• No results found

Handhaving van het auteursrecht in het digitale tijdperk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Handhaving van het auteursrecht in het digitale tijdperk"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HANDHAVING 

VAN HET 

AUTEURSRECHT 

BIJ FILMS IN HET 

DIGITALE 

TIJDPERK 

Wido de Roy van Zuydewijn  Studentnummer 10490205  Mastertrack privaatrechtelijke rechtspraktijk, 12 ECT    Begeleider: Mr. A. Vlieger  Inleverdatum: 13 juli 2016 

(2)

- 2

-Abstract

Dit betreft een onderzoek naar de wijze van handhaving van auteursrechten ten aanzien van films op het internet, en de tekortkomingen hiervan. Eerst wordt het juridisch kader besproken van het auteursrecht, voorzover relevant voor deze scriptie. Vervolgens wordt behandeld hoe de aanpak van aanbieders van illegale filmwerken is geregeld. Hierbij worden zowel de mogelijkheden tot civielrechtelijk als strafrechtelijk optreden besproken. Er wordt afgesloten met een aantal voorstellen voor alternatieve handhavingsmethodes ten aanzien van

aanbieders.

Vervolgens wordt het handhavingsregime ten aanzien van afnemers belicht. Hierbij wordt eveneens stilgestaan bij de mogelijkheden tot strafrechtelijke en civielrechtelijke handhaving. Ook wordt hierbij gekeken naar handhavingsmethodes die in Duitsland en Frankrijk

gehanteerd worden. Afgesloten wordt met een antwoord op de vraag of dergelijke methodes ook wenselijk zouden zijn in Nederland.

Tot slot wordt de rol van internet serviceproviders onder de loep genomen. Hierbij wordt onderzocht in hoeverre de vrijwaring van aansprakelijkheid nog wenselijk is voor deze partijen en of dit mogelijk kan worden uitgehold. Hierbij wordt de onderverdeling van de Europese richtlijn elektronische handel aangehouden. Achtereenvolgens worden mere conduit, caching en hostingdiensten behandeld. Uiteindelijk zal een antwoord op de vraag worden gegeven in hoeverre er meer verwacht kan worden van internet serviceproviders om online auteursrechtinbreuk via streaming en downloading tegen te gaan. Er wordt tot slot afgesloten met een aantal voorstellen voor nader onderzoek.

(3)

- 3

-Lijst met afkortingen

Art. Artikel

AW Auteurswet

BW Burgerlijk Wetboek

HvJEU Hof van Justitie van de Europese Unie ISP Internet serviceprovider

OM Openbaar ministerie

Rv Wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Sr Wetboek van Strafrecht

(4)

- 4

-1. Inleiding 6

1.1 Aanleiding en probleemstelling 6

1.2 Leeswijzer 7

2. Technische en juridische aspecten van streamen en downloaden 9

2.1 Partijen 9

2.2 Technische aspecten van streaming 9

2.2.1 verschillende technieken van streamen en downloaden 10

2.3 Juridische aspecten van streaming en downloading 11

2.3.1 Auteursrecht en de wet op de naburige rechten 11

2.3.2 Openbaarmaken 12

2.3.3 Verveelvoudigen 13

2.3.4 Auteursrecht als onrechtmatige daad 14

2.3.5 Schade 14 2.3.6 ‘Downloadverbod’ en de thuiskopievergoeding 15 2.4 Conclusie 16 3. De aanbieder 18 3.1 Inleiding 18 3.2 Huidige situatie 18 3.2.1 Strafrechtelijke handhaving 18 3.2.2 Civielrechtelijke handhaving 20 3.3 Wenselijke situatie 22

3.3.1 Vergoedingsmodel via zelfregulering 23

3.3.3 Licenties 24 3.4 Conclusie 24 4. De afnemer 26 4.1 Inleiding 26 4.2 Huidige situatie 26 4.2.1 Strafrechtelijke handhaving 26 4.2.2 Civielrechtelijke handhaving 27 4.3 Wenselijke situatie 28

(5)

- 5

-4.3.1 Frankrijk en het graduate-responsemodel 29

4.3.2 Duitsland en de ‘downloadboete’ 30

4.3.3 De Franse of Duitse methode in Nederland? 30

4.4 Conclusie 32

5. Tussenpersonen: internet serviceproviders 33

5.1 Inleiding 33

5.2 Huidige situatie 33

5.2.1 Mere conduit en caching 34

5.2.2 Access providers: verstrekken NAW-gegevens 35

5.2.3 Access providers: website blokkades 37

5.3 Hostingproviders 38

5.3.1 Hostingproviders: wetenschapsvereiste 39

5.3.2 Hostingproviders: notice en take-downverzoeken 40

5.4 Wenselijke situatie 41

5.4.1 Wettelijk vermoeden voor alle ISP’s? 42

5.4.2 Access providers: invoering Duitse of Franse methode? 43

5.4.3 Hostingproviders: invoering content ID-systeem? 43

5.5 Conclusie 44

6. Eindconclusie en aanbevelingen 46

6.1 Aanbevelingen 48

(6)

- 6

-1. Inleiding

1.1 Aanleiding en probleemstelling

Met de tijd is auteursrechtelijk beschermd materiaal op internet steeds makkelijker

toegankelijk geworden. Hiermee wordt de houdbaarheid van het auteursrecht in toenemende mate op de proef gesteld. De toegang tot deze werken is lang niet altijd rechtmatig. Zo is het illegale aanbod van films op het internet gigantisch en zijn de handhavingsmiddelen beperkt. Ook het ‘downloadverbod’ lijkt niet echt tot een vermindering van illegaal aanbod te leiden.1 Dit is funest voor auteursrechthebbenden, omdat hierdoor veel inkomsten worden misgelopen. Zij hebben vaak investeringen gedaan en risico genomen, om het beschermde werk te creëren. Zonder bestrijding van het illegale aanbod en afnames van films, boet het auteursrecht sterk aan betekenis in. Bovendien worden auteursrechthebbenden dan niet beloond voor hun werk en de risico’s die zij genomen hebben. Het gevolg daarvan is dat filmproducenten minder snel een nieuwe film maken, wat nadelig is voor iedereen, inclusief de afnemer uit illegale bron. Een sprekend voorbeeld voor de problematiek rondom de aanpak van downloaden en streamen uit illegale bron, betreft de casus van een Nederlande jongen die in Duitsland uit illegale bron films had gestreamd via de streamingwebsite Popcorntime, en hiervoor een hoge boete had gekregen.2 Deze boete was een aanbod tot schikking, aangezien een gang naar de rechter zou volgen indien de jongen de boete niet zou (kunnen) voldoen. Opvallende

aantekening hierbij is dat er tot op heden nog geen gevallen in Nederland zijn voorgekomen, waarin individuele downloaders of streamers uit illegale bron werden aangepakt. Deze casus leidt dan ook tot de vraag waarom de aanpak van betrokkenen bij illegaal downloaden en streamen in Nederland moeizaam lijkt te verlopen. Mogelijk zijn de juridische middelen die auteursrechthebbenden tot hun beschikking hebben, niet afdoende om dit echt tegen te gaan. Daartegenover staat echter de vraag of men in Nederland de kant op wil van Amerikaanse toestanden bij auteursrechtschending, namelijk het toekennen van zeer hoge

schadevergoedingen.3

Andere problemen die spelen is dat bij de aanpak van illegale uitwisseling van films vaak verschillende (grond)rechten tegenover elkaar komen te staan.4 Bovendien kan men zich

1

http://www.elsevier.nl/economie/article/2015/06/nederlander-trekt-zich-weinig-aan-van-verbod-illegaal-downloaden-1769746W/ (laatst geraadpleegd op 12 juli 2016).

2 http://www.solv.nl/weblog/popcorn-time-boetes-in-nederland-is-het-dan-eindelijk-zo-ver/20654 (laatst

geraadpleegd op: 12 juli 2016).

3 http://nos.nl/artikel/410458-675-000-dollar-schadevergoeding-voor-downloaden.html (laatst geraadpleegd op:

12 juli 2016).

(7)

- 7

-afvragen of keiharde aanpak leidt tot een vermindering. Inbreukmakers zullen in dat geval mogelijk via een VPN downloaden of streamen.5 Voorts speelt bij het achterhalen van

persoonsgegevens van aanbieders en afnemers van illegale films, het probleem dat de eigenaar van een IP-adres niet per definitie de inbreukmaker is. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een studentenhuis, een openbare bibliotheek of een open wifi-netwerk. Er dient dus een oplossing te komen waarbij het auteursrecht zijn effectiviteit hervindt; een manier van handhaving en aansprakelijkstelling waarbij rechtvaardigheid en effectiviteit voor rechthebbenden, aanbieders, afnemers en tussenpersonen vooropstaat. Wellicht zijn er zelfs manieren denkbaar waarop handhaving van het auteursrecht vrijwel overbodig kan worden. Dit heeft dan ook geleid tot de volgende hoofdvraag:

Hoe is de handhaving van het auteursrecht ingeval van downloaden en streamen uit illegale bron momenteel geregeld en welke alternatieven zijn er denkbaar waardoor

handhaving ten aanzien van hierbij betrokken partijen effectiever en rechtvaardiger wordt? De meest ingrijpende wijziging zou betekenen dat het auteursrecht volledig zou worden afgeschaft in de digitale wereld, of dat een volledig nieuw auteursrecht specifiek hiervoor wordt ontworpen. Vooropgesteld moet worden dat wijzigingen in de auteursrechthandhaving noodzakelijk zijn om innovatie en creativiteit te blijven stimuleren. Dat wijzigingen

vooralsnog niet aanstaande zijn, blijkt uit bijvoorbeeld de Europese privacyverordening waarin slechts te lezen is dat privacy van burgers geen afbreuk mag doen aan andere rechten, zoals het auteursrecht.6

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk twee wordt het juridisch kader van deze scriptie behandeld. In hoofdstuk drie wordt het de hadhaving ten aanzien van aanbieders, waarmee over het algemeen op uploaders wordt gedoeld, besproken. Hierbij worden ook alternatieve regelingen en

handhavingsmethodes voorgesteld. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier hetzelfde omtrent de afnemer van illegale films besproken, waarmee over het algemeen de downloader of streamer wordt bedoeld.

In hoofdstuk vijf worden de huidige regelingen omtrent internet serviceproviders behandeld, waarbij ook zal worden ingegaan op de vraag of andere regelingen wenselijk zijn. Tot slot

5 Hiermee is het mogelijk om anoniem te downloaden en streamen door in te loggen op een andere

internetserver.

(8)

- 8

-wordt deze scriptie afgesloten met een aantal voorstellen voor een effectiever en rechtvaardiger auteursrecht, bijvoorbeeld via een graduate response-regeling.

(9)

- 9

-2. Technische en juridische aspecten van streamen en downloaden 2.1 Partijen

Bij afname filmuitwisseling spelen verschillende partijen een rol. Bij het proces zelf zijn de aanbieder en de afnemer van beschermde films betrokken. Ook spelen internet

serviceproviders (ISP’s) en andere soorten tussenpersonen een (faciliterende) rol. Verder zijn er auteursrechthebbenden. Dit is het uitsluitende recht om het werk openbaar te maken en te verveelvoudigen, dat de makers van een werk of hun rechtverkrijgenden toekomt.7 In deze scriptie wordt met auteursrechthebbenden derhalve gedoeld op de partijen die betrokken zijn bij het maken van films.

Andere partijen die tenslotte een rol spelen in deze thesis, zijn collectieve beheersorganisaties. Deze innen de gelden voor makers van werken, en behartigen tot op zekere hoogte hun

belangen. Samen hebben collectieve beheersorganisaties in 1998 Stichting BREIN (hierna: BREIN) opgericht met als doel het collectief handhaven van auteursrechten en bestrijden van fraude van bij haar aangesloten rechthebbenden.8 Hierbij maakt BREIN gebruik van de wettelijke mogelijkheden om inbreukmakers op te sporen, hun handelingen te laten staken of aansprakelijk te stellen. Indien strafrechtelijk optreden vereist is, wordt dit gedaan door het openbaar ministerie, hierna: OM.

2.2 Technische aspecten van streaming

Om vast te stellen in hoeverre de handhavingsmogelijkheden voor rechthebbenden zouden moeten worden aangepast, moet worden stilgestaan bij de technische aspecten van streaming. Vaak wordt aangenomen dat streaming hetzelfde is als downloaden. Technisch, en daarmee ook juridisch, is deze aanname onjuist. Hieronder zal, voor een goed begrip van hoe streaming juridisch geduid moet worden, uiteengezet worden wat streaming in technisch opzicht behelst. Bij streaming worden steeds korte delen van een film, dat wil zeggen de bits, opgeslagen op een computer. Hierdoor is het mogelijk om een film te kijken zonder dat deze volledig

gedownload hoeft te zijn. Sterker nog: zodra de onderdelen van de film, de bits, bekeken zijn,

7 Art. 1 auteurswet. 8 www.anti-piracy.nl.

(10)

- 10

-vloeien deze weer weg uit het cachegeheugen van de computer.9 Er wordt derhalve nooit een

volledige film opgeslagen op de harde schijf van de computer.

Streaming is mogelijk met uiteenlopende bestandsoorten en is een veelgebruikte technologie bij het bekijken van films. Bijvoorbeeld Youtube en Netflix maken gebruik van

streamingtechnologie. Wanneer films, zoals bij Youtube, door gebruikers worden geüpload, heet dit user generated content. Het komt veel voor dat gebruikers auteursrechtelijk

beschermde films aanbieden op platforms voor user generated content, hoewel dit bij Youtube steeds minder voorkomt.10 Netflix is bijvoorbeeld een videostreamingdienst die zich richt op betaalbaar legaal aanbod van films, via een video-on-demandservice.11

2.2.1 Verschillende technieken van streamen en downloaden

De meest voorkomende manier waarop auteursrechtelijk beschermd filmmateriaal gestreamd wordt is via het client-server model (C/S). Hierbij zijn de rollen van partijen duidelijk

bepaald: er is een afnemer (client) en een aanbieder, (server). Bij streaming via C/S is de afnemer van een film, niet gelijktijdig aanbieder hiervan. De film wordt uit één bron gestreamd en er hoeft derhalve niet een soort netwerk van aanbieders te worden opgezet. Vaak worden op websites hyperlinks geplaatst naar de bron van illegale content. Ook downloaden kan via C/S verlopen en de technische werking hiervan is vergelijkbaar met streaming.

Peer-to-peer, kortweg P2P-streaming is een technologie van gegevensuitwisseling waarbij het aanbod komt van de andere computers die deelnemen aan het P2P-netwerk. Hierbij is niet vereist dat het uitwisselen van bestanden via een centrale server verloopt, hoewel een centrale server wel gebruikt kan worden om aanbieders en afnemers bij elkaar te brengen.12 Spotify is

een voorbeeld waarbij gebruik wordt gemaakt van technologie. Bij afname via een P2P-netwerk, zijn de afnemers normaalgesproken gelijktijdig uploader, ofwel aanbieder, hoewel dit kan worden uitgeschakeld. Over het algemeen wordt het echter door andere gebruikers van een P2P-netwerk niet op prijs gesteld als deze functie wordt uitgeschakeld.13

9 Theodoos, ‘Hoe werkt streaming video’, op: http://pc-en-internet.infonu.nl (online, laatst bijgewerkt op 1

januari 2016).

10 Hier worden bijvoorbeeld The Pirate Bay of Popcorn time voor gebruikt; zie ook §5.4.3.

11 http://www.mr-online.nl/snelrecht/ie/28533-netflix-kan-straks-mee-op-vakantie (laatst geraadpleegd op: 12

juli 2016).

12 Rietjens 2006, p. 10.

(11)

- 11

-Schematisch zien P2P-streaming (links) en C/S-streaming (rechts) er als volgt uit:

2.3 Juridische aspecten van streaming en downloading

Zoals aangegeven wijkt streamen in technisch opzicht enigszins van downloaden af. Met name is van belang dat bij streaming nooit de volledige film wordt opgeslagen op de

computer van de streamer. De relevantie hiervan zal worden geïllustreerd aan de hand van de wettelijke regeling van het auteursrecht, waarbij tevens de consequentie van het

downloadverbod op illegale streaming zal worden belicht. 2.3.1 Auteurswet en wet op de naburige rechten

In Nederland is het wettelijk kader van auteursrechten, hoofdzakelijk vastgelegd in de auteurswet en de wet op de naburige rechten. De basis van het auteursrecht wordt gevormd door de bepaling dat het auteursrecht “het uitsluitend recht [is] van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te

maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld”.14 De auteurswet

dient dus ter bescherming van geestelijke prestaties van makers, waarbij in beginsel het recht tot openbaarmaken en verveelvoudigen enkel aan hen is voorbehouden. De ratio achter de auteurswet is creativiteit en innovatie te stimuleren door te verzekeren dat makers van werken beloond worden.15 Zonder auteursrecht zou de prijsbepaling plaatsvinden door vraag en aanbod van werken. In dat geval zouden makers vermoedelijk weinig verdienen aangezien veel films gratis op internet worden aangeboden. Betoogt wordt wel dat het auteursrecht een eigendomsrecht is,16 dat zo is ingericht dat het van rechtswege komt te liggen op werken van

14 Art. 1 Auteurswet.

15 Kamerstukken II 2001/02, 28 482, nr. 3, p. 7.

(12)

- 12

-de maker.17 Beperkingen van het auteursrecht zijn slechts mogelijk via de zogenaamde

driestappentoets: 18

1. Het gaat om “bepaalde bijzondere gevallen”.

2. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de normale exploitatie van werken. 3. De wettige belangen van de rechthebbende worden niet onredelijk geschaad.

De auteurswet is tot stand gekomen in 1912, en is derhalve niet ontworpen voor het digitale tijdperk. Hoewel in de loop der tijd wijzigingen hebben plaatsgevonden, blijft het de vraag of de auteurswet nu wel toekomstbestendig is.

Behalve de auteurswet speelt ook de wet op de naburige rechten in deze thesis een rol. In deze wet worden rechten toegekend aan personen die betrokken kunnen zijn bij de totstandkoming van een werk, maar geen bescherming op grond van de auteurswet genieten, zoals

bijvoorbeeld een producent ten opzichte van de scriptschrijver van een film.19 In het vervolg zal ten behoeve van de leesbaarheid ingeval het gaat over naburige rechten, gesproken worden van auteursrecht en auteurswet.

2.3.2 Openbaarmaken

Zoals aangegeven behelst het auteursrecht het exclusieve recht van de maker om werken openbaar te maken en te verveelvoudigen.20 Onder openbaar maken moet volgens de Hoge Raad worden verstaan het ter beschikking stellen aan het publiek, van een werk.21 Gedacht

kan worden aan films uploaden, maar het kan ook het linken ernaar of het faciliteren van de toegang hiertoe betreffen.

In de auteursrechtrichtlijn wordt onder openbaarmaking verstaan een mededeling aan

publiek.22 Blijkens de considerans van deze richtlijn moet dit ruim worden uitgelegd, namelijk

dat deze mededeling “iedere mededeling omvat die aan niet op de plaats van oorsprong van de mededeling aanwezig publiek wordt gedaan”.23 De reden voor de ruime uitlegging van deze

term geeft de richtlijn zelf. Deze beoogt namelijk een hoog beschermingsniveau te bieden

17 A. Engelfriet, ‘Auteursrecht aanvragen’, op: www.iusmentis.nl (online, laatst bijgewerkt op 19 januari 2013). 18 Art. 5 richtlijn 2001/29/EG.

19 Bijvoorbeeld art. 4 en 7a WNR.

20 Openbaarmaken is geregeld in art. 12 Auteurswet.

21 HR 27 januari 1995, NJ 1995, 669 (Bigott/Doucal) en HR 16 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH7602 (Buma/

Chellomedia).

22 Art. 3 richtlijn 2001/29/EG.

(13)

- 13

-voor auteursrechthebbenden en sluit aan bij de Berner Conventie en het Verdrag inzake het auteursrecht.24

2.3.3 Verveelvoudigen

Ook het verveelvoudingsrecht komt exclusief toe aan de maker van een werk.25 Het

openbaarmakingsverbod ziet vooral op het uploaden, terwijl het verveelvoudigingsverbod juist ziet op het downloaden. Bij het streamen downloadt men immers, zij het steeds in kleine deeltjes, een film en verveelvoudigt het daarmee dus in zekere zin. Bij downloaden maakt men daarentegen een volledige verveelvoudiging van een filmwerk.

De auteursrechtrichtlijn spreekt van een reproductierecht.26 Lidstaten zijn verplicht een regeling te treffen die makers het uitsluitende recht geeft de reproductie van hun werk toe te staan of te verbieden.

Mogelijk belangrijker bij streaming dan het reproductierecht zelf, is de uitzondering hierop.27 Dit is namelijk het artikel waarop men zich baseert bij de stelling dat streaming uit illegale bron zou zijn toegestaan. In dit artikel staat dat verveelvoudiging van incidentele of tijdelijke aard is toegestaan mits dit een essentieel onderdeel vormt van een technisch proces dat dient om de doorgifte of een rechtmatig gebruik van een werk mogelijk te maken. Dit werk mag dan geen zelfstandige economische waarde bezitten. Hierbij kan gedacht worden aan alle gegevens die worden opgeslagen in het cachegeheugen van een computer tijdens het surfen op het internet.28 Een antwoord op de vraag of streaming uit illegale bron in strijd met de

auteurswet is, lijkt voor de hand te liggen. Het tegendeel is echter waar, blijkens een prejudiciële vraag van de rechtbank Midden Nederland aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU):29

“Dient artikel 5 Auteursrechtrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG) aldus te worden uitgelegd dat geen sprake is van "rechtmatige gebruik" in de zin van het eerste lid sub b van die bepaling, indien een tijdelijke reproductie wordt gemaakt door een eindgebruiker bij het streamen van

24HvJ 4 oktober 2011, C-403/08 en C-429/08, IER 2012/26; HvJ EU 7 december 2006, C-306/05, AMI 2007/2

m.nt. K.J. Koelman.

25 Art. 13 Auteurswet. 26 Art. 3 richtlijn 2001/29/EG.

27 Geregeld in art. 13a Auteurswet en 5 lid 2 sub b richtlijn 2001/29/EG.

28 HvJ EU 5 juni 2014, C-360/13 (Public Relations Consultants Association/ Newspaper Licensing Agency). 29 Rb. Midden Nederland 30 september 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:7192; Bij het Hof van Justitie aanhangig

(14)

- 14

-een auteursrechtelijk beschermd werk van -een website waarop dit auteursrechtelijk beschermde werk zonder toestemming van de rechthebbende(n) wordt aangeboden?” In de volgende paragrafen zal vooruitgelopen worden op de beantwoording van deze prejudiciële vraag, aan de hand van het auteursrecht en het downloadverbod.

2.3.4 Auteursrechtschendingen als onrechtmatige daad

Het auteursrecht behelst dus het exclusieve recht van de maker om een werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Indien iemand zonder toestemming het werk openbaar maakt of verveelvoudigt, maakt deze een inbreuk op het auteursrecht van maker. De inbreuk op dit recht betreft een onrechtmatige daad jegens de maker, waarmee het auteursrecht dus

gekoppeld is aan het aansprakelijkheidsrecht.30 De bestanddelen van de onrechtmatige daad, toerekenbaarheid, causaliteit en relativiteit kunnen moeiteloos worden ingevuld bij aanbieders en afnemers van films. Bij ISP’s zal dit ook niet veel problemen opleveren, hoewel daarvoor geldt dat de onrechtmatigheid doorgaans bestaat uit onbetamelijk handelen jegens

rechthebbenden.31 Het bestanddeel dat mogelijk wel problematisch is om te vervullen, betreft de schade. Hieronder wordt dan ook op dit bestanddeel uitgebreider ingegaan.

2.3.5 Schade

Zoals aangegeven is het bestanddeel schade problematisch bij auteursrechtschendingen. Degene die immers een illegale film afneemt veroorzaakt minder schade dan degene die de film aanbiedt. Bovendien staat niet vast dat degene die een film illegaal afneemt, hiervoor betaald zou hebben indien er geen illegaal aanbod zou zijn.32 Uitgangspunt is dat de schade

wordt begroot volgens de algemene regels van schadevergoeding uit het burgerlijk wetboek.33

Bij illegaal aanbod en afnames van films speelt de vaststelling van geleden schade een knelpunt. Bij illegaal aanbod is immers moeilijk vast te stellen hoeveel mensen de film hierdoor hebben afgenomen en welk bedrag hierdoor is misgelopen door rechthebbenden.34 Bij illegale afname van een film is het de vraag hoever de van de afnemer te vorderen kosten kunnen reiken. Als uitgangspunt geldt hier dat de kosten worden gerekend die de afnemer in

30 http://www.iusmentis.com/auteursrecht/inbreuk/ (laatst geraadpleegd op: 12 juli 2016). 31 Zie uitgebreid hierover hoofdstuk 5.

32 Uit een onderzoek uit 2009 blijkt dat consumenten niet aanzienlijk meer of minder zullen gaan kopen indien

downloaden onmogelijk zou zijn. Huygen 2009, p. 86.

33 Art. 6:95 e.v. BW.

34 De aanbieder maakt de film immers openbaar, waardoor in potentie iedereen met een internetverbinding de

(15)

- 15

-geval van toestemming van de rechthebbende, verschuldigd zou zijn.35 Echter, de

rechthebbende zal ook kosten maken om de inbreukmaker te traceren en aansprakelijk te stellen, welke flink kunnen oplopen. Aannemelijk is dat lage schadevergoedingen geen preventieve werking hebben, maar hoge schadevergoedingen vermoedelijk juist een averechts effect hebben.36 Toch zal hier moeten gelden dat de te vorderen kosten hoog genoeg moeten zijn om aanbieders en afnemers niet de pakkans tegen de kosten af te laten wegen.

Ook voor ISP’s geldt zoals gezegd, dat zij onrechtmatig kunnen handelen jegens

rechthebbenden. Zij zijn niet aansprakelijk voor de schade die hun gebruikers veroorzaken met inbreuken, maar wel voor schade die rechthebbenden lijden doordat ISP’s bijvoorbeeld niet prompt aan een Notice en Take-downverzoek (hierna: NTD-verzoek) of een verzoek om persoonsgegevens voldoen.37 De schade veroorzaakt door een ISP zal doorgaans dan ook kleiner zijn dan de schade veroorzaakt door aanbieders van films.

2.3.6 ‘Downloadverbod’ en de thuiskopievergoeding

De thuiskopie-regeling is een uitzondering op het verveelvoudigingsverbod, geregeld in art. 16c AW. Hierin is bepaald dat het verveelvoudigen van (film)werken geen inbreuk vormt, indien dit zonder commercieel oogmerk geschiedt en voor privégebruik dient van de maker van de verveelvoudiging. Daarbij is degene die deze maakt, een billijke vergoeding

verschuldigd aan de auteursrechthebbende.38 Deze vergoeding voldoet de koper van een

gegevensdrager aan de fabrikant daarvan, waarna het via een stichting bij rechthebbenden terechtkomt.

Lange tijd vielen in Nederland ook downloads uit illegale bron onder de thuiskopieregeling, omdat rechthebbenden via deze regeling werden gecompenseerd. Hierin kwam verandering met een uitspraak van het HvJEU uit 2014. Zij bepaalde namelijk dat de privékopie slechts bedoeld was voor het downloaden uit legale bron.39 Kritiek hierop was dat het technisch vrijwel onmogelijk is om auteursrechtinbreuken tegen te gaan, en rechthebbenden dus beter af waren met de thuiskopieregeling.40

35 Zie ook K.E. Sandvliet en A. Engelfriet 2012.

36 Bijvoorbeeld doordat aanbieders en afnemers VPN’s gaan gebruiken. 37 Zie uitgebreid hierover hoofdstuk 5.

38 Art. 16c lid 2 Auteurswet.

39 HvJ EU 10 april 2014, C-435/12 (ACI/ Thuiskopie en SONT). 40 Van Groenendaal en Blokhuis 2014, p. 122.

(16)

- 16

-Het Hof overwoog dat de auteusrechtrichtlijn zich verzet tegen het wettelijk toestaan van auteursrechtschendingen, indien er een thuiskopievergoeding wordt afgedragen. Deze conclusie vond “steun in de context waarin artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 past,

alsmede in de doelstellingen ervan”.41 Verder achtte het Hof het van belang voor een

goedwerkende interne markt dat de interpretatie van het auteursrecht niet teveel uiteenloopt, waarmee zij kennelijk bedoelt dat uiteenlopende uitzonderingen op de doelstellingen van de auteursrechtrichtlijn in verschillende lidstaten onwenselijk zijn.42 De argumentatie van het Hof lijkt zwak in aanmerking genomen dat nergens in de auteursrechtrichtlijn wordt geduid dat de thuiskopie enkel voor (film)werken uit rechtmatige bron geldt. Gesteld wordt dan ook wel dat het lijkt alsof de Europese wetgever hier een steek heeft laten vallen, en het Hof dit probeert recht te breien.43

Het belang van dit downloadverbod voor streaming uit illegale bron, is dat nu downloaden en streamen veel overeenkomsten vertonen, teleologisch kan worden geredeneerd; het is in strijd met het doel van de auteurswet, dus het mag niet.44 Het ligt daarom in de lijn der

verwachtingen dat het Hof ook op deze grond streaming uit illegale bron in strijd met de auteursrechtrichtlijn zal achten.

2.4 Conclusie

Bij streamen en downloaden spelen de afnemer, aanbieder en rechthebbende van films een rol. Verder zijn er ISP’s bij betrokken. Rechthebbenden laten hun belangen doorgaans behartigen via collectieve beheersorganisaties en BREIN spoort inbreukmakers op om de schade te verhalen.

Streamen en downloaden wijken technisch gezien van elkaar af, in die zin dat bij streaming geen kopie op de harde schijf van een computer wordt opgeslagen. Dit heeft mogelijk

consequenties voor de juridische duiding van streaming, nu het nog geen uitgemaakte zaak is dat streaming uit illegale bron niet is toegestaan.

41 Idem r.o. 32. 42 Idem r.o. 34.

43 Zie onder andere Ringnalda in zijn noot bij HvJ EU 10 april 2014, C-435/12, IER 2015, 4, (ACI/ Thuiskopie

en SONT).

44 Vgl. http://blog.iusmentis.com/2014/04/28/valt-streamen-ook-onder-het-downloadverbod/ (laatst geraadpleegd

(17)

- 17

-In de auteurswet en de wet op de naburige rechten is vastgelegd dat de maker een exclusief recht heeft op openbaarmaking en verveelvoudiging van zijn werk. Het aanbieden (uploaden) van werken valt in ieder geval onder het openbaarmakingsverbod en het afnemen

(downloaden) onder het verveelvoudigingsverbod. Inbreuken op de rechten van makers gelden als onrechtmatige daad en daarmee kan dus bij het algemeen aansprakelijkheidsrecht worden aangehaakt. Dit geldt ook voor die schade, welke zich bij downloaden en streamen uit illegale bron lastig laat vaststellen. Uitgangspunt is dat dit het bedrag is dat verschuldigd zou zijn indien de rechthebbende toestemming voor het gebruik zou hebben verleend.

Voorheen werd downloaden uit illegale bron in overeenstemming met de wet geacht en was voor de opslag die hiervoor werd gebruikt een thuiskopievergoeding verschuldigd, waarmee rechthebbenden gecompenseerd werden. Sinds 2014 is dit niet meer het geval en is de

thuiskopie dus verlaagd. Men kan zich echter afvragen of rechthebbenden niet beter af waren voordat dit ‘downloadverbod’ van kracht was.

(18)

- 18

-3. De aanbieder 3.1 Inleiding

Zoals reeds aangegeven in paragraaf 2.2.1 moet onder aanbieder de uploader van beschermde werken begrepen worden. De uploader van films zal dan ook in ieder geval in strijd handelen met het openbaarmakingsverbod. Stichting BREIN heeft aangegeven dat haar prioriteit niet ligt bij de aanpak van de individuele afnemers van illegale films.45 Daarentegen is het

aanpakken van grootschalige aanbieders voor haar wel interessant. De bron van het probleem ligt immers bij degene die het filmwerk zonder toestemming van de maker openbaar maakt. Zodra dit eenmaal is gebeurd is, is het moeilijk om dit ongedaan te maken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de rol van de aanbieder en op welke wijze er op dit moment tegen

aanbieders van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan worden opgetreden. Hierbij wordt zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke handhaving besproken. Tot slot zal worden

stilgestaan bij de vraag in hoeverre een andere aanpak wenselijk en mogelijk maatschappelijk geaccepteerd is.

3.2 Huidige situatie

3.2.1 Strafrechtelijke handhaving

Auteursrechthandhaving is hoofdzakelijk geregeld in de auteurswet.46 Slechts enkele

bepalingen inzake auteursrecht zijn vastgelegd in het wetboek van strafrecht. Uitgangspunt is dat handhaving primair een taak is van BREIN, hetgeen wordt bevestigd door de beleidsregels van het OM inzake het auteursrecht.47 Hieronder zal belicht worden in welke gevallen

strafrechtelijk wordt gehandhaafd.

Op de vraag wanneer strafrecht, in plaats van civielrecht, de geëigende weg is om inbreuken op rechten te beëindigen, geven de beleidsregels van het OM een antwoord. Ten eerste geldt het strafrecht als uitgangspunt, indien de inbreuk een gevaar oplevert voor de

volksgezondheid of veiligheid van de samenleving. Deze uitzondering is in het kader van streaming uit illegale bron niet direct relevant. Men moet bij deze uitzondering eerder denken aan bijvoorbeeld namaakmedicijnen.

45 Kamerstukken II 2013/14, 29 838, nr. 72, p. 4; zie ook www.anti-piracy.nl. 46 Onder andere art. 31 e.v. Auteurswet en 21 e.v. WNR.

(19)

- 19

-De tweede uitzondering op het uitgangspunt van civielrechtelijke handhaving, vormt het geval van grootschalige namaak en piraterij in beroep of bedrijf, waardoor de markt verstoord wordt. Bij deze uitzondering geldt dat de verdachte in of in belangrijke mate in zijn levensonderhoud kan voorzien door de inkomsten die hij verwerft met het maken van inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Een indicatie hiervoor is het geval waarin de verdachte duizend euro of meer per maand hieraan verdient.

De derde uitzondering is het geval waarin de inbreuken worden gemaakt vanuit een criminele organisatie, of betrokkenheid hierbij. Deze uitzondering hangt nauw samen met de hiervoor genoemde uitzondering, daar criminele organisaties die zich bezighouden met

auteursrechtschendingen hier vaak zodanig aan verdienen dat zij hiervan hun beroep kunnen maken.

Tot slot geldt er nog de uitzondering van gevallen van recidive. Hierbij moet gedacht worden aan personen die auteursrechtinbreuk maken binnen 5 jaar na een strafrechtelijke

veroordeling, of indien er ook al civielrechtelijk tegen hen is opgetreden. Ook kan aan aanbieders een transactievoorstel worden aangeboden, waarmee strafrechtelijke vervolging voorkomen kan worden. Indien de aanbieder hiermee niet akkoord gaat, is strafrechtelijk optreden het uitgangspunt.

In de beleidsregels is verder nog te lezen dat, zelfs indien grootschalige internetpiraterij zowel met als zonder winstoogmerk plaatsvindt, civielrechtelijke handhaving nog steeds voorop staat, tenzij voornoemde uitzonderingen van toepassing zijn.

In de praktijk komt het uitgangspunt van civielrechtelijke handhaving erop neer dat slechts zelden een aanbieder strafrechtelijk vervolgd wordt voor zijn inbreukmakende handelingen. Er is een handjevol uitspraken waarin verdachten voor de strafrechter moesten verschijnen, en veelal werd het OM niet-ontvankelijk verklaard.48 Dit gold niet voor een zaak die in 2007 voorkwam bij de rechtbank Rotterdam.49 In deze zaak werd een verdachte namelijk strafrechtelijk veroordeeld voor het aanbieden van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Echter, de aanbieder voldeed in casu niet aan de hierboven genoemde uitzonderingen op civielrechtelijke handhaving. Volgens de verdediging betrof het hier dan ook een proefproces

48 Vgl. Hof ’s Gravenhage 27 januari 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:84 (4887 illegale e-books) en Rb. ’s

Gravenhage 18 februari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1740 (namaak merkhorloges).

(20)

- 20

-dat was uitgelokt door BREIN. De verdachte stelde vervolgens hoger beroep in tegen zijn veroordeling, waarin het Hof Den Haag alsnog als volgt oordeelde:

“Alles overwegende is het hof van oordeel dat het OM — gelet op de in de Aanwijzing vermelde criteria voor strafrechtelijke handhaving — niet in redelijkheid tot zijn

vervolgingsbeslissing heeft kunnen komen en dat het OM met zijn beslissing om in de zaak tegen de verdachte over te gaan tot strafrechtelijke handhaving de beginselen van behoorlijke procesorde heeft geschonden. Naar het oordeel van het hof dient het OM dan ook

niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de verdachte”.50

De rechtbank Zeeland-West-Brabant moest over een zaak oordelen waarin strafrechtelijke handhaving wel op zijn plaats was. In de onderhavige zaak was er een criminele organisatie die masterboxen met beschermde content verkocht. Er waren door de verdachten grote winsten geboekt met het beroepsmatig verkopen van de boxen, waardoor strafrechtelijke vervolging in overeenstemming was met de beleidsregels van het OM.51 De drempel om over te gaan op strafrechtelijke in plaats van civielrechtelijke handhaving, lijkt dus hoog te liggen. Hieronder zal worden ingegaan op civielrechtelijke handhaving van het auteursrecht.

3.2.2 Civielrechtelijke handhaving

Zoals hierboven bleek uit de strafrechtspraak, is handhaving in beginsel voorbehouden aan private partijen, wat in de praktijk bij films veelal betekent dat stichting BREIN de handhaver is, daar handhaving door rechthebbenden zelf een tijdrovende en kostbare taak is. Civiele rechtspraak is op dit gebied omvangrijker dan strafrechtspraak. Hieronder zal worden ingegaan op de juridische instrumenten die de rechthebbenden toekomen ingeval hun auteursrecht wordt geschonden.

Bij civielrechtelijke handhaving staan vrijwel alle instrumenten ter beschikking van de rechthebbende.52 De auteurswet biedt rechthebbenden verschillende instrumenten waarvan winstafdracht (art. 27a AW) en het rechterlijk bevel (art. 26d AW) ten aanzien van de aanbieder het belangrijkst zijn. Met winstafdracht wordt de eventuele winst die aanbieders hebben gemaakt met hun aanbod, ongedaan gemaakt. Hierop beroept BREIN zich dan ook bij het doen van schikkingsvoorstellen aan aanbieders. Het rechterlijk bevel wordt vooral

gebruikt tegen tussenpersonen zoals ISP’s, die gebruikt worden voor aanbod van films en

50 Hof ’s Gravenhage 22 december 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BO8239, NJFS 2011, 36. 51 Rb Zeeland-West-Brabant 9 februari 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:836.

(21)

- 21

-wordt uitgebreid besproken in hoofdstuk vijf. Ook het algemene aansprakelijkheidsrecht kan gebruikt worden voor handhaving. Hierbij speelt vooral schadevergoedingsvordering via de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) en oplegging van een dwangsom (art. 611 Rv), een rol.

Hoewel rechthebbenden middelen tot hun beschikking hebben, verloopt handhaving ten aanzien van aanbieders moeizaam omdat de pakkans relatief laag is. Een belangrijke reden hiervoor is dat zij hun best doen om anoniem te blijven. Daarom heeft BREIN aangekondigd:

- “gegevens vast te leggen op grond van het gericht verzamelen van informatie door middel van eigen onderzoek zonder de betrokkene daarvan op de hoogte te stellen - strafrechtelijke gegevens en/of gegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag te

verwerken ten behoeve van derden, anders dan in de gevallen genoemd in artikel 22, vierde lid, onderdelen a en b Wbp”. 53

Dit vereiste toestemming van de Autoriteit Persoonsgegevens, welke ook is verkregen. IP-adressen die meermaals terugkomen bij het aanbieden van illegale content worden

geselecteerd door BREIN en opgeslagen in een databestand.54 Uiteindelijk zullen aan de hand van deze IP-adressen de persoonsgegevens van betrokken aanbieders worden achterhaald bij de ISP. Hierop zal in paragraaf 5.2.1 worden teruggekomen.

Onlangs werd op deze wijze een grote illegale filmaanbieder opgespoord en aansprakelijk gesteld. Het betrof het 2Lions Team die grootschalig auteursrechtelijk beschermde films uploadde en daarmee duizenden illegale films aanbood.55 Hoewel de zaak wel voor de rechter

is gekomen heeft BREIN uiteindelijk een schikking getroffen met deze aanbieders. Het bedrag waarvoor geschikt werd betrof in totaal 67.500 euro waarbij nog dwangsommen werden opgelegd om de aanbieders verder te onthouden van hun handelen.56 De aanbieders

van de illegale content verdienden vermoedelijk geen of weinig geld aan het uploaden hiervan, aangezien de zaak anders waarschijnlijk door het OM zou zijn opgepakt. Bovenstaande zaak was de eerste grote handhavingsactie van BREIN sinds het

downloadverbod en daarmee een stap in de goede richting ten aanzien van aanbieders van illegale films. Immers, door het bedrag dat hiermee gemoeid is, zal vermoedelijk een

53 Besluit autoriteit persoonsgegevens, Stcrt. 2016, 1089. 54 idem

55 http://www.ie-forum.nl/artikelen/releasegroup-van-torrentuploaders-2lions-team-schikt-met-brein (laatst

geraadpleegd op: 12 juli 2016).

56 http://fd.nl/economie-politiek/1144287/illegale-aanbieders-muziek-en-films-beboet (laatst geraadpleegd op: 12

(22)

- 22

-precedentenwerking hebben. BREIN is echter afhankelijk van ISP’s voor het verkrijgen van de persoonsgegevens bij een IP-adres, en deze zijn niet happig om deze af te staan. Zelfs het vorderen van persoonsgegevens bij de rechter blijkt nog vrij lastig, omdat BREIN aan moet tonen wie de inbreuk gemaakt heeft en waarom het auteursrecht hier zwaarder weegt dan

verschillende grondrechten.57

3.3 Wenselijke situatie

Besproken is hoe de handhaving van auteursrechten omtrent aanbieders van films verloopt. Hiermee is echter niet het gewenste resultaat bereikt: het terugdringen van het aanbod van illegale films. Hieronder zal dan ook met betrekking tot aanbieders worden ingegaan op de vraag welke alternatieven er zijn bij het handhaven en in hoeverre deze tot een beter resultaat zullen leiden en maatschappelijk geaccepteerd worden.

Momenteel gaat het OM pas over tot auteursrechthandhaving bij gevaar voor de

volksgezondheid of veiligheid, bij piraterij in beroep of bedrijf, indien sprake is van een criminele organisatie of in geval van recidive. Uit de praktijk blijkt dat de zaken waarin het OM overging tot vervolging, en het uiteindelijk tot veroordelingen kwam, schaars zijn.

Hiermee is echter niet gezegd dat het wenselijk zou zijn om de beleidsregels aan te passen. De beleidsregels hebben immers tot doel auteursrechthandhaving primair aan private partijen over te laten, omdat het veel opsporingscapaciteitvereist terwijl de maatschappelijke impact van auteursrechtschendingen relatief beperkt is. Een ruimere toepassing van het strafrecht lijkt derhalve niet wenselijk voor de handhaving van auteursrechten.

Aanbieders van illegale werken veroorzaken de meeste schade voor auteursrechthebbenden. Vandaar dat het beleid van Brein zich hoofdzakelijk op de opsporing van (grootschalige) illegale aanbieders richt. Er zijn echter twee belangrijke redenen voor het grote illegale filmaanbod: in de eerste plaats omdat de vraag ongeveer gelijk blijft. In de tweede plaats omdat het legale alternatief ongelijkwaardig is.58 BREIN doet op dit moment vrijwel al hetgeen binnen haar wettelijke kaders mogelijk is, om op te treden tegen (grote) aanbieders van beschermd materiaal. De moeizaam verlopende opsporing van aanbieders is een groter probleem dan het aansprakelijk stellen van hen. Om deze reden lijkt ruimere toepassing van

57 Rb. Midden Nederland 16 december 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:8974; Vzr. Rechtbank Amsterdam 28

januari 2015, IEF 14603.

(23)

- 23

-civielrecht niet direct een oplossing, maar zou men vooral moeten kijken naar alternatieven voor handhaving, waarmee het draagvlak voor illegale films verlaagd kan worden. Hieronder worden dan ook enkele alternatieven besproken.

3.3.1 Vergoedingsmodel via zelfregulering

De eerste manier waarop het auteursrecht met betrekking tot internet anders ingevuld zou kunnen worden is door de thuiskopieregeling te verruimen.59 Een wettelijke

thuiskopievergoeding voor illegale downloads is niet meer mogelijk sinds het

downloadverbod. In paragraaf 2.3.6 werd erop gewezen dat rechthebbenden niet slecht af waren met de thuiskopieheffing. Een met de thuiskopieregeling vergelijkbare regeling behoort daarom tot de mogelijkheden, zolang dit geen wet in formele zin betreft, omdat de regeling anders in strijd zou komen met de uitspraak van het HvJEU inzake het downloadverbod. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door een regeling tot stand te brengen via zelfregulering, waardoor de wetgever formeel geen partij hierbij is.60 Een systeem vergelijkbaar met de

thuiskopieregeling is mogelijk, maar gedacht kan ook worden aan een vergoeding die via de ISP verloopt.

Zelfregulering kan een uitkomst bieden in plaats van de harde gebondenheid aan het

auteursrecht op grond waarvan rechthebbenden een handhavingsrecht hebben waar zij niet op zitten te wachten, nu effectief optreden vooralsnog moeizaam en kostbaar is.61 Zelfregulering leidt tot convenanten, en deze bieden zeker in de snel veranderende digitale wereld een goed alternatief voor overheidswetten omdat wetswijzigingen veel tijd vergen om door te voeren.62 Bovendien blijft het wel mogelijk om grootschalige illegale aanbieders van films te

vervolgen.63 Invoering van een alternatief vergoedingsmodel via zelfregulering zou dus niet in strijd komen met de auteursrechtrichtlijn. Vermoedelijk zal het maatschappelijk draagvlak hierdoor groot zijn, omdat de convenant door onderhandelingen tussen verschillende stakeholders ontstaat. Een nadeel hiervan is dat men niet automatisch aan de regeling gebonden is. Dit probleem lijkt echter groter dan het is, omdat de regelingen vaak tot stand komen onder druk van de wetgever.64 Bovendien kan dit probleem ondervangen worden door men de facto te verplichten de regelingen na te leven.65

59 Ch Alberdingk Thijm 2011, p. 1121.

60 Bijvoorbeeld tussen Bits of freedom, collectieve beheersorganisaties en ISP’s. 61 Zie ook: J. van Groenendaal en F. Blokhuis 2014, p. 121.

62 P. Bernt Hugenholtz 2010, p.304.

63 Via het algemene aansprakelijkheidsrecht in plaats van via het auteursrecht. 64 Idem, p. 305.

(24)

- 24

-3.3.2 Licenties66

Een ander alternatief voor het beschermen van auteursrechten bij streaming is een

licentiesysteem. Hiermee geeft de maker toestemming aan een andere partij om zijn werk te gebruiken.67 Dit is vooral zinvol bij streamingaanbod via user generated content.68 Op dit moment zijn bijvoorbeeld licenties overeengekomen tussen Youtube en verschillende grote mediaproductiebedrijven.69 Dit gaat vooralsnog alleen over muziek en de bijbehorende videoclips. Youtube ontvangt inkomsten van advertenties, die hoger worden naarmate de ‘views’ toenemen. Van die advertentie-inkomsten draagt Youtube een deel af aan de

rechthebbenden, hetgeen overeengekomen is in de licenties. Een vergelijkbaar systeem is met betrekking tot films mogelijk. Dit kan nader worden ingevuld, bijvoorbeeld door alleen oudere films, die ook al op de televisie zijn uitgezonden, toe te staan op Youtube. Voor nieuwere, en dus vaak duurdere films, zou een apart (betaald) kanaal ingericht kunnen worden. Op die manier ontvangen rechthebbenden een vergoeding en kunnen afnemers films bekijken. Hoewel bij user generated content films veelal door anderen dan de rechthebbenden worden geüpload, lijkt het ontbreken van toestemming van rechthebbenden en het beroep van Youtube op haar hostingexceptie70 niet direct problematisch zolang rechthebbenden

vergoedingen ontvangen hiervoor. Derhalve biedt een licentiesysteem bij films voor consumenten een goed alternatief voor de inbreuken op het auteursrecht, waarvan rechthebbenden tot op zekere hoogte ook profiteren. Zolang zowel rechthebbenden als consumenten bereid zijn elkaar tegemoet te komen, kan een licentiesysteem vermoedelijk op een groot maatschappelijk draagvlak rekenen.

3.4 Conclusie

Civielrechtelijk optreden tegen aanbod van illegale filmwerken is de norm en strafrechtelijk optreden de uitzondering. De hoeveelheid strafrechtelijke uitspraken is op dit gebied dan ook schaars. Meer strafrechtelijk optreden is ook niet wenselijk, nu daarvoor meer

opsporingscapaciteit zou moeten worden gecreëerd. Voor civielrechtelijke partijen blijkt het

66 Zie ook §5.4.4.

67 http://www.auteursrecht.nl/auteursrecht/Overdracht-en-licentie (laatst geraadpleegd op: 12 juli 2016).

68 http://www.iusmentis.com/aansprakelijkheid/providers/user-generated-content/ (laatst geraadpleegd op: 12 juli

2016).

69 J. Seignette 2012, p. 5 ev 70 Zie hiervoor uitgebreid §5.3.

(25)

- 25

-vrij moeilijk te zijn om succesvol op te treden tegen inbreuken, vooral vanwege de

anonimiteit op het internet en de daarmee gepaard gaande moeizame en kostbare opsporing. BREIN is begonnen met IP-adressen verzamelen van grote aanbieders van beschermde werken, maar het valt nog te bezien of dit veel succes zal hebben, aangezien de bijbehorende persoonsgegevens daarmee nog niet zijn bemachtigd.

Met betrekking tot aanbieders van werken zijn twee alternatieven voor handhaving besproken: 1. Zo zou via zelfregulering een nieuw vergoedingsmodel vergelijkbaar met de

thuiskopieregeling kunnen worden ingevoerd. Vermoedelijk zou dit zowel voor rechthebbenden als consumenten en ISP’s een rechtvaardige oplossing bieden, bovendien zijn convenanten flexibel en kunnen zij door onderhandelingen tussen uiteenlopende stakeholders op een groot draagvlak rekenen. Nadelen hiervan zijn dat het rechtsonzekerheid mee zou brengen en dat men niet automatisch eraan gebonden is, hoewel hiervoor oplossingen denkbaar zijn.

2. Tenslotte is er nog het alternatief van licenties. Een licentiesysteem biedt vooral een uitkomst bij aanbod via platforms voor user generated content, zoals Youtube. Hierbij kan via een licentiesysteem bijvoorbeeld een betaalde variant worden ingevoerd voor nieuwere, en dus duurdere films. Het laat bovendien de mogelijkheden onverlet van rechthebbenden om grootschalige aanbieders, met wie geen licentie overeengekomen is, op te sporen en aansprakelijk te stellen.

(26)

- 26

-4. De afnemer 4.1 Inleiding

Eerder werd aangegeven dat onder afnemer hoofdzakelijk moet worden verstaan degene die illegaal streamt of downloadt en daarmee in strijd handelt met het verveelvoudigingsverbod. Er zijn, zoals uiteengezet in paragraaf 2.2.1, twee afnemers te onderscheiden. Ten eerste de afnemer die films gelijktijdig met het streamen of downloaden, opnieuw aanbiedt en dus in strijd handelt met zowel het verveelvoudigingsverbod als het openbaarmakingsverbod.71 Ten tweede de afnemer die slechts in strijd handelt met het verveelvoudigingsverbod, hetgeen het geval is bij afname via C/S. In dit hoofdstuk zullen de strafrechtelijke en civielrechtelijke handhavingsmogelijkheden jegens deze afnemers besproken worden. Tot slot zal worden stilgestaan bij de vraag in hoeverre een andere aanpak van afnemers van illegale filmwerken wenselijk en mogelijk meer maatschappelijk geaccepteerd is.

4.2 Huidige situatie

4.2.1 Strafrechtelijke handhaving

Evenals voor aanbieders geldt ook bij afnemers dat strafrechtelijke handhaving het sluitstuk vormt van het beleid. Ook hier wordt het gehanteerd als een ultimum remedium, waarvan alleen gebruik wordt gemaakt ingeval de afname van illegale films in strijd komt met het algemeen belang. Waar dit bij aanbieders van illegale films weinig voorkwam, lijkt dit bij afnemers slechts nog een theoretische mogelijkheid.

Ingevolge de beleidsregels van het OM is er namelijk maar één situatie denkbaar waarin de afnemer van een film uit illegale bron, strafrechtelijk vervolgd zou kunnen worden.72 Deze

situatie doet zich voor indien een afnemer reeds eerder strafrechtelijk, dus als aanbieder, veroordeeld is voor auteursrechtschendingen en binnen vijf jaar opnieuw als afnemer inbreuk maakt hierop.73 Een eerdere civielrechtelijke veroordeling is derhalve onvoldoende om bij nieuwe inbreuken op het auteursrecht over te gaan tot strafrechtelijke vervolging. De eerste veroordeling zal dus moeten zijn gebaseerd op de andere gronden voor strafrechtelijke

vervolging, genoemd in de beleidsregels van het OM in paragraaf 3.2.1. Iemand zou dus eerst strafrechtelijk veroordeeld moeten zijn wegens bijvoorbeeld grootschalige piraterij in beroep

71 Dit is de afnemer die een film streamt via het in §2.2.1 besproken P2P-netwerk. 72 Aanwijzing intellectuele eigendomsfraude OM.

(27)

- 27

-of bedrijf door illegaal films te hebben aangeboden en vervolgens binnen vijf jaar opnieuw gepakt moeten worden met illegaal downloaden of streamen.

Het beleid van het OM is bij illegale films vergelijkbaar met haar beleid inzake

namaakmerkkleding. Zo mag men maximaal drie namaakproducten in voorraad hebben voor eigen gebruik74, en zal strafrechtelijk optreden pas volgen indien men grote aantallen

namaakmerkkleding aanbiedt of invoert.75 Ook hier geldt dat handhaving kostbaar is gelet op hoe makkelijk namaakmerkkleding verkrijgbaar is in landen als Turkije. Bovendien is de schade voor fabrikanten beperkt omdat kopers vaak originele merkkleding niet zullen (en kunnen) kopen en zij bovendien in zekere zin wel promotie maken voor een bepaald merk. Strafrechtelijke vervolging van afnemers van illegale werken lijkt dus slechts theoretisch mogelijk. Dit omdat de vereiste opsporingscapaciteit en de impact op privacy van burgers groot is, terwijl de pakkans en de beloning laag zijn. Hieronder wordt civielrechtelijke handhaving nader besproken.

4.2.2 Civielrechtelijke handhaving

De prioriteit van BREIN ligt niet bij het aanpakken van individuele afnemers die sporadisch een film uit illegale bron bekijken.76 Het aanpakken van kleinschalige afnemers is ook praktisch gezien lastig, gelet op de hoeveelheid geschatte illegale downloads jaarlijks.77 De opvatting lijkt daarmee te zijn dat door bestrijding van aanbod, de afnemer van illegale films moeilijker bediend kan worden.

Bij de civielrechtelijke handhaving van het auteursrecht wordt het in de inleiding besproken onderscheid tussen verschillende afnemers relevant. Immers, de afnemer die gebruik maakt van een technisch proces waarbij illegale content gelijktijdig wordt geüpload, handelt ontegenzeggelijk in strijd met de auteurswet, namelijk het openbaarmakingsverbod. Deze afnemer kan tevens worden aangemerkt als aanbieder, en daarmee zal BREIN ook deze personen opsporen.

Dit wordt lastiger indien de afnemer streamt via een technisch proces waarbij illegale content niet gelijktijdig wordt geüpload. Immers, in dat geval is het nog geen uitgemaakte zaak dat de streamer handelt in strijd met het verveelvoudigingsverbod.78 Mijns inziens ligt het voor de

74 Art. 337 lid 2 Sr.

75 Aanwijzing intellectuele eigendomsfraude OM.

76 http://www.anti-piracy.nl/nieuws.php?id=389 (laatst geraadpleegd op: 4 juli 2016). 77 Volgens een rapport waren dit er 4,7 miljoen in 2009, Huygen 2009, p. 91.

(28)

- 28

-hand dat het Hof streamen uit illegale bron, evenals downloaden in strijd met het auteursrecht acht, ondanks het feit dat er nooit een volledige kopie wordt opgeslagen op de computer van de afnemer.79 Dit vermoeden wordt versterkt doordat het wetsartikel waarop men zich beroept

bij de stelling dat streamen uit illegale bron niet in strijd is met de auteursrecht, spreekt van rechtmatig gebruik en het werk mag geen zelfstandige economische waarde bezitten.80

Mocht het Hof oordelen dat het streamen uit illegale bron geen verveelvoudiging in de zin van de auteurswet impliceert, dan handelt de afnemer niet in strijd met de auteurswet. Dit betekent niet dat de afnemer onbeperkt kan blijven streamen, zolang de films niet worden geüpload. Hierdoor wordt alsdan niet in strijd met de auteurswet gehandeld, maar er zijn meerdere wettelijke grondslagen om de afnemer te onthouden van het streamen uit illegale bron, zoals via het aansprakelijkheidsrecht.81

In dat geval zal de rechthebbende aannemelijk moeten maken dat, hoewel er geen inbreuk op het auteursrecht wordt gemaakt via streaming, de afnemer wel onbetamelijk handelt jegens de rechthebbende. Toerekening geschiedt in dat geval op basis van schuld en de schade betreft het mislopen van inkomsten uit films. Ook aan het causaliteitsvereiste wordt voldaan omdat zonder dat de afnemer de film streamt, de rechthebbende ook geen schade lijdt.82 Het

relativiteitsvereiste zal hier vermoedelijk ook geen probleem opleveren omdat de normen uit het auteursrecht in het leven geroepen zijn om auteursrechthebbenden bescherming te bieden.

4.3 Wenselijke situatie

Vooropgesteld moet worden dat eventuele nieuwe handhavingsmethodes in Nederland pas volledig effectief zijn zodra er meer voorlichting gegeven wordt over het illegale karakter van downloaden en streamen. Dit is belangrijk omdat men jarenlang aannam dat downloaden en streamen uit illegale bron niet verboden was.

Uitbreiding van strafrechtelijke handhaving bij afnemers is niet wenselijk, omdat dit een grote impact heeft op online privacy van burgers. Bovendien is de geleden schade door illegale afname van films beperkt en vereist opsporing veel capaciteit die beter elders kan worden ingezet. Een verschil met bijvoorbeeld winkeldiefstal is dat indien men bij winkeldiefstal niet

79 Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet de Auteursrechtrichtlijn immers ruim worden uitgelegd om een

ruime bescherming van auteursrechten te bieden.

80 Art. 13a jo 1 Auteurswet. 81 Art. 6:162 BW.

(29)

- 29

-strafrechtelijk optreedt, een risico op eigenrichting door benadeelde ontstaat. Bij

auteursrechtinbreuken is dit risico kleiner vanwege de anonimiteit van inbreukmakers en het ontbreken van een directe confrontatie met hen. Dit neemt niet weg dat civielrechtelijke handhaving wel uitgebreid zou kunnen worden. Hieronder worden twee alternatieven besproken.

4.3.1 Frankrijk en het graduate-responsemodel

Handhaving ten aanzien van afnemers is blijkens het voorgaande lastiger dan ten aanzien van aanbieders. In Frankrijk werd in 2009 een handhavingssysteem bedacht dat zich richt op afnemers uit illegale bron: de HADOPI-wet.83 HADOPI is een ‘onafhankelijke

administratieve autoriteit’die rechten in de digitale omgeving moet waarborgen.84 Indien

afnemers werden gepakt met hun inbreukmakende gedrag, werden zij gewaarschuwd en gewezen op legale alternatieven. Als zij opnieuw werden gepakt, kregen zij een boete die kon oplopen tot vijftienhonderd euro. Indien zij voor een derde keer werden gepakt, konden zij van het internet worden afgesloten. Daarom had de wet ook wel de bijnaam ‘three-strikes-out wet’. Er werden agenten opgeleid die zich gingen bezighouden met online

auteursrechtinbreuken. Deze verkregen de informatie over inbreuken van verschillende partijen, veelal rechthebbenden.85 In de wet was tevens vastgelegd dat ISP’s verplicht waren om op vordering van de agenten de persoonsgegevens van gebruikers aan hen te verschaffen. Hierdoor konden agenten vervolgens via email, post of via de provider waarschuwingen aan afnemers versturen.

Het Franse graduate responsemodel werd ook in andere landen, zij het in aangepaste vorm, ingevoerd.86 Door makers van films werd deze wet positief ontvangen terwijl

consumentenrechtenorganisaties juist fel tegen invoering ervan waren omdat de straffen buitenproportioneel waren.87 Uiteindelijk is de Franse wet dan ook ingetrokken in deze vorm en is er een aangepaste graduate responseregeling gekomen, waarbij de instrumenten van HADOPI werden beperkt.88 Zo is bijvoorbeeld afsluiting van de internetverbinding niet meer mogelijk.

83 H. Ranaivoson & A. Lorrain 2012, p. 35. 84 Spiegeler 2010, p. 14.

85 Idem, p. 15 86 Idem p. 37.

87 https://www.bof.nl/2013/07/12/hadopi-teruggetrokken-begin-van-innovatie (laatst geraadpleegd op: 5 juli

2016).

(30)

- 30

-4.3.2 Duitsland en de ‘downloadboete’

In Duitsland wordt op andere wijze opgetreden tegen afnemers van illegale films. In

Duitsland is het namelijk mogelijk om de advocaatkosten, gemaakt door rechthebbenden ter handhaving van auteursrechten, te verhalen op afnemers en aanbieders van illegale films.89 Bovendien kunnen rechthebbenden en advocaten vrij simpel aan de bij een IP-adres

behorende gegevens komen.90 De ISP moet in Duitsland namelijk persoonsgegevens afgeven indien de wet op een ‘commerciële schaal’ wordt geschonden. In de Duitse rechtspraak is vervolgens uitgemaakt dat dit al het geval is indien een werk van hoge digitale kwaliteit wordt aangeboden of afgenomen via P2P-technologie.91 Hierdoor hebben rechthebbenden meer handvatten bij de handhaving van hun rechten, maar het bracht een ongewenst effect met zich. Er ontstond namelijk een handel waarbij bedrijven zich specifiek richten op het versturen van ‘abmahnungen’, waarin afnemers werden gewezen op hun illegale gedrag en werden verzocht om de kosten voor de ‘abmahnung’ en de door rechthebbenden geleden schade te

vergoeden.92 Hierbij worden grote winsten geboekt door deze bedrijven, omdat de kosten van de ‘abmahnungen’ rond de vijfhonderd euro liggen, terwijl de hoeveelheid werk dat dit vereist, nog niet op honderd euro wordt geschat.93 Omdat afnemers uit illegale bron veelal schikken, uit angst voor nog hoger uitvallende gerechtelijke procedurekosten, worden de hoge kosten van de ‘abmahnungen’ zelden betwist bij de rechter en blijft het systeem vooralsnog in stand.

4.3.3 De Franse of Duitse methode in Nederland?

Een met de Franse regeling vergelijkbare regeling zou in Nederland mijns inziens een meerwaarde kunnen vormen en zou een procedure scheppen waarmee ook de afnemers van illegale filmwerken zouden kunnen worden aangepakt. Hoewel de eerste Franse regeling vrij streng was, zou een minder strenge regeling, bijvoorbeeld met lagere boetes en minder ingrijpende mogelijkheden vermoedelijk ook maatschappelijk breder geaccepteerd worden. Ook zou kunnen worden overwogen om meer dan ‘three strikes’ te hanteren.

89 A. Ringnalda 2012, p. 702.

90 Dit kan door de ip-adressen te noteren en vervolgens te verzoeken om een rechterlijk bevel aan ISP’s. Er

worden lijsten van tientallen tot duizenden ip-adressen tegelijk verstuurd naar de rechtbank, waarna vervolgens grote hoeveelheden ‘abmahnungen’ tegelijk verstuurd kunnen worden naar veronderstelde inbreukmakers.

91 E.F. Vaal, ‘De kwalitatieve Download’, IE-Forum 10059. 92 S. Schmitz & T. Ries 2012, p. 1.

(31)

- 31

-Voor de regeling in Duitsland geldt dat deze gunstig is voor rechthebbenden. Er wordt echter op vrij makkelijke wijze inbreuk gemaakt op rechten van veronderstelde illegale afnemers.94

Er kan immers praktisch onmogelijk een met procedurele waarborgen omgeven rechterlijke toets voorafgaan aan het verzoeken om grote aantallen NAW-gegevens tegelijk. Bovendien is door het jarenlange wettelijk toestaan van afnemen van illegale films, bij veel mensen

onbekend dat dit überhaupt verboden is. Het is dan niet rechtvaardig om zonder voorafgaande waarschuwing plotseling een gigantische schadevergoeding van afnemers te vorderen. Men zou eerst moeten investeren in bewustwording onder de afnemers van het illegale karakter van downloaden en streamen uit illegale bron. Bovendien is het onwenselijk dat door

rechthebbenden winst wordt gemaakt over auteursrechtinbreuken die eigenlijk juist een halt toegeroepen moeten worden. Invoering van een met de Duitse aanpak vergelijkbare regeling, is derhalve niet wenselijk.

Zowel de Franse als de Duitse handhavingsmanieren kennen één knelpunt: degene met wiens gegevens een IP-adres correspondeert, hoeft niet per se degene te zijn die illegaal films heeft afgenomen. Dit kan echter vrij simpel worden verholpen door hiervoor een wettelijk

vermoeden in te voeren. Op deze manier wordt bewijsbaarheid vergemakkelijkt voor rechthebbenden, maar is het voor consumenten ook aantoonbaar indien zij niet de afnemer zijn.

Een graduate responseregeling zou in Nederland dus kunnen leiden tot een eerlijkere

auteursrechthandhaving, waarbij afnemers niet worden ontzien. Het is immers verstandig om niet alle pijlen op aanbieders te richten, maar ook op (grootschalige) afnemers. Tegelijkertijd is het creëren van meer legaal aanbod wenselijk, daar onderzoek aantoont dat consumenten niet alleen films illegaal afnemen om de kosten te vermijden, maar ook vanwege het beperkte legale alternatief.95 Het spreekt voor zich dat films eerst in bioscopen draaien en pas daarna wijdverbreid beschikbaar worden. Echter, ook het legale aanbod van oudere films blijft achter bij illegaal aanbod. De beste remedie tegen illegaal aanbod, is dan ook een legaal alternatief.

96 Dit wordt gestaafd door een onderzoek naar illegale muziekdownloads dat in vier jaar

94 Bijvoorbeeld het recht op vrijheid van informatie en recht op privacy.

95 J. Weda e.a., ‘Digitale drempels: Knelpunten voor legaal digitaal aanbod in de creatieve industrie’, SEO:

Amsterdam 2012 (Bijlage bij Kamerstukken II 2011/2012, 26 643, 248), p. 54.

(32)

- 32

-behoorlijk was teruggelopen door legaal alternatief.97 Meer legaal aanbod, voorlichting over

illegaal afnemen van films en tot slot strengere handhaving zijn dus de kern van de oplossing.

4.4 Conclusie

De kans dat een afnemer van illegale films onder de huidige regeling strafrechtelijk vervolgd zal worden is minimaal. Uitbreiding van strafrechtelijke aansprakelijkheid is ook bij afnemers onwenselijk, omdat de schade beperkt is, het diep ingrijpt op online privacy van burgers en het veel opsporingscapaciteit vereist. Civielrechtelijke handhaving als uitgangspunt blijft dus wenselijk. Hoewel BREIN zich voornamelijk op grootschalige aanbieders richt, kunnen civielrechtelijke handhavingsinstrumenten wel uitgebreid worden. De Duitse regeling lijkt effectief, maar daarbij wordt lichtvaardig omgegaan met andere rechten dan die van

auteursrechthebbenden. In dat opzicht lijkt een graduate responseregeling wenselijker. Hierbij zou een wettelijk vermoeden kunnen worden ingevoerd dat degene op wiens naam een IP-adres is geregistreerd, wordt vermoed illegaal een film te hebben afgenomen. Tegelijkertijd zou het legale aanbod van films vergroot moeten worden, zodat alleen de hardnekkige afnemers van illegale films overblijven en opgespoord kunnen worden voor hun onrechtmatige handelingen.

97 http://www.nu.nl/tech/3528900/kwart-nederlanders-downloadt-muziek-van-bittorrent.html (laatst

(33)

- 33

-5. Tussenpersonen: Internet serviceproviders 5.1 Inleiding

Zoals reeds aangegeven in paragraaf 2.1 zijn ook ISP’s partij bij het technische proces van totstandkoming van de streaming van filmwerken. Omdat ISP’s een vrij brede term is die vrijwel alle soorten diensten omvat die op het internet worden aangeboden, is in deze thesis de onderverdeling aangehouden die door de Uniewetgever is vastgesteld.98 De relevantie van dit onderscheid is dat verschillende providers uiteenlopende rollen (kunnen) spelen bij het technische proces van streamen en downloaden, en derhalve ook uiteenlopende

mogelijkheden hebben om dit te voorkomen en hun aansprakelijkheid uit te sluiten. Eerst zal besproken worden hoe het huidige recht is ingericht ten aanzien van ISP’s, waarbij tevens de nadelen hiervan zullen worden belicht. Daarna zal besproken worden of een andere regeling wenselijker is en welke alternatieven hiervoor denkbaar zijn.

5.2 Huidige situatie

De regeling voor ISP’s is momenteel zo geïmplementeerd in het burgerlijk wetboek dat deze gekoppeld is aan het leerstuk van de onrechtmatige daad. Dit betekent dat indien de ISP’s geen beroep kunnen doen op de uit de richtlijn elektronische handel voortvloeiende uitsluiting van hun aansprakelijkheid, zij aansprakelijk zijn overeenkomstig het algemene

aansprakelijkheidsrecht.99 Hierdoor gelden dus de bestanddelen van de onrechtmatige daad, genoemd in paragraaf 2.3.4: onrechtmatig gedrag, toerekenbaarheid, causaliteit, schade en relativiteit. In dat geval is het de netwerkgebruiker die een inbreuk maakt op het auteursrecht van de rechthebbende. De ISP handelt in die situatie echter onzorgvuldig jegens de

rechthebbende door deze inbreuken niet te voorkomen of zelfs te faciliteren. Om te

voorkomen dat ISP’s snel aansprakelijk worden gesteld voor hun gedrag, heeft de Europese wetgever internetdiensten in beginsel uitgesloten van aansprakelijkstelling. Hieronder worden de verschillende dienstverleners behandeld.

98 Richtlijn 2000/31/EG onderscheidt mere conduit, caching en hosting providers. De Uniewetgever heeft

hiermee onder meer getracht te voorkomen dat voor internetdienstverleners een soort risico-aansprakelijkheid ontstaat.

(34)

- 34

-5.2.1 Mere conduit en caching

De term mere conduit komt uit de richtlijn waarin verschillende soorten ISP’s zijn te

onderscheiden, waarbij de aansprakelijkheid van de mere conduit ISP geregeld is in art. 12.100

Een korte uitleg is hier op zijn plaats. Zodra een gebruiker naar een bepaalde website surft, doet deze in feite een verzoek aan de ISP om informatie van de server naar de computer van de gebruiker te sturen. De ISP fungeert dus slechts als een doorgeefluik en controleert niet of de betreffende informatie onrechtmatig of zelfs strafbaar is. Een voorbeeld van mere conduit ISP’s zijn access providers, welke dienst bestaat uit het verschaffen van toegang tot het internet. Volgens artikel 12 van de richtlijn elektronische handel zijn er drie voorwaarden waaraan ISP’s moeten voldoen, voor uitsluiting van aansprakelijkheid:

“a) het initiatief tot de doorgifte ligt niet bij de dienstverlener;

b) de ontvanger van de doorgegeven informatie wordt niet door de dienstverlener geselecteerd, en

c) de doorgegeven informatie wordt niet door de dienstverlener geselecteerd of gewijzigd”.101

Naar Nederlands recht is deze regeling geïmplementeerd in art. 6:196c lid 1 van het burgerlijk wetboek.

Caching houdt in dat een provider bepaalde door de gebruiker opgevraagde informatie, zoals bijvoorbeeld delen van een film ingeval van streaming, tijdelijk opslaat in het cache-geheugen van de computer van de gebruiker. Hiermee wordt het internetverkeer efficiënter en

doeltreffender.102 Derhalve is aansprakelijkheid van de caching dienstverlener in beginsel

uitgesloten indien aan dezelfde voorwaarden voldaan is, als hiervoor besproken en

“[…]de dienstverlener prompt handelt om de door hem opgeslagen informatie te verwijderen of de toegang ertoe onmogelijk te maken, zodra hij er daadwerkelijk kennis van heeft dat de informatie verwijderd werd van de plaats waar zij zich oorspronkelijk in het net bevond, of dat de toegang ertoe onmogelijk werd gemaakt, of zodra een rechtbank of een administratieve autoriteit heeft bevolen de informatie te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te

maken”.103

100 Afdeling 4 hoofdstuk 2 richtlijn 2000/31/EG. 101 Kamerstukken II 2001/02, 28 197, nr 3, p. 25.

102 http://www.iusmentis.com/aansprakelijkheid/providers/ (laatst geraadpleegd op: 12 juli 2016). 103 Kamerstukken II 2001/02, 28 197, nr 3, p. 26.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze laatste vraag van Thompson wordt er gewezen op een belangrijk punt. Ja, de kunstwerken van zowel Steyerl als van Thompson adresseren belangrijke problematiek van

Bart Gentens: “We stellen vast dat onze klanten systematisch keuzes moeten maken op het vlak van technologie die bepalend zijn voor een groot deel van de levensduur van het

Heezen heeft inmiddels op 20 januari 2015 een dagvaarding naar de gemeente gestuurd voor een cassatieberoep bij de Hoge Raad.. Op 27 januari 2015 is de

Het fascisme is sluw, het probeert met alle middelen, ook met zulke schijnbaar onpolitieke zaken als Oss - invloed te krijgen. er ook zoveel van afJ te

In zijn memorie van wederantwoord betwist Jean MARSIA de argumentatie van de Ministerraad en doet opmerken dat de Senaat op 13 juli 1990 een wetsvoorstel heeft aangenomen tot

Er zijn allereerst vragen gestdd over de wetgeschiedenis van het reclameverbod en wat er onder het 'reclame'-begrip zou moeten worden verstaan, en dan met name of vergoedingen

Daarbij merkt de Hoge Raad nog op dat voorbereidingswerkzaamheden van de overheid ten behoeve van een werk waarvoor wordt onteigend (zoals het bouwrijp maken van de grond

Ageas is succesvol actief in verzekeringsactiviteiten in België, het VK, Luxemburg, Frankrijk, Portugal, Turkije, China, Maleisië, India, Thailand, Vietnam, Laos, Cambodja,