het boek heeft geen conclusie maar een epiloog, waarin nauwelijks wordt terug-gegrepen op de voorgaande hoofdstukken. Dews algemene bevindingen zijn in één zin te vatten: het Franse (en het Europese) netwerk van oriëntalis-ten was van bescheiden omvang, de accumulatie van kennis verliep traag en de totstandbrenging van orientalia was bepaald geen sinecure.
J. Oddens
M. van Gelder. Trading places. The Netherlandish
Mer-chants in Early Modern Venice. (Library of Economic
History.) Leiden, Boston, Brill, 2009. xviii, 243 pp. isbn 978-90-04-17543-3. € 105,00.
In een rijk geschakeerd en voortreffelijk onder-bouwd betoog belicht Maartje van Gelder de ge-schiedenis, activiteiten en integratie van de Neder-landse handelsgemeenschap in Venetië tijdens de lange zeventiende eeuw. De auteur toont aan dat de commerciële contacten tussen de Lage Landen en Venetië geen aanvang namen met het aanvoeren van Baltisch graan door Nederlanders vanaf ca. 1590, zo-als wel vaker aangenomen, maar dat die hun wortels hadden in de handelsrelaties die Antwerpse firma’s reeds onderhielden met de Venetiaanse Republiek doorheen de zestiende eeuw. Nochtans zorgde de Straatvaart wel degelijk voor een groeiende perma-nente aanwezigheid van Nederlandse kooplieden in Venetië. Naast de uitbouw van de lucratieve graan-handel werd echter in toenemende mate een breed palet aan producten verhandeld, niet enkel tussen de Venetiaanse stadstaat en Noord-Europa, maar ook tussen de Levant en de Spaanse havens in de Mid-dellandse Zee. Deze veelzijdige handel verklaart het succes van een kleine doch bijzonder kapitaalkrach-tige en invloedrijke gemeenschap van Nederlanders in Venetië. Zij verenigden zich in de nazione
fiam-minga die reeds in 1607 door de lokale instanties als
het belangrijkste contingent van vreemde hande-laars werd beschouwd. In deze hechte gemeenschap lagen familiale- en vriendschapsbanden doorgaans aan de basis van uitgebreide netwerken van zaken-relaties. De auteur merkt op dat er hier zo goed als geen onderscheid werd gemaakt tussen fiamminghi, afkomstig uit de Spaanse Nederlanden, en personen afkomstig uit de Republiek, al bleven de